1884 N°. 138.
Donderdag 20 November.
71ste jaargang.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentièn is van 15 regels 50 ct, elke regel meer 10 ets.
Bij directe epgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel
GOES, 19 November 1884.
De Standaard is uit haar humeur er over dat
mr. Van Berckel voor Delft en niet voor Almeloo
geopteerd heeft. In zoover er zeker altijd eerder te
Almeloo dan te Delft eenige kans voor een liberaal
is, heeft De Standaard wel eenigszins gelijk de aan
neming van Delft «gemis aan tact" te noemen.
Men kan echter de zaak nog van een anderen kant
bezien. Had mr. Van Beickel Almeloo aangenomen,
dan zou er eene nieuwe verkiezing te Delft noodig zijn
geweest en daar zou naast Fabins een anti-revolutionair
zoo goed als zeker slagen. Het «gemis aan tact" bij
de Katholieken is dus niet zoo zeer, dat zij te Almeloo
een liberaal in de Kamer zouden brengen, maar wel
dat der Sfandactrrf-partij de gelegenheid om een
nieuwen zetel te Delft te veroveren ontnomen wordt.
Is hier echter wel aan gemis aan tact bij de Ka
tholieken te denken? Wij gelooven veeleer, dat het
aannemen van Delft van zeer grooten tact bij hen
getuigt. In het onzekere Delft is de voet gezet en
behoudt de Katholiek zijn terrein.
En in Almeloo! Blijkens de stemmen op den heer
Van Alphen uitgebracht, bestaat daar slechts een zeer
zwakke anti-revolutionaire partij; daarentegen is nu
bewezen, dat een Roomsche er gekozen kan worden.
Welm, de Katholieken zullen een eigen candidaat te
Almeloo stellen en na eene schijnvertooning met Van
Alphen bij eerste stemming, zal de Sfandoofd-partij
steun moeten verleenen aan den Katholieken candidaat
en dan kan deze het van den liberaal winnen.
Zoo zullen telkens de anti-revolutionairen moeten
volgen, waar Rome meent het terrein te kunnen in
nemen.
't Is een klein staaltje van de toekomst, die we tegen
gaan. De consequentie van het aangegaan verbond
zal Rome in ons land machtiger maken tot6f de
weerzin der anti-revolutionairen om den Katholiek te
helpen, öf de weerzin van den laatste om de eersten
te steunen het verbond uiteen doet spatten.
De nieuwe Kamer heeft dus van haar recht en
van hare meerderheid het eerste gebruik gemaakt
door den liberalen vroegeren president niet andermaal
als eersten candidaat op de nominatie te brengen.
Een anti-revolutionair is voor die betrekking aan
gewezen.
Als tweede candidaat is de heer Reuther, uit het
katholieke kamp, gesteld, en den heer Cremers is de
consolatie-prijs van de derde caudidatuur gegund.
Blijkens de stemming bestond er voor deze'keuzen
een vooraf betaamd plan en kreeg de anti revolutio
naire partij in dezen het leeuwenaandeel in den te
deelen buit. Een andermaal zal dit waarschijnlijk den
katholieken ten deel vallen Zoolang nu de eene of
de andere dier twee partijen het van zich verkrijgen
kan om elkander ter wille te zijn, zal het kunnen
gebeuren, dat de derde partij, welke in aantal alleen
nagenoeg opweegt tegen de beide anderen te zamen,
geneutraliseerd wordt. Ook dit teekent den toestand
van het oogenblikde machtigste partij zal geneutra
liseerd worden, maar de beide andere hangen van
elkanders genade of ongenade af.
Trouwens De Standaard heeft het reeds gezegd,
dat men voorshands geen groote dingen (van de an
tiliberale meerderheid) moet verwachten". Het blad
stelt die groote dingen uit tot1890.
