1884 N°. 88. Zaterdag 26 Juli. 71ste jaargang. (iOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdao en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL GOES, 25 Juli 1884. De onthulling van het Wolff-Dekenmonuraent te Vlissingen heeft Donderdag plaats gehad. Te 1 uur had eene groote schare, waaronder velen van elders, zich in de zaal van den heer Kuipers vereenigd, waar de president der commissie, mr. G. N. De Stoppelaar, de aanwezigen welkom heette en nadat door een koor van 100 kinderen met begeleiding van muziek een lied gezongen was, gaf hij het woord aan dr. Dyserinek. Deze zette in eene korte maav schoone rede uiteen, wat die beide vrouwen voor onze taal- en letter kunde, voor het vaderland en Betje Bekker voor hare vaderstad waren geweest. Deze rede, die door gezang werd afgewisseld, was doorvlochten met proeven uit de gedichten der beide vrouwen en stelde in helder lichthoe zij den grond legden tot den Neder- landschen roman en de waarde van onze taal als aan het licht brachten; welk een milde geest de schrijfsters had bezield en hoe zij aan de volksontwikkeling, aan de bestrijding van alles wat staatkundige vrijheid en vrijheid van geweten in den weg staat, haar leven gewijd hadden. Ten slotte toonde de redenaar nog door eenige mededeelingen omtrent Aagje Deken aan, hoe billijk het was dat deze twee, in haar leven door innige vriendschap verbonden, na den dood niet ge scheiden werden Deze toespraak, waarbij ook familieleden van Betje Bekker tegenwoordig waren, werd met gi oote belang stelling gehoord en herhaaldelijk toegejuicht. Na een slotlied trok de geheele schare naar het Betje Wolffs- plein, waar het gedenkteeken staat. De president De Stoppelaar sprak daar allereerst woorden van dank aan allen, die medegewerkt hebben om de lang ge- wenschte zaak tot stand te brengen, waaronder in de eerste plaats werden genoemd Prinses Hendrik en de onlangs overleden Kroonprins. Voorts bracht hij hulde aan de onvermoeide werkzaamheid van dr. Dyserinek daarna aan den beeldhouwer De Hollander, die be langeloos zijnen arbeid verleendeaan den gemeente bouwmeester en eindelijk aan het gemeentebestuur. Hij noemde dit het laatst, om tevens het monument aan de zorg van het bestuur overtedragen. Nadat hij de beste wenschen voor Vlissingeus bloei en hare waardeering van de vroegere stadgenoote, die thans gehuldigd werd, had geuit, werd het omkleedsel weg genomen op een teeken, door de dochter van den eer sten ontwerper dr. Van Vloten en het dochtertje van den heer Dyserinek gegeven. Muziek en luide jubel kreten lieten in dat oogenblik zich hooren en daarna nam de oudste wethouder Van Uije Pieterse, bij afwezigheid van den burgemeester, het woord, om namens de gemeente het gedenkteeken te aanvaarden. Ook zijne woorden getuigden van groote ingenomen- heid met plan en uitvoering en hij verzekerde dat de goede zorgen van het bestuur het bewijs zouden geven, hoe dit èn de verdiensten der Vlissingsche dichteres èn de hulde haar gebracht, op prijsstelt. «Gaarne," zoo eindigde de heer Pieterse, «verzeker ik dat dit gedenkteeken met zorg zal worden onderhouden. Ik beveel het aan in de welwillende bescherming van allen en hoop dat allen, die het aanschouwen zullen, mogen worden opgewekt tot bevordering van het schoone en goede, dat den inensch maakt tot een sieraad der maatschappij." Na afloop der plechtigheid werd het gedenkteeken, in de werkplaatsen van de heeren Becht en Dyserinek te Amsterdam vervaardigd, van nabij bezien en bewon derd, terwijl de frissche waterstralen, niet zooals vroeger gezegd werd alleen omhoog stegen, maar ook mildelijk nederdaalden in het om de fontein ge metselde bassin. De medaillons met de beeltenissen der twee vrouwen zijn zeer