1884. N°. 97. Zaterdag 16 Augustus. 71s,e jaargang. De toestand in België. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich; voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoepers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. De toestand van ons nabuurland is op dit oogenblik zoo ernstig, dat reeds daarom alleen België al onze aandacht zou verdienen. Er is echter nog eene andere reden, die daartoe dringt; België is in de macht van het clericalisms gevallen door de verdeeldheid der libe rale partij. Dit is voor ons een ernstige wenk. Laat ons vooraf den huidigen toestand van België nagaan. De clericale partij heeft eene overgroote meer derheid in Senaat en Kamer. Die meerderheid is er gekomen langs volkomen wettigen weg. Het kabinet- Malou, steunende op die wettig gekozen vertegenwoor diging, gaat zijn programma uitvoeren. Natuurlijk behoort daartoe de overlevering der lagere school in handen der geestelijkheid, om van een hoofd punt te spreken. Dit kan niet verwonderen. De cle ricale partij heeft het in België even duidelijk uitge sproken als in ons land dat, zoodra zij er de macht toe heeft, zij het lager onderwijs zal besnoeien. Dit kan ook niet anders. De clericalen willen niet inzien dat degelijk onderwijs, op de meest algemeene wijze onder een volk gebracht, de zekerste waarborg is dat dit volk zich zal verheffen, dat het tot bloei en welstand zal komen, dat het zich niet door sociale wanbegrippen zal laten medesleepen. Zij hebben slechts het doel voor oogen van de school te maken eene broei kast voor deze of gene godsdienstige meening. De kinderen moeten ja zoo een en ander leeren, waar zij nu eenmaal in de maatschappij moeielijk buiten kunnen, maar vooral moeten zij afgericht worden op kerkelijke leerstukken. Dat is de geheele drijfveer van alle cle ricalen, van Roomschen of Protestantschen bloede. Wij kunnen dit zonder eenige vrees aanzien. De reactie zal onmachtig blijken, zelfs al veroverde zij de school. Maar de roeping van den Staat is het, al ware het alleen uit de zucht tot zelfbehoud, het sekten-onder wijs niet tot eenig onderwijs te verheffen. Dat de clericalen in België de openbare goed in gerichte volksschool willen vernietigen is blijkbaar uit de schoolwet, die thans in de Belgische kamer wordt behandeld. Die wet is volkomen in den geest der clericalenzelfs onderwijzers zonder diploma zullen in de school kunnen aangesteld wordende sekte scholen zullen door den staat of de gemeente kunnen worden betaald. Welnu, de clericale partij doet niet anders dan wat te verwachten was. Het moet zelfs verwondering baren dat zij niet nog verder gaan durft en het lager onderwijs vogelvrij verklaart en als eene gewone nering, zonder eenig belang voor staat en maatschappij, aan het lot en de concurrentie overlaat. Vanwaar dan die geweldige uitbarsting van toorn bij de Belgische liberalen Het is toch niet iets dat hen overvalt Ja, wij zouden bijna zeggen, zij hebben het verdiend. De Belgische liberalen mogen honderd maal bewerenzoo was het niet bedoeld, gij kwaamt aan het bewind omdat men ontevreden was over de plotselinge invoering van belastingende clericalen kunnen met recht antwoordenwij hebben liet u vooruit gezegd. »Als wij aan het bewind komen, zal ons eerste werk zijn uwe schoolwet aan flarden te scheuren" dat zijn de woorden, lang vóór de ver kiezing door de hoofden der clericale partij gesproken. Men wist dus waaraan men zich te houden had. Ondanks dit alles hebben, gelijk men weet, de zoo genaamde radicalen onder leiding van Janson niet geschroomd de liberalen te bestrijden, als waren zij nog meer te duchten dan de clericalen. Men zou wel licht denken dat thans, nu de oneenigheid der libe ralen de oorzaak bleek dat België is overgeleverd aan het clericalisme, de radicalen tot beter inzicht