Maar wij zeggen het haar met eene kleine wijziging
na: «Wie profeteert ons wat er uit worden zal, als
wij 1890 bereikt zullen hebben"
't Komt ons voor, dat er gegevens aanwezig zijn
voornamelijk in de tweeslachtigheid der antiliberale
meerderheidom te profeteeren.dat het volk, ijdele
en onvervulbare beloften moede, en wars van een steun
welken het, zelfs volgens De Tijd, slechts met zeer
veel moeite en op sterken aandrang verleent, in 1890
aan die partij de overwinning zal verleend hebben,
die, krachtig op zich zelve, zonder steun van anderen,
het best zijne belangen zal hebben behartigd.
Blijkens in de Midd. Ct. voorgekomen berichten
schijnen sommigen het noodig te hebben geacht, jl.
Donderdag, toen de stembus geopend werd, de wonin
gen van drie predikanten aldaar te bewaken. In haar
no. van heden meldt de M. Ct., dat haar van ver
trouwbare zijde medegedeeld wordt dat die bewaking
van de woningen der heeren Rijnders, Ileinecken en
Riemens geschiedde zonder voorkennis van die heeren.
De commissaris van politie in die gemeente moet dit
geheel uit eigen beweging hebben gedaan.
In verband daarmede vraagt de Af. Ct.: «wie beeft
dan de heilige Hermandad in onze gemeente zoo op
een dwaalspoor kunnen brengen om te waken voor een
gevaar dat niet bestond Wat deed haar dan zoo vol
belachelijken ijver zijn?"
O. i. doet het blad zeer terecht die vraag, en is
zoo de zaak juist is voorgesteld het noodig, dat
de Middelb. politie hare daad zoodanig zal weten te
verantwoorden, dat geen onverdiende blaam op de
Middelburgers blijft rusten. Of hebben wij hier te
doen gehad met een vertoon, dat van andere zijde be
dacht was om op de Middelburgsche liberalen eeni-
gen schijn van Belgische oproerigheid te kunnen laden.
't Is te hopen, dat de politie het volle licht op deze
zaak zal laten schijnen.
In de hedenmiddag gehouden vergadering der
«Vereeniging tot weezenverpleging voor Zuid- en
Noord-Beveland" deelde de voorzitter, Jhr. M. J.
De Marees Van Swinderen, nadat de notulen der
vorige zitting waren gelezen en goedgekeurd, mede, dat
met 1 Jan 1884 is aangenomen P. V. d. Male, van
het armbestuur van Nisse, welk kind besteed is bij
P. Dentz te Goesdat een wees uit Biezelinge, waar
voor aanvankelijk plaatsing was verzocht, thans zoo
goed is uitbesteed door het armbestuur te Biezelinge,
dat de hulp der vereeniging niet noodig werd ge
acht dat met 1 Januari a. s. een meisje uit Kloe-
tinge door de vereeniging is aanvaard en dat mevrouw
J. G. Persant SnoepHazelhof, die periodiek moest
aftreden, als bestuurslid haar ontslag heeft genomen.
Daarna wordt gelezen het verslag over het jaar
1883, waaraan wij bet volgende ontleenen
»A1 bestaat er ruimschoots stof tot erkentelijkheid,
toch moeten wij ons verslag over liet afgeloopen
Vereenigingsjaar aanvangen met eene a 1 g e in e e -
n e beschouwing, die eene betuiging van
leedwezen inhoudt.
Het is een niet te loochenen feit, dat de znak
der Weezenverpleging nog lang niet in die mate
de belangstelling ondervindt, waarop zij aanspraak
heeft.
Ondankbaar zoude het zijn, indien wij niet
erkenden dat ruime financiëele steun ons ook
weder in het algeloopen jaar is verleend, maar
daar is eene andere even onmisbare belangstel
ling, die zich niet slechts uit in het voldoen van
eene zekere contributie met het geven van
geld alleen komt men er niet en die wij
tot ons leedwezen hebben moeten ontberen.
Gelijk de geneesheer, die niet met vrucht eene
ziekte kan bestrijden zonder haar in wezen en
omvang te kennen, moet het bestuur onzer Ver
eeniging volledig met den toestand der Weezen
verpleging bekend zijn, wil het met goeden uitslag
verkeerdheden, die op dit gebied bestaan, te keer
gaan.
