1884 N°. 120. Donderdag 9 October. 71ste jaargang. De geest van het slot Gairloch. FEUILLETON. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Advertentiebureau en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen te weten, dat door den Raad der gemeente in zijne vergadering van 20 Augustus 1884 is vastgesteld de volgende verordening VERORDENING op de heffing van een leggeld in de gemeente Goes. Art 1. Er wordt geheven een leggeld voor het ge bruik van grond langs de kaden of boorden der haven, ten bedrage van vijftig cents voor elke scheepslading, met uitzondering van een lading boomen waarvoor tien cents per boom verschuldigd is. Gedeelten worden voor geheelen in rekening gebracht Art. 2. De belasting is verschuldigd door de eigenaars of geadresseerden van de goederen. Art. 3 Van de belasting in art. 1 vermeld, zijn vrij gesteld de ladingen stukgoederen van schepen, die in geregelde beurt op bepaalde plaatsen varen. Art. 4 Indien na verloop van 14 dagen na de in gebruikneming, met vergunning van Burgemeester en Wethouders grond der kaden of boorden blijft inge nomen, wordt daarvoor, behalve het bovengenoemde leggeld geheven een bedrag van vijf cents per dag voor eiken M2. Zijnde aan deze verordening de vereisehte goedkeu ring verleend bij Koninklijk besluit van 22 September 18S4 no. 24, met aanhaling der volgende in dezelfde raadsvergadering vastgestelde VERORDENING op de invordering van leggeld in de gemeente Goes. Art. 1. De belasting zal moeten voldaan worden in handen en tegen kwitantie van den adsistent-binnen- havenmeester. Art. 2. Zoolang de belasting nog niet is voldaan, zullen de goederen niet vervoerd mogen worden Art. 3. De adsisteut-binnenha ven meester stort de ontvangen gelden per maand, en wel voor den derden der daarop volgende maand, ten kantore van den gemeente-ontvanger op staten, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. Art 4. Voor zoover de belasting niet mogt zijn voldaan, zullen op de invordering daarvan toepasselijk wezen de artt. 258 tot 262 der wet van 29 Juni 1851 Staatsblad no. 85), gewijzigd bij die van 7 Juli 1865 Staatsblad no. 79), benevens de artt. 270 en 275 dier- zelfde wet van 29 Juni 1851 Staatsblad no. 85). En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 8 October 1884. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WiTT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 8 October 1884. De zuiveringseed. »Ik zweer (verklaar), dat ik, om tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaai te worden benoemd, direc- telijk of indirecte lijk, aan geene personen, hetzij in of buiten het bestuur, onder wat naam of voorwendsel 9) Ervaringen eener Duitsche gouvernante in Schotland. Uit het Duitsch. «Deze behandeling is niet onbekend, lieve dame; verscheidene doktoren hier en in Parijs, wenden dezelve aan onder den eenen of anderen naam, doch in Duitsch- land beschouwt men het daarentegen als humbug. Hier in Londen zijn twee der eerste doktoren getuigeu geweest mijner behandelingen, zij hebben den uitslag voor ver rassend verklaard, maar weigeren toch om verder iets na te gaan of to onderzoeken «genezing door het magnetisme" voegt niet bij hunne tegenwoordige the orieën en wetten en daarom willen zij er niets van weten. Ik weet zeer goed dat de nieuwste ontdek kingen in de plant- en dierkunde en de vorderingen op het gebied der natuurkunde, het dierlijke van het magnetisme niets duidelijker hebben gemaakt, en al vorens het aan de universiteiten toegepast is, of de genezing erdoor niet bewezen is door de jongere mannen der wetenschap, zal het zich in het openbare leven nooit baan breken Het is treurig, dat zoowel de overdreven geestdrift zijner aanhangers het middel belachelijk