FEUILLETON.
De droom van den dood.
In een vergadering der kiesvereeniging «Arnhem",
te Arnhem, besprak de heer mr E. H. Karsten de
wenschelijkheid van een organisatie der liberale partij
over het geheele land. Het voorbeeld, door de anti
revolutionaire partij gegeven, diende z. i. te warden
gevolgd, vooral nu de liberale partij in de oppositie
is gekomen. In sommige streken des lands is de liberale
partij sterk, in andere zoo zwak, dat men den strijd
niet met hoop op succes kan aanbinden. De liberalen
in deze streken dienen hun hulp te verleenen daar
waar, zooals te Arnhem, de strijd zwaar, de over
winning moeilijk is. Hij meende, dat het door hem
bedoelde centraal-comité behoorde te zetelen in Am
sterdam, het liberale hart van Holland, daar de Haag-
sche toestanden ongunstig zijn voor alle politieke
geestdrift.
Zulk een comité diende ook in tijds een krijgskas
te hebben, opdat daar, waar de strijd tegen generaal
Kuijper moet worden uitgevochten, kruit en lood in
overvloed is om hem te verslaan. Spreker wenschte
dat het bestuur der Kiezersvereeniging stappen deed
bij andere liberale vereenigingen, ten einde zijn denk
beeld te verwezenlijken. De voorzitter der Vereeniging,
de heer mr. H. H. Van Capelle, verklaarde volgens
het D. v. N. persoonlijk sympathie te hebben voor
dit denkbeeld, maar gaf den heer Karsten in over
weging zich te verstaan met de mannen van aanzien
en talent, met wie hij aan den vooravond der ver
kiezingen het bekende manifest aan de liberale partij
in Nederland had gericht. De heer Karsten antwoord
de, dat hij niet afkeerig is zich opnieuw met deze
heeren, tot dit doel, in betrekking te stellen.
De heer A. M. Van Heuven te Middelburg merkt
in de M. Ct. op, dat hem reeds meermalen is voor
gekomen hoe sommigen in de meening verkeeren dat,
wanneer op eene vordering boven de 10 een gedeelte,
minder dan ƒ10, wordt afbetaald, geen zegel wordt
vereischt en dat het voldoende is bij de laatste betaling
het plakzegel op de rekening te hechten.
Dezer dagen had hij weder daarvan de ervaring.
Hij acht het daarom niet ongepast hen, die niet
voldoende met de bestaande bepalingen omtrent de
zegelwet bekend zijn, opmerkzaam te maken, dat bij
gedeeltelijke betaling eener schuldvordering, meer dan
ƒ10 bedragende, al ontving men daarop slechts tien
cent in mindering, reeds bij de eerste afbetaling het
plakzegel moet gebruikt worden en dat zoowel de
dagteekening als de maand en het jaar van ontvangst
in het plakzegel moet geschreven worden.
Het handgeld voor militairen, die zich bij het
corps mariniers voor den tijd van zes jaren verbinden,
mits niet jonger dan 18 en niet ouder dan 34 jaren
zijnde, is vastgesteld op ƒ100; voor jongelingen boven
16 doch beneden 18 jaar oud, die zich voor 8 jaren
verbinden, is het handgeld vastgesteld op ƒ60.
Door den ring Utrecht der Broederschap van
Notarissen" is een vergadering gehouden ter bespreking
van het ontwerp van wet op het notarisambt, zooals
dit nu is samengesteld. Door de vergadering werd een
commissie benoemd, om met inachtneming van het
gesprokene een rapport aan het Hoofdbestuur uit te
brengen.
Enkele leden meenden, dat het Nederlandsche volk
meer zou gebaat worden met een nieuwe Registratie-
wet, opdat die chaos van instructiën, formaliteiten en
periodieke woordenboeken zou kunnen vervallen. Moge
de Regeering zoo zeide men daar eens ernstig
over denken en dat gewichtige werk spoedig tot stand
Medegedeeld door Dr. H. Boehnke Reich.
