1884. N°. 99.
Donderdag 21 Augustus.
71ste jaargang.
DE PATENTEN
De Begrooting
-rtwf«ï=CS<fc>CS»--
GOME
De uitgave dezer Courant geschiedt Mju.nda«, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen ais buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
over hefc dienstjaar 1883 4, loopende van 1 Mei 1883
tot ultimo April 1884, alsmede de suppletiebladen,
kunnen ter Secretarie afgehaald wordenvan V rijdag
den 20 Augustus tot en met Vrijdag den 5 September
a. a., uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voor-
middags 9 tot des namiddags 2 uren.
Die afhaling moet in persoon geschieden, terwijl de
onafgehaalde patenten of de afschriften daarvan later
door den deurwaarder der directe belastingen aan de
patentplichtigen worden uitgereikt tegen betaling van
10 cents.
Goes, den 20 Augustus 1884.
De Burgemeester van Goes,
J. G. DE YV1TT HAMER.
der plaatselijke inkomsten en uitgaven van de gemeente
voor het jaar 1885 is aan den gemeenteraad, in zijne
openbare vergadering van heden, aangeboden en op
de secretarie dezer gemeente nedergelegd, alwaar zij
tot den 6 September eerstkomende voor een ieder
ter lezing zal voorhanden zijn, terwijl afschriften tegen
betaling der kosten verkrijgbaar gesteld worden
Goes, den 20 Augustus 1884.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAilER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, 20 Augustus 1884.
Het Dagblad, voor Nederland van 19 Augustus
bevat een ingezonden artikel onder het opschrift »De
Regentes en de Raad van State". In dit artikel wordt
herinnerd aan hetgeen de heer Keuchenius in de ver-
eenigde zitting der Kamers, waariD H. M. tot regentes
is verkozen, heeft gesproken. Deze afgevaardigde toch
achtte zich bezwaard de Koningin bij hare moederlijke
plichten om voor de opvoeding van haar kind te zorgen,
tevens te belasten met de moeielijke taak, zich te
wijden aan de vervulling van de belangen van den
Staat; hij meende dat het niet gevergd mocht worden,
dat eene moeder trouw zou zweren aan hare vierjarige
dochter, iets wat in strijd is met alle begrippen van
ouderlijke macht en voogdij, en eindelijk moest hij
bezwaar maken het regentschap op te dragen aan
eene jeugdige vorstin, »die zal zweren de Grondwet
te handhaven, welke op dit oogenblik vermoedelijk
nog geen onderwerp is geweest van hare studiën."
Naar aanleiding van dit bezwaar acht de schrijver
het wenschelijk, dat ook der Regentes en der Kroon
prinses, evenals aan den Kroonprins, toegang tot de
vergaderingen van den Raad van State en tot de
bureaux van dat college worde verleend.
Het artikel eindigt aldus»Zelfs niet uit courtoisie,
zelfs niet uit juiste schatting van de hooge waarde,
welke het deelnemen aan de beraadslagingen van den
Raad van State voor het aanstaande Hoofd van den
Staat heeft, kan en mag (thans) aan de aanstaande
Regentes, zoo min als aan de toekomstige Koningin
toegang tot dien Raad worden verleend, zoolang de
3e al. van art. 71 der Grondwet onveranderd blijft.
«Het komt ons daarom voor van het hoogste belang
te zijn bij eene, zij liet partiëele wijziging der Grond
wet, daaronder ook te begrijpen het recht voor de
Regentes en eventueel ook van de Kroonprinses, de
vergaderingen van den Raad van State bijtewonen en
de bureaux van dat college voor haar open te stellen,
ten einde zich in de praetijk der Grondwet te kunnen
oefenen, wat noch in 's Konings Kabinet, noch op
eenige andere plaats met kans op even gunstig gevolg
kan geschieden. Bij eene dergelijke herziening zou
tevens acht kunnen worden geslagen op de wenken
door mr. Buys in zijne Toelichting aangevoerd aan
gaande de tegenwoordige bepalingdat de Prins van
Oranje slechts «eene raadgevende stem" in dien Raad
mag uitbrengen."