nauwkeurig naar de beste portretten van haar bewerkt en een passend opschrift vermeldt ook voor het nageslacht, hoe dank baarheid en erkentenis van groote verdiensten deze monumentale fontein deed verrijzen. Ten slotte zong het kinderkoor het bekende gedeelte van ons volkslied«Bescherm, o Godbewaar den grond, enz.", waarna de saamgevloeide schare zich ver spreidde, sommigen om elders het feest voort te zetten, allen, zoo wij hopen, om den indruk daarvan te be waren. We naderen zoo langzamerhand het tijdstip van de opening der Landbouwtentoonstelling, wier welsla gen is verzekerd en die voor kenners en liefhebbers veel belooft. Men zal, gelijk bij een tentoonstelling van korten duur te verwachten is, op tijd gereed zijn en alles is daartoe druk in de weer. Een monumentale poort, gedekt door een kolossaal doek, een zeer fraai zeegezicht van jhr. E. Van Heems kerk van Beest, een symbolische voorstelling gevende van onze vaderlandsche «baanbrekers" ter zee, zal tot ingang strekken. Ter weerszijden staan een paar houten gebouwtjes en op het terrein valt het oog dadelijk op drie groote gazons, welke met de breede voetpaden een cirkel vormen, dienende tot voorgrond voor een muziek tent. Daarachter tegen de sloot staat de restaurant. Een fontein wordt in 't midden van het perk aange bracht en bloemen zullen het levendige groen van het gras breken. Rechts en links van het perk staan vier houten gebouwtjes voor de machinerieën. In het koloniale gebouw der vorige tentoonstelling worden nu de zuivel- en landbouwproducten tentoon gesteld. Voor het versch en koel houden van de boter zijn bodems getimmerd voor ijs, terwijl het daarvan afdruipende water wordt afgevoerd langs gootjes zooals er tevens zullen dienen ter geleiding van koud water achter de producten zelf. Naast dit gebouw staat een loods voor werktuigen, terwijl aan den oever bij de bamboe-brug een net ge bouwtje zal worden ingericht als bureel voor de ver tegenwoordigers van de Engelsche inzending. Over de brug zijn drie rijen gebouwen met 37 stallen voor schapen, varkens en rundvee. Iedere stal is ruim 60 passen langdie voor koeien telt 28 en die voor scha pen en varkens 56 hokken. De vroegere volksrestauratie is blijven staan. De kunsttempel van verledeD jaar zal nu in beslag worden genomen voor fourage voor vee, paarden enz. Op het terrein van het afgebroken gedeelte der schilderij afdeeling is een tribune met paviljoen, 1200 zitplaatsen biedende bij ring-of hardrijderij. Vlak voor de tribune ligt de groote en daarachter de kleine ring. De harddraversbaan strekt zich uit van de Van-Baerle- straat over de geheele breedte van het terrein. Voorts zijn er nog stallen voor paarden en hengsten, niet minder dan elf groote en twee kleinere gebouwen, tevens ook stallen voor spannen. De inrichting van de stallen is zeer doelmatig. Tusschen de uiterste rij paardenstallen staat de van verleden jaar overgebleven Pilsener bierhal. In diezelfde buurt is ook nog de Fransche restauratie, terwijl het gebouw der collectieve diamantinzending, het rotsje en hier en daar nog een paar kleine bars eveneens zijn blijven staan. In de omgeving van de rots is nog een houten gebouw voor landbouwwerktuigen. Voorts heeft men nog te ver melden twee gebouwtjes achter de koloniale afdeeling, het een ingericht voor kaaspakhuis, het ander voor Deensche zuivelproducten. Is alles gereed, dan maakt het terrein ongetwijfeld een gunstigen indruk. H De vereenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal, belegd tot ontvangst van het wets ontwerp, houdende voorziening in het Regentschap, zal, naar men meldt, met eenige buitengewone forma liteiten gepaard gaan, overeenkomende met die bij sluiting van de gewone zittingen gevolgd. De Ministers, door