De Dorrepaalsche Bank der Vorstenlanden heeft,
na met Nederlandseh kapitaal op de been te zijn ge
holpen, zich verbonden ter bevordering der Engelsche
belangen door het agentschap eener Britsche stoom
vaartmaatschappij te aanvaarden.
Het Hbl. spreekt er zijn verbazing over uit.
Door de vereeniging van Beetwortel-suikerfabri
kanten in Nederland, te Rozendaal gevestigd, is een
adres tot de Regeering gericht, waarin zij aandringt
op het verkrijgen van een handelsverdrag met de
Vereenigde Staten, waarbij voor onzelndustriedergelijke
voordeelen worden verkregen, welke voor de Spaansche
Koloniën in het tusschen Amerika en Spanje ontworpen
tractaat zijn opgenomen.
De adviezen van de betrokken Gedeputeerde
Staten der provinciën over de voorgenomen wijziging
van de kiestabel zijn bij het Ministerie van binnenlandsche
zaken ingekomen. De aanmerkingen of bezwaren zijn
thans in onderzoek, ten einde, zoo noodig het oorspron
kelijke plan daarmede in overeenstemming te brengen.
Mevrouw Frenkel-Bonwmeester is verbonden aan
het Ned. Tooneel met ingang van 1 September a. s.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Op het 63e Niederrheinische Musikfest te Aken
(Pinksteren, onder leiding van Carl Reinecke) ter
herinnering van het 3e eeuwfeest van de geboorte van
Bach en Handel zullen worden uitgevoerd, le dag:
Koor uit Bach's «Weihnachts-Oratoriurn en Judas
Makkabaeus". 2e dagoOster-cantate" van Bach, 5e
Symphonie van Beethoven, stukken uit Handel's
«Ale-vanderfest, Prometheus" van Liszt, Finale uit
Wagner's «Meistersinger." 3e dag: De ouverture
ïManfred" van Reinecke, Finale uit »Loreley", 4e
Symphonie van Schumann «Halleluja uit Messias".
Als solisten zullen o. a. optreden Joachim, Gudehus,
Syiehr en Mej. Spits.
Landbouw en Veeteelt.
Zooals telken jare, is in de Staatscourant voor
elke provincie afzonderlijk opgenomen geworden etn:
Oordeel omtrent den oogst van 1884 in Nederland.
Het nummer van gisteren bevat nu een op grond van die
afzonderlijke verslagen samengesteld algemeen overzicht,
waarin de uitkomsten van 1884 vergeleken worden
met 1883.
Daaruit blijkt dat in 1884 eene geringe opbrengst
werd verkregen van: boekweit, aardappelen, karwijzaad,
appels, peren, pruimen, kersen, aardbeziën en aalbessen,
en dat het hout minder goed gegroeid is dan in het
vorig jaar.
Al de overige producten gaven een betere opbrengst;
inzonderheid was dit het geval met tarwe, rogge en
haver, zoowel aan graan, als stroo, gerst hoofdzakelijk
aan stroo, verder boonen ook aan stroo, koolzaad
mede in beide opzichten, vlas en hennep in lint en
zaad en de graslanden, zoowel als weide als aan hooi.
De qualiteit der gewassen staat bij die van het vorig
jaar weinig ten achteren, behalve van de haver, die
slecht geoogst werd en van licht gewicht is. Veel
beter in qualiteit zijn dit jaar de suikerbieten, zoomede
het vlas en de hennep. Ook bet hooi is best en in
volle kracht gewonnen kunnen worden.
Niettegenstaande de uitkomsten dus beter waren dan
in 1883, is de financiëele toestand zeker niet gunstiger.
De lage prijzen van schier alle producten zijn hiervan
de oorzaak. De veehouders hebben evenwel weder een
goed jaar gehad, al was het gemaak aan zuivel, door
gebrek aan gras, een tijd lang slechts matig te noemen.
