FEUILLETON. De droom van den dood. In een vergadering der kiesvereeniging «Arnhem", te Arnhem, besprak de heer mr E. H. Karsten de wenschelijkheid van een organisatie der liberale partij over het geheele land. Het voorbeeld, door de anti revolutionaire partij gegeven, diende z. i. te warden gevolgd, vooral nu de liberale partij in de oppositie is gekomen. In sommige streken des lands is de liberale partij sterk, in andere zoo zwak, dat men den strijd niet met hoop op succes kan aanbinden. De liberalen in deze streken dienen hun hulp te verleenen daar waar, zooals te Arnhem, de strijd zwaar, de over winning moeilijk is. Hij meende, dat het door hem bedoelde centraal-comité behoorde te zetelen in Am sterdam, het liberale hart van Holland, daar de Haag- sche toestanden ongunstig zijn voor alle politieke geestdrift. Zulk een comité diende ook in tijds een krijgskas te hebben, opdat daar, waar de strijd tegen generaal Kuijper moet worden uitgevochten, kruit en lood in overvloed is om hem te verslaan. Spreker wenschte dat het bestuur der Kiezersvereeniging stappen deed bij andere liberale vereenigingen, ten einde zijn denk beeld te verwezenlijken. De voorzitter der Vereeniging, de heer mr. H. H. Van Capelle, verklaarde volgens het D. v. N. persoonlijk sympathie te hebben voor dit denkbeeld, maar gaf den heer Karsten in over weging zich te verstaan met de mannen van aanzien en talent, met wie hij aan den vooravond der ver kiezingen het bekende manifest aan de liberale partij in Nederland had gericht. De heer Karsten antwoord de, dat hij niet afkeerig is zich opnieuw met deze heeren, tot dit doel, in betrekking te stellen. De heer A. M. Van Heuven te Middelburg merkt in de M. Ct. op, dat hem reeds meermalen is voor gekomen hoe sommigen in de meening verkeeren dat, wanneer op eene vordering boven de 10 een gedeelte, minder dan ƒ10, wordt afbetaald, geen zegel wordt vereischt en dat het voldoende is bij de laatste betaling het plakzegel op de rekening te hechten. Dezer dagen had hij weder daarvan de ervaring. Hij acht het daarom niet ongepast hen, die niet voldoende met de bestaande bepalingen omtrent de zegelwet bekend zijn, opmerkzaam te maken, dat bij gedeeltelijke betaling eener schuldvordering, meer dan ƒ10 bedragende, al ontving men daarop slechts tien cent in mindering, reeds bij de eerste afbetaling het plakzegel moet gebruikt worden en dat zoowel de dagteekening als de maand en het jaar van ontvangst in het plakzegel moet geschreven worden. Het handgeld voor militairen, die zich bij het corps mariniers voor den tijd van zes jaren verbinden, mits niet jonger dan 18 en niet ouder dan 34 jaren zijnde, is vastgesteld op ƒ100; voor jongelingen boven 16 doch beneden 18 jaar oud, die zich voor 8 jaren verbinden, is het handgeld vastgesteld op ƒ60. Door den ring Utrecht der Broederschap van Notarissen" is een vergadering gehouden ter bespreking van het ontwerp van wet op het notarisambt, zooals dit nu is samengesteld. Door de vergadering werd een commissie benoemd, om met inachtneming van het gesprokene een rapport aan het Hoofdbestuur uit te brengen. Enkele leden meenden, dat het Nederlandsche volk meer zou gebaat worden met een nieuwe Registratie- wet, opdat die chaos van instructiën, formaliteiten en periodieke woordenboeken zou kunnen vervallen. Moge de Regeering zoo zeide men daar eens ernstig over denken en dat gewichtige werk spoedig tot stand Medegedeeld door Dr. H. Boehnke Reich. Het weder tot bewustzijn komen na eene beroerte of andere tijdelijke verdooving der zintuigen is, volgens de verklaring van menschen, die daaraan onderhevig waren, onuitsprekelijk pijnlijk, door den strijd die op duizenderlei wijzen gevoerd wordt tusschen den dood en het leven; maar wat heeft dat te beteekenen, in verhouding tot de geesteskwelling, teweeggebracht door de ontzettende ondervinding van