1884. N°. 113. Dinsdag 23 September. 71ste jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zichvoor Rotterd am aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel GOES, 22 September 1881. Gemeentelijke verordeningen verbinden niet, dan wanneer z:j behoorlijk zijn afgekondigd, en art. 169 der gemeentewet vordert, dat de afkondiging geschiede binnen veertien dagen na de dagteekening van het bericht van ontvangst van Gedeputeerde Staten. Doch hoe zullen Burg. en Weth. van Goes aan dit wettelijk voorschrift met betrekking tot de onlangs vastgestelde verordeningen voldoen, daar de voorzitter van den gemeenteraad in de vergadering van 19 dezer mede deelde, dat het bericht van ontvangst den vijfden September als dagteekening heeft, doch dat het bericht eerst den zeventienden uit Middelburg verzonden is? De afkondiging had dus uiterlijk den negentienden September moeten geschieden, doch toen was nauwe lijks het bericht alhier ontvangen en was er natuur lijk geene mogelijkheid meer om de elf verordeningen op de gewone wijze binnen den bepaalden tijd aftekon digen. Nu zijn er wel administratieve en rechterlijke beslissingen, dat de verordeningen, die na den bij art. 169 gestelden termijn werden afgekondigd, geldig en verbindend zijnmaar, dan vragen wij, wat dan het voorschrift der wet beduidt In ieder geval is de ver zending van een eenvoudig bericht van ontvangst twaalf dagen na zijne dagteekening zeker niet het geschikte middel om den gemeentebesturen de uitvoering van art. 169 gemakkelijk te maken. Toegelaten is als leerling-telegrafist, op grond van goed afgelegd eindexamen voor de hoogere burger scholen met vijfjarigen cursus, A. W. A. Ross. RUIand-Batli. Van 15 September jl. af is het station Rilland-Bath opengesteld voor het gansche goederenvervoer, bij aankomst en vertrek; alsmede voor het vervoer van levende dieren, rij- en voertuigen, lijken enz. Bij het gehouden notaris-examen te 's- Hage is geslaagd voor het le gedeelte dhr. J. Meulenberg, te Middelburg, geboren te 's- Gravenpolder. (M. Ct.) Vrijdag heeft te Amsterdam de trekking plaats gehad van de loterij der Landbouwtentoonstelling. De plechtigheid kenmerkte zich door zeldzamen spoed, want ze was binnen vijf minuten afgeloopen. Onder behoorlijke contr&le en door iemand uit het publiek werd uit eene oude stembus een papiertje ge trokken, dat een van de nommers bevatte der twee duizend vijfhonderd zeventig uitgegeven loten. Het nommer was 4099. Wie het bezit, kan in den stal van den heer Luësse, Weteringdwarsstraat, den eenigen prijs dezer tentoonstelling afhalenhet span paarden, dat met de onkosten, aan de loterij verbonden, de geringe inkomsten geheel heeft verslonden (Amst.) Het Nieuws van den Dag deelt mede, dat de financiëele resultaten der Landbouwtentoonstelling niet zoo ongunstig zullen zijn als men aanvankelijk vreesde. Het hangt zelfs nog van verschillende om standigheden, o. a. de bijrekening van den aannemer en de opbrengst van het hoofdgebouw af, of er wel eens een deficit zal zijn. Zooveel is zeker, dat nu reeds alle ten laste van de tentoonstelling ingekomen rekeningen voldaan werden en de oproeping in de couranten alleen de strekking heeft om te zien of er nog achterblijvers zijn. Blijkens eene mededeeling van de Fransche post administratie zullen de Fransche pakketbooten van Marseille naar Indië voorloopig Napels niet aandoen. De met die booten over te brengen brievenmalen voor Nederlandsch-Indië zullen dientengevolge tijdelijk te Marseille worden ingescheept, waartoe zij, te begin nen met Vrijdag 26 dezer, des Vrijdags om de veer tien dagen zullen verzonden worden met den trein van 5.20 a. in plaats van des Zaterdags met den trein van 11.55 m. uit Amsterdam naar Antwerpen. Bij de Tweede Kamer is o. a. ingekomen een adres van den gemeenteraad van Buiksloot, zich