1884. N°. 98.
Dinsdag 19 Augustus.
71sle jaargang.
Het uitvoerig eu beredeneerd Verslag
Openbare Les
Een stem uit het volk.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
OPENBARE VERGADERING
van den
Raad der gemeente Goes,
op WOENSDAG den 20 AUGUSTUS 1884,
des namiddags te 2 uren precies.
Goes, den 18 Augustus 1884.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling:
I. Notulen.
II. Mededeelingen.
III. Ingekomen stukken.
IV. Rekening der kosten van de dd. Schutterij over
1883.
V. Begrooting van idem voor 1885.
VI. Opmerking van Ged. Staten, omtrent de ver
ordeningen betreffende het leggeld.
VII. Opmerkingen van hetzelfde college, betreffende
sommige verordeningen, tegen wier overtreding
straf is bedreigd.
VIII. Eerste suppletoir kohier van den Hoofd. Omslag
voor 1884.
IX. Idem der belasting op de honden.
X. Voorstel van burg. en weth tot verlenging der
pacht van de lijnbaan aan N. De Lange.
XI. Verzoek van den leeraar M. G. Van Neck om
trent zijn examen in het Duitsch met voorstel
van. burg. en weth.
XII. Aanbieding der begrooting van ontvangsten en
uitgaven der gemeente voor 1885.
VAN DEN TOESTAND DER GEMEENTE OVER 1883,
dat den 10 Mei jl aan den Raad is aangeboden, is thans
gedrnkt en ter secretarie der gemeente voor een ieder
ter inzage nedergelegd, terwijl exemplaren daarvan
tegen betaling van vijf en zeventig cents verkrijgbaar zijn.
Goes, den 16 Augustas 1884.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
in de Bewaarschool voor on- en minvermogenden aan
de Beestenmarkt, op Vrijdag den 22 Augustus a. s.,
te beginnen des voormiddags te halftien uren, tot bijwo
ning waarvan belangstellenden worden uitgenoodigd
Goes, den 16 Augustus 1884.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Er zullen slechts weinigen meer in den lande ge
vonden worden, die niet doordrongen zijn van de waar
heid, dat ons tegenwoordig kiesstelsel een stelsel is
van verouderden vorm, dat dringend herziening en ver
betering behoeft. Alle politieke partijen in de Kamer
en daarbuiten hebben het betoogd, ministers hebben
het erkend en in de tr oonrede is het toegestemd. Wij
achten het een verblijdend verschijnsel, dat ook het
volk, bij monde van het Algemeen Nederlandsch Werk
liedenverbond, over deze zaak zijne stem heeft laten
hooren en, zooals wij in ons vorig nommer kortelijk
mededeelden, zich tot den Koning heeft gewend met
een adres, waarin op uitbreiding van het stemrecht
wordt aangedrongen. De meeste leden toch van dit
verbond, zoo niet alle, met hun wakkeren voorzitter,
den heer B. H. Heldt aan het hoofd, zouden wij gaarne
in het kiezerskorps zien opgenomen, omdat wij gelooven
en vertrouwen dat zij in hunne ontwikkeling en kennis
waarborgen bezitten voor een zelfstandig oordeel. De
groote quaestie bij de uitbreiding van het kiesrecht is
alleen volgens welken maatstaf daarbij zal worden te
werk gegaan. Het capaciteitenstelsel moge in abstracto
het meest billijke zijn om over de geestelijke ontwik
keling van eventueele kiezers te kunnen oordeelen, de
praktijk, met name bij onze zuidelijke naburen, heeft
geleerd, dat de toepassing van dit stelsel bijna onover
komelijke bezwaren oplevert.
Het Nederlandsch Werkliedenverbond heeft de ge
vaarlijke klip der schifting van kiezers en niet-kiezers
omzeild door algemeen stemrecht te verzoeken.
Wij gelooven, dat het verbond daarmede geen goeden
weg bewandelt. Telt het verbond werkelijk onder zijne
vanen tal van flinke, goed ontwikkelde werklieden, dan
is het aan de eene zijde te verklaren en het pleit voor
hunne nederigheid, dat zij niet hebben overwogen, hoe
er nog zoo veel minder ontwikkelden dan zij in den
lande zijndoch aan den anderen kant mag het met
recht bevreemding wekken, dat een dergelijk voor de
hand liggend bezwaar hun niet zou zijn opgevallen.