schijndood te zijn, waarbij het bewustzijn blijft bestaan, terwijl alle levens- krachten verdoofd zijn en de levende ziel in boeien is geslagen in een lichaam, dat aan den schoot der aarde zal worden toevertrouwd Men zou haast betwij felen, of zulk een toestand kan bestaan, maar het is een daadzaak! Een dokter, professor in de genees kunde, verhaalde mij het volgende uit eigen ervaring, hetgeen tegelijk een bewijs levert, welk een onbedui dende rol de wilskracht, als levensbeginsel, vervult. Na een dag van buitengewone inspanning, wat mijn praktijk betrof, terwijl ik bovendien nog den dood van een mijner beste vrienden vernam, moest ik eene lezing houden. In neerslachtige stemming, waarin een vurig verlangen naar ongestoorde rust mij bezielde, begaf ik mij naar het universiteitsgebouw en hoorde daar dat een beroemde arts uit het buitenland zich onder de toehoorders bevond. Mijne reeds overspannen zenuwen kwamen nog meer in opstand, toen ik bemerkte dat ik mijne aanteekeningen voor de voorlezing in den zak van het reeds weggezonden rijtuig had laten zitten. Mijne herinneringen aan hetgeen er verder gebeurde, zijn geheel in 't duister gehuld. Men verhaalde mij later dat ik nog zelden zoo vloeiend en met zulk een geestdrift gesproken had als toen. Mijn onderwerp handelde over krankzinnigheideensklaps liet mijn geheugen mij in den steek, doodelijke stilte heerschte onder de toehoorders, evenals een meteoor vloog een gedachte door mijn brein en in een wilde lach uit barstende, riep ik uit: »En ik ben ook waanzinnig 1" Het publiek verhief zich met schrik en ontzetting van zijne zitplaatsen en verder weet ik niets meerIk lag in bed en was ziek, zwaar ziek. De mij omringende voorwerpen kwamen mij bekend voor, het was tegen den avonder bevond zich nie mand in de kamerik deed eene poging mij te her inneren, wat er met mij gebeurd was, toen ik in een staat van volkomen machteloojheid verviel. Ik ver meende dat ik sliep, doch het binnentreden van mijn komen, dan zal het voor den door het Rijk onbezol- digdeu ambtenaar gemakkelijker gaan om op vaste belastingsgrondslagen zijn cliënten vooraf met zekerheid de kosten van een tusschen hen aan te gane overeen komst op te geven, en zou menig belastingproces kunnen worden voorkomen. (D. v. N.) In het tijdperk van 4 weken, dat op 29 Nov. jl. is geëindigd, zijn 7 gevallen van longziekte buiten den afgesloten kring van het spoelingsdistrict waarge nomen, waarvan 4 te Clinge. Gedurende voormeld tijdperk werd afmaking bevolen van 127 van longziekte verdachte runderen, sedert 1 Januari 1882. O.-Indië. Opgedragen aan den van het leger in Nederland bij dat in N.-I. gedet., sedert tot lsten luit. bevorderden 2den luit. der inf. F. M. A. Mesch, om vóór of op 1 Jan. 1885 naar Nederland terugte- keeren. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Ovezand. Zaterdag is alhier tot kerkvoogd bij de Hervormde gemeente benoemd de heer P. Westveer, tot dusverre notabele. Bij de Herv. gemeente te Wolfertsdijk is tot ouderling gekozen Francois De Back Jz., in plaats van N. Valkier Nz., en tot diaken herkozen Adriaan Kaan Az. Kolijusplaut. Ter bestrijding der meerdere kosten, door de verhooging der jaarwedde van den predikant veroorzaakt, is door de kerkvoogdij besloten met in gang van den 1 Januari 1885 de huur der zitplaatsen in de kerk met 20 pet. te verhoogen. 's-Heer Arcndskerke. De uitslag der kerkelijke ver kiezingen alhier is als volgtHerkozen tot leden van hut kiescollege de heeren J. Vermet Sr., P. Ilage, J. Traas en G. C. Scbilham, en gekozen de heer W. Van Schaik. Herkozen tot ouderling de heer C. Heiboeren gekozen tot diaken de heer W. Van Schaik. Beroepen te Zieriksee ds. J. Helder, te Wijnaldum. Op het drietal van predikanten voor 's-Hage zijn geplaatst ds. E. W. Heinecken en dr. J. Riemens, beiden te Middelburg en ds. J. II. L. Roozemeijer te Arnhem. Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is thans aan ds E. J. W. Koch te Middelburg, op zijn verzoek, wegens ongesteldheid, eervol emeritaat ver leend, integaan 1 Januari 1885. Uit de door den quaestor-generaal aan de Synodale Commissie gedane mededeeling is gebleken, dat de opbrengst van de buitengewone collecte ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken en personen vermoedelijk niet meer dan ƒ6000 bedragen zal. Daardoor kon van de gemeenten, die als hulpbehoevend waren voorgedragen, slechts een tweetal worden ge holpen. De overige gemeenten zullen dus moeten wach ten, totdat de uitslag der tweede collecte volledig of die des volgenden jaars zal bekend zijn. De heer Robijn van Groede zal den J5en Dec. zijne betrekking als onderwijzer aan de openbare lagere school te Kamperland aanvaarden, waardoor eene jarenlange vacature eindelijk zal vervuld zijn. Landbouw cn Veeteelt. Wij vernemen, dat alle landbouw-genootschappen en landbouw-vereenigingen in ons land, ook het genoot schap ter bevordering van den landbouw in Drente, huisdokter, die zacht naderbij kwam, bemerkte ik duidelijk hij beschouwde mij langen tijd zeer ernstig, de hand waarmede hij mijne pols aanraakte voelde ik merkbaar beven, terwijl hij tot zich zelf sprak «Mijn God, wat is zijn toestand veranderd." Ik hoorde eene stem aan de deur fluisteren. «Mag ik binnen komen"De dokter gaf een teeken en mijne vrouw trad binnen, zij zag er zeer bleek uit en scheen geweend te hebben. Ik keek haar door dringend aan, zij boog zich over mij heen, ik voelde hare warme tranen op mijn voorhoofd vallen, en hoorde haar zacht klagen. Ik wilde spreken en kon niet, ik zag haar vlak in 't gelaat, zij zuchtte en jammerde. De dokter bad haar de kamer te verlaten, doch zij antwoordde. »Nog niet 1 nog niettoen scheen ik in een verdoovende slaap te vallen. Ik ontwaakte naar het mij voorkwam uit een lange en diepe sluimering, doch voelde mij moê en niet verkwikt. Mijne oogen waren beneveld alsof er een floers over hing, zoodat ik nauwelijks kon waarnemen of ik alleen was of niet, ik gevoelde mij buitenge woon zwak, maar geheel vrij van koorts. Eindelijk bemerkte ik, dat de dokter naast mijn bed zat, zich over mij heen boog en sprak »Arme, arme vriend". Nu begon mijn onmacht om te spreken mij echter smart en vrees in te boezemenhet worstelen -om eenig geluid te geven, werd eene kwelling. Ik gevoelde langzamerhand mijne zintuigen ver zwakken en een koude rilling aan het hart, verkon digde mij dat de dood zich van mij meester maakte. De inspanning, om deze onheilspellende lethargie te verbreken, moet geweldig zijn geweestwant het koude zweet brak over mijn gansche lichaam uit, een ruischen als van een waterval scheen de lucht te vervullen, korte krampachtige trekkingen als van een elektriseermachine vlogen door mijne ledematen heen en toen hoorde ik den dokter zeggen Ja, hij is dood" en ik wist niet meer wat er om mij heen gebeurde. Toen ik weder tot bewustzijn kwam, voelde ik een zachten wind over mijn gelaat heengaan alsof er een raam open was, mijne oogen waren gesloten en zoo zwaar alsof er iets op lag, mijne armen lagen uitge strekt langs het lichaam, hunne houding was gedwongen en ongemakkelijk, maar ik kon er niets aan veran deren, ik beproefde te spreken, maar het was mij onmogelijk. Terwijl ik daarzoo neerlag, hoorde ik verscheidene personen de kamer binnen komen, een zwaar voorwerp werd met een dof geluid neergezet en eene onver schillige, ruwe stem zeide: «eerst acht en dertig jaar ik dacht dat hij ouder was". Deze woorden doorkliefde als een bliksemstraal mijn brein; ik herinnerde mij elke omstandigheid mijner ziekte, ik wist nu dat ik zijn toegetreden tot het comité-generaal, zijnde eene vereeniging uit al die genootschappen en vereenigin gen gevormd, en bestemd om de belangen van den landbouw in het