Het zoude een te goedgeloovig optimisme ver
raden, om, op grond, dat men niet meer van
schandalen als weleer hoort, aan te nemen, dat
alles zoude zijn pour Ie mieux dans le meilleur
des mondes. Doch al is men ervan doordrongen,
dat de Vereeniging nog eene roeping heeft, daal
de Weezenverpleging op Zuid- en Noord-Beveland
nog niet aan de eischen, die men redelijkerwijze
stellen mag, voldoet, wat baat het, indien de
Vereeniging onkundig blijft van den werkelijken
toestand en niet weet waar en wanneer zij moet
optreden
Het is deze overweging, die het Bestuur
er toe geleid heeft, aan heeren Burgemeesters
der gemeenten in Zuid- en Noord-Beveland eene
circulaire te richten, waarin het in de eerste plaats
verzoekt van de Burgemeesters mededeeling te
mogen ontvangen, of er in hunne gemeenten van
wege de een of andere instelling van weldadigheid
kinderen worden verpleegd in gezinnen, waar zij
minder goed geplaatst zijnen ten tweede iedere
maand opgave te mogen ontvangen van de sterf
gevallen van de min- en onvermogenden, die
onverzorgde kinderen nalaten, ook al is nog de
andere ouder in leven. Tevens werden de burge
meesters uitgenoodigd, om, overeenkomstig art.
16 der statuten, als Commissaris der vereeniging
optetreden, teneinde de belangen van de Weezen
verpleging zooveel mogelijk te bevorderen en het
bestuur in zijne werkzaamheden behulpzaam te zijn.
Niet alleen, dus vervolgt het verslag, dat wij
over het afgeloopen jaar geen enkel bericht omtrent
de verweesde kinderen hebben ontvangen (dit zou
nog geen recht tot klagen geven, daar de circulaire
eerst medio-Noveinber, dus toen het jaar reeds
zijn einde naderde, is uitgegaan), maar op den
huidige» oogenblik heeft nog geen dergelijk be
richt ons bereikt.
Toch schijnt de stelling niet gewaagd, dat m
den tijd, sedert de toezending der circulaire ver-
loopen, binnen den kring vnn Zuid- en Noord-
Beveland kinderen hunne ouders verloren hebben,
voor welke weezen het zeer gewenscht zoude zijn,
indien onze vereeniging zich hun lot had aan
getrokken. Meer dan een kind, minder goed
besteed uit een moreel of materieel
oogpunt, zooals de circulaire het uitdrukt, zou
wellicht door onze tusschenkomst zijn kunnen
geplaatst worden bij brave en verstandige lieden,
die het tot een nuttig lid der maatschappij
zouden trachten op te voeden.
Mogen de Burgemeesters in Zuid- en Noord-
Beveland, die meerendeels blijken van sympathie
jegens de Vereeniging aan den dag gelegd heb
ben, zulks beseffende, voortaan door gevolg te
geven aan het vriendelijk verzoek, dat wij tot
hen richtten, ons bestuur in staat stellen, de
zaak der Weezenverpleging krachtiger en meer
systematisch dan tot dusverre te behartigen.
Een tiental Burgemeesters in Zuid- en Noord-
Beveland verklaarden zich bereid aan het gedane
verzoek te voldoen, ook wat betreft het optreden
als Commissaris.
Schetsen wij thans in het kort den toestand
van onze Vereeniging over het afgeloopen jaar.
Het bestuur bestoud op 1 Januari 1883 uit
de heeren Jhr. M. J De Marees Van Swinderen
te Goes, voorzitterZ. D. Van der Bilt La
Motthe te Goes, secretaris-penningmeesterJ.
Van Leeuwen te KolijnsplaatP. Bruggeman te
Baarland en J. A. Geill te Nisseen uit de
damesMevrouw de wed. J. E. Van der Man—
dere—De Laat de Kanter te KapelleMevrouw
E. Van der Bilt La Motthe —La Motthe te Goes
Mevrouw de wed. J. C. Persant Snoep—Hazelof
te Wolfertsdijk.
