Rechtszaken. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Dinsdag zij* o. a. veroordeeld J. 21 j., arbeidster te Kolijnsplaat, wegens dief stal tot 15 dagen cel; M. M., 46 j, karreman te Goes, wegens overtreding der verordening op de plaatselijke belastingen tot 8 boete, en M. P., 54 j., vrachtrijder te Hoedekenskerke, wegens mishandeling tot 3 maanden cel en 8 boete. Vrijgesproken is P. A. H., 23 j., metselaar te Goes, wegens belee- diging van een beambte in functie en J. v. d. R., 31 j., koopvrouw te Goes, wegens beleediging van een beambte in functie. OPENBARE VERGADERING VAN DEN Baail der gemeente Goes, op VRIJDAG den 24 OCTOBER 1884, des namiddags te éen uur. Aanvulling van het verslag, voorkomende in het nommer van jl. Zaterdag. IX. Aan de orde is de begrooting van ontvangsten en uitgaven der gemeente voor 1885. Nadat niemand der leden verklaard heeft over de al- gemeene strekking der begrooting het woord te willen voeren (dan alleen dat de heer Kakebeeke vraagt naar den oorsprong der inschrijving op het Grootboek ten name der gemeente, welke hij, met het oog op den schulden last, wil verkoopen, en waarvan een onderzoek wordt toegezegd) geeft de Voorzitter te kennen, de begroo ting (beginnende met de uitgaven) artikelsgewijze in behandeling te zullen brengen en het er voor te zullen houden, dat ieder artikel, waarover geen debat wordt verlangd, is goedgekeurd. Alleen de volgende posten hebben beraadslaging ten gevolge Brandstoffen voor de openbare gebouwen. De heer dr. Callenfels heeft geen aanmerking op het bedrag, dat hem zeer laag voorkomt, maar hij wil, uit loutere nieuwsgierigheid, toch vragen, waarom de kolen voor de gemeente zijn aangenomen voor ruim 60, terwijl zij aan de kade geleverd worden voor 55 a 57 ets. per hectoliter? De Voorzitter antwoordt, dat de aanneming geldt voor een geheel jaar, en de aannemer dus niet uit het schip, maar het grootste gedeelte uit zijn pakhuis moet leveren. De heer dr. Callenfels bedankt voor de inlichtingen. Onderhoud van het Raadhuis. De heer dr. Callen fels heeft geen aanmerking op het bedrag, maar wil de aandacht van burg. en weth. vestigen op de raad zaal, die noodzakelijk eene restauratie behoeft. Hij is overtuigd, dat de fondsen der gemeente dit nu niet toelaten, maar hoopt, dat burg. en weth. dit niet vergeten zullen, als de financiën het permitteeren. Het plafond verdiende ook wel eens gewit te worden. De Voorzitter verklaart, dat, zoodra de financiën der gemeente dit gedoogen, een voorstel tot restauratie der raadzaal gedaan zal worden; maar volgens des kundigen mag het plafond niet worden gewit, omdat de fijne nuances dan bedorven zouden worden. De beer dr. Callenfels zegt tevreden te zijn, omdat hij de aandacht er op heeft gevestigd. Jaarwedde van den klokkenist en de klokluiders. De heer dr. Callenfels zegt, dat het hem hindert, dat het carillon niet meer tweemaal 's weeks bespeeld wordt. Waarom moet dit «leeg liggen"? Het geeft vroolijkheid in de gemeente, niet alleen des Zaterdags maar ook met de markt. Hij zou wenscben, dat B. en W. het aanvankelijk lieten bedienen door een mu zikant, die zich aangeboden heeft voor niet, tot hij de zaak meester is. Als men muzikant is kan men zoo iets gauw leeren. Het is de heer De Jonge, het hoofd van «Excelsior". Als spr. steun vindt bij de vergadering, dan zal hij een voorstel daartoe doen. De heer Van der Hoek verklaart zich tot die onder steuning bereid. De Voorzitter herinnert, dat de raad ten vorigen jare de jaarwedde van den klokkenist van de begroo ting heeft geschrapt, op voorstel van B. en W., omdat geen deskundige in de gemeente aanwezig was. Een bekwaam carillonnist uit Middelburg, die bij gelegen heid van 's Konings verjaardag vrijwillig het carillon bespeeld heeft, verklaarde, dat het zeer