Rechtszaken.
Kantongerecht te Goes.
In de zitting van heden, Vrijdag 30 Januari 1885,
zijn de navolgende personen veroordeeld
J. P., te Ierseke, J. V. G., te Middelburg en E.
V. G., te Moerbeke, wegens het des nachts bezeilen
van eene rivier zonder licht, ieder tot f10 boete,
subs. 1 dag gev.straf. A. V. D., A. P. en C. K.,
te Ierseke, T. V., te Goes, A. O. en C. V. d. B„ te
Wemeldinge, J. P., te Kortgene, P. D., te 's-Graven-
polder, H. F., te Driewegen, C. V., te Ellewoudsdijk,
P. W., te Nieuwedorp, M. S., te 's-Heer Arendskerke,
P. F., J. W. en L. V., te Kolijnsplaat, J. S., te
Wolfertsdijk, wegens openbare dronkenschap, ieder
tót f 0,50 boete, subs. 1 dag gev.straf.A. V. D.,
te Goes, W. V. Bte 's-Gravenpolder, A. T.. te
•''s-Heer Abtskerke, P. V., te Ellewoudsdijk, M. W.,
te Heinkenszand en P. L., te Hansweerd, wegens als-
voren, ieder tot f 1 boete, subs. 2 dagen gev straf.
J. C, te Ierseke, wegens alsvoren, tot f3 boete,
subs. 2 dagen gev.straf. J. T., te Hoedekenskerke
en A. A., te Borsele, wegens alsvoren, ieder tot f2
boete, subs. 3 dagen gev.straf. A. M., te Kats,
wegens alsvoren, tot f 7,50 boete, sub». 3 dagén gev -
straf. A. P., L. V. E. en G. V. d. B., te Ierseke,
J. B., D. H. en P. K., te Hansweerd, J. De V., te
's-Heer Arendskerke, A. G., C. J., C. H. en P. F.,
te Kolijnsplaat, wegens het maken van nachtelijk bu
rengerucht, ieder tot f5,50 boete, subs. 1 dag gev.straf.
A. M., te Wemeldinge, wegens het ophangen van
kleedingstoffen binnen 3 M. van een weg, tot f 2 boete,
subs. 1 dag gev.straf. Allen tevens in de kosten.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
Raad der gemeente Goes,
op DONDERDAG den 29 JANUARI 1884,
des namiddags te 2 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer,
burgemeester.
Tegenwoordig elf leden en de secretaris.
Afwezig met kennisgeving de heer L. G. Kak «beekej
Eene vacature.
I. De notulen der vergadering van den 19 Dec. jl.
worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die allen, zooveel noodig met goedkeuring, voor noti
ficatie worden aangenomen:
a. dat op den 27 December 1884 zijn aanbesteed
de onderhoudswerken en leverantiën ten dienste der
gemeente, gedurende 1885 en dat deze zijn gegund
reeds vroeger door ons medegedeeld).