algemeen te behartigen en te bevor deren, en speciaal die bij de Regeering en de Kamers voortestaan. De eerste vergadering van het comité zou in Jan. plaatshebben. (P. D. C.) In de provincie Groningen werd verleden herfst de proef genomen om paardenboonen als wintervrucht te verbouwen. In den herfst werden debeonen gepoot, en veel vroeger dan anders waren de peulvruchten rijp. Thans heeft de heer I. Stuurveld, in April van dit jaar, reeds nieuwe aardappels uit den kouden grond gerooid. Deze werden in Augustus gepoot, en daarna met kaf bedekt. Hierdoor blijkt, dat men met eenige zorg, naarmate de omstandigheden zijn, ook 's winters aard appelen en paardenboonen en zeker ook andere vruch ten kan verbouwen. (N. II. Ct.) In eene Donderdag gehouden vergadering der afdeeling Halle van de Vereeniging van beetwortel- suikerfabrikanten in Duitschland is met algemeene stemmen eene motie aangenomen, volgens welke de aanplant van beetwortelen in het volgend jaar 20 pet. kleiner moet zijn dan nu 't geval is geweest, en alle vereischte middelen in 't werk moeten worden gesteld, om dat doel te bereiken. Rechtszaken. De Arrondissements-rechtbank te Middelburg veroordeelde Zaterdag o. a. P. J.Van L., 23 j., te Goes, wegens mishandeling tot ƒ12 boete; C. F., 30 j., en J. F., 25 j., beiden te Biezelinge, wegens het on bevoegd loopen langs de spoorbaan ieder tot 1 boete C. F. R.M., 14 j„ E.G. R., lij., D. C. R., 13 j., W. H., 10 j. en A. A. K. B., 13 j., de eerste 4 te Hansweerd, en de laatste te Schore, wegens diefstal van appelen de le tot 4 dagen, de 2e en 4e ieder tot 2 dagen, de 3e en 5e ieder tot 3 dagen cel. Tegen twee studenten te Leiden is rechtsingang verleend wegens het bekende feit van mishandeling van een pas aangekomen student, tengevolge waarvan deze krankzinnig geworden zou zijn. Het Hof van appèl te Londen heeft, in zake van de menscheneterij op de «Mignonette" beslist, dat het feit als moord moet worden beschouwd. Het arrest zal tevens als rechterlijk precedent strekken voor alle gevallen van dien aard, welke in 't vervolg aan boord van schepen mochten voorkomen. Buitenlandsch Overzicht. In de Belgische Kamer is de interpellatie over het door de regeering gebruik maken van gendarmes in burgerkieeding, nadat de oud-Minister Bara nog had geantwoord op de bewering van den tegenwoor- digen Minister van Justitie, dat alle Ministeriën dit hadden gedaan, geëindigd met het aannemen eener motie, waarbij het gedrag der regeering werd goed gekeurd. Voor tot de stemming over de motie werd overgegaan, merkte de oud-Minister Frère-Orban nog op, dat de aanneming daarvan eene afkeuring van het gedrag van den burgemeester van Brussel, den heer Ëuls zou zijn, waardoor deze genoodzaakt zou wordeh zijn ontslag te nemen. Het lijdt echter geen twijfel of de kiezers zullen den heer Buis herkiezen en dan hangt van den Koning de beslissing af. De Minister van oorlog deelde nog mede, dat hij het wetsontwerp betreffende de gewapende reserve gestorven was en dat de voorbereidingen tot mijne begravenis gemaakt werden Was dit dan de dood, kon het mogelijk zijn dat de zintuigen nog werkten, terwijl het aardsche omhulsel door eene koude ver stijving in boeien werd gehouden, dat het bewustzijn nog verwijlde in het lichaam, dat reeds voor de aarde bestemd was; daar elk uitwendig teeken van leven ontvloden was? O! hoe ontzettend, hoe gruwelijk ontzettend was de schrik die dit denkbeeld bij mij te weeg brachtIk klemde mij echter nog vast aan de hoop, dat het slechts een tijdelijke verdooving in de ergsten graad was, doch mijn dokter had de dood geen oogenblik in twijfel getrokken. Mijne laatste hoop verdween toen ik in de kist gelegd werd, toen ik het verstijvende van den dood in al mijne ledematen voelde en mij herinnerde, dat zulks bij ver dooving nooit voorkwam. Het is mij niet mogelijk de ontzettende foltering