goed is, maar dat een ongeoefende er veel aan bederven kan. Nu gelooft spr., dat de Goesenaren zich tevreden moeten stellen met alleen bij het heel, half en kwart uur muziek boven hunne hoofden te hooren, totdat een bekwaam persoon gevonden is. De heer dr. Callenfels is van oordeel, dat de Middel burger de zaak niet goed doorzien heeft. Mijnheer De Jonge heeft vroeger al drie maanden het carrillon bespeeld en daarvoor salaris genoten en Stokmans is ook begonnen met het te leeren. Ook begrijpt spr. niet, boe men een klokkenspel bederven kan door te leeren. De Voorzitter herneemt, dat dit kan, omdat men speelt zonder onderwijzer. Aan een kind, dat zich begint te oefenen, geeft men een oude afgesleten piano in gebruik, maar met het carrillon is dit onmogelijk. Het carrillon heeft volgens verklaring van den Middel- burgschen deskundige groote waarde, maar mag niet door een ongeoefende zonder onderwijzer bespeeld worden. De heer dr. Callenfels voert aan, dat mijnheer De Jonge onder Ahrensman gespeeld heeft, en dat de laatste ook is begonnen toen hij er nog niets van wist. De heer Ochtman deelt mede, dat De Jonge af en toe op het carrillon «tingelde", maar zoo mooi, dat men het hem verboden heeft. De heer dr. Callenfels doet het voorstel weer een klokkenist aantestellen en voorloopig het bespelen van het carrillon optedragen aan den beer De Jonge, zonder belooning. Dit voorstel, in omvraag gebracht, wordt verworpen met 7 stemmen. Voor de heeren Van Asperen Vervenne, Steketee, dr. Callenfels, Den Boer, Van der Hoek en Quist. De heer dr. Callenfels komt terug op eene opmerking, die hij vroeger reeds gemaakt heeft, namelijk dat de klok niet meer geluid wordt op verjaardagen van den Koning of van de leden van het Koninklijk huis. Ilij vraagt of de Koning niet meer verdient, dat er voor hem geluid wordt? Hij wenschte de gedachten der vergadering te vernemen, om bij 's Konings jaardag de klok te luiden. De Voorzitter merkt op, dat dit geen zaak van de vergadering, maar van hem, als burgemeester, is. Even wel wil hij antwoorden op de gemaakte opmerking. Wel verre, als zou de Koning het niet verdienen, dat er voor hem geluid wordt, wordt het luiden juist nagelaten uit achting voor het geëerbiedigd hoofd van den Staat. De klok is uitnemend geschikt voor begrafenissen, brand, watersnood en dergelijke droevige omstandig heden, maar niet, om vreugde op te wekken. Als men hare doffe en sombere tonen hoort, begint men te sidderen van zenuwachtigheid. Ook is spr. herhaalde malen door bloedverwanten en geneesheeren van zieken, in de nabijheid van het stadhuis, verzocht het luiden niet te doen plaatshebben. De heer dr. Callenfels herneemt, dat de klok dient voor vreugde en voor droefheid, evenals eene vlag ook dienst doet bij vroolijkheid en in rouw. De Voorzitter merkt op, dat bij rouw de vlag halver- stok of omfloersd wordt uitgestoken. De heer dr. Callenfels vervolgt, dat de vlag er toch is, en bij spr. is nimmer eene klacht ingekomen over het luiden der klok. Hij wenscht het voorstel te doen om de klok bij alle gelegenheden te doen luiden. De heer Quist ondersteunt dit voorstel. De Voorzitter herhaalt, dat het niet de zaak der vergadering is maar dat hij toch wel wil verzoeken, dat de raad zich uitspreke en daarom het voorstel in omvraag zal brengen. De heer Van Asperen Vervenne hoopt, dat de raad hem bevrijde van het eentonig en dof gebrom der klok. Er is geen mogelijkheid, om gedurende het luiden een geregeld gesprek te voeren. Het voorstel wordt verworpen met 9 stemmen. Vóór de heeren Quist, Steketee, dr. Callenfels en Den Boer. Bij Plantsoenen geeft de heer jhr. Flugi Van As- permont aan burg. en weth. in bedenking, wat meer plantsoen om en op de begraafplaats aantebrengen. De Voorzitter herinnert, dat het planten van opgaand