1885. N°. 56.
Dinsdag 12 Mei.
72ste jaargang.
De Secretarie der gemeente
GOESGHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van N11GH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL
zal op b. s. DONDERDAG DEN 14 KEI. uithoofde van
den Hemelvaartsdag, gesloten zijn.
Tot het doen van aangiften voor den Burgerlijken
Stand zal alleen van 11 tot 12 uren gelegenheid gegeven
worden.
Goes, dei. 9 Hei 1885.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER
De Secretaris,
HARTMAN.
's-Hage, 8 Mei 1885.
Geen BI o e m-lezing. Verschillende dagbladen heb
ben zich gehaast eene levensbeschrijving van den nieuw-
benoemden Minister van financiën te geven, bijna van
zijn eerste jeugd tot op dit oogenblik, en zij hebben
wijders, op grond van eenige vroegere vlugschriften,
gissingen en gevolgtrekkingen gemaakt omtrent het
geen bet land van dezen nieuwen titularis te wachten
heeft. Aan zijne bekwaamheid en ijvervolle werkzaam
heid, aan zijne kunde vooral op belastinggebied werd
alle hulde gebracht. Scherpzinnig en gevat, heeft hij
in den gemeenteraad te 's Hage ook blijken gegeven
van welbespraaktheid, een vereischte, dat zijn insgelijks
kundige voorganger ten eenenmale schijnt ontbroken
te hebben, en wat bij dezen het zijne heeft bijgedragen
om zijne kortstondige parlementaire campagne alles
behalve schitterend te maken. Daarbij is het van den
heer 111. m bekend, dat hij de zaken, hem toevertrouwd,
grondig nagaat en wat men noemt, beslagen ten ijs komt.
Maar nu reeds in eene antecedenten-polemiek te tre
den, en op een goudschaaltje te gaan afwegen wat de
nieuwbenoemde vroeger, onder andere gegevens of om
standigheden, gedacht of geschreven heeft over ons be
lastingstelsel en de middelen tot herstel van het fman-
ciëel evenwichtzich te verdiepen in de vraag tot op
welke hoogte hij een vlugschriftplan zou wenschen te
maken tot een regeeringsprogram, dat kan op het
oogenblik, nu de auteur geroepen wordt handelend
op te treden en waarbij hij rekening heeft te houden
met de eischen van dit oogenblik en met de finan-
ciëele lijdensgeschiedenis der laatste jaren na de
verschijning zijner brochure, dit kan inderdaad voor
barig en minder doelmatig geacht worden.
Thorbecke zelf had de gewoonte zich «geen vriend"
te üoemen wan het aanhalen van antecedenten om
iemand met zich zeiven in tegenspraak te brengen",
hetgeen zeker te meer klemt, wanneer die iemand nog
geen enkel woord nader gesproken heeft. En buiten
dien, de door hem indertijd aangeprezen verhooging
bv. van den accijns op het gedistilleerd is reeds tot
stand gekomen en de mogelijkheid der invoering eener
tabaksbelasting, die hij casu quo niet uitsloot, is om zoo
te zeggen benomen en dus de proef onnoodig na het
lot, dat het avantproject van zijn voorganger in en
buiten de Kamers, bij schier alle Kamers van Koop
handel en in de openbare meening, heeft ondergaan.
De groote vraag bij de beoordeeling van zijn regee-
ringsbeleid zal alleen deze zijn, en tot deze enkele
opmerking bepalen wij ons op dit oogenblikblijft
hij zijn stelsel handhaven, dat het herstel van het
evenwicht niet mag worden verkregen door uitbreiding
van directe rijks-belastingen, met overbrenging van
den last of overlast naar de gemeenten, tegen zekere
equivalenten
Op die vraag mag zeer spoedig een antwoord worden
verwacht, daar alsnog bij de Tweede Kamer aanhan
gig zijn vooreerst de voorstellen tot wijziging der
gemeentewet met betrekking tot de plaatselijke be
lastingen (art. 240, 242 en 247), over welk ontwerp
na daarin gebrachte wijziging een nieuw sectie-onder
zoek heeft plaats gehad, en ten tweede, de aanvulling
der wet op de middelen tot voorziening in het tekort.