Het weder tot bewustzijn komen na eene beroerte
of andere tijdelijke verdooving der zintuigen is, volgens
de verklaring van menschen, die daaraan onderhevig
waren, onuitsprekelijk pijnlijk, door den strijd die op
duizenderlei wijzen gevoerd wordt tusschen den dood
en het leven; maar wat heeft dat te beteekenen, in
verhouding tot de geesteskwelling, teweeggebracht door
de ontzettende ondervinding van schijndood te zijn,
waarbij het bewustzijn blijft bestaan, terwijl alle levens-
krachten verdoofd zijn en de levende ziel in boeien is
geslagen in een lichaam, dat aan den schoot der
aarde zal worden toevertrouwd Men zou haast betwij
felen, of zulk een toestand kan bestaan, maar het is
een daadzaak! Een dokter, professor in de genees
kunde, verhaalde mij het volgende uit eigen ervaring,
hetgeen tegelijk een bewijs levert, welk een onbedui
dende rol de wilskracht, als levensbeginsel, vervult.
Na een dag van buitengewone inspanning, wat mijn
praktijk betrof, terwijl ik bovendien nog den dood van
een mijner beste vrienden vernam, moest ik eene lezing
houden. In neerslachtige stemming, waarin een vurig
verlangen naar ongestoorde rust mij bezielde, begaf ik
mij naar het universiteitsgebouw en hoorde daar dat
een beroemde arts uit het buitenland zich onder de
toehoorders bevond. Mijne reeds overspannen zenuwen
kwamen nog meer in opstand, toen ik bemerkte dat
ik mijne aanteekeningen voor de voorlezing in den zak
van het reeds weggezonden rijtuig had laten zitten.
Mijne herinneringen aan hetgeen er verder gebeurde,
zijn geheel in 't duister gehuld. Men verhaalde mij
later dat ik nog zelden zoo vloeiend en met zulk een
geestdrift gesproken had als toen. Mijn onderwerp
handelde over krankzinnigheideensklaps liet mijn
geheugen mij in den steek, doodelijke stilte heerschte
onder de toehoorders, evenals een meteoor vloog een
gedachte door mijn brein en in een wilde lach uit
barstende, riep ik uit: »En ik ben ook waanzinnig 1"
Het publiek verhief zich met schrik en ontzetting
van zijne zitplaatsen en verder weet ik niets
meerIk lag in bed en was ziek, zwaar ziek.
De mij omringende voorwerpen kwamen mij bekend
voor, het was tegen den avonder bevond zich nie
mand in de kamerik deed eene poging mij te her
inneren, wat er met mij gebeurd was, toen ik in een
staat van volkomen machteloojheid verviel. Ik ver
meende dat ik sliep, doch het binnentreden van mijn
komen, dan zal het voor den door het Rijk onbezol-
digdeu ambtenaar gemakkelijker gaan om op vaste
belastingsgrondslagen zijn cliënten vooraf met zekerheid
de kosten van een tusschen hen aan te gane overeen
komst op te geven, en zou menig belastingproces
kunnen worden voorkomen. (D. v. N.)
In het tijdperk van 4 weken, dat op 29 Nov.
jl. is geëindigd, zijn 7 gevallen van longziekte buiten
den afgesloten kring van het spoelingsdistrict waarge
nomen, waarvan 4 te Clinge.
Gedurende voormeld tijdperk werd afmaking bevolen
van 127 van longziekte verdachte runderen, sedert 1
Januari 1882.
O.-Indië. Opgedragen aan den van het leger in
Nederland bij dat in N.-I. gedet., sedert tot lsten
luit. bevorderden 2den luit. der inf. F. M. A. Mesch,
om vóór of op 1 Jan. 1885 naar Nederland terugte-
keeren.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Ovezand. Zaterdag is alhier tot kerkvoogd bij de
Hervormde gemeente benoemd de heer P. Westveer,
tot dusverre notabele.