hout bij de begraafplaats is nagelaten, op verzoek van de molenaars, die daardoor in hun bedrijf zouden be lemmerd worden. De heer Ochtman voegt er aan toe, dat de weg langs de begraafplaats de hoofdcommunicatie uitmaakt tus- schen de haven en den 's-Heer Hendrikskinderendijk en iedere beplanting belemmering in het verkeer ver oorzaakt. De heer jhr. Flugi Van Aspermont herneemt, dat het zijne bedoeling is, wat laag plantsoen langs de heg en de paden der begraafplaats te erlangen. De Voorzifter zegt de zaak bij het college van burg. en weth. in overweging te zullen brengen. De post Ontvangloon voor het ophalen van rechten wordt met ƒ15 verhoogd tengevolge van de onlangs toe gekende belooning voor het ophalen van het marktgeld. Bij Cijnzen of erfpachten vraagt de heer jhr. Flugi Van Aspermont waarom de gemeente de cijnzen ten behoeve van de Hervormde kerk niet afkoopt? De heer Van Asperen Vervenne is van oordeel, dat hieraan bezwaren verbonden zijn, omdat zij in bezit van de doode hand zijn. Bij Straatverlichting vraagt de heer jhr. Flugi Van Aspermont of de hoogere som alleen strekt voor uit breiding der verlichting in de nieuwe buurt? De Voorzitter antwoordt, dat vier of vijf aanvragen om verlichting van een aangewezen punt in de ge meente bij burg. en weth. zijn ingediend. De heer jhr. Flugi Van Aspermont wijst op den Oost singel, waar het kantoor der hypotheken gevestigd is. De Voorzitter zegt toe, ook dit punt in overweging te zullen nemen. Bij Jaarwedden van het onderwijzend personeel wijst de heer jhr. Flugi Van Aspermont op het ver schil der jaarwedden van twee onderwijzeressen inde handwerken en vraagt, welke reden daarvoor bestaat, daar beiden hetzelfde werk doen. De Voorzitter antwoordt dat, bij de invoering van het handwerksonderwijs als verplicht leervak, de ge meentelijke naai- en breischool is opgeheven, en de jaarwedde van het hoofd dier inrichting, tevens hoofd der bewaarschool, is verdeeld tusschen lager en voorbereidend onderwijs. Het is dus eene bloot administratieve schik king van cijfers, evenals met de andere onderwijzeres, die te gelijk onderricht in de handwerken bij het mid delbaar onderwijs en de normaallessen geeft. De postVergoeding voor het gemis van vrije woning werd met ƒ225 verminderd, .tengevolge van het straks genomen besluit omtrent de verbouwing van school B. Om dezelfde reden wordt de postrente van geld- leening verhoogd met ƒ124. Bij de Ontvangsten hebben slechts weinig discussiën plaats. De Inkomsten van vaste eigendommen worden ver minderd met 20 tengevolge van afslag van pacht aan P. Okkee, van den grond aan de Matthens Smallegangsbuurt en verhoogd met 1 voor het in ge bruik geven van water aan P. Meijler Mz. De cijnzen worden met 2 verhoogd door de vergunning aan C. Schrijver tot het maken van een uitweg aan den stations weg, en de erfpachten worden met 41.88 verhoogd, door de uitgifte van grond aan D. Klemkerk. De heer jhr. Flugi Van Aspermont vraagt, waarom de gemeente het bezit van cijnzen behoudt De Voorzitter zegt, dat herhaalde malen pogingen zijn aangewend, en gedeeltelijk met goed gevolg, om de cijnzen te doen afkoopen, doch dat men de cijns- plichtigen niet kan dwingen. Bij Hoofdelijke omslag vraagt de heer dr. Callenfels, waarom het bedrag niet verminderd is, daar het sub sidie van het Gasthuis toch 1400 minder is dan over het loopende jaar? De Voorzitter wijst er op, dat het batig saldo, waarmede de begrooting aanvangt, ƒ1400 lager is dan dat, hetwelk op de begrooting voor 1884 ge bracht is. De Vergoeding van het rijk voor het lager onder wijs wordt met 67.50 verminderd, door dat de ver goeding voor het gemis van vrije woning is vervallen. De begrooting in haar geheel wordt ten slotte in omvraag gebracht en met algemeene stemmen vast gesteld, in ontvang en