zouden gekomen zijn, en althans voor bet minst zouden zwijgen. Doch dan vergist men zich. Wij hebben vóór ons een vlugschrift dat van radi cale zijde 11. Zondag te Brussel, tijdens de groote demonstratie, werd verspreid. Wij zullen als een staaltje van de verblindheid, waartoe politieke drijvers kunnen vervallen, een gedeelte van dat vlugschrift vertalen «De ondervinding der laatste dagen", aldus heet het, »heeft ons getoond wat de katholieke partij in België kon. «Het is de partij der bestraffing. »Het is de boetedoening voor de fouten der liberalen. «Het is niet de blootlegging van een programma. «Het katholiek programNiemand is er van gediend. «Het is de eeuwige fout van het clericalisme zich intebeelden, dat het in de 19de eeiiw zich kan doen aannemen, zelfs in België. «Wij mokken over Bara, maar Woeste zullen wij nooit uitstaan. «Wij zijn ontevreden over de doctrinairen maar wij verfoeien de ultramontanen. »En als na de laatste verkiezingen, na de jongste worstelingen de clericale partij denkt, omdat wij haar er boven op hebben geholpen, dat wij haar credo, hare beginselen aannemen, dan bedriegt zij zich. «Wij hebben haar gekozen, wij hebben haar aan het gezag gebracht om aan de onzen hunne schande en hunne oneer te doen gevoelen. «Woeste minister van justitie! Het is niet een» eer die wij aan het clericalisme hebben willen bewijzen, maar eene beleediging welke wij Bara hebben aan- »'t Is geene goedkeuring van de clericale politiek, maar een zweepslag aan die der liberalen. «De beleediging is bloedig, de zweepslap is wreed, wij erkennen het. «Mogen onze vrienden er van profiteeren! «Moge het hen onder de onzen, die inslapen bij hun werk, aan het verstand brengen dat de liberaal, die zijn plichten verzuimt, op alle vernederingen kan rekenen." Wij willen aannemen, dat de Belgische radicalen niet' zoo zwart zijn als deze radicaal hen teekent, dat zij namelijk het verraad zouden gepleegd hebben de clericalen aan het bewind te helpen om de liberalen te straffen. Maar zeker is het, dat de radicalen dan toch onbewust de aanleiding tot den triomf der cleri calen zijn. Niet het minst moet men dien daaraan toeschrijven, dat met name te Brussel zich eene zoo genaamde middelpartij kon vormen, die de geheele liberale lijst deed vervliegen. Thans is de kogel door de kerk en wij zien niet in, dat de op wettige wijze aan het bewind gekomen Regeering van België, met eene meerderheid in Kamer en Senaat, grooter dan ooit eenige R geering aldaar had, door het gebluf der radicalen zal worden verhinderd haar programma uit te voeren. Van omverwerpen spreken wij niet. Door vertoonin gen of optochten op straat, door oproer desnoods, mag eene krachtige regeering zich niet laten dwingen. Wat zou er van het gezag der overheid overblijven, als het niet zoo was Dat het ons pijnlijk aandoet aldus in onze nabijheid de reactie te zien zegevieren is te begrijpen, maar dit verhindert ons niet de waarheid te erkennen. Wat wij op België voorhebben is, dat een zoo plot selinge ommekeer bij ons te lande niet zoo licht kan voorkomen. Zelfs indien de clericalen (die hier te lande dan nog altijd in twee vijandige kampen zijn verdeeld) de meerderheid in de Tweede Kamer op hunne zijde kregen, zouden zij èr, in de Eerste Kamer èn in de Grondwet belemmeringen vinden, die niet licht te tellen zijn. Doch groot zou niettemin het kwaad zijn, dat uit eene clericale overwinning voor ons land en zijne in stellingen zou volgen. Om dat te verhoeden hebben wij nu nog gelegenheid ons te spiegelen aan België. Het is of de kiezers van Haarlem een voorbeeld hebben willen geven ten goede, toen zij weigerden aan den man, die als verderfelijk voor de eendracht der liberalen wordt beschouwd, een mandaat te verleenen. Dat onze radicalen zoo gewetenloos met de vrije instellingen des