maakt, als het misbruik er van waardoor verscheidene zoogenaamde magnetiseurs onze spiritis tische navorschingen in slechten reuk brengen, het ver achtelijk maakt en tot het gebied van humbug heeft veroordeeld, en ik kan u verzekeren dat er niet weinig moed van den kant der doktoren toebehoort om zich op dit door zoo velen bespotte gebied der wetenschap te wagen. Hoe vele bekende en onbekende bedriegerijen er echter ook onderloopen, zoo blijven de nasporingen in die richting toch altijd het onderzoek waard, daar zij voortdurend nieuw licht werpen op een gebied het welk daarom steeds nog zooveel bijgeloof vindt, dewijl het zoo onbegrijpelijk is en er door de wetenschap zoo weinig werk van wordt gemaakt." «Gij hebt mij toch laatst onder uwe spiritistische vrienden eenige doktoren genoemdzijn zij dan geene aanhangers van deze geneeswijze?" «Zeker, dokter Wympole en dokter James zijn zeiven magnetiseurs buiten hun beroep als arts; een ander ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb, noch beloven of geven zal." Aldus luidt de eerste alinea van den zuiveringseed, afteleggen door de leden der Tweede Kamer bij de aanvaarding van hunne betrekking. Naar aanleiding van dien eed zegt de Standaard «Het eenige en allereenigste wat verboden is, bestaat hierin, dat ge onder geenerlei voorwendsel of onder eenigen naam, geld aan iemand geeft of belooft opdat hij u stemme." En verder: «Stelt men u dus candidaat b. v. in Amersfoort, en maakt men daar verkitzingskosten, zeg van duizend gulden, dan heeft het niet het aller geringste met den zuiveringseed te maken, bijaldien gij die volle duizend gulden openlijk uiibetaalt." Wij zijn zoo vrij met het anti-revolutionnair orgaan van gevoelen te verschillen. Het komt ous voor, dat, wie in het laatste geval de duizend gulden uitbetaalt, wel degelijk aan iemand giften of gaven geeft om tot lid der Kamer te worden benoemd. Immers, wanneer een candidaat de verkiezingskosten voor zijne rekening neemt, dan zal hij vóór de verkiezing wel van die vrijgevigheid hebben doen blijken en dan heeft hij dus wel degelijk gaven beloofd in het belang zijner eigene verkiezing. Doch ook al ware volgens de letter van de wet in dezen geen meineed te constateeren, dan is toch eene dergelijke handelwijze zeker niet volgens den geest der wet. De Standaard zegt in haar hoofdartikel van heden: «de N. R. Ct. is, zooals gewoonlijk, weinig op de hoogte van wat bij andere partijen omgaat, althans stelt zij haar lezers niet op de hoogte." Zou men dit niet met misschien nog meer recht van het anti-revolutionnair orgaan zelf'kunnen beweren, waar het de ongeregeldheden, jl. Zaterdag t j Brussel bij de uitreiking der prijzen aan de bekroonden bij den wedstrijd tusschen inrichtingen van Middelbaar onderwijs voorgevallen, op rekening der liberalen stelt Het blad weet zeer goed, dat er in België's hoofd stad eene republikeinsche troep bestaat, die tegenwoor dig het hoofd opsteekt, waarvan zelfs enkele leiders over de grenzen zijn gezet en dat deze met de libe ralen niets te doen hebben. Het uitjouwen van het koninklijk paar te Brussel moet dan ook volstrekt niet op rekening gesteld worden van de liberalen, doch de Standaard ziet er niets in haren lezers dit op den mouw te spelden en er eene waarschuwing bij te voegen, door te zeggen«En weet wel, zóo als de liberalisten in België zijn. precies zoo zijn ze in Nederland. Twee druppelen waters." Zoo iets kan bij de ophanden i ii 'nu mijner vrienden, hoewel zelf geen spiritist in de ware beteekenis van het woord, dokter Butler, dien gij wel eens zult leeren kennen, bezit wel is waar zelf niet de gave oin magnetischen invloed op zijne zieken uit te oefenen, maar is toch zoo overtuigd van de heilzame werking