In elk geval, eerlang begint de tijd te naderen dat
in den boezem der Kegeering de staatsbegrooting voor
1886 moet worden ontworpen, en dan zal het de
taak zijn van den Min. van Financiën om dat andere
element tot herstel van het financieel evenwicht krach
tig in praktijk te brengen, zoowel wat zijn departe
ment als de overige takken van algemeen bestuur
betreft, namelijk het element van doortastende bezuini
ging (waarover de brochure van 1883, vergissen wij
ons niet, het stilzwijgen bewaart) in dien zin, dat het
éen der factoren mag geacht worden tot herstel van
het verbroken financiëel evenwicht.
Dinsdag komt de Tweede Kamer bijeen tot hervat
ting harer weikzaamheden. Er ligt wel is waar veel
werk voor het mes, maar de vraag is of er in de
tegenwoordige politieke omstandigheden veel zal afge
daan kunnen worden. Het naaste dat voor de hand
ligt is zeer zeker de herziening der kiestabel en de
voorstellen tot grondwetsherziening, waarvan allereerst
het afdeelingsonderzoek moet plaatshebben. Doch tegen
den tijd, dat die werkzaamheid zal kunnen aanvangen,
is een politiek debat te wachten. Een deel der rech
terzijde wenscht niet alleen herziening der kiestabel,
maar een voorstel tot censusverlaging vóór grondwets
herziening. Een ander deel der rechterzijde wenscht
in het geheel geen grondwetsherziening; en bijna de
geheele rechterzijde wenscht geen grondwetsherziening,
indien art. 194 nopens het lager onderwijs blijft ge
handhaafd door niet herziening.
Wat er, hij den stand en de tegen elkaar opwe
gende getalsterkte der partijen, van een of ander
voorstel, in den geest van verdaging of van oponthoud,
het gevolg kan zijn, is moeielijk te voorzien, maar
zóóveel is zeker, dat, ook al gaat het sectie-onderzoek
der grondwetsvoorstellen door, en al wordt de districts
wijziging met het vermeerderd getal kamerleden aan
genomen, de verdere loop der zitting niet vruchtbaar
beloolt te zijn.
Voor zeer ingrijpende maatregelen op politiek, finan
cieel of juridiek gebied is ook, met het oog op den
langzamen gang van de parlementaire werkzaamheden
hier te lande, het zittingjaar te ver verstreken. Er
zijn op dit oogenblik nog zaken hangende, die van een of
twee vorige zittingjaren dagteekenen, doch steeds onafge
daan blijven. De justiciëele wetten tot invoering van het
nieuwe strafwetboek zijn alles behalve in staat van wijzen;
van onderscheidene organisation wordt gezegd dat
men ze liever ter hand neemt na de grondwetsher
ziening, en sommige, b. v. die nopens den algemeenen
waterstaat, worden inderdaad beheerscht door de
geprojecteerde nieuwe grondwettelijke bepalingen, ter
wijl ook de regeling van de defensie, bet kiesrecht
en andere belangrijke onderwerpen eigenlijk van de
al of niet aanneming der nieuwe Grondwet afhanke
lijk zijn. Voegt men nu daarbij de niet te loochenen
algemeene politieke malaise; de onzekerheid, waarin
men verkeert; het gemis aan voldoenden steun voor
de Regeering, die bekneld zit tusschen 43 en 43, dan
is er niet veel te verwachten. De tabelherziening zal
in den toestand geene noemenswaardige wijziging aan
brengen, en zoo al, dan zal zij toch vermoedelijk geen
ander resultaat hebben dan terugkeer tot den treurigen
toestand van vóór den uitslag der verkiezing te 's-Gra-
venhage, al zon men dan ook weder opnieuw van de
daken gaan prediken dat de Kamer weder om is.
Wanneer de anti-revolntionaire partij, wat waarschijn
lijk is, in verband met de ultramontaanscbe (want de
conservatieve telt nu slechts twee leden) hare taktiek
blijft volhouden, dan zal dat eene reden te meer zijn
tot stilstand en zal het regeeiingsbeleid zich nood
wendig dienen te bepalen tot het voeren der admini
stratie, tot een ministère d'affaires, waarbij van be
leid wel geen ernstige sprake kan zijn. En, zelfs
wanneer waarheid mocht zijn wat verluid wordt dat
onder de antirevolutionD. partij, wij zeggen nog niet on-
derlinge verdeeldheid, maar toch gemis aan duurzame
overeenstemming met haren erkenden leider is ontstaan,
dan nog is daarvan met betrekking tot de partijver
houding, gegrond in menig opzicht op principieel
verschil in levensbeschouwing en politiek stelsel, niet
veel verandering te wachten.