Bij de Herv. gemeente te Wolfertsdijk is tot
ouderling gekozen Francois De Back Jz., in plaats
van N. Valkier Nz., en tot diaken herkozen Adriaan
Kaan Az.
Kolijusplaut. Ter bestrijding der meerdere kosten,
door de verhooging der jaarwedde van den predikant
veroorzaakt, is door de kerkvoogdij besloten met in
gang van den 1 Januari 1885 de huur der zitplaatsen
in de kerk met 20 pet. te verhoogen.
's-Heer Arcndskerke. De uitslag der kerkelijke ver
kiezingen alhier is als volgtHerkozen tot leden van
hut kiescollege de heeren J. Vermet Sr., P. Ilage, J.
Traas en G. C. Scbilham, en gekozen de heer W. Van
Schaik. Herkozen tot ouderling de heer C. Heiboeren
gekozen tot diaken de heer W. Van Schaik.
Beroepen te Zieriksee ds. J. Helder, te Wijnaldum.
Op het drietal van predikanten voor 's-Hage zijn
geplaatst ds. E. W. Heinecken en dr. J. Riemens, beiden
te Middelburg en ds. J. II. L. Roozemeijer te Arnhem.
Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is
thans aan ds E. J. W. Koch te Middelburg, op zijn
verzoek, wegens ongesteldheid, eervol emeritaat ver
leend, integaan 1 Januari 1885.
Uit de door den quaestor-generaal aan de Synodale
Commissie gedane mededeeling is gebleken, dat de
opbrengst van de buitengewone collecte ten behoeve
van het fonds voor noodlijdende kerken en personen
vermoedelijk niet meer dan ƒ6000 bedragen zal.
Daardoor kon van de gemeenten, die als hulpbehoevend
waren voorgedragen, slechts een tweetal worden ge
holpen. De overige gemeenten zullen dus moeten wach
ten, totdat de uitslag der tweede collecte volledig of
die des volgenden jaars zal bekend zijn.
De heer Robijn van Groede zal den J5en Dec.
zijne betrekking als onderwijzer aan de openbare lagere
school te Kamperland aanvaarden, waardoor eene
jarenlange vacature eindelijk zal vervuld zijn.
Landbouw cn Veeteelt.
Wij vernemen, dat alle landbouw-genootschappen
en landbouw-vereenigingen in ons land, ook het genoot
schap ter bevordering van den landbouw in Drente,
huisdokter, die zacht naderbij kwam, bemerkte ik
duidelijk hij beschouwde mij langen tijd zeer ernstig,
de hand waarmede hij mijne pols aanraakte voelde
ik merkbaar beven, terwijl hij tot zich zelf sprak
«Mijn God, wat is zijn toestand veranderd."
Ik hoorde eene stem aan de deur fluisteren. «Mag
ik binnen komen"De dokter gaf een teeken en
mijne vrouw trad binnen, zij zag er zeer bleek uit
en scheen geweend te hebben. Ik keek haar door
dringend aan, zij boog zich over mij heen, ik voelde
hare warme tranen op mijn voorhoofd vallen, en hoorde
haar zacht klagen. Ik wilde spreken en kon niet, ik
zag haar vlak in 't gelaat, zij zuchtte en jammerde.
De dokter bad haar de kamer te verlaten, doch zij
antwoordde. »Nog niet 1 nog niettoen scheen ik
in een verdoovende slaap te vallen.
Ik ontwaakte naar het mij voorkwam uit een lange
en diepe sluimering, doch voelde mij moê en niet
verkwikt. Mijne oogen waren beneveld alsof er een
floers over hing, zoodat ik nauwelijks kon waarnemen
of ik alleen was of niet, ik gevoelde mij buitenge
woon zwak, maar geheel vrij van koorts. Eindelijk
bemerkte ik, dat de dokter naast mijn bed zat, zich
over mij heen boog en sprak »Arme, arme vriend".
