1885. N°. 6. Dinsdag 13 Januari. 72sle jaargang. Eene liberale Unie. GOESCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoepers en Postdirecteuren. Ü6 prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL Er is in de laatste weken veel gesproken en niet minder geschreven over het oprichten eener liberale Unie, een verbond van liberalen, dat onder eene be paalde leus de liberale beginselen zou voorstaan en zou trachten de eenheid in de vrijzinnige partij te herstel len, teneinde aldus georganiseerd bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen de liberalen vereenigd te zien om dezelfde banier en hen op die wijze de overwinning bij de stembus te bezorgen. Al dadelijk heeft echter de leus, waaronder die li berale Unie propogauda zou maken, een verschil van meening doen ontstaan, van welks oplossing alleen toch het welslagen der pogingen tot stichting der Unie zal afhangen. Terwijl toch aan de eene zijde beweerd wordt, dat de Unie alleen het karakter zal moeten hebben eener anti-clericale vereeniging, meenen anderen, dat zij een bepaald liberaal program zal moeten ont werpen, waarmede alle nuances van liberalen zich zullen kunnen vereenigen. Alvorens te beslissen, welk van deze beide denk beelden het meest juiste moet geacht worden, dient vooraf te worden uitgemaakt of er werkelijk eene cleri- cale partij bestaat, eene partij dus waartegen eene anti-clericale vereeniging moet worden opgericht en ook met succes zal kunnen arbeiden. De vraag nu of er eene clericale partij, dat wil na tuurlijk zeggen, eene politieke clericale partij bestaat, heeft de heer Keuchenius enkele weken geleden beslist ontkennend beantwoord, doeh de afgevaardigde uit Middelburg geeft in zijne redevoeringen meermalen aanleiding tot de vraag, of hij werkelijk in zijne staat kunde en in de ontwikkeling van wat door zijne rich ting op staatkundig gebied beoogd of gewrocht wordt, altijd oprecht is en of hij daarbij tevens in overeen stemming is met de leiders of voorgangers zijner partij buiten de Kamer en met het hoofdorgaan der anti- revol. pers? Voor wie deze vraag zonderling of zelfs ietwat in- sinuant moge toeschijnen, brengen wij in herinnering hoe de heer Keuchenius in de kamerzitting van 24 November, naar aanleiding van hetgeen de heer Fr. v. d. Putte in de andere Kamer gesproken had, niet slechts beweerde, dat er niet was eene anti-liberale partij, maar zich o. a. volgenderwijs uitliet sik wijs, gelijk ik altijd gedaan heb, zoowel voor mijne vrienden als voor mij zeiven de qualificatie of benaming uitdrukkelijk af van te behooren tot eene clericale of kerkelijke partij" en hij meende wijders dat de nestor der Kamer als tijdelijk voorzitter ten onrechte uit de houding en samenwerking der anti revolutionaire partij met de ultramontaansche afleidde, «dat de Staat gevaar loopt van te worden gebracht onder de hiërarchie van eene of andere kerk". En verder«wanneer de staat de rechten der kerk wenscht te eerbiedigen, geloof ik behoeft de staat zelf niet te vreezën, dat eenige kerk hier in Nederland inbreuk zal maken op de roeping welke den staat is toevertrouwd". Daarnaast legge men nu, om zich slechts tot de jongste oorkonden te bepalen, de ontboezemingen bij de behandeling van de O.-Indische begrooting, het in cident met den heer Gleichman over het te hulp roepen van den Allerhoogste bij de verkiezingen en den laster tegen de liberalen als ongeloovigen en ongodistenmaar vooral ook de afkeuring van de proclamatie van den Gouverneur-Generaal en de dis cussie bij de afdeeling onderwijs, en vrage zich dan af wat er overblijft van de verklaring, dat men niet is en niet wil zijn eene kerkelijke partij, die, in samen werking met de R. K. clericalen, in Nederland een toestand zouden willen doen geboren worden, ook nu weder zeer juist geschetst dooi' den heer Lieftinck, als