"Volgens den Haagschen kroniekschrijver van de
N. Gron. Ctzal het, wat de nalatenschap betreft van
wijlen den Prins van Oranje, blijven bij den verkoop van
de paarden, rijtuigen en den wijn. Misschien dat nader
hand ook een gedeelte meubilair, gordijnen en tapijten
van de band zullen worden gedaan, maar de kunstwerken,
miniaturen en andere kostbaarheden zullen zorgvuldig
in het oude kroonprinselijk paleis en in de gothische
zaal worden opgeborgen. Het moet heelwat moeite
hebben gekost om al de goederen behoorlijk te taxeeren,
teneinde tot een juiste berekening te komen van het
door de erven verschuldigde successie-recht en het
spreekt vanzelf, dat men ten aanzien van de meeste
voorwerpen een waarde heeft moeten bepalen gegrond
op het gewicht aan edel metaal, terwijl niettemin de
verkoopswaarde zou zijn gelegen in de vroegere be
stemming der voorwerpen. Wie zal b. v. de waarde
kunnen schatten van de zilververgulde toilet-benoodigd-
heden (een geheele tafel vol met kandelaars, kommen,
potten, flacons, enz.), welke vroeger werden gebruikt
door Keizerin Katharina van Rusland Wie zal bepalen
hoeveel de eenvoudige, gladde, smalle trouwring van
wijlen Koningin Sophia zou kunnen opbrengen? Deze
is misschien voor een vereerder der Vorstin tienmaal
meer waard dan de zeldzame parelsnoer, welke zij
éénmaal droeg en die later voor een som van 75,000
gulden uit de handen van een juwelier in de handen
van Prins Alexander terugkeerde. Wie zal de kost
bare gouden cassette, welke ter gelegenheid van haar
zilveren huwelijkfeest aan Koningin Sophia werd
aangeboden, durven waardeeren, zelfs al weet men dat
ze aan edel metaal een waarde van enkele duizenden
representeert Wanneer dan ook binnenkort bekend
zal worden, welk bedrag de hooge erfgenamen van den
Prins aan successie-recht hebben moeten storten, dan
zal men daaruit geenszins kunnen opmaken hoe groot
de werkelijke waarde is van zijn zeldzame nalatenschap.
De centrale Vrijzinnige kiesvereeniging in het
hoofdkiesdistrict Dokkum hield dezer dagen een verga
dering, waarin de beide afgevaardigden van Dokkum
naar de Tweede Kamer, de heeren Bergsma en Van Wei
deren Rengers, tegenwoordig waren. Laatstgenoemde
hield daarin een voordracht tot behandeling van de
vraag, welke thans de roeping is van de liberale partij en
of, om tot een grondwetsherziening te geraken, eenige
concessie kan worden gedaan aan de voorstanders van
het bijzonder onderwijs.
De heer Rengers leverde een pleidooi ten gunste
van grondwetherziening, die wordt gemotiveerd door
de volgende drie puntena. kiesbevoegdheid niet langer
afhankelijk van den census, b. defensie, c. art. 194
grondwet.
Over de censusquaestie bestaat het minste verschil.
De bezwaren tegen de tegenwoordige inrichting zijn
kennelijk, Spr. wil geen algemeen stemrecht, als aan
geboren recht, omdat zulke aangeboren rechten niet
bestaan, en omdat in de staatkunde met omstandig
heden en tijdsbehoeften moet worden te rade gegaan.
Maar toch wil hij geen uitverkorenen ook. De tijd wil
een democratischen regeeringsvorm, dus wij moeten in
de richting eener steeds toenemende uitbreiding van
het kiesrecht. Dat moet de nieuwe grondwet mogelijk
maken. Dan moet er niet in opgenomen worden wat
de commissie op dat punt wil, maar de regeling der
kiesbevoegdheid moet worden overgelaten aan den ge
wonen wetgever. Hoe die volksvertegenwoordiging sa
men te stellen? Hij antwoordt: wijzig niet meer dan
noodig is. De Eerste Kamer moet niet meer uit de
hoogstaangeslagenen gekozen worden. Men eische hoo-
geren leeftijd, b. v. 40 jaar of zoo iets, als waarborg
van bezadigdheid. Voorts doe men niet de Staten,
maar de kiezers zelf de keus doen.
Defensie. Spr. zelf zou wenschen, dat in onzen staat,
steunende op een democratisch beginsel, deelneming
ware van alle staatsburgers aan den weerplicht.
Onderwijs. D„e onderwijsquaestie is voor de libera
len de moeilijkste, want het vasthouden aan art. 194
was haar shibboleth. Voor spreker was het dat niet.