uitgaaf op 97,950.33% met een bedrag van 1389.45% voor onvoorziene uitgaven. De vergadering is daarna op de gewone wijze gesloten. Buitenlandsch Overzicht. De Belgische gemeenteraden houden zich thans bezig met afkeurende moties over de schoolwet te behandelen. Die van Brussel en Antwerpen zijn voorgegaan en hebben respectievelijk de volgende moties aangenomen »De gemeenteraad van Brussel, overwegende dat de gemeentelijke verkiezingen de clericale politiek hebben veroordeeld, dat de gemeentelijke kiezers op krachtige wijze hun zegel hebben gehecht aan het protest der burgemeesters die het compromis der gemeentenaren hebben geteekend, dat het hoog noodig is een einde te maken aan de onrust welke het ten uitvoer leggen der schoolwet in den lande veroorzaakt, dat het van belang is de desorganisatie van het volksonderwijs niet langer te laten voortduren, spreekt den wensch uit dat de wet van 1884 worde ingetrokken." «De Gemeenteraad van Antwerpen, Overwegende: dat de gemeentelijke verkiezingen van 19 October de politiek van het Ministerie hebben veroordeeld; dat de gemeentekiezers krachtdadig het protest hebben goedgekeurd der burgemeesters, die het verbond der gemeenten hebben onderteekend; dat het dringend noodig is, een einde te maken aan de beroering, welke de uitvoering der schoolwet in het land veroorzaakt; dat het noodig is de ontreddering van het volkson derwijs niet te laten voortduren; geeft den wensch te kennen dat de schoolwet van 1884 worde afgeschaft." De Keizer van Duitschland heeft geweigerd den brief van den hertog van Cumberland te ontvangen. Aan den brenger, graaf Grote, werd zelfs niet eens audiëntie verleend. Ook nadere berichten bevestigen, dat de hertog zijn kansen door de uitvaardiging van het zoogenaamde patent niet verbeterd heeft. In den Landdag las de voorzitter een schrijven voor door den Keizer tot den regentschapsraad gericht, waarin gezegd wordt, dat de Keizer zorg zal dragen, dat de uit den toestand ontstane vraagstukken, die de constitutie van het Rijk betreffen, in overleg met de regeeringen der andere Bondsstaten en op grond wettige wijze worden opgelost. Tevens zullen daarbij de rechten en belangen van het hertogdom en van de bevolking, in overeenstemming met de constitutie, worden verzekerd. De Landdag nam hierop met alge meene stemmen een mot ie aan van den volgenden inhoud «De vertegenwoordiging en het land wachten de maatregelen, welke noodig zijn om de quaestie der troonopvolging op wettige wijze te regelen, af in de door de woorden des Keizers gerechtvaardigde hoop, dat de uit de constitutie van Brunswijk voortvloeiende rechten evenzeer zullen worden gehandhaafd als die welke den Keizer en het Rijk toekomen." De verkiezingen voor den Rijksdag zijn aangevangen. De uitslag zal echter vermoedelijk eerst over eenige dagen bekend worden. De Fransche Senaat heeft met 136 tegen 36 stemmen in eerste lezing art. 1 van de recidivistenwet aange nomen. Aangezien over dit artikel alleen is gedebat teerd, zijn de volgende 21 artikelen terstond aan genomen. Beursoverzicht. Opnieuw is de terugblik op de afgeloopen beursweek niet opwekkend. Behalve op den 24 October, toen eene kleine opflikkering van de New-Yorksche markt ook hier de prijzen der Amerikaansche waarden deed stijgen, bewoog zich alles in dalende richting. Buiten de reeds door ons in ons vorig verslag opgesomde feiten, welke naar onze meening tot de nog steeds voortdurende lustelooze stemming aanleiding geven, heeft het sedert bevestigd gerucht, dat de November-coupon der oude obligatiën Denver niet betaald wordt, wel het meest hiertoe bijgebracht. Latere berichten melden dat men het meer in den zin van uitstel dan afstel moet op vatten, m. a. w. dat die betaling later toch nog volgen kan, doch niettemin blijft de zaak eene