hij zeidedat wanneer de heer Keuchenius spreekt 3van een aan het christendom vijandigen geest", hij dan bedoelt, dat er menschen zijn, die de dogmatiek van den heer Keuchenius niet deelen. Maar bovendien is niet de geheele richting met betrekking tot het onderwijs en de oprichting der kerkelijke scholen het duidelijkste bewijs, dat de anti-revolutionaire partij, met of zonder andere clericale medewerking en weder- keerige hulp, bepaald is eene kerkelijke partij, die nu wel zegt wars te zijn van overheersching ea onder drukking van anderen op godsdienstig gebied, maar die, zij 't ook misschien ondanks zichzelve, door de logische consequentie van haar exclusief en dogmatisch standpunt, tot die conclusie zal moeten komen en het land zal terugvoeren tot de onzalige godsdiensttwisten en beroerten, die onze historiebladen ontsieren, ook en vooral omdat die partij destijds als nu den gods dienst, neen, haar godsdienst, haar dogmatiek wil vereenzelvigen met het staatsgezag; en de kerk, haar kerk en haar kerkeüjken hoogmoed invloed wil doen uitoefenen op staatsgebied en burgermaatschappij? Tegen deze kerkelijk-politieke partij een boni te stichten, dat zich ten doel stelt het beginsel van volkomen scheiding van kerk en staat ingang te doen vinden, kan zeker zijn nut hebben, doch aan dat doel alleen het denkbeeld vast te knoopen van eene liberale Unie zon ons bedenkelijk voorkomen. Eene liberale unie eischt meer. Thans, nu de vereenigde kerkelijke en conservatieve partijen in de Kamer, zij het dan ook maar even, de meerderheid hebben, zal zeer goed het hoofddoel eer.er toekomstige unie van onze partij voor de eerstvol gende verkiezing mogen zijn de meerderheid in de Kamer weder te verplaatsen van de clericale naar de anti-clericale zijdedoch is dit eenmaal geschied, dan dient de aldus verkregen meerderheid ook gereed te zijn met een vast programma waarop zij kan voort- werken. Het is reeds herhaaldelijk gezegd en het valt niet te ontkennon, dat de ondergang onzer partij niet slechts te wijten is aan het drijven der kerkeüjken, maar ook en wel in de eerste plaats aan de begin selloosheid en de verdeeldheid der liberalen zeivenen nu moge het desnoods, zij het dan ook met buiten gewone krachtsinspanning, gelukken in de Kamer eene liberale meerderheid te verkrijgen, die over de hoofd punten onzer tegenwoordige staatkundegrondwets herziening, kiesrecht en belastinghervorming, eens denkend is, eene vereeniging te stichten met een pro gram, waarmede alle vrijzinnigen zich kunnen en zullen vereènigen, achten wij met het oog op het gebeurde bij de jongste kamer-verkiezingen te Groningen, Am sterdam, Alkmaar, Haarlem en Brielle een niet zoo gemakkelijk te verwezenlijken plan. Want men ver- lieze niet uit het oog, dat, wanneer het eventueel mocht gelukken eene kiesrecht hervorming in libe alen geest te verkrijgen, deze altijd eene vrij groote kies- rechtuitbreiding met zich zal brengen en onder hen, die door dezen maatregel het kiesrecht zouden erlangen, zullen er vermoedelijk velen zijn, die tot vei broedering met de tegenwoordige liberalen niet zoo aanstonds genegen zijn. Wij gaven in ons vorig nommer een uittreksid uit een belangwekkend artikel van prof. Spruijt over de stichting eener liberale unie, en daaruit bleek, dat deze de leider der geünieerde liberalen van de toekomst reeds meent te kennen Mocht dit waar zijn, dan zal die leider ook het middel moeten weten om de te genwoordige verdeeldheid onder de vrijzinnigen te doen ophouden, en dit juist doet ons de bewering van prof. Spruijt te optimistisch achten, waar in October jl. nog is gebleken, dat bij de liberalen de uitzondering wordt gevonden, die den regel tot waarheid moet ma ken, dat, als de nood het hoogst is, de redding het meest nabij zal zijn. Het komt ons daarom voor, dat het denkbeeld tot