ervan, dat hij dien gedeeltelijk door de beide bevriende doktoren, gedeeltelijk door mij bij al zijne vrouwelijke patiënten iaat aanwenden, die aan zielsziekte lijden, en waarvan hij eene inrichting heeft." «Heeft dokter Butler een groot gesticht?' «Neen hij neemt slechts weinige dames aan, zoodat hij hare behandeling nauwkeurig kau nagaanop 't oogenblik zijn er slechts zes zieken in zijn huis. Eene van haar, een zekere Miss Lowe, is voor mij en ons allen een zeer belangrijk geval. De dame lijdt aan zwaarmoedigheid en verbeeldt zich achtervolgd te wor den; ik heb haar nu zoolang gemagnetiseerd, tot hare hevigste aanvallen wegbleven en steeds minder werden. Zij is nu weer in zoover helder van geest, dat zij, als zij gemagnetiseerd is, duidelijk kan opgeven, wanneer de aanvallen bij haar zullen plaats hebbenop den door haar bepaalden tijd wordt zij dan in slaap gemaakt, de krampen blijven weg en dikwijls bevindt zij zich weken lang in zulk een goede gezondheid, is tevreden en rustig en zoo goed, dat men haar als geheel genezen zou kunnen beschouwen. Echter is en blijft haar ver stand beneveld en geene magnetische behandeling is tot nu van eenigen invloed op hare verstandelijke vermogens geweest." Mijn hart klopte wild en onstuimig; zou ik hier eindelijk het spoor hebben gevonden, waarna ik zoo erg verlangde? «Hoe gaarne zou ik zulk eene dikwijls wederkeerende en lange magnetische behandeling met al hare gevolgen zelve eens willen zien en waarnemen", riep ik uit. «Misschien moogt gij wel tegenwoordig zijn, als dokter Butler zijn zieke hierheen brengt en uwe te genwoordigheid toelaat. Dikwijls ook behandel ik haar in het gesticht in St. Johns Wood gij kent immers die plaats, niet ver van Regents Park niet waar Nu goed, als dokter Butler het toelaat en miss Lowe zelve er niets tegen heeft, kunt gij de bewerking bij wonen, ook willen wij u met genoegen alle mogelijke ophelderingen geven". zijnde verkiezingen dienst doen of het verhaal waar heid bevat, doet minder ter zake. De Minister van Binnenlandsche zakengelet op art. I van het koninklijk bestuit van 3 October 1873 (Staatsblad no. 135), heeft met ingang van 6 dezer, de artt. 1, 3, 4, 5, 6 en 7 van het aangehaald kon. besluit van toepassing verklaard in de gemeente Schoon- dijke, op de bouwmanswoning, de stallen, het erf en de landen van A. E. De Badts, gelegen in den Nieuwen- hovenschen polder dier gemeente, en kadastraal bekend sectie B nos. 20, 21, 22, 25 en 338. De Midd. Ct. deelt nog mede dat de vier, door longziekte aangetaste koeien op de hofstede van de wede. P. De Badts te Schoondijke, allen zijn afge maakt. Door de inspecteurs-veeartsen van Noord-Brabant en Zeeland is voorgesteld nog 23 stuks rundvee, zoo groot als klein, verdacht van longziekte op bovenge noemde hofstede, te doen afmaken, waartoe de minis- teriëele machtiging wordt ingewacht. De hofstede wordt streng bewaakt en zal spoedig afgesloten worden. Ellewoudsdijk. B j herstemming voor een lid van den gemeenteraad zijn door 24 kiezers stemmen uit gebracht, waarvan 18 op den heer A. Fontein en 6 op den heer D. Meulenbergde eerste is alzoo verkozen. Dhr. J. Vermet, burgemeester van 's-Heer Arends- kerke, is door de arr.