lands zouden spelen, kunnen wij niet gelooven. Wij kennen genoeg radicalen die weten en er naar zouden handelen, dat het in dezen tijd vooral deze vraag geldthoe beschermen wij onze instellingen tegen clericale dwingelandij? En het antwoord wordt ook door het gebeurde in België in den mond gegeveneendracht in de rijen der liberalen, samenwerking en tucht, onder de leiding van een degelijk aanvoerder. Wij zullen niet beweren, dat zich op dit oogenblik in de Tweede Kamer vele liberale leden bevinden, die voor partijhoofd in aanmerking kunnen komen, doch wan neer zij konden besluiten zich te vereenigen onder de vanen van een der besten onder hen, b. v. van den heer Verniers Van der Loeff, dan zou dit voorzeker aan de liberale zaak zeer ten goede komen. Het schijnt ons volstrekt niet onmogelijk dat, onder den indruk van het gebeurde in België, die voorwaar den vervuld zullen worden. Geschiedt dit, dan behoeft er niet de minste vrees voor clericaal geweld te bestaan. GOES, 15 Augustus 1884. Het Zuiden geeft in haar nommer van gisteren eene bloemlezing van berichten uit eenige bladen om trent het overgroot aantal personen, dat met verschil lende middelen van vervoer jl. Zondag uit de grootere steden naar buiten toog, om de frissche buitenlucht in te ademen, die de mensch in de dichtbevolkte steden zoo moeielijk kan deelachtig worden en waaraan hij toch, en vooral in deze warme dagen, zoo groote be hoefte heeft. Aan het eind komt de redactie tot de zeer juiste opmerking, doch natuurlijk in de haar eigen termen, dat de ongelukkige machinisten, stokers c. s. de dupe zijn van dit vervoer en dat deze de zoo noodzakelijke Zondagsrust derven. «Hoeveel zuchten", vraagt Het Zuiden«zullen er voor de vuren der locomotieven en stoombootjes op dien snikheeten dag zijn geslaakt, de eenige dag, de rustdag, werd aan al die armen ont nomen omdat anderen pret moesten hebben!" De juistheid van deze opmerking valt niet te be twisten. Toch gelooven wij, dat men voorzichtig moet zijn met het maken van propaganda voor Zondagsrust deze wijze. Het beginsel van Zondagsrust zal wel bij niemand tegenkanting vinden, doch men zie niet over het hoofd, dat zij hoofdzakelijk gevraagd wordt voor personen in dienst van den Staat en van maatschappijen en steeds behoorende tot een tak van openbaren dienst of in betrekking staande tot een middel van vervoer. Denken wij ons al die personen eensklaps begiftigd met Zondagsrust, dan staan post en telegraaf, spoor, boot en tram allen stil, ja, om ook particulieren erin te doen deelen, zal zelfs geen huurrijtuig te krijgen zijn. Zoo zouden wij spoedig komen tot een toestand van gedwongen rustdagviering, in den geest zooals Het Zuiden c. s. dit zouden wenschen en van hun stand punt uit is dit ook zeer te begrijpen. Doch, de Zondags heiliging latende voor hen, wier hart daaraan werke- l'jk behoefte gevoelt, willen wij dan ook, dat met de Zondagsrust tevens gepast genot, ontspanning en over vloed van versehe lucht worde verstrekt. Nu wandelt men al heel spoedig, zelfs met een grooter of kleiner aantal kinderen, b.v. van Goes naar Kloetinge en ademt dan voldoende in Gods vrije natuur. Maar van uit de groote steden is men niet zoo spoedig in het open veld en loopt men veel kans juist de poort te zijn ontvloden, als tijd of kracht ons nopen weder terugtekeeren. Daarom is ook voor de Zondags rustenden een middel van vervoer zoo noodig, niet enkel voor de rijken, maar juist ook voor de minder ruim bedeelden. Dezen geven veelal dien over vloed van passagiers, inzonderheid bij goedkoope middelen van vervoer, en dat zijn juist allen menschen, die wegens hun harden arbeid in de week die Zondags rust, in ontspanning genoten, ten zeerste noodig hebben. Daarom kunnen die middelen van vervoer en met hen het personeel daaraan verbonden