Z. M. den Koning aangewezen, tot het inbrengen van het voorstel, zullen bij hunne aankomst in het vergaderlokaal ontvangen, en bij hun vertrek uitgeleid worden door eene commissie van acht leden uit beide Kamers benevens den griflier, te benoemen door den Voorzitter der Eerste Kamer, volgens de Grond wet belast met de leiding der vereenigde zitting. De leden dezer Commissie zullen, evenals de Ministers, voor deze gelegenheid in ambtscostuum zijn. Onmiddellijk na aanbieding van het wetsontwerp, zullen de afdeelingen tot onderzoek van de voordracht saamgesteld worden. De Kamers zullen voor dit buitengewone geval in 7 sectiën verdeeld worden. In verband hiermede worden in het gebouw der Tweede Kamer twee afdeelingslokalen boven het ge wone aantal in gereedheid gebracht. De ruimte in de openbare vergaderzaal is voldoende tot plaatsing der 125 leden, gesteld dat allen tegen woordig zijn. llansweerd. Met ingang van 1 Augustus a. s. wordt verplaatst van Aardenburg naar Hansweerd dhr. P. M. A. Van de Brandt, commies 3e klasse bij 's Rijks be lastingen. De heer P. De Bruijne, rijksambtenaar bij de belastingen te Aksel, wordt met 1 Augustus a s. als zoodanig overgeplaatst naar Heinkenszand, terwijl de heer K. D. Scheffer van Heinkenszand naar Zieriksee wordt verplaatst. St. Annaland. De rekening van den calamiteusen Suzannapolder, dienst 1883/84, zooals die door den dijkraad van dien polder jl. Donderdag voorloopig is vastgesteld, bedraagt in ontvang de som van 3999,25, en in uitgaaf ƒ17645,71. In het tekort a/13646,46 is bijgedragen door het rijk 9100 en door de provincie/4550. Er is alzoo een batig saldo van f 3,54. De kosten der zeewering en oeververdediging bedra gen 14928,13% De werkzaamheden aan de oeververdediging van dezen polder vorderen goed. Jl. Zaterdag is met goed gevolg een kraagstuk ge zonken, groot 700 M3. Binnen kort zullen er nog 2 gezet worden, samen groot 1550 M3. Boven deze kraagstukken wordt de steile oeverkant voorzien van Lessineesche steenglooiing, zoodat bij voltooiing daarvan de oever daar ter plaatse wel voor verdere afneming beveiligd zal zijn. Voor een zeer talrijk publiek is gisteravond mr. J. Kappeyne Van de Capello te Zaandam opgetreden, Breedvoerig heeft de heer Kappeyne zijne denkbeelden over den politieken toestand van ons land en de aan hangige vraagstukken uiteengezet. Aan het slot zijner rede zei de spieker «De neiging van mijn hart diijftmij geenszins naar het Binnenhof. Voor mij, politieke vrienden hebben er mij soms een grief van gemaakt, heeft de kalme atrnos- pheer van het studeervertrek een onwederstaanbare aan trekkelijkheid. Doch ik beschouw de publieke zaak gelijk de wet den minderjarige. Eene voogdij mag men niet weigeren, omdat men, ze waarnemende, een plicht betracht en niet een eigen belang behartigt. Geroepen, zou ik gaan, zoolang de voeten mij kunnen dragen. Intusschen heb ik er alleszins vrede mee, dat men op mij den Romeinschen regel toepast, dat men den meer dan zestigjarige van het Staatstooneel dringt en ik begrijp zeer goed, dat een jonger geslacht de taak om het te vertegenwoordigen liever toebetrouwt aan krachtiger handen en meer nieuwerwetscha begrippen". Omtrent de reorganisatie van de Staatsloterij zijn onjuiste berichten verspreid zegt het Dagblad. Trouwens de geheele zaak is nog een hervorming in wording. Het blad meent echter te weten, dat het in 't plan der Regeering ligt om bij Koninklijk besluit de nieuwe regeling te doen geschieden, doch tevens zal voor de werking van enkele strafbepalingen de medewerking der Wetgevende Macht noodig zijn. Al de gunstloten worden ingetrokken, maar voor zooveel zij werden toegekend bij wijze van pensioen of tege moetkoming, zal aan de betrokken personen