De kans voorts tot instandhouding en trapsgewijze
uitbreiding eener krachtige, eensgezind handelende libe
rale partij is voor het oogenblik zeer gering en hare
toongevende werkzaamheid en hervormings-politiek,
hare volle, vruchtbare aanwending van krachten on
mogelijk. Voor een deel is onderlinge verdeeldheid (wel
te onderscheiden van zelfstandigheid) ook hiervan de
oorzaak. Mogen nu vooral de liberalen gedachtig zijn
aan het zinrijke gezegde van Thorbeckedat, terwijl
emheid zonder zelfstandigheid van de leden of deelen
eener partij despotisme is, daarentegen zelfstandigheid
der deelen zonder eenheid anarchie is. De liberalen
hebben in de jongste periode die waarheid wel voor
oogen gehad, maar er zal tijd noodig zijn, of er moeten
zich buitengewone omstandigheden voordoen, om in
eenheid tevens weder als meerderheid te kunnen op
treden en de in haar werking gestoorde en gestremde
staatsmachine weder in goeden gang te brengen. Slechts
wanneer de liberalen zich nu vast aaneensluiten, kan
hunne indrukwekkende helft, ook al wordt zij eene
kleine minderheid, de aanleiding worden, dat de
natie versterking dier partij en de zegepraal van hare
regeeringsinzichten bevordert.
GOES, 11 Mel 1885.
In de heden, onder voorzitterschap van den dijk
graaf mr. B. V. Van der Bilt, in »de Prins Van Oranje"
gehouden vergadering van ingelanden van den polder
«de lireede Watering bewesten Ierseke", waren 63 inge
landen, uitbrengende 108 stemmen, tegenwoordig
Na mededeeling der ingekomen stukken en na
benoeming van verschillende commissiën werd door
het polderbestuur het verslag omtrent den toestand
van den poIrfV uitgebracht.
Op voorstel van de directie werd besloten aan den
steiger bij het hulpstoomgemaal los-en ladingsgelden
te heffen tot een bedrag van 10 ets. per wagenvracht
en een aanleggeld van 2 ets. per ton, terwijl voor
het bergen van goederen op de los- en ladingsplaats
zal worden geheven 10 ets. per MJ., doch zij mogen
niet langer dan eene week liggen.
Voorts werd door de commissie voor de begrooting
1885/6 rapport uitgebracht en deze vastgesteld in
ontvang en uitgaaf op 118905.94%, waaronder
18741.01 voor onvoorzien. Het dijkgeschot werd
bepaala op 11 per Hectare.
Omtrent de verzoekenlo. van de maatschappij
«ijzergieterij de Prins Van Oranje" om kwijtschelding
van toegepaste boete enz. en 2o. van C. Romeijn,
aannemer der gebouwen van het hulpstoomgemaal,
om tegemoetkoming in zijre hooge uitgaven bij dit
werk, weid op voorstel van het polderbestuur afwijzend
beschikt.
De voorstellen van het bestuur tot tijdelijke onder-
handscbe verpachting van welgrond aan A. Nijssen
en ruil van grond met A. Lindenbergh werden goed
gekeurd.
Op de lijst der 62 hoogstaangeslagenen in
's rijks directe belastingen in de provincie Zeeland
komen o. a. voor de volgende peisonen, voor het
achter hun naam gemelde bedrug: J. W. Vader, te
Koitgene, ƒ2199 07; J C. Kakeb-eke, te Goes,
1302.83% mr. P. II Saaijmans Vader, te Kapelle,
ƒ1251.49; A. Kakebeeke, te Goes, 1184.61 mr.
W. L. Van Voorst Vader, te Kloetinge, 1009.42
mr. J. C. R. Van der Bilt, te Heinkenszand, 952 49;
A. Van den Burght, te Tolen, 898.79mr. Th.
A. Wagtho, te Tulen, 862.59J. A. A. Fransen
Van de Putte, te Goes, 834.53% mr. B. V. Van
der Bilt, te Kapelle, 721.88L. A Paardekooper
Overman, te 's Gravenpolder, ƒ712.65; P. Dekker
Jz., te Wemeldinge, 704.56% J. Dekker Lz te
Goes, 695.01 J. H. Bybau. te Kolijnsplaat, 689 06
J. Vereeke, te Kruininge, ƒ675.90; J. De Kam Cz.,
te Wissekerke, ƒ648,64; G. J. Van den Bosch, te
Kattendijke, ƒ647.01.
Te Vlissingen is met 148 van de 205 uitgebrachte
geldige stemmen tot lid van den Raad verkozen de
ingenieur van den waterstaat, de heer J. A. E. Mus-
quetier (lib.)