b. dat op denzelfden dag is aanbesteed de verbou
wing van school B en dat deze is aangenomen door
W. De Beste, timmerman te Goes, voor 11880
(begrooting 11900)
c. dat den 10 Januari 1885 is aanbesteed de leve
ring van de kleeding voor de politie-agenten voor 1885
en deze is gegund aan G. Den Herder, kleermaker te
Goes, voor 304
d. dat de verkoop van boomen aan den Singel achter
de gevangenis enz. om het vergevorderd seizoen is
uitgesteld tot in het aanstaande najaar, en inmiddels
een zevental boomen, die dood waren, zijn verkocht
aan L. Meijler, voor 70
e. dat aan Th. A. Van der Heil eenig oud lood is
afgestaan tot een bedrag van 15,50%;
f. dat aan de wed. E De Meulemeester zijn ver
kocht de mutsaards van het kaphout aan den Stations
weg voor eene som van 25
g. dat met vergunning van B. en W. de pacht, die
J. Stoutjesdijk had aan eenige landerijen van de ge
meente, is overgedragen aan C. Van Noort;
h. dat aan A. Matthijssen en C. Hoorninck weder
in erfpacht is afgestaan de oppervlakte van 4 Aren 64
centiaren grond aan de Stoofweide, tot het bouwen
van 4 huizen, zulks tegen 3 ets. per centiare;
i. dat aan J. Bartelse op zijn verzoek een eervol
ontslag is verleend als kweekeling aan school B, en
met toestemming van den arrondissements-schoolopzie-
ner in zijr» plaats is benoemd S. J. De Bruijne
j. dat zijn benoemdtot lijkdrager in plaats van
wijlen J. C. JohnH. Van Boven en tot adsistent in
plaats van laatstgemelde A. Nonnekes;
k. dat van den Minister van Binnenlandsche Zaken
voor de bibliotheek is ontvangenVerslagen der oude
Rijksarchieven VI. 1. 1883;
l. dat van Gedep. Staten goedgekeurd is terug
ontvangen de begrooting van ontvangsten en uitgaven
der gemeente voor 1885
III. Als ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht
a. Prov.blad van 1884 no. 125, waarbij wordt toe
gezonden Staatsblad no. 228, houdende de wet tot
wijziging der Grondwet;
b. missives van Ged. Staten van 24 December 1884,
houdende berichten, dat zij berusten in het aan het
Gasthuis toegekend subsidie voor 1885, en goedkeuren
de Raadsbesluiten tot ruiling van grond met J. Plazier,
tot uitgifte van grond in erfpacht aan W. Kok en
aan D. ICIemkeik, alsmede tot verkoop van boomenj
c. missive van hetzelfde college van 24 Dec. 1884
houdende bericht van ontvangst der verordening tot
van-kracht-verklaring der strafverordeningen
d. missive van betzelfde college dd. 16 Januari
1885, waarbij wordt toegezonden een afschrift van
het K. B. van 3 bevoren no. 9 tot het verleenen
van concessie voor de heffing van rechten voor het
gebruik van sas en haven
e. bericht van het Gasthuis-bestuur, dat het lid
C. Risseeuw en de regentes mevrouw Dekker—Tip,
beiden herbenoemd, zijn geïnstalleerd;
f. bericht van de openbare gezondheidscommissie,
dat weder tot voorzitter en secretaris zijn benoemd
de heeren dr. G. T. Callenfels en mr. C. De Witt
Hamer, tevens toezendende haar jaarverslag over 1884;
g. bericht van het Burg. Armbestuur, dat gedurende
1885 als vice-president fungeeren zal de heer F. S.
A. Knitel
h. bericht van het hoofd van school C, dat mej.
S. Blanker met 1 Januari har e betrekking als onder
wijzeres heeft aanvaard
i. bericht van de Goesche Gymnastiek- en Scherm-
vereeniging, dat zij is ontbonden en dank betuigt voor
het gebruik van het gymnastieklokaal der Hoogere
Burgerschool
j. proces-verbaal van de opneming der boeken en
kas van den gemeente-ontvanger op 29 December 1884.
k. Rapport der nieuwjaarscommissie omtrent hare
jongste bedeeling, waaruit blijkt
dat de gehouden collecte heeft opgebracht 332,70
terwijl het saldo van vorige rekening bedroeg 116,08
en 3,15 rente;
dat de prijzen der uittedeelen goederen warenbrood
8 ct., spek 55% ct. per kilogram, turf 52% ets. per
honderd stuks
dat 286 gezinnen en alleenloopende personen werden
bedeeld, aan wie werden verstrekt per hoofd van een
gezin 1 kg. brood en 4 hectogr. spek en 20 turven
en per kind kg. brood en 2 heet. spek;
dat de rekening sluit met een saldo van ƒ175,23,
welk bedrag in de spaarbank is gedeponeerd.