groote teleur stelling voor hen. die als bezitters op de vervallen rente hadden gerekend en die met dat uitstel weinig worden gebaat. Het publiek, voor zooverre het zich met beurszaken inlaat ef daarin geïnterreseerd is, is nu eenmaal door da vele teleurstellingen op beurs- gebied pessimistisch gestemd; het jaar 1873 wordt opnieuw in herinnering gebracht, angstvalligen gaan spoedig tot verkoop over, het goede wordt met het minder goede of als men wil slechte over eene kam geschoren en op die wijze ontstaat dikwijls eene de preciatie van het eene of andere fonds zonder dat daartoe eene directe aanleiding is. Een bewijs voor deze redeneering vindt men b. v. in de daling, die sedert een paar weken plaatsvond in de aandeelen der Nederl. Ilandel-Maatschappij. Nauwelijks waren de aandeelen Ned. Ind. Handelsbank en Koloniale bank eenige percenten teruggegaan of men meende met de Handel-Maatschappij zou het ook wel niet in orde zijn, zonder daarbij rekening te houden met de toch zeer voor de hand liggende redeneering dat een dergelijk lichaam, reeds 60 jaren bestaande en met een kapitaal van 36 millioen gulden, genoeg ondervinding heeft opgedaan en te groote geldelijke kracht bezit om de tijden van slechte productenmai kten zooals wij ze nu beleven het hoofd te kunnen bieden. Hollandsche fondsen bleven in 't algemeen zonder belangrijken omzet of variatie. Russische Obligatie- en Spoorwegleeningen konden zich moeielijk op prijs houden. Berichten van nihilis tische beweging deden ook in deze neiging tot reactie ontstaan. Spanjaarden moesten li pet. prijsgevenevenzoo ondervonden de Portugeezen een gevoeligen teruggang. Belanghebbenden in de Mexicaansche schuldregeling worden a. s. Maandag den 4en November door het comité voor de Vereeniging van den Effectenhandel ter vergadering opgeroepen. Men beweert dat de Mexicaansche gezant in Amsterdam is geweest en met bedoeld comité gesproken heeft. Blijkt dit gerucht waar te zijn, dan volgt daaruit als van zelve dat men zich nog niet geheel aan de in Londen goedge keurde voorstallen behoeft te onderwerpen. Teneinde zoo krachtig mogelijk te kunnen optreden blijft eene algemeene deelname zeer gewenscht. Ook voor de aandeelhouders in de Maxwell Land Grant Company breken wellicht nog betere dagen aan. Men zal zich herinneren dat wij een paar weken geleden een exposé gaven van hetgeen op de laatste vergadering in Amsterdam is voorgevallen. Op diezelfde vergadering werd de wenschelijkheid Uitgesproken dat het comité voor den Effectenhandel bovengenoemd eene commissie zou benoemen, die zich het lot der aandeelhouders zou aantrekken. Aan die uitnoodiging is thans voldaan, en hebben gelijk men wil de heeren Aug. Philips en Jac. Wertheim zich daartoe beschikbaar gesteld. De Amerikaansche spoorwegmarkt geeft ditmaal geene bijzondere stof tot bespreking. Toch wenschen wij nog een oogenblik stil te staan bij de laatste op gaven van de Central Pacific Spoorweg-Maatschappij. Hieruit toch blijkt wel dat het transito-verkeer in September pl. m. 315000 dollar minder opbracht dan in die zelfde maand van het vorige jaar, doch daar entegen dat de ontvangsten op het locaal verkeer met pl. m. 157000 dollar zijn toegenomen. Wij voor ons achten dit een gelukkig verschijnsel. Nu toch blijkt, dat de productiviteit van de Amerikaansche Staten zoo groot wordt, dat de opbrengsten niet meer vol ledig van buiten kunnen worden opgenomen, zullen vele lijnen hunne kracht in de opbrengsten van bet locaal verkeer moeten zoeken en zullen dus nog meer dan vroeger de streek, waarin eene lijn is gelegen en ook de quantiteit der bevolking die hiervan profiteert, factoren ter beoordeeling worden. Zooals bekend is bleven bij de jongste plaats gehad hebbende daling de obligatiën 6 pet. Chicago en Atlantic niet onaan getast. Thans