een gra tificatie worden toegelegd. De Regeering zal dan tegenover de Kamer volkomen opening van zaken doen. Het doel is om de premie, welke door de collecteurs aan den Staat van elk lot wordt betaald, met zulk een bedrag te verhoogen, dat door den Staat van elke loterij ƒ180,000 meer voordeel zal worden behaald. De gedelegeerden le klasse zullen vervallen en allen tot collecteurs worden benoemd. De collecteurs zullen zelf de loten kunnen debiteeren of door middel van debitanten en splitters, 't Maximum der loten, dat ter beschikking van een collecteur kan worden gesteld, zou op 1000 worden bepaald. Van eene zijde, die wij volkomen vertrouwen (zegt de Amst. Ctontvingen wij de mededeeling, dat de Regeering besloten heeft Atjeh door onze troepen te doen ontruimen, met uitzondering van de Kraton. De bijeenkomst der oud strijders uit Nederland, begiftigd met het Metalen Kruis, die op den 3en Au gustus was bepaald, is uitgesteld tot 17 Augustus e. k. en zal te Tilburg worden gehouden. Men heeft de overtollige en weinig afdoend ge bleken desinfectie-maatregelen aan de spoorwegstations te Parijs, Marseille en Toulon opgeheven Tot hiertoe hebben ongeveer 70.000 personen Marseille verlaten. Te Toulon wordt de toestand steeds pijtffijker, ook door de stijgende prijzen der levensmiddelen. Op ver zoek van een der afgevaardigden van Marseille heeft de Minister van oorlog 5000 flanellen hemden, bij 't leger in gebruik, voor de armen naar die plaats en Toulon gezonden. In den Parijschen gemeenteraad heeft de directeur d'Assistance publique uitdrukkelijk ver klaard, dat er geen enkel geval van Aziatische, zelfs niet van sporadische cholera in de hoofdstad is voor gekomen. De cholera heerscht epidemisch te Deli, op de oostkust van Sumatra. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. De heer P. Boon, onderwijzer aan de Chr. school te Goes, heeft eene uitnoodiging ontvangen om te solliciteeren naar de vacante betrekking van hoofd der Chr. school te Nieuwveen, Zuid-Holland. Rechtszaken. Kantongerecht te Goes. Heden (Vrijdag) werden de navolgende vonnissen gewezen en uitgesproken, tegen J. K., W. v. d. B D. v. II. en A. G. allen te Goes, wegens het gaan over eens anders grond, bezet met rijpende vruchten, zonder daartoe eenig recht te hebben, ieder veroordeeld tot f 3 boete, subs, 1 dag gev straf; N. V., arbeider, J. v. H., koopman, beiden te Goes en B. L., arbeider te Ierseke, wegens openbare dronkenschap, ieder veroordeeld tot f0,50 boete, subs, d dag gev.strafM. S 25 j., arbeider te Goes, wegens als voren, tot f d boete, subs, d dag gev straf; W. v. d. B., 27 j., L. Z., d9 j„ arbei ders, G. K., d 7 j., boerenknecht, allen te Krabbendijke, wegens het zich ophouden in eene herberg na elf uren 's avonds, ieder veroordeeld tot f d boete, subs, d dag gev.strafC. B. Mz., landbouwer te 's-Gravenpolder, wegens het opnemen van een lid in het huisgezin, zonder verklaring daarvan te doen aan het gemeente bestuur, veroordeeld tot f10 boete, subs d dag gev. strafJ. S., 23 jboerenknecht te's Gravenpolder, wegens het veranderen van werkelijke woonplaats, zonder daarvan eene verklaring te doen aan het gemeentebestuur, veroordeeld als vorenJ. R 24 j schipper, Ph. N 22 j schippersknecht, beiden te Wemeldiuge, wegens het graven binnen 500 M. van den zeedijk, ieder veroordeeld tot f dO boete, subs d d. gev.st.; L. T., 12 j A. T., J. V,, allen te Heinkenszand, wegens het zoeken van eieren van waterwild, ieder veroordeeld tot eene geldboete van f4, subs, d dag gev.straf; P. v. d. V., 26 j. arbeider te Ierseke, wegens het rapen van eieren van wild, veroordeeld tot fdO boete, subs, 2 dagen gev straf; C. V. F., koopman te Goes, wegens het rijden met een wagen over een voetpad, veroordeeld tot f d boete, subs, d dag gev. straf J. De W., Jz., schipper en visscher te Wemeldinge, wegens het bevisschen der Schelde, zonder nummer op zijn vaartuig, veroordeeld tot fdO boete, subs, 1 dag gev.straf. Allen tevens in de kosten. Vrijgesproken werden: J. De J., 47 j., arbeider te Nisse en A. B., 42 j koopman te Ovezande, beklaagd van het maken van nachtelijk burengerucht. Bij den Raad van State, afdeeljng voor de ge schillen van bestuur, zijn o. a. ingekomen Koninklijke besluiten, houdende beslissing omtrent het beroep van C. Vinke te Nieuw- en St.