De Voorzitter stelt voor dit rapport, met goedkeu
ring der rekening, voor notificatie aantenemen en der
commissie den dank van den Raad te betuigen voor
hare bemoeiingen, met de verzekering, dat zij steeds
op de sympathie en de ondersteuning van het ge
meentebestuur kan rekenen.
Dit voorstel wordt met applaus aangenomen.
De heer Lambrechtsen zegt, dat hij in het jaar
verslag der gezondheidscommissie eene opmerking ge
vonden heeft omtrent twee woningen in de Bocht van
Guinea, welke de commissie in dezen staat onbewoon
baar oordeelt. Hij vraagt of B. en W. hieromtrent
maatregelen hebben genomen.
De Voorzitter antwoordt, dat dezer dagen de termijn
eindigt, welken B. en W. aan de eigenares gesteld
hebben, om de noodige veranderingen aan een der
gebouwen te bewerkstelligen. Hiervan zal het afhangen
of B en W. aan den Raad een voorstel zullen doen
om het gebouwtje onbewoonbaar te verklaren. Het
andere is reeds in wat beteren toestand.
IV. Aan de orde is het onderzoek der geloofsbrieven
van het gekozen lid M. De Jonge Jz.
De Voorzitter benoemt een commissie voor dat doel,
bestaande uit de heeren Ochtman, Quist en jhr. Flugi
Van Aspermont, verzoekt dat zij dadelijk hare taak
volbrenge en schorst voor eenige oogenblikken de ver
gadering.
De commissie verlaat met den secretaris de zaal
Teruggekeerd wordt de vergadering heropend, en
brengt de commissie bij monde van den heer Ochtman
rapport uit. De commissie was niet homogeen in hare
conclusie. De meerderheid (de heeren Ochtman en
Quist) adviseerde tot toelating, de minderheid (de
heer jhr. Flugi Van Aspermont) had bedenkingen,
omdat het publiek gerucht wist te verhalen dat vijf
briefjes met den naam van M. De Jonge voor onwaarde
waren verklaard, en dit niet uit het proces-verbaal
van opening bleek. Hij wenschte overlegging der stem
briefjes omdat zij van invloed waren op de meerder
heid. Bovendien had de gekozene niet overgelegd een
verklaring, welke openbare betrekkingen hij bekleedt,
maar eenvoudig in den brief, waarmede hij zijne
stukken inzond, vermeld, dat hij geene zoodanige
betrekkingen bekleedde, en die brief was niet geregi
streerd. Hij stelde dus voor den heer De Jonge voor
alsnog niet toetelaten.
De Voorzitter bracht de conclusie der commissie
in behandeling.
De heer jhr. Flugi Van Aspermont zette zijne
bedenkingen breeder uiteen, en handhaafde zijn voor
stel, dat de Raad zou besluiten tot overlegging der
stembriefjes, om zich te overtuigen, dat werkelijk,
een naam als M. De Jonge, zonder nadere aanduiding
op de briefjes, die van onwaarde verklaard waren,
stond. En bovendien het ontbreken der bovenvermelde
verklaring, die geregistreerd moest zijn, leidde hem
er toe, om te zeggen, dat de geloofsbrieven niet in orde
waren.
De heer Ochtman was van oordeel, dat dit laatste
bezwaar slechts een vorm was, en dat het gebrek,
indien het dit zoo mocht heeten, kon hersteld worden,
door den brief, nog staande de vergadering te doen
registreeren. Maar de overlegging der stembriefjes te
vorderen, daartoe mocht en kon de Raad, zijns inziens
niet besluiten. De leden van het stembureau die allen
tegenwoordig waren en wier geloofwaardigheid niemand
zou betwisten, konden bevestigen, dat vijf van de zes
briefjes, die van onwaarde waren verklaard, alleen
M. De Jongeen een alleen Van Campen bevatte.
Waartoe was dan de overlegging noodig
De heer dr. Callenfels is het eens met de meer
derheid der commissie, en wijst op art. 61 der kieswet,
dat wil, dat de stembriefjes een persoon duidelijk aan
wijzen. Waar nu meerdere personen hier wonen die
M. De Jonge heeten, had het stembureau juist gehan
deld door de briefjes die dezen naam, zonder nadere
aanduiding, bevatten, van onwaarde te verklaren.