niet rusten op den Zondag. Het eenige middel zou zijn, dat het personeel zoo werd uitgebreid, dat om de twee of drie weken een vrije dag kon worden genoten. Aangezien die uit breiding echter alleen voor den Zondag zou noodig zijn, zouden die hulpbeambten toch weder personen zijn, die in de week op andere wijze hun brood verdienen en die dan hun Zondagsrust moeten derven en men kreeg derhalve slechts eene verplaatsing van den Zondags- arbeid van den eenen persoon op den anderen. Wij herhalen het, wij zijn in beginsel groote voorstanders van Zondagsrust, doch wij achten haar praktisch onuit voerbaar. Mocht Het Zuiden den weg kunnen wijzen, om een ieder de Zondagsrust deelachtig te doen worden en toch aan allen de middelen te verschaffen om zich op gepaste wijze in de vrije natuur te verlustigen, dat zou zeker een ieder nog meer dan thans protest aanteekenen tegen zijn eigen bewering, dat zijne redactie niet tot het denkend deel der natie be hoort. In prov. blad no. 77 vestigen Ged. Staten dezer provincie de aandacht op het verschil, dat er bestaat In de traktementen en toelagen, die bij de verschillende bataljons rustende schutterij in Zeeland worden ver strekt. Zij hebben om meerdere eenheid hierin te brengtn bepaald, dat voor de auditeurs, secretarissen en boden van den schuttersraad geen hooger bedragen mogen worden uitgetrokken, dan respectievelijk 30, 25 en ƒ12 voor een bataljon, bestaande uit vijf compagniën en van 25, 20 en 10 voor een bataljon, bestaande uit vier compagniën. Voor kosten van vuur, licht en schrijfbehoeften kan voör elk bataljon 5 per compagnie worden berekend en een gelijk bedrag voor aandeel der compagnie in de kosten van schrijfbehoeften voor den bataljonsstaf. Op het feestconcert, dat Woensdagnamiddag ter viering van het eeuwfeest der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd gegeven, is o. a. op uitstekende wijze ten gehoore gebracht de kindercantate van Peter Benoit, onder leiding van den heer Brandts Buys. Toen de laatste tonen van dit kunstwerk waren weggestorven, scheen aan de toejuichingen geen einde te komen, en het was een welverdiende hulde aan den directeur, toen de heer Böhringer de tribune beklom en den dirigent een fraaien lauwerkrans aanbood, terwijl hij sprak «Mijnheer Brandts Buys 1 Uit naam der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bied ik u dezen lauwerkrans aan. Als de jeugd in handen is gelijk de uwe, als zij de harmonie van het leven zoo leert verstaan als gij ons haar thans gevoelen deedt, dan is de toekomst van ons volk verzekerd in zulke handen is de jeugd veilig en daarom danken wij u." Langdurig applaus bezegelde die woorden, ook leven dige toejuiching van de kinderen. Met Heije's «Vlaggelied" werd de schoone uitvoering besloten. De aanwezige ministers verlieten daarop de zaal, doch niet dan nadat baron Du Tour van Bellinchave o. a. den heer Brandts Buys de hand had gedrukt en met een glas champagne aan de lOOjarige hulde gebracht. Tot besluit der viering van het jeuwfeest namen 's namiddags drie honderd twintig afgevaardigden, genoodigden en leden van het hoofdbestuur deel aan den maaltijd, in het «Maison Stroucken". De eerste heildronk werd door den voorzitter ds. Böhringer ge wijd aan Z. M. den Koning. Met geestdrift werd dit woord begroet, en onder den indruk ervan stonden allen op, om het volkslied aan te heffen. Daarop werd een telegram aan Zijne Majesteit verzonden van dezen inhoud; «De Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen brengt ter gelegenheid van haar eeuwfeest Uwer Majesteit hare eerbiedige hulde". Op dit telegram is gisteren 'net volgende antwoord ontvangen «Zijne Majesteit betuigt aan de Maatschappij Hoogstdeszelfs dank voor de aangeboden huldebetuiging." Aan Z M den Koning is door het Centraal- bestuur van het Algemeen