Hansweerd. Zondagnamiddag is de met stukgoe
deren geladen stoomboot «Stad Gent" kapitein C.
Schilling, van Antwerpen met bestemming naar Rot
terdam, door een uitschot van wind te Wemeldinge,
tegen een der schoorpalen van de ducdalve, staande
op den hoek van het remmingwerk aldaar, geslagen
en wel zoodanig, dat niettegenstaande een kurkzak
tusschen de schoorpaal en het schip werd gehouden,
dit lek werd in de kimmen van het groot laadruim,
doordien tengevolge van den aanslag tegen bovenge
melde schoorpaal een plaat van de buitenkant gescheurd
was en eenige klinknagels gesprongen waren. De
«Stad Gent" is daarop onder aanhoudend pompen
hier teruggekeerd en na de lekkage voorloopig gedicht
te hebben naar hare bestemming vertrokken.
Men vraagt zich nu terecht af wanneer de Water
staat eens zal inzien, dat de constructie der ducdalven
niet voldoet aan den eisch der ijzeren schepen, ten
opzichte van hunnen bouw? Voldeden zij hieraan dan
zou de Rijnvaart, die grootendeels met ijzeren schepen
uitgeoefend wordt, hiermede zeer gehaat zijn. Te wen
schen ware het dus dat de Minister eens gehoor gaf
aan de telkens geuite klachten over de nare construc
tie der ducdalven. Gaf men hieraan gehoor dan zouden
vele processen aan den Staat der Nederlanden bespaard
worden. Men bedenke toch dat de Staat, als met het
onderhoud belast en het toezicht uitoefenende op de
haven en het kanaal, ook verplicht is schade te ver
goeden die ontstaan kan door nalatigheid of onvoor
zichtigheid in de constructie harer werken.
Vlissingen. Door de verkiezing van den heer Mus-
quetier, ingenieur van den waterstaat, tot lid van den
gemeenteraad is de vacante plaats, in dat college door
het vertrek van den heer Laman Trip ontstaan, weer
vervuld. Van een eigenlijken strijd bij de stembus
tusscben de ook hier tamelijk scherp gescheiden libe
ralen en anti-revolutionairen is geen sprake geweest.
Zoo is dus de gemeenteraad weer voltallig, maar
de burgemeester ontbreekt nog altijd. Als waarnemend
burgemeester is opgetreden de heer M. Pot, wethouder.
Hoe lang deze tusschenregeering nog duren zal, schijnt
vooreerst niet te zeggen. Behalve misschien enkele
bevoorrechten, tasten wij allen ten dien aanzien nog
in eene Egyptische duisternis rond. Met verklaarbare
nieuwsgierigheid wachten we den opvolger van den
heer Smit, die den zomer hier nog schijnt door te
brengen.
Ook de plaats van den heer Van Duren Dutilh,
die om gezondheidsredenen zijn eervol ontslag als
commandant der dd. schutterij verkregen heeft, wacht
nog altijd op vervulling.
Kalm gaat hier anders alles zijn gewonen gang.
In den chaos bij het Betje-Wolfplein begint langzamer
hand wat orde te komen. Men is nu bezig de fonda
menten te leggen voor het laatste huis, waardoor het
plein, bphalve den naam, ook meer het aanzicht daar
van krijgen zal.
Weldra in deze week nog wordt het tegen
woordige badhuis opnieuw voor bet publiek opengesteld.
De wandelaars erheen zullen wel met genoegen het
flinke trottoir, aan éen kant van den weg voor een
groot gedeelte gereed, opmerken. De uitgestrekte opper
vlakte gronds, waar vroeger de groote vest was, stak
langen tijd door haar vaalgrijs droevig af bij het
frissche groen der omringende landerijen. Nu echter
wordt door de opschietende halmen het schrille contrast
op eene voor het oog aangename wijze opgelost. (Naar
het beweren van sommigen wat ons ook zeer aan
nemelijk voorkomt zal de oigst op die gronden
nu juist niet zeer overvloedig zijn.) Ook de kale dijk
rondom het pasgegraven bassin voor het polderwater
begint hier en daar sporen van plantengroei te ver-
toonen. De brug over den watergang gaat wat
wel uit den aard van het werk zal voortvloeien
niet hard vooruit. Nu, "net ziet er wel naar uit, dat
de tram naar het badhuis er in de eerste dagen toch
nog niet ovei heen zal rijdener moet ten minste nog
heel wat aan den tram gebeuren, zal deze met Pink
steren den dienst zelfs op het oude traject hervatten.