De heer Ramondtdie als voorzitter van het stembu
reau heeft gefungeerd, bevestigt, ook namenszijne medele
den dat de 5 briefjes werkelijk alleen M. De Jonge zonder
nadere aanduiding en 1 Van Campen zonder voornaam
inhielden, en dat het stembureau homogeen was in de
opvatting dat die briefjes van onwaarde moesten ver
klaard worden, omdat meerdere personen van die
namen in de gemeente wonen.
De heer Jhr. Flugi Van Aspermont zegt, dat na
deze pertinente verklaring van den heer Ramondt, elk
bezwaar dienaangaande bij hem is opgeheven en hij
geen overlegging der stembriefjes meer vordert, maar
dat het andere bezwaar, dat der niet-registratie van
het bedoelde stuk nog blijft bestaan.
De Voorzitter betoogt, dat niemand tot het onmo
gelijke gehouden is. Als men geene openbare betrek
kingen bekleedt, kan men onmogelijk eene verklaring
overleggen, welke openbare betrekkingen men bekleedt,
De raad heeft altijd het recht om te onderzoeken of
dit het geval mocht zijn. Naar sprekers meening
is de verklaring niet noodig, maar bovendien deelt de
heer De Jonge in den brief mede, dat hij geen open
bare betrekkingen bekleedt en kan deze brief dus
voor verklaring gelden.
De heer Jhr. Flugi Van Aspermont kan zich niet
vereenigen met de redeneering van den Voorzitter.
Art. 17 der gem.wet zegt, dat de gekozene de verkla
ring moet overleggen de verklaring moet er dus zijn.
De conclusie der meerderheid van de Commissie
wordt in omvraag gebracht en aangenomen met 8
tegen 3 stemmen (de heeren Lambrechtsen, jhr. Flugi
Van Aspermont en dr. Isebree Moens) zoodat de heer
M. De jonge Jz. is toegelaten als lid van den raad.
V. Wordt gelezen een adres van de firma Wed.
J. C. Massee Sc Zoon en meer dan 200 andere ondertee
kenaren, houdende klacht over den «uitermate slechten
toestand" der toegangs tot en van de parallelwegen
bij het stationsterrein, en verzoek om die wegen te
doen bestraten.
De Voorzitter leest daarna een rapport van B. en
W. omtrent het adres, luidende
Aan den Gemeenteraad.
Eene bestrating van de toegangswegen naar het
station en de goederenloods, zooals die in het adres
van de hh. Massee c. s. wordt verlangd, zou, volgens
begrooting van den gemeente-bouwmeester, eene uit
gaaf van ƒ10.000 vereischen.
B. en W. hebben zich de vraag gesteld of eene der
gelijke uitgaaf voor de gemeente raadzaam zou kun
nen geacht wordenzij meenen die vraag ontkennend
te moeten beantwoorden.
Gaarne erkennen ondergeteekenden, dat de toegangs
weg en de beide parallelwegen bij eenigzins langdurig
regenachtig weer voor slecht of dun geschoeide per
sonen geen aanlokkelijk pad aanbieden en dat een met
steenen geplaveide straat boven een grintweg de voor
keur verdient. Dat echter die wegen gedurende het
grootste gedeelte van het jaar in uitermate slechten
toestand zouden verkeeren, moeten ondergeteekenden
bepaald ontkennen en de in het adres van dien toe
stand gegevene omschrijving is dan ook niet van
schromelijke overdrijving vrij te pleiten.