te beschrijven, die ik in dat oogen blik onderging en daarbij aan de pijnigende toekomst dacht, wanneer het laatste levenslicht in de dichtge maakte kist zou worden uitgebluscht. Hoe lang ik zoo lag te peinzen weet ik niet, de troostelooze eenzaamheid werd afgebroken, toen mijne vrienden kwamen om nog een afscheidsblik op mij te werpen voor de kist gesloten werd. Weder kwam mij al het ontzettende van mijn toestand voor den geest; de bitterste ervaringen van mijn geheele leven, waren niets bij hetgeen ik in die enkele minuten uitstond. Toen bedacht ik mij hoe de dood slechts langzaam het lichaam binnensluipt, traps gewijze, van lid tot lid, en elk gevoel doet ophouden dat eens zoo in volle levenskracht aanwezig en werkzaam was. Ik had ontegenzeggelijk de grootste lust, om mij te bewegen, te spreken, te zien te leven en toch was alles in en aan mij stijf en onbe- weegelijk, alsof ik nooit geleefd had. Werden de zenuwen door de een of andere oor zaak verhinderd de wil der hersenen uit te voeren Hadden deze gevleugelde boden van den wil hunnen arbeid gestaakt? Ik herinnerde mij de bijna wonder lijke werkingen der wilskracht, als zij door buiten gewone omstandigheden tot het uiterste worden in gespannen, ik dacht aan iemand die, alleen door zijn- wilskracht in staat was, zijn hart snel of langzaam te doen kloppen 1 Ja, zoo dacht ik met verrukking, de wil om te leven is de kracht er van en eerst wanneer deze voor de lichaamskracht onder doet, kan de dood ons overwinnen. Doch ik had geen tijd te verliezen, de voorberei dingen voor mijne begrafenis naderden haar einde. Maar hoe zou ik deze laatste poging bewerkstelligen welk levensrad zou ik in beweging brengen, om te beproeven of de wil werkelijk die kracht bezat, die ik hem toeschreef. introk, omdat het vermoedelijk in de Kamer geene meerderheid zou verwerven. De Fransclie Senaat h.eld zich onledig met de Tong kin-kredieten, waaromtrent door admiraal Jauregui- berry rapport werd uitgebracht. De commissie had met eenparige stemmen het oordeel der Kamer be vestigd, dat de regeering krachtig moest optreden, de bezetting van Tonkin volhouden en het verdrag van Tientsin tot uitvoering brengen. Zij betreurden, dat krachtige maatregelen zoo lang waren uitgesteld, waardoor de moeielijkheden vermeerderd waren, maar vertrouwden op de belofte van den heer Ferry te dien opzichte. Zonder twijfel zal de Senaat de kredieten toestaan. De commissie uit hetzelfde staatslichaam voor het ontwerp der kieswet, zooals dit uit de Kamer is ge komen, heeft haar oud ontwerp weder voorgedragen en dus aan de verkiezing door algemeen stemrecht (zooals door den heer Floquet voorgesteld en door de Kamer aangenomen was) geene notitie genomen. Een amendement van den heer Naquet tot toepassing van het rechtstreeksche algemeen stemrecht, werd ver worpen evenals een amendement van den heer Lareinty om het algemeen stemrecht in twee trappen toe te passen. Uit Tamatave wordt bericht, dat de Fransche admi raal met de Hovas vredesonderhandelingen heeft aan geknoopt. De Fransche oorlogsschepen «Beautemps- Beaupré" en «Allias" zijn naar de baai van Diego Suarez vertrokken, waarschijnlijk om die te bezetten. Uit Hongkong wordt aan den Standard geseind, dat men een grooten zeeslag tusschen de Fransche en de Chineesche vloot verwacht. Twaalf Chineesche oor logsschepen hebben bevel ontvangen om in zee te steken, de Fransche vloot te gaan opzoeken en For mosa te ontzetten. Vijf dezer schepen behooren tot het eskader van Nankin, de andere zeven tot de divisie van Tien-Tsin. De vloot telt 24 Duitsche officieren, waarvan een onder den Chineeschen admiraal het bevel over diens schip voert. De zitting der beide Huizen van het Eugelsche parlement zijn tot 19 Februari verdaagd, nadat de wet tot uitbreiding der kiesbevoegdheid door de Koningin was goedgekeurd en nadat het Lagerhuis in