Wij nemen daarom eerder aan, of liever wij zijn er
volkomen van overtuigd, dat hua bede om algemeen
stemrecht haar grond vindt in de overweging, dat in
een waarlijk vrij land ieder die geregeerd wordt zijn
eigen regent mag kiezen.
Deze stelling, hoewel in het afgetrokkene weder
volkomen waar, moet volgens onze bescheiden meening
in een goed geordenden staat tot vele verkeerdheden
aanleiding geven en zal zeker nimmer leiden tot het
voorgestelde doel, dat de volksvertegenwoordiging een
getrouw beeld is van het volk zelf.
Nemen wij eens voor een oogenblik aan, hoewel
dit reeds weder een soort capaciteiten-stelsel zou zijn,
dat bij uitbreiding van het kiesrecht de ontwikkeling
van een flink werkman, die in zijn jeugd de lagere
school tot het eind heeft afgeloopen, als norm werd
aangenomen, dan zou er toch zeker nog een zeer groot
aantal personen in den lande overblijven, dat niet tot
het kiezerskorps zou behooren. Werd algemeen stem
recht nu ingevoerd, dan zou ook dat aantal aan het
verkiezingswerk deelnemen, doch door zijne mindere
ontwikkeling de zelfstandigheid bij zijne keuze missen
en daardoor ten prooi worden aan politieke drijvers,
die niet door hunne overtuiging of hunne overredings
kracht maar door veel minder degelijke middelen zich
van deze rubriek van kiezers zouden meester maken.
Dit is het groote bezwaar tegen algemeen stem
recht en het moge een grove onbillijkheid zijn, dat
zooals thans, volgens het adres van meergemeld ver
bond, slechts 7r deel der bevolking invloed uitoefent
op de wetgeving, de toestand door het algemeen stem
recht in het leven geroepen zou als beeld van den
volkswil zeer zeker slechts luttel meer waarde bezitten.
Hebben wij om deze reden ernstig bezwaar tegen
het adres van het Algemeen Nederlandsch Werklieden
verbond, ook de beweegredenen die bet aangeeft om
op uitbreiding van het stemrecht aantedringen komen
ons, hoe juist ze overigens ook zijn, in deze tijden niet
gebiedend genoeg voor.
Weliswaar zal, wanneer eerst eene partiëele her
ziening der grondwet tot wijziging van art. 198 wordt
ter hand genomen, de algemeene herziening groote
vertraging ondervinden, doch wij hebben genoegzaam
vertrouwen in de tegenwoordige regeering, wier pre-
miéf zelf voorzitter van de herzieningscommissie is,
dat die algemeene herziening niet al te lang zal
achterwege blijven.
Trouwens, denken wij ons eens even, dat de groote
slag, waarop ook in het adres misschien wel wat al
te duidelijk wordt gezinspeeld, eens zeer onverwacht
mocht komen te vallen, terwijl men aan de algemeene
grondwetsherziening bezig was, die ni't was vooraf
gegaan door partiëele herziening van art. 198, dan
was de Nederlandsche natie nog verder van het doel,
dat het werkliedenverbond met zijn adres beoogt. Juist
achten wij eene herziening van art. 198 afzonderlijk
zoo noodig, opdat dit artikel ons in bepaalde omstan
digheden niet geheele herziening der grondwet zou
beletten.