Hij heeft zelf dat getoond als wethouder en later als
burgemeester van Leeuwarden. Ook onder de wet
van 1857 werd daar zoo voor onderwijs gezorgd als
bij de besten. Aan de eischen van allen werd vol
daan. Was het overal zoo gegaan, dan was de her
ziening van 1878 overbodig geweest. Spr. zou mee-
nen, dat dan ook de Staat zich beperken moest tot
de eischen van bekwaamheid en zedelijkheid, en niet
overal zal optreden, zooals daar waar het bijzonder
onderwijs aan aller behoeften voldoet. Hij beant
woordt de vraag: «kan om tot een grondwetsherzie
ning te geraken eenige concessie worden gedaan aan
de voorstanders van het bijzonder onderwijs?" toe
stemmend. Hij wil niets prijsgeven, m°ar de belem
merende bepalingen voor het bijzonder onderwijs laten
vallen. Hij wijst als waarschuwend voorbeeld op België.
Een feit is het, dat in den boezem van het volk die
partij grooten steun vindt. En als dan door uitbreiding
van het stemrecht meer kiezers komen, dan zal het
hier als in België gaan en zal die partij geen matig
gebruik van haar overwicht maken. Dat is gezonde
staatkunde, die rekening houdt ook met den blik op
de toekomst.
Nader ondervraagd, in welken geest hij wijziging
van art. 194 wenschte, zeide de heer Rengers: Daar,
waar de bevolking een godsdienstige kleur heeft, kan
het bijzonder onderwijs ingelicht worden, niets te
kort doende aan iemands gewetensvrijheid. Daar kan
de Staat thuis blijven. Dat is in Duitschland en in
Zwitserland ook zoo. De leuze behoeft niet te zijn
bijzonder onderwijs uitzondering. Art. 194 alinea 3
kan vervallen. Het is onduidelijk en geeft aanleiding
tot verwarring. Maar toch, hij wenscht niet het ge
zag in de handen der kerk. Voor bekwaamheid en
zedelijkheid moet de Staat waarborgen eischen. 't Zal
zijn een twistappel weggenomen, die nu alles verlamt.
Hij zelf is voorstander van neutraal onderwijs, dat
allen voldoen kan, doch hij wil eiken schijn van plage
rij vermijden. (Vad.)
Naar het N. v. d. D. verneemt, zal Z. M. de
Koning toch nog een bezoek brengen aan de Inter
nationale Landbouw-tentoonstelling. Waarschijnlijk zal
H. M. de Koningin den Koning daarbij vergezellen.
Men deelt ons mede, dat Z. M. de Koning waar
schijnlijk het nieuwe zittingjaar der Staten-Generaal
niét persoonlijk zal openen. (IV. II. Ct.)
RillantLBatli. Nog een week of zes en de groote
herstelling aan den dijk van den Zimmermanpolder
is gereed. De ringdijk, dien men om de doorbraak
heeft gelegd is zoo goed als voltooid. Van af de aan
sluiting aan den Derdenweg tot aan de doorbraak heeft
men het buitentalud reeds bekleed met eene kleilaag
en is men druk aan 't krammen, terwijl men het binnen-
talud aanvoert en effent. Dat geheele gedeelte van den
dijk heeft men verhoogd. Reeds voor eenige weken is
de sluiswachter naar zijne herstelde woning vertrokken.
't Is te hopen, dat na de oplevering de dijk hechter
en sterker blijkt te zijn dan vroeger.
Kolijnsplaat. In de laatst gehouden gemeenteraads
zitting werd (zooals u reeds meldde) een voorstel tot
aanleg van eene telephoongeleiding van hier naar
Kortgene in aansluiting met het telegraafkantoor
aldaar tot de volgende zitting aangehouden. Thans
circuleert een verzoekschrift aan den Raad om dit
voorstel krachtig te steunen. De redenen, daarin opge
geven, zijn: de belangen van handel en scheepvaart,
die met zulk een' telephoondienst zeer kunnen gebaat
wordende verbreking van het isolement dezer gemeente
in correspondentiezaken; de diensten, die de telephoon
aan de alhier ontluikende oestercultuur kan verschaffen,
en zeer waarschijnlijk een grooter getal telegrammen
van hier, wat eene vermindering van het tekort van
het telegraal kantoor te Kortgene zal veroorzaken en
daardoor ook dezer gemeente zal ten goede komen.