Voor 't publiek was het staken van den dienst geen
onoverkomelijke ramp; voor het treinpeisoneel. dat
toen naar men zegt eenvoudig ontslagen is.
was 't een levenszaak.
Het uitgestrekte plantsoen aan den voet der dn men
bij het badhuis belooft wat vooi de toekomst. Jam
mer, dat de tegenwoordige omgeving het niet voldoende
tot zijn recht doet komen Het afgeplatte duin achter
het badhuis wacht nog altijd op de dingen, die komén
zullen: zelfs zij, die de voorloopige werkzaamheden
voor den bouw van het «groote badhuis" uitgevoerd
hebben, weten voor 't oogenblik niet, hoe het verder
met den bouw gaan zal. 't Is te hopen, dat in dezen
van toepassing is het spreekwoord «langzaam gaat
zeker", en niet «van uitstel komt afstel."
Men schrijft ons uit Koord-Bevelaud:
De lieer P. v. d. Moere is als plaatsvervangend dijk
graaf van den Anna-Friso-polder herbenoemd.
Aan den heer J. Lagendijk is eervol ontslag, op zijn
verzoek, verleend, als dijkgraaf van den Rippolder, ter
wijl hij tevens aftrad als gezworene van den Mariapolder.
Bij vernieuwing werd een buitengewoon geschot voor
den Thoornpolder omgeslagen, hetwelk strekken moet
tot stijving van het bestaande reserve-fonds, dat be
stemd is om te voorzien in het verhoogen en verzwaren
van den nieuwen zeedijk des polders.
Voorts kwam in meer dan éene poldervergadering
het bekende voorstel, door Gedeputeerde Staten aan de
Provinciale Staten van Zeeland gedaan en de strekking
hebbende om het polder-reglement wijziging te doen
ondergaan, in behandeling.
Noch de besturen, noch de ingelanden schijnen be
zwaren tegen de bedoelde wijziging ingebracht te hebben.
De rekening van het telegraafkantoor te Kort-
gene sluit over 1884 met een nadeelig saldo van
ƒ448 30. (Dagbl.)
De Minister van Justitie heeft toegekend den
rang van brigadier-majoor-titulair aan den rijksveld
wachter 2e kl. (brigadier) C. Verpoorte, te Tolen;
den rang van brigadier-titulair aan den rijksveldwachter
3e kl. J. J. Rademaker, te Kapelle (Nieuwerkerk).
Door Z. M. is erkend volgens de wet van 22
April 1885 Staatsblad no. 32) de vereeniging Zon
dagschool vereeniging «Samuel", te 's-Heer Hendriks-
kinderen.
Woensdag vertrekt de Koning van het Loo naar
Karlsbad. Zaterdag reeds zijn de Koningin en Prinses
Wilhelmina naar Arolsen vertrokken.
Voor het examen van machinist-leerling 2e kl.,
dat eerlang zal aanvangen, hebben zich 51 sollicitanten
aangemeld. Van dezen kunnen er 15 geplaatst worden.
Dr. B. G. Goudsmit, leeraar aan de H. B. school
te Zutphen, was uitgenoodigd om in de commissie voor
het toelatingsexamen tot de Kon. Mild. Academie
zitting te nemendoch het daartoe vereischte verlof
is hem door B. en W. geweigerd.
Gedurende het jaar 1884 zijn aan 's Rijks munt
vervaardigd en afgeleverda. voor rekening van den
Staat: lo. Nederland 1 millioen tiencentsstukken,
3 600,000 2 cents-stukken, 10 millioen centen en
17 200,000 halve centen. 2o. Overzeesche bezittingen
3.550,000 tiencentsstukken Ned. Indië; b. voor
rekening van particulieren niets uitmakende een
nominale waarde van ƒ731,000.
Het bestuur van den Nederlandschen Vrouwen
bond tot verhooging van het zedelijk bewijstzijn waar
schuwt opnieuw alle ouders hunne kinderen, en vooral
hunne dochters, niet naar andere plaatsen te zenden
op schoonschijnende advertentiën, zonder vooraf de
nooaige inlichtingen te hebben ingewonnen, daar achter
zulke advertentiën dikwijls bedrog schuilt. Het bestuur
is daarom bereid, voor zoover het in zijne macht is,
in overleg met de bestaande vertakkingen, de ouders
of belanghebbenden in dezen behulpzaam te zijn.