Doch wat ons het minst aangenaam aandoet in het
adres is de wijze, waarop over de leden der Staten-
Generaal wordt gesproken. Wij zullen niet ontkennen,
dat zich onder onze vertegenwoordigers (wij spreken
met voordacht niet van ool/csvertegenwoordigers, om
het werkliedenverbond geen aanstoot te geven) enkele
personen bevinden, van wie verwacht mocht worden
dat zij een andere gedragslijn zouden volgen dan zij
soms gedaan hebben, doch om het te doen voorkomen,
alsof er zijn die van de betrekking van volksvertegen
woordiger hun beroep maken of haar als tijdverdrijf
uitoefenen", en om te verklaren, dat bij eene partiëele,
gevolgd door een algemeene grondwetsherziening, »ook
voor de tegenwoordige leden der Staten-Generaal liet
vooruitzicht bestaat bij een der elkander opvolgende
verkiezingen niet herkozen te zullen worden" en »dat
dit voor hen eene gereede aanleiding is om, nog
meer dan thans het geval is, de belangen van heel
het volk voorbij te zien voor die van het bevoorrechte,
het gefortuneerde deel ervan, waaruit de kiezers voort
komen, de kiezers, wier oordeel hen bij de stembus
treft", dat zijn beschuldigingen, die hard en ongemo
tiveerd zijn en die allerminst passen in een adres aan
een Koning, die als een waardig Oranje-vorst steeds
getoond heeft zooveel mogelijk in overeenstemming te
denken en te handelen met die Staten-Generaal, op
wier leden thans zulk een blaam wordt geworpen.
Waar het volk zich in zijne belangen verkort acht,
heeft het het recht en doet het goed zich tot de hoogere
machten te wenden om die belangen voor te dragen.
Een waardige toon, waaruit eerbied spreekt voor die
machten, is daarvoor evenwel een eerste vereischte. Dat
aan dien eisch door het Algemeen Nederlandsch Werk
liedenverbond niet in allen deele is voldaan, betreuren
wij te meer omdat wij zijn adres als een stem uit
het volk met vreugde begroeten in deze dagen, nu op
parlementair gebied zulke belangrijke zaken voor de
deur staan. Wij vreezen echter, dat zelfs bij hen, die
anders de belangen van het volk gaarne behartigen,
dit adres om bovengenoemde redenen niet die sym
pathie zal verwekken, die het anders wellicht zou
verwerven.
O Wij cursiveeren.
GOES, 18 Augustus 1884.
-T- Met wijziging van vroegere instructies heeft de
Minister van binnenlandsche zaken de Commissarissen
des Konings gemachtigd, ook dispensatie te verleenen
van het verbod van in- en doorvoor van levende varkens
voor dien uitvoer per as langs grenskantoren aan
heerbanen, onder de bekende voorwaarden. Het onderzoek
door een veearts, in het bezit van een diploma als
zoodanig, zal in die gevallen moeten plaatshebben
aan het grenskantoor.
Tevens is eene der voorwaarden in dien zin gewijzigd,
dat, ingeval de deskundige hij het onderzoek een of
meer varkens bevindt lijdende te zijn aan eene besmette
lijke ziekte, niet alleen de zieke, maar ook alle andere
ingevoerde varkens voor rekening van den eigenaar of
vervoerder geslacht moeten worden, en het vleesch,
indien het gehruik daarvan geen gevaar voor menschen
oplevert, worden verkocht, en in het tegenovergestelde
geval al)e overblijfselen der geslachte varkens voor
rekening van den eigenaar of vervoerder vernietigd.
Deze bepaling geldt ook bij het vervoer langs spoor
wegen of wanneer de invoer over zee heelt plaats
gehad.
In den jongsten bundel van de stukken, die over
gelegd zijn aan het Engelsch Parlement (Netherla"nds
no. 4), komt een depêche voor van graaf Granville
aan den Engelschen gezant te 's-Hage.
Daarin wordt o. a. gezegd: «Wat betreft de nota
van den heer De Willebois, houdende dat de Neder
landsche Regeering geen genoegen nemen kan met een
kennisgeving aan den Radjah,waarin gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid der beide Regeeringen zou zijn
opgesloten moet ik opmerken, dat de Engelsche
Regeering zich niet kan ontslaan van zedelijke verant
woordelijkheid jegens den Radjah wat betreft het na
leven van de voorwaarden, onder welke hij de gevan
genen ontslaat".
De inhoud van deze depêche is natuurlijk ter kennis
gebracht van onze Regeering.
Indien wij wel zijn ingelicht, dan is onzerzijds aan
den gezant geantwoord, dat onze Regeering reeds in
vroegere stukken juist omschreven heeft (nota van 24
Juli), welke de strekking was van haar beloften tegenover
den Radjah, en zij dus zich kon onthouden van be
schouwingen over de zedelijke verantwoordelijkheid der
Engelsche Regeering, die graaf Granville het best kan
beoordeelen.