bekla gende, dat door den Min. van Binn. Zaken vergunning is verleend tot het houden van eene door burgemeester en wethouders der gemeente verboden collecte voor «eene school met den bijbel." De Minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat tegen den 4den November, e. k. weder pupillen op de pupillenschool te Nieuwersluis zullen worden geplaatst. Bij de Vrijdag te Amsterdam gehouden inschrij vingen voor de tweede helft der geldleening ad 6 millioen, ten behoeve van de Nederlandsch-Indische Handelsbank, is het benoodigd kapitaal nief volteekend. Te Batavia is het bericht ontvangen, dat de radja van Madja Pait een inval heeft gedaan in Tamiang, de meest noordelijke grens van Oost-Sumatra met Atjeh. Een der kedjoeroeans van Tamiang is gevangen genomen, 20,000 dollars zijn geroofd met een voorraad rijst, eenige geweren, patronen en buskruit. Van weers zijden zijn gewonden gevallen. (Bat. Hb Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Te Nieuwdorp blijkt men het aangenomen be roep door den predikant der Chr. Geref. Gemeente op prijs te stellen. Gegoede leden dier gemeente, be- hoorende tot drie burgerlijke gemeenten, hebben vrij willige bijdragen geschonken tot aankoop van ameu blement voor eene woonkamer van den nieuwen leeraar. Tot predikant bij de Herv. gemeente te Schore is beroepen de heer W. Van der Spek, cand. te Haarlem. Beroepen te Wageningen ds. C. C. Schot, te Tolen te Maasdam ds. L. A. F. Creutzberg, te Oosterland. St.-Aiiimlaiid. Ds. P. A. J. Noordink, die Zondag 14 dezer zijn afscheid predikte te Stad aar.'t Haring vliet, werd gistervoormiddag alhier bevestigd door ds. Montijn te St.-Philipsland, met Ezechiël 33 vers 7, en hield des namiddags zijn intreerede naar aanleiding van Hebreen 13 vers 17. 't Is te hopen dat onze nieuwe leeraar dezelfde vriend schap en toegenegenheid moge vinden, die zijn voor ganger ds. De Later zich heeft mogen verwerven. Ds. De Later, van hier vertrokken naar Wissekerke, heeft 16 Sept. 1883 in deze gemeente zijn afscheid gepredikt. Sedert het ontstaan der vacature is er dus slechts éen jaar verloopen. In deze vacature zijn 6 beroepingen gedaan, nl.P. Segboer te Hoogvliet; Van Popta te Domburg; Creutz berg te OosterlandDe Kat Angelino te Varik bij Tiel; Van Veen te Scherpenisse en Noordink te Stad aan 't Haringvliet. De vanwege de Blaaubeenbeurs beschikbare plaats aan de H. B. S. alhier is toegekend aan den leerling der 2e klasse H. C. P. Steenhoven. De voordracht voor onderwijzer aan de openb. lagere school te Ovezand bestaat uit de hoeren: Van Kappelle te Leiden en Groosman te Rozendaal. (M. Ct.) Van het besluit der universiteit te Londen, om ook vrouwelijke studenten toetelaten, is reeds een zeer druk gebruik gemaakt. Het aantal meisjes, die zich hebben laten inschrijven, bedraagt reeds honderden, en onder de duizend candidaten, die zich in den loop van dit jaar aan de academische examens onderwierpen, waren 120 dames, 50 hebben het tot bachelor of arts, 8 tot bachelor of science, en 3 tot bachelor of medi cine gebracht. (Huisvrouw.) MMMM—I«Mi—f—I—fMBWB—IaW*l Rechtszaken. De Arrondissements rechtbank te Middelburg heeft Vrijdag o. a. veroordeeldC. G., 37 j., J. K., 38 j., M. F. V. d. H., 36 j., R. L., 45 j., A. R., 25 j., en D. L., 22 j allen arbeiders te Goes, we gens overtreding van het spoorwegreglement, ieder tot f 0,50 boete L. V. d. V., 26 j., arbeider te Baarland, wegens mishandeling tot f5 boete. De vonnissen der rechtbank te Middelburg, waarbij twee vrouwen uit Hansweerd zijn vrijgesproken van de aanklacht als zouden zij onbevoegd als bedrijf de verloskunde hebben uitgeoefend, werden Zaterdag in hooger beroep door het Gerechtshof te 's-Gravenhage bevestigd. Bij vonnis der anondissements-rechtbank te Rotterdam is W. J. Van Zuylen, tooneelspeler te Rot terdam, verklaard te