1885. N°. 48. Donderdag 23 April. 72ste jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoepers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. GOBS, 22 April 1885. Veemarkt. Voor eenige jaren werden door het Gemeentebestuur van Goes pogingen aangewend om voorjaars-paardenmarkten in het leven te roepen, waar voor zelfs, indien ons geheugen juist is, premiën werden uitgeloofd. In weerwil van deze aanmoediging ging de zaak niet op en stierven die markten, na een kwijnend bestaan, geheel uit. Sedert is in onze streken gelukkig de aandacht meer gevestigd op de veeteelt en wordt veel meer hoornvee dan vroeger uit Zuid-BevelaDd ten uitvoer verkocht. Dat zich daardoor de behoefte aan opene markten meer dan vroeger laat gevoelen lijdt geen twijfel. Goes ligt daarvoor met hare uitmuntende wegen en middelen van vervoer hoogst gunstig, dewijl de concurreerende koopers uit Holland en België elkander hier ontmoeten kunnen en dientengevolge hooge prijzen verzekerd worden. Dit jaar deed het Gemeentebestuur, in overleg met eenige landbouwmaatschappijen, eeoe poging om voor jaarsveemarkten in het leven te roepen en we wezen er reeds jl. Woensdag op, dat de op 14 April gehouden markt goed geslaagd mag heeten. De aanvoer was redelijk en de kooplust vooral voor weivee zeer be vredigend, terwijl ook het vet vee iets betere prijzen bedong dan men in den laatsten tijd maken kon. Het behoeft geen betoog dat men, zoo er geene markt is, overgeleverd is aan de opkoopers, die zich op de hofsteden vertoonen en van het gemis eener markt in hun eigen voordeel gebruik maken. Of wel men moet voor eigen rekening en risico in Holland ter markt gaan, wat zelden voordeelig uitkomt. In dit voorjaar was er weinig vraag naar vet vee. Dit had tengevolge dat de prijzen onevenredig laag waren en verscheidene houders gedwongen werden te Rotterdam te gaan verkoopen. Zijn onze informatiën juist, dan was er hier 14 April een veel betere toon en werden er betere prijzen besteed dan te Rotterdam en op de hofsteden in den laatsten tijd het geval was, terwijl men natuurlijk de groote risico en kosten, aan het veevervoer verbonden, ontging. Uit een en ander blijkt, dat het Gemeentebestuur van Goes een maatregel heeft genomen die alleszins in het belang van de landbouwende bevolking van Zuid-Beveland mag geacht worden. Dat bestuur heeft daarvoor recht op medewerking van de landbouwers. Begrijpen deze hun belang, dan zal die medewerking niet moeielijk vallen en zullen zij aanstaanden Dinsdag den 28n in nog ruimer mate dan den 14n vee ter markt brengen. Bevestigt zich de aanvankelijke gun stige loop dezer zaak, dan bestaat er kans dat deze Goesche veemarkten een goeden naam bekomen en de handel een vooral voor de landbouwers gewenschte uitbreiding erlangt. In de gisteravond gehouden vergadering van de vereeniging «de Ambachtsschool", die zeer druk be zocht was, daar niet minder dan 21 leden tegen woordig waren, is besloten aan de Ambachtsschool eene smederij te verbinden en daarvoor le aautegaan eene geldleening groot f 2000,rentende 4 pet. en gesplitst in 20 aandeelen elk van f 100en 2e aan de provincie, de gemeente en het Burg.-Armbestuur te verzoeken hunne tegenwoordige subsidiën respec tievelijk met f500, f 200 en ƒ100 te willen verhoogen. Het is duidelijk dat alleen tot de oprichting der smederij zal worden overgegaan, wanneer de geld leening zal zijn geplaatst en de subsidiën zijn toegestaan. Men schrijft ons uit HoedekenskerkeReeds ge- ruimen tijd geleden hebben eenige kapitalisten zich bezig gehouden met het onderzoeken of de Wester- schelde nabij deze gemeente ook geschikt zou zijn voor de oestercultuurde plaats daartoe moet zelfs al zijn aangewezen. Het laat zich begrijpen dat de ingezetenen met nieuwsgierigheid het resultaat hiervan te gemoet zien. Het is echter duidelijk dat belang hebbenden op dezelfde bezwaren stuiten als