stichting eener liberale Unie vooralsnog geen groote kans van verwezenlijking heeft en dat, komt de Unie tot stand, zij weldra zou blijken te zijn eene vereeni ging van een enkele fractie van liberalen, zonder mede werking, misschien wel lijdende aan tegenwerking van andersdenkende vrijzinnigen. Het zou dan der Unie gaan, zooals het met de Association libérale in Brussel gegaan is, waarvoor zelfs het succes der clericalen geen prikkel kon zijn om de eenheid onder de leden der vereeniging te bewaren. Daaromde in ons land te stichten Unie streve er naar, om, wanneer het mo gelijk zal zijn in 1886 weder eene liberale meerderheid in de Tweede Kamer te brengen, alsdan deze liberale kamerleden een club kunnen vormen, waarvan allen deel uitmaken en dat zij dan volgens een bepaald programma de staatkunde van ons land in vrijzinnigen geest leiden. Komt het er evenwel ooit toe, dat er slechts eene anti-kerkelijke Unie worde opgericht, dan wachte men zich haar eene liberale Unie te noemen, opdat onze tegenstanders niet langer der goê gemeente vertellen, dat alle liberalen ongeloovigen en ongodisten zijn. GOES, 11 Januari 1885. In de Vrijdagavond (9 Jan.) gehouden vergadering der werküeden-vereeniging Eigen Hulp" alhier werd het driemaandelijksch verslag over de maanden October, November en December 1883 alsmede het vierde jaar verslag der vereeniging uitgebracht, hetwelk met alge- meene stemmen werd goedgekeurd. Vervolgens had de verkiezing plaats van drie be stuursleden, wegens periodieke aftreding. Herkozen werden de heeren L. Sampon, F. Hillebrand en Joh. De Beste. Ook moest voorzien worden in de keuze van drie leden van de commissie van toezicht op het beheer der gelden, waartoe herkozen werden de heeren L. Fagel Jr., D. C. Seller en J. De Keijzer. Het verzoek van den bode om verhooging van zijn traktement werd tot een bedrag van 2,50 ingewilligd. «Les absents ont tort" is geheel van toepassing op hen, die de derde volksvoordracht vanwege iEigen hulp" op gisteravond verzuimden bijtewonen. In hooge mate leerrijk, inzonderheid voor werklieden, was het gesprokene door den heer H. G. Haitman Jz., en ook diegenen, die op een hooge sport van de maatschap pelijke ladder staan, hadden «dankbaar en voldaan" de bijeenkomst verlaten. Na het uitbrengen van het jaarverslag, dat op eene andero plaats in deze courant wordt medegedeeld, werd het woord verleend aan genoemden spreker, die tot onderwerp van zijne improvisatie had gekozen vOnze huishouding"nl. die huishouding, waarbij wij allen zonder onderscheid, aanzienlijk en gering, werkgever en werkman, zijn betrokken, en waarover spreker als erkende specialiteit een zeer juist oordeel vellen kan die der gemeente. Punt van uitgang en vergelijking was evenwel telkens de meer bekende familie-huis houding. Na het historisch ontstaan der gemeenten geschetst, den toestand daarvan tijdens de Republiek medege deeld en eindelijk het reglement van «vader" Willem kenbaar gemaakt te hebben, kwam spreker op de ge meentewet van 1851. Achtereenvolgens werden de functiën van de onderscheidene autoriteiten in de ge meente van den raad, den burgemeester, de wethou ders, den secretaris en den ontvanger duidelijk uiteen gezet, waarbij telkens als uitgangspunt genomen werd de macht van vader en moeder in het huisgezin. Aan nuttige opmerkingen en geestige zetten ontbrak het daarbij niet. Onze gemeente-administratie is een glazen paleis, zei spreker, en keurde het daarom zeer sterk af, dat zoovelen daaromtrent nog een laakbare onverschillig heid aan den dag leggen. Algemeen stemrecht achtte spreker niet noodzake lijk immers zij, die nu kiesrecht bezitten, verwaarloozen reeds schromelijk hun plicht; algemeen stemrecht zou daarin geen verbetering brengen. De groote beteekenis van den «burgerlijken stand" een geschenk van Napoleon werd helder uiteen