zijn in staat van kennelijk on vermogen. Landbouw en Veeteelt. Rilland-Batli. Door het prachtige weder der laatste dagen begunstigd, is het rooien der aardappelen zoo goed als afgeloopen. Op qualiteit en quantiteit valt niets af te dingen en men hoort bijna niet van zieke. Vrij wat gemakkelijker dan de vorige jaren heeft dit werk plaats gehad. Moest men verleden jaar de aard appelen als 't ware met de handen uit de weeke klei «peuteren"; thans rollen zij na iederen steek geheel vrij van aarde op den grond en zien er zoo gaaf uit als appelen. Het gunstige weder werkte ook mede, dat de boer ditmaal zijn land gemakkelijk kon doorploegen. Hij liet er dan ook «geen gras over groeien" en zorgdé, dat men buiten het opkomende koolzaad en de nog te velde staande suikerbieten niets zag dan «zwart land". Die suikerbieten zullen evenwel na korten tijd ook niets meer achterlaten dan de plaats, waar zij geboren en gewonnen werden. Zaterdag zijn van hier reeds de twee eerste waggons verzonden, die spoedig door meerdere gevolgd zullen worden. Daar het werk aan de los- en ladingsplaats aan het station alhier is afgeloopen en opgeleverd, kunnen de landbouwers hun penen, graan, vee enz. geregeld van bier doen vervoeren. Vroeger moest zulks altijd van uit het station Krabbendijke of per scheepsgelegen heid uit Bath geschieden. Dit is eene groote aanwinst voor den landbouwerstand, daar op hen voornamelijk van toepassing isTijd is geld. In den moestuin heeft 't er dit jaar niet erg rooskleurig uitgezien. Langdurige droogte afgewisseld door lang durige regens deden afbreuk aan den zoo onontbeer- lijken «malschen groei" der groenten. De bloemkoolen, die hier anders nog al willen, zijn dit jaar bijna geheel mislukt. De andere koolsoorten zien er ook niet fleurig uit. Daarbij komt nog, dat de rupsen groote verwoesting hebben aangericht. In vele tuinen ziet men de aardbeien voor de tweede maal in dit jaar bloeien. De oorzaak hiervan ligt in het afsnijden der bladeren onmiddellijk na de vrucht- geving. Daaruit volgt dat de plant als 't ware een nieuw leven begint en na de vorming van nieuwe bla deren, vooral bij schoon weder, nog tracht te bloeien en haar toppunt van krachtvruchten dragen en zaad voortbrengen, tracht te bereiken. ft i 'ti i— ui ihh nmnr ini—iw'in Kunst, Wetenschap en Letteren. Een oudheidkundige, die dezer dagen het ge meente-archief te Borkeloo bezocht, heeft daar eene belangrijke vondst gedaan, een geschreven boek, bijna zoo groot als een folio bijbel, gebonden in houten schut bladen, met leder overtrokken, waarvan de hoeken met dikke hoornen belegsels voorzien zijn. Het schrift is zóo oud, dat er maar zeer weinigen zullen zijn, die het kunnen ontcijferen. De inhoud moet zijn eene ver zameling vonnissen en uitspraken volgens den «Spieghel der Sassen", een codex der middeleeuwen. (Z. C.) In het water van de kolk bij het stoomgemaal te Wester-Blokker, bij Hoorn, had dezer dagen het water een blauwlichtend aanzien Dr. J. Mijers, leeraar in de scheikunde enz. aan de II. Burgerschool te Hoorn, heeft dit water microscopisch onderzocht, en bevonden, dat het lichten ontstaat door in dat water levende langwerpig ronde diertjes, die op sterren gelijken. Toen het Vrijdag op den dag minder warm was, lichtte het water 's avonds veel minder. Vereeniging van Burgemeesters en Secre tarissen in Zuid- en Noord-Beveland. De najaarsvergadering van deze vereeniging zal, ge lijk bekend is, gehouden worden op Donderdag 25 Sep tember a. s. De uitgebrachte adviezen omtrent de dan te behandelen vraagpunten zijn of worden heden aan de leden verzonden. Wij ontleenen daaraan het volgende I. De heer J. Oele Hz., van Kapelle, heeft de be spreking ingeleid van het onderhoud der wegen door de gemeente en het beheer der wegslooten door het polderbestuur. Aangezien het onderhoud van