tweede lezing, na een zeer langdurig debat en zonder hoofdelijke stemming, het wetsontwerp omtrent de kiesdistricten had aangenomen. Gemengde Berichten. Heinkenszand. Bij den landbouwer H. v. D., van wien men verleden week heeft vermeld dat één paard en één veulen is gestorven, is sedert weer een paart ge storven terwijl op dit oogenblik nog voor een tweede groote vrees bestaat. Bij den landman J. v. d. Dries moet ook weder opnieuw een paard aan de.: fde ziekte lijdende zijn, waaraan ook verleden week één paard en één veulen was gestorven, en sede-t Za terdag 11. is ook bij den landbouwer J. B. Mz. bij twee paarden de ziekte uitgebroken metdoodelijken afloop. 's-Heer Abtskerke. Zaterdag had alhier een voorval plaats, dat heel ernstige gevolgen had kunnen hebben, doch tot aller verwondering nog tamelijk goed afliep. De landbouwer V. van 's-Heer Hendrikskinderen ver voerde boomen door het dorp. Door de helling der straat kwam de wagen op de hielen der paarden, waardoor deze aan het slaan en uit het tuig raakten. Nu kreeg de wagen den vrijen loop en kwam met den treeboom tegen het huis, bewoond door J. A. S. waardoor een raam geheel in huis gestooten werd. Andere schade werd er gelukkig niet veroorzaakt. Ik had reeds vroeger beproefd om te spreken, of mij te bewegen. Ik herinnerde mij dat in die gevallen, waarin de wilskracht om zoo te zeggen een wonder doet, zij zich geheel en met alle macht op den te ver vullen hartewei.sch vereenigt. Ik drong mij op, dat mijn uitwendig leven tot al zijne bewegingen moest terugkeeren, wanneer het mij gelukte het hart aan den wil te onderwerpen en vertrouwde erop, dat dan de verborgene levenskracht van mijn lichaam tevoor schijn moest treden. Ik dacht aan de loDgen, die nu plat en te zamen gedrukt in mijn borst lagen, aan het in haar aanwezige doch stilstaande levensbloed, ik dacht aan niets anders dan aan den samenhang dezer beide orga nen. Te vergeefs. Ik beproefde diep adem te halen, maar ik kon niet. Mijn moed begon te zinken, al de vorige schrikbeelden keerden met dubbele kracht terug, want uit het leven in de kamer leidde ik af, dat nu de deksel op de kist zou worden geschroefd. Op dit oogenblik trad mijn boezemvriend binnen, die uit een andere plaats was gekomen om mij voor 't laatst nog eenmaal te zien. Men maakte plaats voor hem, hij legde zijn warme hand op mijn hart een zwak kloppen bracht het in beweging. Bijna on merkbaar piantte deze onwillekeurige aanraking zich voort op de zenuwenmijne longen begonnen op te zwellen, een kriebelend gevoel doorliep mijn lichaam, het was of ik een schok kreeg, alsof de verstijfde zenuwen door eene plotselinge aanraking evenals aangeslagen snaren trildenna een krachtige ruk, waarbij mij het bloed uit den mond liep, begon mijn hart te kloppen, eerst zwak, toen sterker; als met één klank schenen de zenuwen iedere hartslag aan te slaan. De borst begon regelmatig op en neer te gaan, de spieren werden gespannen evenals het touwwerk van eën schip bij hooge zee en ik leefde 1 Mijn angst dat de nog zwakke levensteekenen niet zouden worden waargenomen verdween, toen ik de omstanders met schrik en vreugde hoorde uitroepen: «Hij leeft, hij leeft 1" Na eenige weken van zorgzame verpleging was ik weder volkomen gezond, doch nooit zal ik vergeten, dat ik de bitterheid des doods in al hare ontzetting doorleefd heb. Deze mededeeling leert dat de wilskracht alleen niet toereikend is, om de kluisters te verbreken van een schijndoode, maar dat er een bnitengewone oor zaak bij moet komen, zooals hier de aanraking der warme vriendenhand met het hart. Het eenvoudigste middel, bij oogenschijnlijke dooden, is wanneer er nog een spoor van warmte aan het hart is waartenemen, om een straal water zoo warm mogelijk en ter hoogte van een tafel op de harstreek te laten vallen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 2