Nu begon mijn onmacht om te spreken mij echter
smart en vrees in te boezemenhet worstelen -om
eenig geluid te geven, werd eene kwelling.
Ik gevoelde langzamerhand mijne zintuigen ver
zwakken en een koude rilling aan het hart, verkon
digde mij dat de dood zich van mij meester maakte.
De inspanning, om deze onheilspellende lethargie te
verbreken, moet geweldig zijn geweestwant het
koude zweet brak over mijn gansche lichaam uit, een
ruischen als van een waterval scheen de lucht te
vervullen, korte krampachtige trekkingen als van een
elektriseermachine vlogen door mijne ledematen heen
en toen hoorde ik den dokter zeggen Ja, hij is dood"
en ik wist niet meer wat er om mij heen gebeurde.
Toen ik weder tot bewustzijn kwam, voelde ik een
zachten wind over mijn gelaat heengaan alsof er een
raam open was, mijne oogen waren gesloten en zoo
zwaar alsof er iets op lag, mijne armen lagen uitge
strekt langs het lichaam, hunne houding was gedwongen
en ongemakkelijk, maar ik kon er niets aan veran
deren, ik beproefde te spreken, maar het was mij
onmogelijk.
Terwijl ik daarzoo neerlag, hoorde ik verscheidene
personen de kamer binnen komen, een zwaar voorwerp
werd met een dof geluid neergezet en eene onver
schillige, ruwe stem zeide: «eerst acht en dertig jaar
ik dacht dat hij ouder was". Deze woorden doorkliefde
als een bliksemstraal mijn brein; ik herinnerde mij
elke omstandigheid mijner ziekte, ik wist nu dat ik
zijn toegetreden tot het comité-generaal, zijnde eene
vereeniging uit al die genootschappen en vereenigin
gen gevormd, en bestemd om de belangen van den
landbouw in het algemeen te behartigen en te bevor
deren, en speciaal die bij de Regeering en de Kamers
voortestaan. De eerste vergadering van het comité
zou in Jan. plaatshebben. (P. D. C.)
In de provincie Groningen werd verleden herfst
de proef genomen om paardenboonen als wintervrucht
te verbouwen. In den herfst werden debeonen gepoot,
en veel vroeger dan anders waren de peulvruchten rijp.
Thans heeft de heer I. Stuurveld, in April van dit jaar,
reeds nieuwe aardappels uit den kouden grond gerooid.
Deze werden in Augustus gepoot, en daarna met kaf
bedekt. Hierdoor blijkt, dat men met eenige zorg,
naarmate de omstandigheden zijn, ook 's winters aard
appelen en paardenboonen en zeker ook andere vruch
ten kan verbouwen. (N. II. Ct.)
In eene Donderdag gehouden vergadering der
afdeeling Halle van de Vereeniging van beetwortel-
suikerfabrikanten in Duitschland is met algemeene
stemmen eene motie aangenomen, volgens welke de
aanplant van beetwortelen in het volgend jaar 20 pet.
kleiner moet zijn dan nu 't geval is geweest, en alle
vereischte middelen in 't werk moeten worden gesteld,
om dat doel te bereiken.
Rechtszaken.
De Arrondissements-rechtbank te Middelburg
veroordeelde Zaterdag o. a. P. J.Van L., 23 j., te Goes,
wegens mishandeling tot ƒ12 boete; C. F., 30 j.,
en J. F., 25 j., beiden te Biezelinge, wegens het on
bevoegd loopen langs de spoorbaan ieder tot 1 boete
C. F. R.M., 14 j„ E.G. R., lij., D. C. R., 13 j.,
W. H., 10 j. en A. A. K. B., 13 j., de eerste 4 te
Hansweerd, en de laatste te Schore, wegens diefstal
van appelen de le tot 4 dagen, de 2e en 4e ieder
tot 2 dagen, de 3e en 5e ieder tot 3 dagen cel.