kunst wegen, met uitzondering van de rijks- en provinciale wegen, een gemeentelast is, komt z. i. alleen in aan merking dat van de aarde- of kleiwegen. Dit is om schreven in art. 58 van bet Reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland, waar de gemeente in de eerste plaats, de aanpalende land-gebruiker slechts gedeelte lijk, tot onderhoud wordt verplicht. De gemeenten hebben in het algemeen de zorg voor het tonrond leggen en op zekere hoogte houden van de wegen, de land- gebruikers de zorg voor het gelijk en effen houden van de voor hun land gelegen oppervlakte. Door het on derhoud in twee handen te geven, staan twee partijen naast elkander, die elkander in de hand kunnen werken, of tegenwerken, in welk laatste geval de weg zelf het nadeel ondervindt. Alle wegen, in eene gemeente ge legen, zijn te biengen onder het algemeen belang, en een algemeen belang moet door allen en hier dus het lichaam, dat voor allen optreedt behartigd wor den. Wil men een goeden weg, dan moet het onder houd geheel in éene hand berusten en wel in casu bij de gemeente. Dit zal jaarlijks eenige offers vergen, maar het meerdere genot, het gebruik van veel betere wegen zal ruimschoots opwegen tegen de meerdere uitgaaf. Het beheer der wegslooten moet, naar het inzicht van referent, aan het polderbestuur worden opgedragen. Het bovenvermelde reglement bepaalt wel (art. 70) de breedte en diepte der wegslooten, die niet tevens dienen tot afloop en tot afvoer van des polders binnenwater; maar het ismoeielijk om te be palen, welke wegsloot wel en welke niet in die cate gorie valt. Art. 16 van het reglement van politie voor de polders in Zeeland wil, dat de eerste gehouden worden op de door het dijksbestuur te bepalen diepte en breedte, terwijl art. 2 der wet van 9 October 1841 (Stbl. no. 42) verklaart, welk recht een polderbestuur in dit opzicht heeft. Dewijl nu het recht van de pol derbesturen veel nauwkeuriger is omschreven dan het recht van de gemeentebesturen, is ref. van oordeel, dat het beheer van alle wegslooten bij het polderbestuur moest behooren. Het delven kon dan geregeld, bijtijds en vooral volgens een vast peil geschieden. Voor de betere afwatering der wegen zou dit zeer aanbevelens waard zijn, terwijl de delfgrond, wat nu niet geschiedt, geheel over den weg kan worden gebracht. Ook met het oog op de dammen, die in de wegsjooten gevon den worden, verdient het beheer door de polderbe sturen de voorkeur, daar deze met den loop en den afvoer van h?t water beter bekend zijn dan de ge meentebesturen. Het zijn in den regel juist de dam men, die een goeden waterafvoer belettenmaar wanneer die dammen in den geheelen polder door of op last van hetzelfde bestuur worden voorzien van heulen of duikers van voldoende afmetingen en op de vereischte diepte aangebracht zou er veel gewonnen zijn. II. De heer M. Noordijke van Krabbendijke behan delde de quaestie of de bepaling, wie belasting schul dig zijn, in de verordening op de heffing, of in die op de invordering te huis behoort. Hij noemt ze in de eerste plaats eene taalkundige quaestie. Art. 232 der gemeentewet zegt, dat het besluit tot heffing zal be vatten de voorwerpendoor de belasting te treffen Laat het zich nu taalkundig verdedigen, dat met voorwerpen ook personen worden aangeduid? Zoo ja, dan rijst eene andere vraag, nl.