eenige jaren geleden het geval was met andere ondernemers. Daar de Schelde thans haar water (zoet) door één arm zeewaarts moet brengen door de afdammingen tusschen Zuid-Beveland en Noord-Brabant en van het Sloe, is het te vreezen dat men aan deze zijde van het eiland niet die resultaten zal kunnen hebben als in de Ooster-Schelde. De visscherij op de Wester-Schelde is bovendien vrij, zoodat men aldaar nog gevaar loopt van de toepassing der leer dat alle goederen gemeen zijn. Door het bestuur van het departement Amster dam van de «Maatschappij tot Nut van't Algemeen" is aan de overige departementen in ons land de vol gende circulaire verzonden, onderteekend door de heeren P. Van Limmik en Jacob F. Klinkhamer. Tot veler teleurstellingen is het kapitaal, vereischt om uitvoering te geven aan het besluit der algemeene vergadering tot oprichting eener kweekschool voor bewaarschoolhouderessen, tot heden niet bijeengebracht. Het departement Amsterdam is van meening, dat het thans de vraag niet meer is, of die school wen- schelijk is of nietmaar of het prestige der Maat schappij duldt, dat een eenmaal genomen besluit wél of niet wordt uitgevoerd, en daaraan is immers alles gelegen. Hare tegenstanders mogen niet kunnen zeg gen zij is niet in staat te volbrengen wat zij op zich genomen heeft. Tegenover hare tegenstanders moet de geheele maatschappij, en dus al hare Departementen, eensgezind zijn, maar dan ook bereid tot opofferingen. De kas der maatschappij kan de lasten der oprichting niet, of althans zeer noode dragen, daarom is het de roeping der Departementen daarin de behulpzame hand te bieden, niet zoozeer opdat de school er kome, maar opdat de eendracht in de Maatschappij behouden blijve en niet op te zware proeve gesteld worde bij de al gemeene vergadering in Augustus e. k. Daarom heeft het departement Amsterdam, bij de viering van zijn honderdjarig bestaan, aan het Hoofd bestuur aangeboden een renteloos voorschot van 3000 tot bovengenoemd einde, en het heeft de eer u hier van kennis te geven in de hoop, dat alle departementen, voor zooveel zij althans in dezen geest niet reeds zijn voorgegaan, zich opgewekt zullen gevoelen om deze poging te ondersteunen, opdat door aller samenwerking het vereischte kapitaal bijeenkome. De toestand van het oogenblik is ernstig, daarom doe ieder wat in zijn vermogen ligt, om den storm die dreigt optesteken te bezwereD. En dat zal bereikt worden als het Hoofdbestuur, door de hulp der Depar tementen, in staat gesteld wordt op de eerstvolgende algemeene vergadering medetedeelen «de gelden voor de Kweekschool zijn door de eendracht in onze Maat schappij bijeengebracht". Het woord Offervaardigheid is schoon en in den laatsten tijd zoo dikwijls gebruikt; dat het nu ook in beoefening worde gebracht, en elk departement vaardig zij om, ter liefde der Maatschappij, wier prestige op het spel staat, zich een offer te getroosten." Het komt ons voor, dat de logica in deze circulaire wel wat te wenschen overlaat. Dat de Maatschappij niet kan volvoeren, wat zij op zich heeft genomen, is nu nog niet gebleken, maar zeker zou dit blijken, wanneer op die wijze het tekort van de benoodigde gelden moest worden bijeengebracht. Vooral met het oog op het resultaat, dat de bemoeiingen van het depar tement «Nijmegen" hebben opgeleverd, gelooven wij dat deze circulaire als ontijdig moet worden beschouwd. De gemeenteraad van Oosterland heeft zich gewend tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met de mededeeling dat hij met leedwezen heeft gezien, dat in het wetsontwerp tot herziening van de kiestabel, voorgesteld wordt om de gemeenten Oosterland en Bruinisse, thans behoorende tot het district Zieriksee, te voegen bij het district Goes. Adressant constateert, dat geen enkele reden wordt aangevoerd tot dit voorstel, wijst er verder op dat de gemeenten Oosterland en Bruinisse sinds