In deu loop des jaars ontstonden de navolgende
veranderingen: De heeren Van Leeuwen en Brug
geman namen op grond van Imogen leeftijd en
wankelende gezondheid hun ontslag en werden
vervangen door de heeren: Mr. L A. Bybau,
burgemeester van Kolijnsplaat, en J. Welleman,
burgemeester van Hoedekenskerke. Met de be
noemde leden waren door het bestuur aanbevolen
de heeren dr. Q J. M. Janssen te Wissekerke en
M. Van Iwaarden te 's-Heer Abtskerke.
Voorzeker gaf de Voorzitter uitdrukking aan
het algemeen gevoel van waardeering, toen hij in
de vergadering van 13 December een woord van
hulde jegens de afgetreden directeuren uitsprak.
De beide bestuursleden, die periodiek moesten
aftreden, de heer en mevrouw La Motthe, werden
met bijna algemeene stemmen herbenoemd.
Aan de dames-leden van het bestuur zijn wij
een woord van dank verschuldigd voor hare ijverige
bemoeiingen, wat betreft dat deel der taak van
liet bestuur, dat meer eigenaardig door vrouwen
kan behartigd worden.
De Vereeniging telde over 1883 218 leden,
waaronder 19 corporatie» en 66 be
gunstigers.
De g e 1 d e 1 ij k e toestand der Vereeni
ging was over list afgeloopen jaar gunstig te
noemen, daar over 1883 de ontvangsten bedroegen
ƒ2122,796 en de uitgaven ƒ1008,816, zoodat er
een goed slot bleef van ƒ1113,98
Voor zooverre dit bedrag niet voor den loopen
den dienst benoodigd was is het door tijdelijke
belegging rentegevend gemaakt.
De navolgende kinderen zijn vanwege de
vereeniging verpleegd, of ter verpleging aange
nomen.
Jan De Wolff, geb. 30 Juni 1873 te Hein-
kenszand. Dina Cornelia De Bart, geb. 11 Eebr.
1868 te Hoedekenskerke. Adriana Mol, geb 22
Maart 1874 te 's Heer Arendskerke. Jan Proost,
geb. 15 Febr. 1876 te Heinkenszand. Boudewijn
Mol, geb. 17 Maart 1877 te's Heer Arendskerke.
Pieter Van der Male, geb. 4 Febr. 1881 te
Nisse, (de verpleging van dit knaapje is inge
treden 1 Jan. 1884).
Voorts heeft de Vereeniging bijgedragen in de
kosten van verpleging van de I7jarige Josina
Wijnsberge te 's Heer Arendskerke, welke bijdrage
thans gestaakt is, daar dit meisje in eigen onder
houd kan voorzien.
De bovengenoemde zes (dit cijfer is in 1884
met éen verminderd) vanwege de vereeniging
besteede kinderen waren geplaatst als volgt: Jan
De Wolf, van 2 Januari tot 17 Maart in het
gezin van J A Boss, van 17 Maart (tot heden)
in dat van J. Voois te Goes; Dina Cornelia De
Bart, woonde in Januari bij II. Potter, vervol
gens bij mej A. P. De Koster te Kapelle. Adriaan
Mol was geplaatst in het gezin van M. Stevense
te 's-Heer Abtskerke. Jan Proost wordt verpleegd
ten huize van J. Blanker te Wilhelminadorp.
Boudewijn Mol is opgenomen in het gezin van
Yzennan te 's Heer Arendskerke. Pieter Van der
Male in dat van P. Dentz te Goes Over het
gedrag van de kinderen heeft het bestuur
alle redenen van tevredenheid.
Zij genoten geregeld (lager) o n d e r w ij s de
kleine Pieter Van der Male bezocht de bewaar
school te Goes.