Vooral de eigenlijke toegangsweg naar [het station is
bij droog weer een uitstekende weg en biedt evenals
andere goed onderhoudene grintwegen ook bij regen
achtig wéér voor wagens en rijtuigen een vasten grond
slag de beide parallelwegen die eerst veel later door de
exploitatie-maatschappij begrint zijn, verkeeren in den
regel ook voor vrachtwagens in voldoenden toestand,
terwijl wij ons verzekerd houden dat bij voortzetting
van de wijze van onderhoud, zooals die door ons na
het overnemen dier wegen in eigen beheer wordt toe
gepast, ook deze binnen zeer korten tijd eene even-
groote vastheid en stevigheid zullen erlangen, als van
goed onderhouden grintwegen verwacht kan worden.
In die verwachting zouden B. en W. het onverant
woordelijk achten om de gemeentebegrooting voor
een reeks van jaren met de rente en aflossing eener
leening van 10.000 te belasten en zulks om het
handelsverkeer op enkele dagen van het jaar wat
meerder moeite te besparen bij het gebruik van een
weg, die gedurende het grootste gedeelte van het jaar
zich wel degelijk in voldoenden toestand bevindt
volkomen gelijke argumenten zou dan ook de grintweg
langs de begraafplaats en den polderweg waar het
handelsverkeer voor de scheepvaart plaatsheeft
voor bestrating in aanmerking dienen te komen.
Zoolang de beperktheid der gemeentemiddelen ons
slechts toelaat om de verbeteringen van de bestrating
en uitbreiding der verlichting in do bebouwde kom
der gemeente niet dan zeer langzaam voorttezetten,
zouden wij ongaarne de daartoe onmisbare fondsen op
de begrooting in beslag zien genomen voor de bestrij
ding eenernaar onze overtuiging volstrekt niet
dringend noodzakelijke verbetering van een kunstweg
buiten de bebouwde kom.
Wel geven wij toe dat voor voetgangers een be-
klinkerd voetpad op zijde van den stationsweg eene
gewenschte verbetering zou zijn, voornamelijk omdat
bij regenachtig weêr de rijtuigen en wagens de voet
gangers noodzaken buiten den grintweg hun heil op
het alsdan drassig en glibberig pad daarnaast te
zoeken het ligt dan ook in de bedoeling om wanneer
zooals ondergeteekenden aanleiding hebben te ver
wachten mocht blijken dat de dienst van het af-
geloopen jaar een voldoend batig saldo aanwijst, als
dan aan den raad voor te stellen daaruit en dus
uit den gewonen dienst een klinkerpad van af de
Jacob Valckestraat tot aan het stationsplein te doen
aanleggen.
Op grond van een en ander stellen ondergeteeken
den voor aan de adressanten te berichten, dat de
raad vooralsnog geene termen vindt om aan het uit
gedrukte verlangen gevolg te geven.
Goes, 17 Januari 4885.
Bargemeester en Wethouders,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
De Voorzitter brengt dit voorstel in behandeling.
De heer dr. Callenfels verklaart het eens te zijn
met B. en W. en niet te willen medewerken aan
eene gunstige beschikking op het verzoek. Nog kort
geleden heeft de raad besloten tot het aangaan eener
geldleening tot verbouwing van de scholen B. en C.,
waardoor de gemeente met een nieuwen schuldenlast
is bezwaard. Men verheugt zich, dat jaarlijks een ge
deelte der schuld gedelgd wordt en nu zou men weer
tot eene leening moeten overgaan, hetgeen zou ten
gevolge hebben, dat de H. O. werd verhoogd. Velen
verlaten de gemeente, omdat die belasting hier zoo
hoog is. Uit een financiëel oogpunt kan dus geene
gunstige beschikking op het adres volgen. Maar boven
dien acht hij een steenweg overbodig. Hij heeft heden
de wegen nog geïnspecteerd en moet verklaren, dat
de toegangsweg zeer goed is, terwijl de parallelwegen
wel in minderen, maar toch in voldoenden toestand
verkeeren. Er wordt door B. en W. veel gedaan tot
verbeteringmen bedenke toch, dat Keulen en Aken
niet op éen dag is gebouwd. Het argument der adres
santen, dat men met een steekwagen niet door de
wegen kan komen, is schromelijke overdrijvingspr.