Mogen vele handteekeningen van belanghebbenden den
Raad de overtuiging schenken, dat hier van eene
wezenlijk nuttige zaak sprake is, nauw verwant met
den bloei der gemeente
St. Annaland. Onze geneesheer, de heer C. M.
Bal, overleed alhier jl. Maandag 48 dezer in den
ouderdom van bijna 67 jaar. Sedert 6 Augustus 1839
dus 45 jaar had hij zijn praktijk alhier uit
geoefend.
Steeds was de overledene bereid, zelfs in den laatsten
tijd, toen zijn gezondheid het bijna niet meer toeliet,
zijne patiënten bij te staan, terwijl zijn naam als
verloskundige algemeen bekend was. Sedert het ver
trek van den heer Goossen, den 1 Mei 1879, was
hij de eenige geneesheer in deze gemeente, en is
men door zijn overlijden alhier nu van directe genees
kundige hulp verstoken. Thans wordt daarin voorzien
door de geneeskundigen van St. Maartensdijk en Stave-
nisse. Gelukkig, dat door den gemeenteraad in October
jl. alhier een vroedvrouw is aangesteld, anders ware
men ook van verloskundige hulp verstoken. Het is te
hopen dat men hier een gemeente van biina 2300
zielen wêer spoedig in het bezit zij van een eigen
geneesheer.
De Std. geeft den raad het met de Transvaalsche
spoorwegleening niet nogmaals te beproeven. Het geld-
beleggend publiek heeft gesproken door niet te teeke
nen in die uitspraak moet men berusten. Maar men
keere terug tot het oorspronkelijk plan van het drie
manschap en schrijve een staatsleening uit tegen 5
ad 75 of 80, wat blijkens de leening van Burgers de
wezenlijke standaard van het Transvaalsche krediet op
de beurs is.
In de vergadering van den gemeenteraad te Til
burg is ingekomen een schrijven van H. K. H. de Groot
hertogin van Saxen-Weimar, geb. Prinses der Neder
landen, waarin H. K. H. aan den Raad hare erkente
lijkheid betuigt voor het genomen besluit om zich met
het voortdurend onderhoud te belasten van het monu
ment, gewijd aan de nagedachtenis van wijlen Z. M.
Koning Willem II, tegen betaling eener som van 800
ineens en voor goed.
Naar aanleiding eener voorloopige vergadering,
gehouden te Rotterdam op 7 Aug. 11., worden alle be
langstellende adsistenten en dames in Nederland in bet
Pharm. Weekblad opgeroepen tot het bijwonen eener
algemeene vergadering op Donderdag 18 September
a. s., 's namiddags half 3 uur, te Rotterdam, teneinde
met vereende krachten een bond te stichten, ten doel
hebbende om door leden, gesteund door begunstigers,
aan weduwen van adsistenten eene uitkeering te ver
zekeren, waardoor de weduwen in staat gesteld worden
in hare aanvankelijke behoeften naar behooren te kun
nen voorzien.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Ds. W. A. Mac. Pherson, te Westkapelle, heeft
voor liet beroep naar Kats bedankt.
De Synode der Ned. Herv. kerk heeft in haar
zitting van 16 dezer beslist omtrent het gewichtig
voorstel der Synode van het vorig jaar, om Art. 27
R. o. E. en Art. 19 R. G. O. te herstellen in den
vorm, dien zij vóór 15 Januari 1883 bezaten.
De vaststelling van dat voorstel weder-invoering
van de oude ondefteekeningsformulewerd verworpen,
daar de stemmen vau 8 gewone en 3 adviseerende leden
zich er voor en 11 gewone leden zich tegen verklaarden.
Het geamendeerd voorstel Noord-Brabant met Lim
burg (beide formulen voor den tijd van tien jaren, de
oude als regel, de nieuwe voor de in gemoede tegen
die oude bezwaar hebbenden) werd verworpen door de
stemmen van twaalf gewone leden en twee adviseeren-
den, terwijl de stemmen van zeven gewone en een
adviseerend lid er zich voor verklaarden. Het verschijn
sel deed zich daarbij voor, dat onder de tegenstemmen
den zoowel voorstanders der oude als der nieuwe formule
waren en omgekeerd.