Nederlandsch Werklieden verbond een adres gericht, het verzoek inhoudende, dat Z. M. gelaste, in geen geval de partiëele herziening der Grondwet, die zich bepaalt bij art 198, afzonderlijk, maar dadelijk en zoo spoedig mogelijk de algemeene herziening aan de orde te stellen, of, indien daar tegen ernstige bezwaren zijn, de door de Regeering bedoelde partiëele herziening uit te breiden tot art. 76 en eene wijziging van dit artikel voorop te stellen in dezen zin «dat voorstaan aan heel de natie het recht en de be voegdheid worden geschonken, tot de keuze der Staten- Generaal mede te werken en aldus de invloed op de wetgeving, die thans slechts x/7 deel heeft, tot heel het volk worde uitgebreid." «Door dit te bevorderen zegt het adres werkt Uwe Majesteit mede tot opheffing van een groot on recht, versterkt zij den band tusschen Kroon en volk en maakt zij dien duurzaam, grondvest zij het staats gebouw en de nationaliteit waar dat gebouw op steunt te dieper, bestendigt zij de binnenlandsche rust en vrede, verzekert zij haar huis een voortdurend krachtig leven dat het in staat stelt zijne hooge roeping getrouw te blijven, die is, volksgeluk te bevorderen, sticht zij zich eindelijk eene eerezuil in 's volke harten, waarvan hare nakomelingen de vruchten zullen oogsten." Kruininge. Aan ons fanfaren-muziekgezelschap «Eendracht maakt Macht", dat verleden Zondag aan het festival te Antwerpen deelnam, is ten deel ge vallen de uitgeloofde prijs van trs. 500. Ierseke. Benoemd met ingang van 1 Sept. a. s. tot tij delijk rijks-telegraaf klerk alhier, de heer T. E. Mulder, thans geagreeerde van het post- en telegraafkantoor te Veendam. De commissie voor het >Nisero"-fonds te Londen vergaderde Dinsdag om te zien, hoeveel was bijeen gebracht. Na aftrek der advertentiekosten was dit 1109 pd. st., waarvan 601 pd. st. in Nederland was ingeschreven en 300 pd. st. door de schatkist was verstrekt. Men kan dus nagaan, hoeveel de Engelschen zelf hebben bijgedragen, niettegenstaande de publieke opinie zoo bezorgd en verontwaardigd heette. Da com missie besloot aan de betrekkingen der gevangenen verschillende sommen van 60 tot 20 pd. st. ter hand te stellen en 500 pd. st. achter te houden voor mogelijke eischen van de Zweedsche, Italiaansche en Duitsche leden der bemanning. De firma J. B. Groen Gz. te Amsterdam is op de Internationale Tentoonstelling te Londen met de gouden medaille bekroond voor hare inzending Likeuren, evenals te Nizza, waar haar dezelfde onderscheiding te beurt viel. De papier-industrie dacht vóór eenige jaren een gemakkelijk middel van correspondentie uit, briefjes die zonder couvert en toch gesloten konden verzonden worden, het zg. mot a la poste", de verbeterde brief kaart. De Belgische postadministratie zag daarvan dadelijk de beteekenis in daar voor het brievenvervoer aan de spoorweg-maatschappijen per gewicht wordt betaald, begreep de Belgische Regeering, dat die dunne briefjes, minder zwaar wegende, ook goedkooper konden vervoerd wordenen zij stelde hun gelijk met de biiefkaarten, gaf zelve die briefjes uit, geriefde daarmee het verkeer en nam tevens het hoofdbezwaar weg, dat tegen de brief kaarten nog steeds bestaat, nl. de open baarheid van het daarop geschrevene. Waarom heeft onze Postadministratie op die een voudige en practische verbetering hare aandacht nog niet gevestigd Waarom is de tot veel misbruik aan leiding gevende open briefkaart nog niet, feitelijk, ver vangen door dien nieuwen vorm van briefwisseling (N. Zutph. Ct.) Volgens de laatste berichten hoopt men het bij het Sable-eiland gestrande stoomschip «Amsterdam" vlot te zullen krijgen en het grootste gedeelte der la ding te behouden. De tusschendekpassagiers van de «Amsterdam" zijn te New-York aangekomen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1