Tegen twee studenten te Leiden is rechtsingang
verleend wegens het bekende feit van mishandeling
van een pas aangekomen student, tengevolge waarvan
deze krankzinnig geworden zou zijn.
Het Hof van appèl te Londen heeft, in zake
van de menscheneterij op de «Mignonette" beslist, dat
het feit als moord moet worden beschouwd. Het arrest
zal tevens als rechterlijk precedent strekken voor alle
gevallen van dien aard, welke in 't vervolg aan boord
van schepen mochten voorkomen.
Buitenlandsch Overzicht.
In de Belgische Kamer is de interpellatie over
het door de regeering gebruik maken van gendarmes
in burgerkieeding, nadat de oud-Minister Bara nog
had geantwoord op de bewering van den tegenwoor-
digen Minister van Justitie, dat alle Ministeriën dit
hadden gedaan, geëindigd met het aannemen eener
motie, waarbij het gedrag der regeering werd goed
gekeurd. Voor tot de stemming over de motie werd
overgegaan, merkte de oud-Minister Frère-Orban nog
op, dat de aanneming daarvan eene afkeuring van
het gedrag van den burgemeester van Brussel, den
heer Ëuls zou zijn, waardoor deze genoodzaakt zou
wordeh zijn ontslag te nemen.
Het lijdt echter geen twijfel of de kiezers zullen
den heer Buis herkiezen en dan hangt van den Koning
de beslissing af.
De Minister van oorlog deelde nog mede, dat hij
het wetsontwerp betreffende de gewapende reserve
gestorven was en dat de voorbereidingen tot mijne
begravenis gemaakt werden Was dit dan de dood,
kon het mogelijk zijn dat de zintuigen nog werkten,
terwijl het aardsche omhulsel door eene koude ver
stijving in boeien werd gehouden, dat het bewustzijn
nog verwijlde in het lichaam, dat reeds voor de aarde
bestemd was; daar elk uitwendig teeken van leven
ontvloden was? O! hoe ontzettend, hoe gruwelijk
ontzettend was de schrik die dit denkbeeld bij mij te
weeg brachtIk klemde mij echter nog vast aan de
hoop, dat het slechts een tijdelijke verdooving in de
ergsten graad was, doch mijn dokter had de dood geen
oogenblik in twijfel getrokken.
Mijne laatste hoop verdween toen ik in de kist gelegd
werd, toen ik het verstijvende van den dood in al mijne
ledematen voelde en mij herinnerde, dat zulks bij ver
dooving nooit voorkwam. Het is mij niet mogelijk de
ontzettende foltering te beschrijven, die ik in dat oogen
blik onderging en daarbij aan de pijnigende toekomst
dacht, wanneer het laatste levenslicht in de dichtge
maakte kist zou worden uitgebluscht. Hoe lang ik zoo
lag te peinzen weet ik niet, de troostelooze eenzaamheid
werd afgebroken, toen mijne vrienden kwamen om nog
een afscheidsblik op mij te werpen voor de kist gesloten
werd. Weder kwam mij al het ontzettende van mijn
toestand voor den geest; de bitterste ervaringen van
mijn geheele leven, waren niets bij hetgeen ik in die
enkele minuten uitstond. Toen bedacht ik mij hoe de
dood slechts langzaam het lichaam binnensluipt, traps
gewijze, van lid tot lid, en elk gevoel doet ophouden
dat eens zoo in volle levenskracht aanwezig en
werkzaam was. Ik had ontegenzeggelijk de grootste
lust, om mij te bewegen, te spreken, te zien te
leven en toch was alles in en aan mij stijf en onbe-
weegelijk, alsof ik nooit geleefd had.