Met andere woorden dusde Nederlandsche Regeering
neemt de mededeeling der Engelsche aan voor kennis
geving, maar handhaaft ten volle haar standpunt.
HU
Verplaatst met 8 September a. s. de Rijksveld
wachters 3e klasse J. Merrelaar, van Bodegraven naar
Kolijnsplaat en A. C. A. Schoonemeijer, van Kolijnsplaat
naar Bodegraven.
Met ingang van I November a. s. eervol ontslag
verleend aan den Commies Ie klasse bij 's Rijksbe
lastingen H. Petri te Kruininge.
Berichtten wij onlangs den goeden aanslag van
oesterbroedjes, op de «proefpannen" geplaatst aan de
noordzijde van den polder Oud-Noord-Beveland, thans
meldt men ons, dat er p. m. 100 000 stuks pannen
zijn uitgelegd door de firma Van den Broeke en
Poelman, oesterkweekers te Ierseke, welke allen flink
met oesterbroed zijn aangeslagen, daar toch van 40
tot 100 stuks, ja zelfs op enkele pannen 200 stuks,
worden waargenomen. Het is te hopen, dat in den
aanvankelijk verkregen goeden uitslag de firma aanlei
ding moge vinden om de kunstmatige oesterkweekerij
op Noord-Beveland uit te breiden, daar dusdanige on
derneming aan vele handen werk verschaft.
St. Annaland. Jl. Vrijdag werd aan den Calamiteusen
Suzanna Polder het laatste kraagstuk gezet, groot
pl. m. 865 M*. In 't geheel is er dit jaar gezonken
2230 M'. Om de stukken naar eisch te kunnen zetten,
moest de oeverrand zoodanig worden verlaagd en ver
effend, dat de Lessinesche steenglooiing daarop juist
over de bepaalde breedte kon worden aangelegd. Om
dien rand alzoo te kunnen afwerken, moest men op »tij"
werken en heeft men in den laatsten tijd verscheidene
nachten daarvoor moeten opofferen. Nu is er steun
verkregen voor de aan te leggen glooiing.
Dit jaar wordt er voor 'teerst Lessinesche steen
glooiing aan dezen polder gemaakt. Vroeger maakte
men steeds glooiing van gewonen Vilvoordschen steen.
De ambtenaren van den waterstaat achten echter voor
dezen polder Lessinesche steen ook duurzamer dan
Vilvoordsche, van daar deze afwijking in de vroegere
plannen.
Uit het druk spoorwegverkeer op de jongste
Zondagen maken, zooals bekend is, de anti-revolution-
naire bladen de gevolgtrekking, dat dit Zondagsverkeer
moet beperkt of verboden worden.
Te recht merkt het Hbl op, dat integendeel het
gevolg moet zijnaanstelling van meer spoorwegper
soneel, opdat ook dit behoorlijk zijn rusfcagen krijge,
en voegt daarbij
»Wie de eentonige grauwe levens kent, welke dui
zenden in de achterbuurten der groote steden moeten
slijten, ziet met genoegen de kleine gemeente dezen
heerlijken zomer op den rustdag de poorten uit en de
velden intrekken. Wie geld bespaard heeft, om een
dag aan zee of tusschen de korenvelden door te brengen,
heeft meestal dat geld goed besteed, want met nieuwe
denkbeelden, met verjongden levensmoed keert men
terug in de stad. Wij gelooven in de goede indrukken,
welke men onwillekeurig buiten ontvangt, en dat men
op den rustdag, den feestdag der week, soms dus ge
nieten gaat is ee n zegen, welken we aan de spoorwegen
te danken hebben. Men maakt de lieden niet vromer
en braver door hen des Zondags in de donkere straten
van een groote stad op te sluiten. Wordt er vaak te
veel gedronken op de tochten naar buiten nog
oneindig meer drinkt men uit verveling in de stad".
Volgens een schrijven uit Den Haag aan de
Arnh. Ct., heeft de ontwerp-voogdijwet een belangrijke
wijziging ondergaan door het overleg in den Ministerraad.
Het officii el programma van het 5de internati
onaal Higyënisch congres van 2127 Augustus te
's-Gravenhage te houden is thans verschenen.