is door de maatschappij tot beheer van het administratiekantoor van Amerikaansche fondsen, opgericht door Broes en Gosman, Ten Have en Van Essen en Iarman en Zonen te Amsterdam, het laatste rapport aangaande de ontvangsten en den al- gemeenen toestand der Maatschappij openbaar gemaakt. Hieruit blijkt dat de Maatschappij niet bij machte was de nette ontvangsten openbaar te maken. Toch zijn er voor alsnog geene bijzondere redenen tot bezorgdheid. q—iqjag—a—naatmnw Uitslag der verkiezingen op 28 Oct. 1884. BrieUe. Uitgebracht 1076 st. Herstemming tus schen mr. G. J. Ooekoop (1.) met 522 en jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) met 353 st. Het aftredend lid dr. Rombach (I.) had 200 st. 's-Gravenliage. Uitgebracht 1739 st. Herkozen mr. R. J. Graaf SCHIMMELPENNINCK (c.) met 892 st. Herstemming tusschen de heeren li. A. IV. Sluiter (1.) met 826 en mr. W. Wintgens (aftr. c.) met 817 st. Jhr. mr. A. P. C. Van Karnebeek (1.) verkreeg 765 en jhr. Gevaerts Van Simonshaven (a.) 103 st. Groningen. Herkozen mr. S. VAN HOUTEN (I.) met 527 st. Prof. Cort Van der Linden (I.) had 371, jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) 104 st. Haarlemmermeer. Uitgebracht 1201 st. Herkozen mr. F. J. M. A. REEKERS (k.) met 625 st. Mr. D. Visser Van Hazerswoude (I.) bekwam 377 en mr. W. Hovy (a.j 197 st. Maastricht. Uitgebracht 1210 st. Herkozen mr. W. G. STRAETMANS (k.) met 1026 en jhr. mr. G. RUIJS VAN BEERENBROEK (k.) met 1024 st. In blanco waren 128 st. Steenwijk. Herkozen de heer G. H. Th. a Th. VAN DER HOOP (a.) met 719 st. Mr. A. J. Dijckmeester (1.) bekwam 574 st. Eindhoven. Uitgebracht 1228 st. Herkozen mr. A. J. H. VAN BAAR (k.) met 1185 en dr. P. J. F. VERMEULEN (k.) met 1165 st. Tilburg. Uitgebracht 1521 st. Herkozen mr. B. M. BAHLMANN (k met 1471 en F. H. H. BORRET (k.) met 1456 st. Winschoten. Uitgebracht 1140 st. Herkozen mr. J. W. J. Baron DE VOS VAN STEENWIJK (Imet 882 en mr. H. GOEMAN BORGESIUS (I.) met 858 st. Jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) bekwam 241 en ds. J. Nederhoed 237 st. Zevenbergen. Herstemming tusschen mr. C. J. A. Heydenrijck (k.) met 587 en mr. A. P. R. C. Baron Van der Borch van Verwolde (aftr. a.) met 531 st. mr. R! Van de Werk had 460 st. Amersfoort. Uitgebracht 2351 st. Herkozen mr. AS. Baron MACKAY (a.) met 1560 st. en mr. F. W. C. P. Graaf VAN BYLANDT (a.) met 1556 st. Hilversum. Uitgebracht 1620 st. Herkozen mr. Th. Ph. MACKAY (a.) met 1004 st. Jhr. mr. J. E. Huydecoper Van Nichtevecht (1.) bekwam 606 st. Nijmegen. Uitgebracht 1798 st. Herkozen A. E. REUTHER (k.) met 1400 en mr. M. KOLKMAN (k.) met 1404 st. mr. W. J. J. G. Most had 355 en K. W. Van Gorkom (1.) 340 st. Dordrecht. Uitgebracht 1934 st. Herkozen mr. G. M. VAN DER LINDEN (1.) met 1082 en mr. J. B. VAN OSENBRUGGEN (1.) met 1083 st. mr. L. W. C. Keuchenius (a.) had 839 en jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) 836 st. Assen. Uitgebracht 1461 st. Herkozen mr. L. OL- DENHUIS GRATAMA (I.) met 1005 en W. A BARON VAN DER FELTZ (I.) met 998 st. Jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) bekwam 436, mr. D. P. D. Fabins (a.) 412 st. Boksmeer. Uitgebracht 1320 st. Herkozen mr. J. H. L. HAFFMANS (k.) met 1237 en mr. J. M. L. H. CLERCX (k.) met 1242 st. Zuidliorn. Uitgebracht 735 st. Herkozen mr. E. J. J. B. CREMERS (1.) met 452 st. Jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman (a.) had 290 st. Leiden. Uitgebracht 2389 st. Herkozen J. H. DON- NER (a.) met 1511 en O. BARON VAN WASSE NAAR VAN CATWIJCK (a.) met 1522 st. De heer J. Van der Breggen (I.) had 869 en D. Harteveld (1.) 852 st. Roermond. Uitgebracht 1348 st. Herkozen mr. H. T. LAMBRECHTS (k.) en m.r. H. J. BROUWERS (k.), beiden met 1199 st.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 2