Werden de zenuwen door de een of andere oor
zaak verhinderd de wil der hersenen uit te voeren
Hadden deze gevleugelde boden van den wil hunnen
arbeid gestaakt? Ik herinnerde mij de bijna wonder
lijke werkingen der wilskracht, als zij door buiten
gewone omstandigheden tot het uiterste worden in
gespannen, ik dacht aan iemand die, alleen door zijn-
wilskracht in staat was, zijn hart snel of langzaam
te doen kloppen 1 Ja, zoo dacht ik met verrukking,
de wil om te leven is de kracht er van en eerst
wanneer deze voor de lichaamskracht onder doet, kan
de dood ons overwinnen.
Doch ik had geen tijd te verliezen, de voorberei
dingen voor mijne begrafenis naderden haar einde.
Maar hoe zou ik deze laatste poging bewerkstelligen
welk levensrad zou ik in beweging brengen, om te
beproeven of de wil werkelijk die kracht bezat, die
ik hem toeschreef.
introk, omdat het vermoedelijk in de Kamer
geene meerderheid zou verwerven.
De Fransclie Senaat h.eld zich onledig met de Tong
kin-kredieten, waaromtrent door admiraal Jauregui-
berry rapport werd uitgebracht. De commissie had
met eenparige stemmen het oordeel der Kamer be
vestigd, dat de regeering krachtig moest optreden,
de bezetting van Tonkin volhouden en het verdrag
van Tientsin tot uitvoering brengen. Zij betreurden,
dat krachtige maatregelen zoo lang waren uitgesteld,
waardoor de moeielijkheden vermeerderd waren, maar
vertrouwden op de belofte van den heer Ferry te dien
opzichte. Zonder twijfel zal de Senaat de kredieten
toestaan.
De commissie uit hetzelfde staatslichaam voor het
ontwerp der kieswet, zooals dit uit de Kamer is ge
komen, heeft haar oud ontwerp weder voorgedragen
en dus aan de verkiezing door algemeen stemrecht
(zooals door den heer Floquet voorgesteld en door de
Kamer aangenomen was) geene notitie genomen. Een
amendement van den heer Naquet tot toepassing van
het rechtstreeksche algemeen stemrecht, werd ver
worpen evenals een amendement van den heer Lareinty
om het algemeen stemrecht in twee trappen toe te
passen.
Uit Tamatave wordt bericht, dat de Fransche admi
raal met de Hovas vredesonderhandelingen heeft aan
geknoopt. De Fransche oorlogsschepen «Beautemps-
Beaupré" en «Allias" zijn naar de baai van Diego
Suarez vertrokken, waarschijnlijk om die te bezetten.
Uit Hongkong wordt aan den Standard geseind,
dat men een grooten zeeslag tusschen de Fransche
en de Chineesche vloot verwacht. Twaalf Chineesche oor
logsschepen hebben bevel ontvangen om in zee te
steken, de Fransche vloot te gaan opzoeken en For
mosa te ontzetten. Vijf dezer schepen behooren tot
het eskader van Nankin, de andere zeven tot de divisie
van Tien-Tsin. De vloot telt 24 Duitsche officieren,
waarvan een onder den Chineeschen admiraal het
bevel over diens schip voert.
De zitting der beide Huizen van het Eugelsche
parlement zijn tot 19 Februari verdaagd, nadat de
wet tot uitbreiding der kiesbevoegdheid door de
Koningin was goedgekeurd en nadat het Lagerhuis
in tweede lezing, na een zeer langdurig debat en
zonder hoofdelijke stemming, het wetsontwerp omtrent
de kiesdistricten had aangenomen.
Gemengde Berichten.
Heinkenszand. Bij den landbouwer H. v. D., van wien
men verleden week heeft vermeld dat één paard en
één veulen is gestorven, is sedert weer een paart ge
storven terwijl op dit oogenblik nog voor een
tweede groote vrees bestaat. Bij den landman J. v. d.