gezet. Maar vooral interessant was spreker bij zijne beschouwing over belastingen. Het ongerijmde van den wensch naar den «goeden ouden tijd" met zijne accijnzen en gemeente-uitgaven zonder controle werd uiteengezet, maar vooral ieder op het gemoed gedrukt in zake belastingeerlijkheid. Wie zich te laag of in het geheel niet voor de belasting aangeeft, pleegt diefstal tegenover het geheele huisgezin en tegenover zijne medeleden. Aan het slot zijner inprovisatie, die ongeveer ander half uur duurde, sprak de heer Hartman den wensch uit dat het jaar 1885 voor onze gemeenschappelijke huishouding, de gemeente Goes, in het algemeen, en voor een der leden van dat gezin, de vereeniging «Eigen hulp", in 't bijzonder in alle opzichten een ge lukkig jaar moge zijn. Bijdragen werden geleverd door de heeren Sampon, Seller en Hartman. De opkomst vooral van de zijde der werklieden had wel talrijker mogen zijn; slechts een 30-tal personen waien tegenwoordig. Omtrent den hrand te Ierseke, waarvan wij in ens vorig no. melding maakten, vernemen wij nog het volgende Bij het uitbreken van den brand heeft de Burge meester terstond al de herbergen doen sluiten en daarna zeer gepaste maatregelen genomen tot beper king van den brand, waarin hij door de burgerij van Ierseke lofwaardig is ondersteund, en tengevolge waar van de brand betrekkelijk goed is atgeloopen. De cordate houding van den heer Filet kan niet genoeg worden gewaardeerd, daar de vrij harde wind bij beperkten voorraad water bij het uitbreiden van den brand midden in de dicht bebouwde dorpskom, allernoodlottigste gevolgen konden gehad hebben. Enschedé en Bodegraven deden zien, welke schade algemeene brand kan veroorzaken. Te Middelburg werd Vrijdagavond eene alge meene vergadering gehouden van de afd. Middelburg der schippersvereeniging «Schuttevaer". Omtrent het bij die gelegenheid medegedeelde ont- leenen wij aan de Midd. Ct. het volgende Op een door het bestuur gedaan verzoek om een klein licht te plaatsen op den dukdalf op het uiteinde van den oostelijken havendam te Hansweerd, teneinde de schepen bij nacht veiliger op het kanaal kunnen komen, antwoordde de hoofdingenieur van den water staat dat hoe weinig eischend ook schijnbaar het gedaan verzoek is hij niet in de gelegenheid is eraan te voldoen. De voorname reden daarvoor is hierin gelegen dat de dukdalf geplaatst is op een halftzijdam daardoor zou het ontsteken en het blusschen van dergelijk licht vaak met moeielijklieden gepaard gaan, terwijl het bijna met zekerheid aan te nemen is dat bij dagen van aanhoudenden stormwind, de dukdalf niet zou zijn te bereiken. De hoofdingenieur gaf daarom in overweging, om een onderzoek in te stellen of het ook dienstig zijn zou dat de dukdalf voorzien wordt van een open raamwerk, reikende tot op een door «Schuttevaer" op te geven hoogte boven volzee. Wellicht dat dergelijk raam, beter dan de betrek kelijk laag staande dukdalf, worde gezien bij hoog water en des nachts beter de lichtstralen weerkaatst van het op den westdam geplaatste marinelicht. Indien dergelijk werk aan de wenschen van «Schut tevaer" tegemoet komt, verklaarde de hoofdingenieur zich bereid een daartoe strekkend voorstel aan den betrokken minister te doen. Het bestuur, dat bovenbedoeld raam als eene verbe tering beschouwde, heeft den hoofdingenieur verzocht de noodige pogingen aan te wenden om dat raam te doen aanbrengen. Het bestuur deelde mede, dat het raam reeds ge plaatst is en vroeg of een der leden omtrent het al of niet voldoende ervan inlichtingen geven kan. Uit het hierop gegeven antwoord bleek dat de schip perij het middel, ofschoon niet als afdoende te beschou- won, toch als aan vele bezwaren tegemoet komende, waardeert. Den hoofdingenieur zal dank worden betuigd voor zijne bemiddeling. Uit het verslag der werkzaamheden van het hoofd