«Heeft de wetgever het woord «voorwerpen" met opzet gekozen, om daardoor zoowel personen als zaken als zaken aanteduiden? Voorts diende nog uit een staathuishoudkundig oogpunt te worden onderzocht, hoe directe en indirecte belasting het bost te onderscheiden zijn. Dit alles, als inleiding voor eene grondige bespreking de vraag aangevoerd hebbende, meent ref. tot eene opname in het besluit tot heffing te moeten adviseeren. Niet alleen dat dit tegenwoordig door Ged. Staten, en naar ref. meent, ook door de Hooge Regeering verlangd wordt, doch de verordening op de invordering is z. i. niet meer dan een aanhangsel van het hefïïngs-besluit. Bij dit besluit, niet bij de verordening op de invordering wordt de belasting in het leven geroepen, en moeielijk laat zich eene belasting zonder belastingschuldigen denken. III. De heer G. C. E. Ribbius van Wolfertsdijk bracht, advies uit over het plaatselijk schooltoezicht, met betrekking tot de vraag: welk toezicht meer in het belang van het onderwijs is, dat van de wet van 1857 of dat van de wet van 1878? Ref. komt tot de conclusie dat het toezicht, zooals het door de wet van 1857 geregeld was, de voorkeur verdient. Af hankelijk van de bevolking eener gemeente, werd het uitgeoefend door B. en W. of door eene commissie thans enkel door B. en W., aan den gemeenteraad overlatende, om al of niet eene commissie te benoe men. Te wenschen zou het bovendien zijn, dat het plaatselijk toezicht steeds door eene commissie werd uitgeoefend (maar dan met de bevoegdheid, die zij onder de wet van 1857 bezat), omdat vooral ten plattenlande meermalen niet alle leden van het col lege van dagelijksch bestuur de noodige bekwaam- en geschiktheid voor het toezicht bezitten, m. a. w. niet kunnen beoordeelen of het onderwijs en alle daarop betrekking hebbende zaken naar behooren en volgens de eischen der wet worden waargenomen en uitgeoefend. Eene afzonderlijke commissie schaadde bovendien niet aan de taak van B. en W. De com missie was verplicht toezicht te houdenB. en W. konden het daarenboven doen. De commissie kan zich geheel en met alle kracht aan de belangen van het onderwijs wijden, wat bij het dagelijksch bestuur, hoe groot voorstander van het onderwijs het ook zijn moge, niet steeds het geval zal kunnen zijn, omdat het dag. bestuur nog vele andere functién te vervullen heeft. IV. De heer H. G Hartman Jz. van Goes leidt de behandeling in van de vraag waar moeten minder jarigen en curandi in de plaatselijke directe belastingen worden aangeslagen Op grond eener verklaring in de Mem. van beantwoording op- het Voorl. Verslag der Tweede Kamer omtrent de wet van 7 Juli 1865 (Stbl. no. 79) waren vele schrijvers en ook do admi nistratieve autoriteiten van oordeel, dat die aanslag moest geschieden in de woonplaats van hunnen voogd of curator, waar zij hun wettig domicilie hebben. Latere onderzoekingen hebben echter bewezen, dat die verklaring niet ziet op ons tegenwoordig art. 245 der gemeentewet, maar op een ontwerp-artikel, waarin bepaald werd, dat zouden worden aangeslagen zij, die in de gemeente hunne woonplaats hebben en zij, die er verblijf houden. Nu de redactie van het artikel gewijzigd is, kan die verklaring niet meer gelden en is het niet twijfelachtig of de gemeente, waar de minderjarigen en curandi feitelijk zijn, is de plaats, waar zij in den Hoofdelijken Omslag moeten worden aangeslagen. V. De heer Jhr. M. J. De Marees van Swinderen van Goes behandelde de wettelijke verplichting van de gemeentebesturen tot den aanleg en de instand houding van schietbanen ten behoeve van de schutterij. Deze, ook voor onze gemeente zoo belangrijke en druk besproken quaestie, wordt door ref. met veel zaakkennis onderzocht, uitvoerig nagespoord en ten slotte ontkend. Geen verplichting om uitgaven te doen ten behoeve van het rijksbelang bestaat er voor de gemeente, tenzij de algemeene wetgever het uitdruk kelijk heeft gewild. Koninklijke besluiten of ministe- riëele circulaires kunnen die verplichting niet opleggen. En na verschillende quaestiën, die zich in zake do schietbaan voor de schutterij hebben opgedaan, mede gedeeld te hebben, komt ref tot eene beschouwing van de woorden der schutterijwet, speciaal art. 34. Het stelsel van deze wet is geenszins dat de gemeente

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1