-Joosland, van een uitspraak van Ged. Staten van Zeeland, waarbij do aanwijzing tot den dienst bij de nationale militie van zijn zoon is gehandhaafd, alsmede het beroep van M. C. Van Goethem, te Goes, van een uitspraak van Ged. Staten van Zeeland, eveneens in zake de nationale militie. Gehandhaafd de besluiten van Ged. Staten en de inge stelde beroepen ongegrond verklaard. Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch stonden Dinsdag terecht de drie personen, beschuldigd van den in de maand Februari jl. in het postkantoor te Breda gepleegden diefstal. In die zaak werden 50 getuigen gehoord. De beschuldigden bleven allen bij hun vroeger afge legde bekentenis van schuld volharden. De toedracht der zaak, de wijze waarop deze diefstal is gepleegd, werd nog eenmaal èn door de beschuldig den èn door de getuigen daghelder in het licht gesteld, zoodat het bewijs der misdaad volledig aan het Hof geleverd werd. Uit het geding bleek, dat men op het postkantoor te Breda al zeer zonderling met den sleutel van de brandkast schijnt omgesprongen te hebben. De sleutel werd 's avonds weggeborgen in een lade, op die lade was een slot met vier gelijke sleutels, die bij vier ver schillende commiezen in bewaring waren. Bovendien was er nog een vijfde sleutel voor 't verliezen en die hing achter een scheurkalender aan den wand, onder ieders bereik. Met elk dezer sleutels kan de lade geopend worden, de sleutel der brandkast lag dan voor 't grijpen. De verdediging trok van deze omstandigheid partij mr. Van Leeuwen noemde het onverantwoordelijk dat de sleutel eener kast, die zooveel waarde bevatte, zoo slecht werd bewaard en daardoor de gelegenheid om te stelen zoo gemakkelijk werd gemaakt, en dat wel aan beambten als de beschuldigde Moors, die met een karig traktement in het onderhoud van vrouw en zes kinderen moest voorzien. Het openbaar ministerie heeft geëischt: voor Moors 8, voor Ballentijn 7 en voor Van Hall 4 jaren tucht huisstraf. De uitspraak is bepaald op 29 Juli e. k. Buitenlandsch Overzicht. Thans is ook in Engeland openbaar gemaakt de jongste diplomatieke correspondentie tusschen de Engel- sclie en Nederlandsche Regeeringen in de «Nisero"- zaak. Deze bundel eindigt met een depêche van lord Granville aan den Engelschen gezant te 's-Gravenhage, hon. Wm. Stuart, dd. 19 Juli. De Engelsche Minister van Buitenlandsche Zaken betuigt daarin zijn genoegen over de aanneming door Nederland van Engelands voorstel tot een gemeenschap pelijk optreden tegenover den Radj h van Tenom. Verder stelt lord Granville voor, door tusschenkomst van den Gouverneur van Atjeh, 100,000 aan den Radjah te doen uitbetalen. Tenslotte doet de Minister opmerken, dat Engeland gemeend heeft niet te moeten treden in het voorstel van de Nederl. Regeering om de kust van Atjeh te blokkeeren. Ongetwijfeld biedt het gemeenschappelijk optreden der beide Regeeringen betere kans aan voor de bevrij ding der gevangenen. ,Of echter ons prestige in den Indischen Archipel daarmede niet een gevoeligen knak zal krijgen is eene andere vraag. Intusschen wenschen ook wij niet vooruit te loopen op de mededeeUngen»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1