-rechtbank te Middelburg benoemd tot schatter der gronden gelegen in het waterschap Ellewoudsdijk en den calamiteusen porder Borsele. Naar wij vernemen heeft de heer N. A. Bouwman ter gelegenheid van zijn aanstaand huwelijk van de officieren der artillerie een tweetal prachtige gravures tengeschenke ontvangen en zal de aanbieding van een cadeau dour de officieren van het 3e reg. inf. mede dezer dagen plaats hebben. Ook de niet-militaire bevolking zal zich niet onbe tuigd iaten en van deze gelegenheid gebruik maken om den heer Bouwman te bewijzen, hoezeer hij, door zijn leiding van het, door de Bergenaars gaarne ge hoord, muziekcorps, hun sympathie heeft verworven. (A. en A. v. B. O. Z) Naar men mededeelt hebben de drie verslaggevers, die Vrijdagavond bij het feestmaal te Leiden uit de zaal gezet werden, deze onhèusche bejegening aan zich zeiven te wijten. Hun was beleefd te kennen gegeven, dat voor hen in de zaal geene plaats was; wilden zij toch hooren wat er gesproken werd, wat de feestcom- V. Na verloop van eenige dagen had ik dokter Butler leeren kennen hij was dezelfde oude heer, die ik in Lizzie's, dat wil zeggen in miss Lowe's gezelschap gezien hadhij was weder met haar bij Mrs. Han- bury geweest, om haar eene magnetische bewerking te laten ondergaan en ik was er bij tegenwoordig geweest. Onder de magnetische aanraking van Mrs. Hanbury werden de gelaatstrekken van het zieke meisje kalmer, hare starende oogen sloten zich, een diepe slaap overviel haar, en eene weldadige uitwa seming had plaats zij scheen in een toestand te ver- keeren van volkomen rust, zoowel wat de zenuwen als het lichaam betrof. De vragen, die haar gedaan werden, beantwoordde zij op helderen, zekeren en lang- zamen toon, ook stelde zij een dag in de volgende maand vast, als herhaling harer aanvallen, en dit alles gebeurde terwijl zij steeds in diepen slaap was, waaruit zij eerst na eenigen tijd weder gewekt werd, zeer ver sterkt en oogenschijnlijk zeer gezond. Geheel doordrongen van hetgeen ik gezien had, begaf ik mij weder naar mijne kamer. Welk een kracht bezat de haftd van den magnetiseur en welk een zeldzame macht oefende bovendien de magnetische bewerking uit op den geest en het lichaam 1 Duizenden vragen, allen raadsels voor mij, drongen zich in mij op, maar behalve de steeds toenemende belangstelling in de geheimen van het zenuwleven en dat der ziel, kwam steeds deze vraag weer boven: «Zijn Miss Lowe, Lizzie en die verschijning in Gairloch Castle een en dezelfde persoon? Zou ik deze vermoedens aan Mrs. Hanbury en dokter Butler mededeelen? Kon ik hen vertrouwen Toen ik den volgenden dag 's middags naar huis kwam vond ik een briefje van Mrs. Hanbury, met het verzoek 's avonds met dokter Butler bij haar te komen theedrinken. Dat is een teeken des hemels, dacht ik, en mijn besluit was genomen. Des avonds bracht ik het gesprek op de merkwaar dige patiente. Ik verhaalde hun zeer uitvoerig, doch verzweeg de namen, alles wat ik gezien en gehoord had en sprak mijne overtuiging uit, dat Miss Lowe en Lizzie dezelfde waren. De verbazing mijner beide toehoorders was geheel natuurlijk en waarik be merkte dat zij beiden onbekend waren mol Jen waren missie niet noodzakelijk achtte, daar het feestmaal geen openbaar karakter droeg, dan konden zij van de kleine tribune gebiuik maken, de eenige gelegenheid die in de zaal bestond. Toen zij daarop toch in de zaal verschenen, waren zij daar niet op hunne plaats dit werd hun te kennen gegeven en toen zij zich daaraan niet stoorden en door de wijze, waarop zij zich telkens, bij elk woord, dat een weinig luider gesproken werd, om de deur vertoonden om zich daarna met gemaakte overijling weer terug te trekken, de ergernis van velen opwekten, toen achtte een lid der feestcommissie het noodzakelijk den heeren op gevoeliger wijze aan 't verstand te drengea, dat hun tegenwoordigheid hinderlijk werd. Degeen, die ons dit mededeelt, is iemand, die allerminst de pers terzijde gesteld wil zien; tocli bil lijkt hij volkomen de handelwijze zoo dan ook niet de woorden van het bedoelde lid der feest commissie en laakt hij de houding der drie verslag gevers, die geenszins bijdroegen om het prestige der pers te verhoogen. (R. Nbl.) De heer Van der Worm, burgemeester van