de invoering van de eerste kiestabel in 1850 steeds een gedeelte uitgemaakt hebben van het kiesdistrict Zieriksee. De eilanden Schouwen en Duiveland vormen als het ware éen geheel en maken dan ook éen district uit voor het kiezen van leden van de Provinciale Staten. Met het district Goes daarentegen hebben de inge zetenen van Oosterland en Bruinisse geene punten van aanraking; de reis naar Goes is duur en lastig; zelden bezoeken de ingezetenen dezer gemeenten Goes, zoodat overleg met hunne medekiezers, tot het bespreken van gewichtige aangelegenheden de verkiezing betreflende, niet zal plaatshebben. De ingezetenen worden daar door feitelijk van hun stemrecht verstoken. De stad Zieriksee wordt door de bewoners van dit eiland, vooral bij marktdagen, herhaaldelijk bezocht, en is daardoor eene plaats waar de kiezers uit Schouwen en Duiveland elkander ontmoeten en in overleg treden. Op grond van het bovenstaande verzoekt de adres sant, dat het der Kamer moge behagen, in het aan geboden wetsontwerp tot herziening der tabel, zoodanige verandering te maken, dat de gemeenten Oosterland en Bruinisse niet bij het district Goes worden gevoegd, maar bij het district Zieriksee blijven. Benoemd tot ontvanger der registratie te Oostburg H. C. Couwenberg, thans te Boksmeer. Het Haagsche Dagblad, dat eerst het bericht omtrent de aanvraag om ontslag door den Minister van financiën ingediend, »ten stelligste" tegensprak, en het toeschreef aan een toeleg van de liberale pers om het Kabinet te bemoeilijken, komt het thans zelf bevestigen, en voegt er bij, dat er Maandagnamiddag ministerraad is gehouden. Nfolgens het Vaderl. was de tegenspraak alleen in zooverre juist, dat het requesl om ontslag nog niet was opgezonden. Allerzonderlingst zegt dit blad verder is de opvatting van het Dagblad, dat het ons te doen was om moeilijkheden te bereiden aan het Kabinet. Wil men achter dergelijk bericht een bedoeling zoeken, dan lag het toch meer voor de hand te veronderstellen, dat het ons te doen was om het Kabinet krachtiger te maken. Kunst, Wetenschap en Letteren. Wij herinneren onze lezers nog met een enkel woord aan de voorstelling van Platijn en Co. morgen in de sociëteit V. O. V. alhier te geven door de Rot- terdamsche afdeeling van het Nederlandsch Tooneel. De naam van den heer Rosier Faassen is èn als tooneelschrijver èn als acteur genoeg bekend om ver dere aanbeveling overbodig te doen zijn. terwijl voorts de namen der acteurs D. Haspels, A. J. Le Gras en Jan C. De Vos, alsmede die der actrices mevrouw BurlageVerwoert en mevr. FaassenVan Velzen ons een genotrijken avond beloven. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Door den kerkeraad der Ev. Luthersche gemeente te Middelburg is, ter voorziening in de vacature, samengesteld het volgende drietal, bestaande uit de heerenP. Groote te Deventer, C. A. De Meijere te Schiedam en D. Snijder te Bodegraven. (M. Cl.) Bedankt voor de toezegging van beroep naar Domburg door ds. W. J. Pijzei te Den Ham. Men schrijft aan de N. R. Ct. De confessioneele kerkeraad der Ned. Hervormde gemeente van Amsterdam, die onlangs veel van zich heeft doen spreken door zijn handelingen in zake de aanneming van leerlingen der liberale predikanten Berlage, Laurillard en Ternooy Apèl, heeft een nieuw en sprekend bewijs zijner onverdraagzaamheid gegeven door den algemeen grachten godsdienst-onderwijzer, den heer J. C. Van Houten, uit zijn betrekking in die gemeente te ontslaan. Meer dan 30 jaren was hij met vrucht en eere werkzaam geweest: toch kwam hem de afzetting niet onverwacht. Twaalf jaren geleden was hij reeds wegens onrechtzinnigheid aangeklaagd, en had het toen moeten dulden, dat een zijner tegen standers bij de les tegenwoordig was, met potlood en schrijfboekje in de hand, om het een en ander op te teekenen wat door den onderwijzer gesproken werd. Wi n komt, bij het vernemen daarvan, niet onwille keurig het bezoek te binnen, door den inquisiteur Sonnius aan Angelus Merula, eerst op diens studeer kamer, later in het kerkgebouw te Heenvliet gebracht? 