ontmoette een jongen met een beladen steekwagen,
die er maar wat goed overheen ging. Spr. heeft een
woord van lof voor het college van dagelijksch be
stuur, dat al het mogelijke doet tot verbetering der
wegen. Ga naar den Poel, naar den Goeschen polder,
naar den weg langs de begraafplaats, naar dien van
«den Berg", overal ziet men verbetering. Als B. en
W. zoo voortgaan, zullen ook de parallelwegen allengs
beter worden.
De heer Lambrechtsen adviseert, in tegenspraak
met den heer dr. Callenfels, om het adres in te wil
ligen. In den zomer en des winters bij vorst zijn de
wegen goed, maar in het voor- en najaar zijn zij
minder voldoende, ja onvoldoende. Het zijpad voor
voetgangers is slecht, dit erkennen B. en W. zeiven.
Als er druk vervoer over een grintweg is, is deze uit
den aard van zijne samenstelling altijd minder goed.
Nu gaat het B. en W. aan het hart, om zulke groate
kosten te maken voor de verbetering van een weg
buiten de bebouwde kom, terwijl er nog zooveel te
doen is aan de straten daar binnen. Maar spr. weet,
behalve de Markt en de Kaden, geen straat aan te
wijzen, die in belangrijkheid met den stationsweg is
te vergelijken. De kosten zijn hoog, maar zij zijn
reeds teruggebracht tot op ƒ10.000 en zij kunnen
nog met ƒ1000 verminderd worden, wanneer de be
strating van den stationsweg, in plaats van op 5 op
4 meter wordt gemaakt. Spr. stelt daarom voor de be
slissing te verdagen en B. en W. op te dragen een
voorstel in te dienen tot bestrijding der te maken
kosten.
De heer Ben Boer constateert, dat in vergelijk met
5 a 6 jaren geleden de parallelwegen zeer zijn verbeterd.
Spr. vindt ook de qualificatie in het adres zeer over
dreven. Bij zijne inspectie op heden zag hij een jongetje,
dat een steekwagen, belast met 6 balen zeer gemak
kelijk voortbewoog. Kon de bestrating uit eigene mid
delen gevonden worden, spr. zou er vóór zijn, maar
om daartoe eene leening aan te gaan acht hij niet ge-
wenscht. Dat velen op het adres geteekend hebben,
zonder dat zij wisten, wat de gevolgen van eene gunstige
beschikking zouden zijn, bleek spr. dezer dagen. Een
der onderteekenaars, een winkelier, die bijna dagelijks
aan het station komt, verklaarde, dat als hij geweten
had dat verhooging van den H. O. het gevolg zou zijn
van eene inwilliging van het verzoek, hij niet zou ge
teekend hebben. Spr. is het volkomen eens met B. en W.
en wenscht alleen, dat zij de wegen zoo goed mo
gelijk onderhouden.
De heer dr. Callenfels geeft te kennen, dat de heer
Lambrechtsen hem niet overtuigd heeft van de nood
zakelijkheid der bestrating. Spr. was heden aan het
station en raadpleegde hieromtrent een der aanwezige
beambten; doch deze lachte er mede. Spr., die jaren
lang inwoner der gemeente is, roemt zeer de verbetering
die de wegen in het algemeen hebben ondergaan.
De heer Van der Hoek vindt het adres nog al van
betekenis, omdat er zoovelen op geteekend hebben die
toch niet allen dwazen zijn. Maar bovendien kan spr.