Daaruit blijkt, dat de bekende Pasteur in de ver
gadering van den 22sten zich zal doen hooren. Verder
zal er gehandeld worden over de besmettelijkheid der
longtering, over den invloed der ontwouding op het
klimaat, over paarlziekte bij het vee, over de opvoeding
van weezen in het huisgezin, over de noodzakelijkheid
van beperking van het onderwijs, over de gezondheids
wetten ten behoeve der werklieden en een aantal be
langrijke onderwerpen meer.
Bij de Vrijdag te Amsterdam gehouden trekking
van de seriën 21 tot en met 29 van de koloniale
tentoonstellingsverloting viel op no. 4004 van elk dezer
seriën een prijs ter waarde van fr. 10,000. Verder
vielen op nos. 174.311, 188.273, prijzen ad fr. 5000;
142 131 een prijs ad fr. 4000; no. 165.853, een prijs
ad fr. 3000: nos. 130.926 en 132.481 prijzen ad fr.
2000: nos. 756, 6845, 34.820, 43,353. 63.427, 70.994,
68.637,91 495,135.170, 176.342,179.275 en 191.553
prijzen ad. fr. 1000; en voorts weiden getrokken 30
prijzen van fr. 500 en 58 prijzen van fr. 200. De
trekking der 30e serie en van de hoofdprijzen is be
paald op 31 October a.s.
Men schrijft ons uit Amsterdam
Wij zijn in 't hartje van den komkommertijd. Velen
maken zich daarvan eene verkeerde voorstelling, mee-
nende dat wij dan totaal niets uitvoeren. Dit is, zooals
ik zeide, een dwaalbegripde komkommertijd kenmerkt
alleen een stilte in handelszaken, maar het vertier,
de levendigheid in onze stad zijn veel grooter dan in
eenig ander jaargetij De «groote lui" evenwel trekken
naar buiten en geven door hunne afwezigheid dat
sombere aanzien aan hunne verlaten woningen op
Heeren- en Keizersgrachten, «vat eiken vreemdeling
in dezen tijd opvalt; onlangs immers nog een der
heeren van het Hanse-verbond, die onze stad bezochten.
Hij vond dat de buitenwijken er veel gezelliger uit
zagen dan de oude stad. Getuigt deze opmerking ook
al van onkunde zoowel als van onwellevendheid, voor
den oppervlakkigen beschouwer hebben de arduinen
paleizen met neergelaten gordijnen, met hunne vensters,
waarvoor zich geen levend wezen vertoont, iets neer-
drukkends en zwaarmoedigs.
Maar de volksbeweging is ook eigenlijk verlegd
zijn onze grachten verlaten, in de nieuw aangewonnen
gedeelten der stad heerscht groote bedrijvigheid. Zie
b. v. onze De Ruyterkade met hare scheepsbeweging
zie de Handels- en Houtmanskaden, dat zijn de nieuwe
kanalen en debouché's van het verkeer; vervolgens
den geheelen omtrek van het centraal-station en de
viaducten. Al die terreinen waren weinige jaren ge
leden nog water en moeras, maar met ontzaglijk veel
moeite zijn ze in land herschapen. Dat het moeite
gekost heeft, daarvan kan ons spoorweg-viaduct ge
tuigen. Nadat destijds de fondamenten herhaaldelijk
waren weggezakt, meende men het met muren van
turf gewonnen te hebben. Dit is een zeer oude wijze
van bouwen. In de bouwvallen van het huis te Dever,
nabij het huis te Tevlingen, vond ik dergelijke turf-
muren, die waarschijnlijk aldus waren opgetrokken
met het oog op de droogte der vertrekken.
Ik geloof echter niet, dat bij ons viaduct een enkel
turfje meer te vinden zou zijn. Het is ijzingwekkend
de scheuren en spleten te zien, die successievelijk in
dat viaduct ontstaan. Hoewel herhaaldelijk met cement
dichtgestopt, wringt en werkt het kolossale bouwwerk
nog gestadig op zijn grondvestendeskundigen beweren,
dat het niet hindert, maar niettemin beloopen de
kosten van reparatie nu weer 22000. Evenals de
scheeve toren van Pisa eene geografische merkwaar
digheid is, zoo is dit ook ons gescheurde spoorweg
viaduct.
Wat de diukte van den komkommertijd nog ver-