De voorstellen om uit de oude formule de woorden
omtrent «geest en hoofdzaak van de formulieren van
eenigheid en den ganschen raad Gods" weg te laten
of in de thans vigeerende formule eenige woorden,
b. v. »in den geest van Jezus" of dergelijke bij te voegen,
vonden bij niemand ondersteuning en werden dus niet
in stemming gebracht.
Rechtszaken.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Dinsdag zijn o. a. veroordeeld, tevens in de kosten
A. J. De J., sluisknecht, 26 j., te Wemeldinge, we
gens mishandeling tot 12 boete, en F. C., land
bouwer te Heinkenszand, wegens beleediging van een
beambte in functie tot 16 boete.
Overzicht van den stand der koersen.
Hooiwagens, turfschepen, wijnkooperij camisada's
en wat niet al meer, waren de middelen waarmee reeds
vóór drie honderd jaren in ons vaderland menige krijgs
list beproefd en met goed gevolg uitgevoerd werd.
Geheel veranderde omstandigheden mogen tegen
woordig dergelijke aanslagen bijna onmogelijk gemaakt
hebben op 't »veld van eer", op 't ruime veld
der financiën worden ze daarentegen in onze dagen
nog veel menigvuldiger toegepast dan voorheen op 't
oorlogsveld. Niet te verwonderen. Gold het vroeger de
vrijheid des vaderlands een voorzeker niet genoeg te
waardeeren schat thans evenwel geldt 't de inneming
van een «zilvervloot" wier rijke inhoud niet tengoede
komt aan alle landgenooten, maar die slechts in de
geldkisten vloeit van hen alleen die den aanslag heb
ben ontworpen en volbracht. Hoe veel te meer wordt
daarom thans 's raenschen vernuft gescherpt om steeds
nieuwe hinderlagen te leggen, die men slechts door
steeds meerdere omzichtigheid vermijden kan. Nooit
mogen we uit 't oog verliezen dat we ons steeds te
wachten hebben voor schandelijke belagers, gedurende
Leidens tweede beleg omschreven als
De voog'laar op bedriegen uit
Den vogel lokt met zoet gefluit.
Daarom waarschuwden we reeds vóór 14 dagen en
andermaal nog de vorige week voor de geruchten van
bedriegerij op groote schaal waarvan de Groote Russ.
Spoorwegmaatsch. beschuldigd werd.
Wij verheugen ons erin met die waarschuwing reeds
zoo spoedig voor den dag gekomen te zijn nu het allengs
meer blijkt dat we hier werkelijk wederom met een
listigen toeleg te doen hebben. Het zou te veel ruimte
eischen hieromtrent in bijzonderheden te treden. Ge
noeg zij het daarom op te merken dat, indien zelfs
eens de Groote Russische Spoorwegmaatsch. zooveel
fraude liadda gepleegd als waarvan ze beticht wordt,
dat dan ook de Russische regeering mede aansprakelijk
daarvoor zou zijn. 7/j toch heeft jaar in jaar uit de
rekeningen der maats, goedgekeurd en mitsdien den
aandeelhouders officiéél kond gedaan van de gemaakte
en door hen genoten winsten. Eene regeering nu als
de Russische, die steeds met weergalooze toewijding
alles heeft gedaan om allen, die hun geld aan onder
nemingen, onder haar protectoraat staande, recht te
doen wedervaren, ja, dikwijls meer dan dat, ten koste
somtijds van ongeloofelijke sommen, zoo'n regeering
zou zoo lichtelijk niet anderen laten lijden voor eigene
fouten.
Ten slotte zij eigenaren van aandeelen Groote Russi
sche sp.weg Maatsch. het volgende communiqué der
directie meegedeeld;
De Maatsch. heeft gedurende eenigen tijd bloot ge
staan aan de aanvallen van verschillende buitenland-
sche bladen, die met niet onduidelijke bedoelingen het
nieuws verspreidden, dat de door het Russische gouver
nement ingestelde herzieningscommissie verschillende
misbruiken ontdekt heeft in de administratie der
Maatsch.
Een officieëel telegram der Maatsch. uit St. Peters
burg ontvangen, constateert, dat de commissie geen
misbruiken ontdekt heeft, doch slechts eenige aanmer
kingen gemaakt heeft, welke de directie op het eind
van Augustus beantwoorden zal. Het telegram voegt
er nog aan toe, dat de conclusiën der Commissie van
zuiver voorloopigen aard en nog niet aan het oordeel
der ministers onderworpen zijn.