bestuur bleek dat de uitslag zijner bemoeiingen, wat Zeeland betreft, o. a. is geweest dat op het adres aan den minister van Marine, om opruiming van het wrak der gezonken stoomboot «Whitehal" op het Krafbmer, afwijzend beschikt is, omdat bedoeld wrak buiten het vaarwater zit en het Krammer te gevaarlijk is qm binnen de tonnen te varen. Bij de verder gehouden besprekingen gaf de vergade ring o. a. als hare meening te kennen, dat de bakens in de Zand kreek te ver van den laagwaterrand staan en verbetering noodig is. Eindelijk werd nog besloten den betrokken minister iulichtingen te vragen omtrent restitutie voor het strij kend maken van tuig van schepen, waar dit noodig is door den bouw van de Sliedrechtsehe spoorwegbrug. Uit Zeeland werden in 1883 per Staatsspoor weg verzonden: naar Nederlandsche plaatsen 142049, Duitschland 456213, België 328281 en Engeland 671325 kilogr. oesters, zijnde te zamen 1597868 kilogr. De verzending bedroeg in 18821107299,1881 1547331, 1880 1172215, 1879 787390, 1878 569447, 1877 766277 en 1876 2895979 kilogr. Stelt men het gewicht van 1200 oesters op ge middeld 85 kg., dan omvat het vervoer van 1883 dus 22558136 stuks, tegen 15632450 in 1882 enz. Tegen den middelprijs van f60 per 1000, vertegen woordigt deze uitvoer uit Zeeland in 1883 een waarde van ongeveer f1353500. Men houde bij deze cijfers echter in het oog dus schrijft de Maatschappij «de Schelde" te Yerseke in haar jaaroverzicht dat wij hier slechts te doen hebben met een bijdrage tot de kennis van den han- del, meer bestemd om door onderlinge vergelijking de betrekkelijke waarde van den handel in elk bijzonder jaar in het licht te stellen, dan om het geheele be drag van den uitvoer met juistheid aan te geven. Immers niet al de oesters worden langs de spoorwegen verzonden, daar voor België en Rotterdam een groot» gedeelte per scheepsgelegenheid wordt vervoerd. Het N. en Advert.blad voor Bergen- op- Zoom schrijft De werkzaamheden aan de suikerfabriek van da heeren V. d. Linden Co. zijn heden afgeloopen, terwijl morgen de campagne aan de fabriek van de hh. Laanen, Rogier, Daverveldt Co. geëindigd jtal zijn. Niet onwenschelijk zou het zijn als andere bladen dit bericht overnamen, om vreemde werklieden, die, afgaande op het in de meeste bladen voorkomende bericht van overvloed van werk alhier en geringe opkomst van armen bij uitdeeling van brood door een particulier, vertrouwen mochten hier een zeldzaam Dorado te vinden, daardoor voor teleurstelling te be hoeden. «Veel varkens maken de spoeling dun" is een bekend spreekwoord en waar deze thans nog vrij lijvig is, zou in dat geval al ras blijken, dat ook hier «het vet al spoedig uit de ketel" kon zijn. Naar de Midd. Ct. thans met zekerheid verneemt, is door de «Société anonyme des chemins de fer eco- nomiques neerlandais" aan de drie betrokken gemeen tebesturen aanvraag gedaan, om de concessie voor den stoomtramdienst tusschen Middelburg en Vlissingen te mogen overdragen aan de «Société anonyme du tram way a vapeur de Middelbourg-Flessingue et extension." Wanneer, waaraan niet te twijfelen valt, de over dracht' wordt toegestaan, heeft de nieuwe maatschappij het voornemen, den dienst te brengen ineengewenschten toestand. In de eerste plaats zal de lijn veranderd, en al het materieel, zoo rails als locomotieven en waggons, vernieuwd worden, waartoe de nieuwe maat schappij reeds onderhandelingen heeft aangeknoopt met de firma Carrels frères te Gent. Te Middelburg zal nog eene remise gebouwd worden, en daar zullen de noodige ateliers en magazijnen wor den ingericht. Ook de lijn Vlissingen-Badhuis zal, wanneer de toegangsweg eenmaal gereed is, onmiddellijk in aanleg worden genomen. Met het oog op een en ander zal de dienst weldra gedurende enkele weken worden gestaakt.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 1