't Schijnt evenwel, dat men toen niets heeft kunnen ontdekken om den heer Van Houten te treffen thans, nu de kerkeraad geheel »om" is, dat wil zeggen zoo goed als geheel door «gereformeerden" bezet, was 't niet moeilijk een voorwendsel te vinden, om ook dezen verdienstelijken man te doen zwichten voor partijzucht en geweld. De heer Van Houten had, als onderwijzer op eene Zondagsschool der Vereeniging ter bevordering van zelfstandig godsdienstig leven, eene zanguitvoering ge leid, door leerlingen dier scholen bij gelegenheid van het Kerstfeest gegeven. Dit had hij trouwens de laatste jaren geregeld gedaan. Maar ziedaar nu het feit, waarover hij door de Commissie van toezicht op het godsdienstonderwijs ter verantwoording werd geroepen. De ondervraging was zoo inquisitoriaal mogelijk. Wat hij onder zelfstandig godsdienstig leven verstond Of hij lid van die Vereeniging was? (hetgeen hij toe stemmend beantwoordde); welke boekjes hij bij zijn godsdienstonderwijs gebruikte? (waarop hij verklaarde, geen ander boek tot handleiding te gebruiken dan den bijbel). Met deze en dergelijke vragen werd hij bestookt, en daar hij flink en ruiterlijk bescheid deed, kon hij bij den tegenwoordigen staat van zaken zijn vonnis als geteekend beschouwen. Het ontslag liet dan ook niet lang op zich wachten. Natuurlijk heeft men hem het recht om onderwijs te geven niet kunnen ontnemen, en bij den goeden naam, dien de heer Van Houten ook als docent bezit, laat het zich voorzien, dat velen zijn onderricht zullen blijven begeeren. Maar hem persoonlijk heeft men ten diepste gegriefd. Niet alleen dat zijn zenuwgestel door al het gebeurde veel heeft geleden, men heeft hem ook van een goed deel zijner inkomsten beroofd, ter wijl hij een talrijk gezin te verzorgen heeft. Men heeft den man, die zooveel leerlingen heeft gevormd, met zooveel zegen weikzaam is geweest, smadelijk wegge zonden ad majorem Dei gloriam! Bij het gisteren gehouden onderwijzers examen te Middelburg zijn geëx. 7 en toegelaten 3 candidaten, nl. de heeren J. Verhoeff te Serooskerke, J. W. Vree link te Aksel en M. Van Weele te Middelburg. De examens zijn hiermee afgeloopen. In 't geheel hebben zich aangemeld 17 vrouw, en 56 mann., samen 73 candidaten. Niet opgekomen I mann. cand. Van de 17 vrouw. cand. zijn er 10 geslaagd en 7 afgewezen. Van de 55 mann. cand. zijn geslaagd 32 en afgewezen 23. Benoemd tot hoofd der parochiale school te St. Nicolaasga Th. Keizer, te Kwadendamme. Landbouw en Veeteelt. In de gisteren gehouden vergadering van de afJeeling Ileinkenszand der Zeeuwsche landbonwmaat- scbappij werd, na lezing en goedkeuring der notulen van de vorige bijeenkomst, door den voorzitter verslag uitgebracht van de algemeene najaars-vergadering te Middelburg gehouden en waar alle afdeelingen, be halve Kruininge, waren vei tegenwoordigd. Uit dat verslag bleek o. a dat tot vertegenwoordigers naar de vergadering van het algemeen Nederlandsch landbouw- comité waren afgevaardigd de heeren Pické en Snijders, dat tot hunne plaatsvervangers waren benoemd de heeren V. d. Have en J. M. Kakebeeke en dat door het hoofdbestuur als bijdragen voor den Sloet- prijs en voor het Staringfouds aan elk 25 was geschonken. Voorts waren in die vergadering nog benoemd tot eere-leden de heeren Vorsterman Van Oijen, Sickesz, Oudermeulen en Waldeck en was aan eerstgenoemde tevens nog uitgereikt de medaille der Maatschappij, als bewijs van erkentelijkheid voor de diensten door hem aan de Maatschappij bewezen. Na het uitbrengen van dit verslag bracht de voor zitter in herinnering, dat op verzoek van deze afdee ling en van de landbouwvereeniging «Vooruitgang is ons streven" te Kapelle door het gemeentebestuur van Goes was