Dries moet ook weder opnieuw een paard aan de.: fde
ziekte lijdende zijn, waaraan ook verleden week één
paard en één veulen was gestorven, en sede-t Za
terdag 11. is ook bij den landbouwer J. B. Mz. bij twee
paarden de ziekte uitgebroken metdoodelijken afloop.
's-Heer Abtskerke. Zaterdag had alhier een voorval
plaats, dat heel ernstige gevolgen had kunnen hebben,
doch tot aller verwondering nog tamelijk goed afliep.
De landbouwer V. van 's-Heer Hendrikskinderen ver
voerde boomen door het dorp. Door de helling der
straat kwam de wagen op de hielen der paarden,
waardoor deze aan het slaan en uit het tuig raakten.
Nu kreeg de wagen den vrijen loop en kwam met
den treeboom tegen het huis, bewoond door J. A. S.
waardoor een raam geheel in huis gestooten werd.
Andere schade werd er gelukkig niet veroorzaakt.
Ik had reeds vroeger beproefd om te spreken, of mij
te bewegen. Ik herinnerde mij dat in die gevallen,
waarin de wilskracht om zoo te zeggen een wonder
doet, zij zich geheel en met alle macht op den te ver
vullen hartewei.sch vereenigt. Ik drong mij op, dat
mijn uitwendig leven tot al zijne bewegingen moest
terugkeeren, wanneer het mij gelukte het hart aan
den wil te onderwerpen en vertrouwde erop, dat dan
de verborgene levenskracht van mijn lichaam tevoor
schijn moest treden. Ik dacht aan de loDgen, die nu plat
en te zamen gedrukt in mijn borst lagen, aan het in
haar aanwezige doch stilstaande levensbloed, ik dacht
aan niets anders dan aan den samenhang dezer beide orga
nen. Te vergeefs. Ik beproefde diep adem te halen, maar
ik kon niet. Mijn moed begon te zinken, al de vorige
schrikbeelden keerden met dubbele kracht terug, want
uit het leven in de kamer leidde ik af, dat nu de
deksel op de kist zou worden geschroefd.
Op dit oogenblik trad mijn boezemvriend binnen,
die uit een andere plaats was gekomen om mij voor
't laatst nog eenmaal te zien. Men maakte plaats
voor hem, hij legde zijn warme hand op mijn hart
een zwak kloppen bracht het in beweging. Bijna on
merkbaar piantte deze onwillekeurige aanraking zich
voort op de zenuwenmijne longen begonnen op te
zwellen, een kriebelend gevoel doorliep mijn lichaam,
het was of ik een schok kreeg, alsof de verstijfde
zenuwen door eene plotselinge aanraking evenals
aangeslagen snaren trildenna een krachtige ruk,
waarbij mij het bloed uit den mond liep, begon mijn
hart te kloppen, eerst zwak, toen sterker; als met
één klank schenen de zenuwen iedere hartslag aan te
slaan. De borst begon regelmatig op en neer te gaan,
de spieren werden gespannen evenals het touwwerk
van eën schip bij hooge zee en ik leefde 1
Mijn angst dat de nog zwakke levensteekenen niet
zouden worden waargenomen verdween, toen ik de
omstanders met schrik en vreugde hoorde uitroepen:
«Hij leeft, hij leeft 1"
Na eenige weken van zorgzame verpleging was ik
weder volkomen gezond, doch nooit zal ik vergeten,
dat ik de bitterheid des doods in al hare ontzetting
doorleefd heb.
Deze mededeeling leert dat de wilskracht alleen
niet toereikend is, om de kluisters te verbreken van
een schijndoode, maar dat er een bnitengewone oor
zaak bij moet komen, zooals hier de aanraking der
warme vriendenhand met het hart. Het eenvoudigste
middel, bij oogenschijnlijke dooden, is wanneer er nog
een spoor van warmte aan het hart is waartenemen,
om een straal water zoo warm mogelijk en ter hoogte
van een tafel op de harstreek te laten vallen.