Dina De Bart is aanvankelijk voor het on
derwijs opgeleid Toen zij in het voorjaar van
1884 voor de eerste maal bij het examen voor
onderwijzeres niet slaagde, was het Bestuur van
oordeel, dat het beter was haar geen nieuwe proef
te laten ondergaan, daar het meisje, viel deze
ook ongelukkig uit, wat betreft het zich eigen
maken van een ander vak, ten achteren zoude
geraakt zijn. Zij wordt nu opgeleid voor het linnen-
vak en leert de daarvoor vereischte zaken, o. a.
de nuttige handwerken, aan.
De kinderen ontvangen, voor zoover zij, wat
hun leeftijd aangaat, in de termen vallen, eene
Godsdienstige opleiding volgens de leer
van het kerkgenootschap, waartoe de ouders be
hoord hebben, of behooren en wonen de Gods
dienstoefeningen bij.
De gezondheid van de kinderen was
alleszins gunstig; van de diensten van een ge
neesheer is geen gebruik behoeven gemaakt te
worden.
Voor vaccinatie is zorg gedragen.
Wat betreft de verpleging van de kinderen,
hebben wij reden tot tevredenheid en zijn wij over
tuigd, dat zij in alle opzichten goed geplaatst zijn
en dat hunne pleegouders hen tot flinke menschen
wenschen opteleiden.
De bijzondere zorg, die mej. Dentz voor den
nog zoo jeugdigen Pieter Van der Male heeft
overgehad, verdient, zij die ook in 1884 bewezen,
hier ter plaatse een woord van lof.
Hiermede heeft het bestuur zijn taak van verslag-
geven volbracht. Het zegt, namens de vereeniging,
dank aan allen die in eenig opzicht van hun
sympathie voor haar streven blijk gegeven hebben
en uit ten slotte den wensch, dat de vrienden
van dit ons werk der liefdadigheid zich beijveren
zullen, het bestuur voorlichting te schenken bij
liet vervullen van zijn zwaren plicht. Iedere wenk
van dezen aard zal dankbaar worden aangenomen.
Zonder dat men den toestand naar waarheid kent,
kan men dien niet verbeteren. En in menig op
zicht heeft hij nog verbetering van noode.
Het bestuur der Vereeniging tot Weezen
verpleging voor Zuid- en Noord-Beveland,
VAN SWINDEREN, Voorzitter.
Z. D. VAN DER BILT LA MOTTHE,
Secretaris.
De rekening over 1883 wordt daarop goedgekeurd
in ontvang en uitgaaf, zooals hierboven in het ver
slag reeds is opgenomen.
De begrooting voor 1885 wordt in ontvang en uitgaaf
vastgesteld op ƒ1600, waarbij bet bestuur opmerkt,
dat verschillende cijfers maar zeer voorloopig zijn
kunnen worden vastgesteld, vooral wat betreft de
bijdragen van leden en begunstigers.
De heer J. Welleman vraagt inlichtingen omtrent
den post van f 5 op de begrooting uitgetrokken
voor schoolgelden. Hij vraagt of de weezen, door de
vereeniging verpleegd, niet gratis onderwijs kunnen
verkrijgen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit zeer goed zou kunnen,
doch uit de gezinnen, waar de weezen besteed zijn,
gaan de kinderen ter school op school B. en daarom
acht het bestuur liet wenschelijk ook de weezen der
vereeniging op die school te laten onderwijzen om hen
z oveel mogelijk liet karakter te doen houden als
broeders en zusters der andere kinderen. Het gratis
schoolgaan kan echter alleen op school C. geschieden
en daarom meent het bestuur om bovengenoemde reden
zich de opoffering van eenig schoolgeld te moeten ge
troosten.
Ter voorziening in twee vacaturen in het bestuur zijn
de volgende aanbevelingen door het bestuur opgemaakt:
vacature periodieke aftreding van Dr. J. A. Geill
1. J. A. Geill, 2. G. J. v. d Bosch, 3. C E. Massee;
vacature mevrouw Snoep, 1. mevr. C. de Leeuw
Nuhout v. d. Veen, 2. mevr. Gallis Meren»v. d.
Bussche, 3. mej. S. Warnsinck.