besloten twee voorjaars-veemarkten te houden, waarvan de eerste reeds had plaatsgevonden en die zeer goede resultaten had opgeleverd, niet alleen door den niet onbelangrijken aanvoer van vee, maar vooral door de verkoopen, die hadden plaatsgehad, zoodat zelfs enkele stukken vee reeds waren verkocht, voor ^zij de markt hadden bereikt. Hij drukte den wensch uit, dat de veemarkt op 28 April a. s. even goede resultaten zou opleveren, er tevens op wijzende, dat dan ook in September a. s. wellicht eene veemarkt zou worden gehouden. Tot afgevaardigden naar de hoofdbesluursvergadering werden zonder hoofdelijke stemming aangewezen de voorzitter er. de secretaris der afdeeling. Eerstgenoemde herinnerde er tevens aan, hoe die vergadering vooral gewichtig zou zijn door het bedanken van den voor zitter mr. C. J. Pické, die om redenen van gezondheid en met het oog op zijne veelomvattende andere werk zaamheden het besluit had kenbaar gemaakt om zijne functie als voorzitter neder te leggen. Hoezeer dit be sluit ook te betreuren zij, de redenen, die daartoe leidden, moeten geëerbiedigd worden, doch in deze af- deelingsvergadering paste volgens den voorzitter een warm woord van hulde en van dank tevens voor den ijver en de toewijding, die de heer Pické steeds aan de Zeeuwsche landbouwmaatschappij had betoond, het geen door de aanwezigen met luide bijvalsbetuigingen werd beaamd. Daarop deed de penningmeester rekening en verant- w oording over het afgeloopen dienstjaar, waaruit bleek dat de ontvangsten hadden bedragen ƒ827,60 en de uitgaven 916,38%, zoodat de rekening sloot met een kwaad slot van 88,78%. De groote kosten aan de weerseinen voor den toren te 's-Heer Arendskerke besteed, deden den heer Oele andermaal voorstellen, die seinen afteschaffen, waartoe na eene korte discussie zonder hoofdelijke stemming werd besloten. Na herbenoeming met groote meerderheid van stem men der heeren E Van den Bosch en C. A. J. Van Citters tot bestuursleden, kwam aan de orde het meest belangrijke punt der agenda, namelijk eene missive van den heer G. J. Van den Bosch uit den Wilhel- minapolder, teneinde de aandacht der afdeeling te ves tigen op den kwijnenden toestand van den landbouw en in verband daarmede aan de afdeeling in overwe ging te geven een adres te richten tot de Regeering met verzoek een matig invoerrecht op granen en meel te heffen. Na lezing dezer missive erlangde de heer G. J. Van den Bosch het woord om zijn voorstel nader toe te lichten. Hij verklaarde geenszins een tegenstander van den vrijen handel te zijn, doch hij meende dat dit systeem niet in alle consequentie kon worden doorgevoerd. In ons land toch, waar de vrije handel bestaat was de invoer van vee beperkt en Engeland, het rijk waarbij uitnemendheid het vrijhandelstelsel heerscht, is men overgegaan tot de beperking van den invoer van vee, schapen en varkens, niettegenstaande zoowel de Re geering als de meerderheid iu het Parlement tegen beperkende rechten waren gekant. Hieruit blijkt dus wel, dat het vrijhandelstelsel niet onvoorwaardelijk kan worden doorgevoerd en dus wel allerminst in ons land ten opzichte van de granen uit de Overzeesche gewesten, waar geene lasten behoeven te worden be taald, noch voor den grond, noch voor polderbema ling, noch voor oeververdediging. Door de verbetering der communicatiemiddelen worden de transportkosten gaandeweg geringer, door het Suez-Kanaal is Engelsch- Indie, waar de oogst reeds in April en Mei plaats heeft, veel dichter bij Europa gebracht, terwijl de Canada-spoorweg in Amerika de meest ontoegankelijke oorden bereikbaar maakt. Spr. wijst op een artikel van dhr. Van der Heim in de Gids, waarin de be vindingen van een Italiaan worden medegedeeld, die gedurende anderhalfjaar den toestand in Amerika op landbouwgebied he ft nagegaan. Uit dat artikel blijkt

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 1