Hen- naarderadeel, een afstammeling van Van der Werff, heeft de gouden medaille, zijn voorvader als hulde voor diens manhaftig gedrag door den Prins van Oranje geschonken, in eigendom afgestaan aan de stad Leiden. De Regeering heeft bericht ontvangen, dat in Mei 1885 te Londen onder het patronaat van Hare Majesteit de Koningin van Engeland, en het voorzit terschap van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins van Wales, eene internationale tentoonstelling zal gehouden worden van uitvindingen, gedaan sedert 1862. Tot het verkrijgen van inlichtingen worden belanghebbenden verwezen naar de onderstaande adressen, aan welke de bescheiden omtrent de tentoonstelling zijn toegezonden het koninklijk instituut van ingenieurs te 's-Gravenhage de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, te Amsterdam; het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevordering van fabrieks-en handwerknijverheid in Nederland, te 's-Gravenhagehet bewind der Vereeni ging van en voor Nederlandsche industriëelenhet hoofdbestuur der Nederlandsche maatschappij tot be vordering van nijverheid re Haarlemhet hoofdbestuur der Hollandsche maatschappij van landbouwhet hoofd bestuur der Friesehe maatschappij van landbouw en veeteelt te Leeuwarden. In het Bataviasche Handelblad leest men: Meermalen is de aandacht gevestigd op de goede toekomst, welke het Indische leger aanbiedt aan jonge lieden, die een ambacht kennen, als metselaars, schoen makers, smeden enz. Zij vormen een afzonderlijke cate- naam en stand van Miss Lowe, en toen zij mij beiden oprecht verzekeiden te zullen zwijgen, deelde ik hun dezen mêe. «Wij kunnen liaar, nu wij een punt van uitgang hebben, wel eens ondervragen wanneer zij weder in slaap is gemaakt", zeide de dokter; «wij deden zulks nooit omdat wij niet aan haar naam hebben getwij feld, ook hebben wij niet naar hare persoonlijke om standigheden onderzoek gedaan, daar hare vermogens niet in orde zijn, en mededeelingen over haar vroeger leven, die zij in haren slaap deed, waren voor ons zonder waarde en wij hechtten er dus gten gewicht aan. Het is nu echter van het groot sti belang om te bewijzen of zij de bewuste persoon is en dat kan gemakkelijk geschieden door uwe vriendin Fraülein Eisner, die haar kende. In het notitieboek van mijn voorganger, die beter van haar leven op de hoogte moet geweest zijn dan ik, staat zeer weinig aange geven van haar vroeger bijzonder leven, ja zelfs min der dan over een der andere patiënten; ik heb er mij wel dikwijls over verwonderd, maar daar niemand zich ooit met haar heeft bemoeid, dacht ik er niet verder over. Den zaakwaarnemer, die mij het geld uit betaalt, ben ik echter verplicht elke maand bericht te zenden". «Kunt gij, vroeg ik, dien noodlottigen brief niet gebruiken om herinneringen in haar op te wekken en daardoor op haar denkvermogen te' werken". «Daar heb ik al aan gedachtzoudt gij en Fraülein Eisner ons dien brief willen toevertrouwen"? «Zeker, ik zal er haar morgen dadelijk over schrijven". Dit deed ik ook en vroeg haar of zij mij niet kon komen bezoeken, teneinde te zamen de zaak verder in handen te nemen en zoo mogelijk het raadsel om trent Lizzie op te lossen. Na weinige dagen volgde nu ook eene schriftelijke uitgewerkte verklaring van de besproken aanteekenin- gen, en deze leidden tot de zonderlinge uitkomst, dat tijd en uur der verschijningen in Gairlach Castle juist overeenkwamen met de dagen en uren in welke de zieke door cataleptisclie verstijving werd overvallen. Was dat nu een toevallige samenloop van omstandig heden, of lag er een dieperen zin in en stonden deze beide daa lziken in eea tot nu toe onbegrijpelijk ver band met elkaar (Wor.if vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1