1884. N°. 85. Zaterdag 19 Juli. 71ste jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. GOES, 18 Juli 1884. 's-Gravenhage, 17 Juli. De plechtige uittocht van het stoffelijk overschot des Prinsen van Oranje is stipt volgens het programma volbracht, ten aanschouwe van stroomen volks, zoowel van hier als van elders. De rouwwagen bood een aandoenlijken aanblik in den trein en was met 14 kransen voor en achter en op het rouwkleed met de wapenrusting van den Prins getooid. Onder die kransen waren die van Koningin Emma, den Prins van Wales, de vrijmetselaars, de officieren van land- en zeemacht, het huis- en stalpersoneel van den overledene. De Koning volgde in een rijtuig, gezeten met zijn schoonbroeder, den Groot-hertog van Saksen-Weimar, en Prins Albert van Pruisen, het lijk. De Graaf van Vlaanderen, vertegenwoordigende den Koning der Bel gen, en de Prins van Wied volgden insgelijks. De uitvaart droeg een stil en eenvoudig karakter. De Koning beantwoordde onafgebroken de stille groeten der diep bewogen menigte. Even vóór 10 uren was hier alles afgeloopen. De plechtigheid in de kerk te Delft duurde kort. Vóór 12 uren was alles geëindigd. Ds. Van Koetsveld hield eene korte rede van den volgenden inhoud: nMijne gedachten zijn niet u lieder gedachten en uwe wegen niet mijne wegen" spreekt de Heer, y>want gelijk de hemelen hooger zijn dan de aardealzoo zijn mijne wegen hooger dan uwe wegen en mijne gedachten dan de uwe." Dat geloof alleen, broeders geeft den bijna tachtigjarigen grijsaard moed en kracht om nog eens, en God geve, nu althans voor het laatst! te spreken bij dit vorstelijk graf, geopend voor den laatsten der vier Prinsen van Oranje, die nog vóór zes jaren den troon omringden. Hoe telden wij de dagen der verraderlijke ziekte, die hem had aangetast! Wat blijde mare was, door het gansche land, zijn aanvankelijk herstelMaar anders waren Gods gedachtenonverwacht nog legde de on verbiddelijke dood de kille hand op dat nog jeugdig hart, en het klopte niet meer. Het had veel geleden dat hartArme Prins, die nooit uit den rouw over uwe dooden u hebt kunnen opheffen tot de blijmoedigheid der levendenNog hoor ik het u zeggen in een vertrouwelijk gesprek»Ik ben nog geen dertig jaren oud, en zeg 't reeds Borger na wik wensch geen stap terug te treden Op de afgelegde levensbaan." Zoo riep ieder jaar de zomermaand, als de maand uwer dooden, u herwaarts ter bedevaart, tot dit jaar haar eerste dag u op het ziekbed wierp, waarop de benevelde geest nog den laatsten nacht over uwe dooden sprakRust zacht in dit uw tweede Te Huis Wat al geheimen en raadsels zinken daar in die diepte Wat gedachten en aandoeningen door kruisen, als eene branding, het hart der levenden, daar omheen Maar die alle lossen zich op in diepen weemoed, waar gansch de natie in deelt. Aan U allereerst, beminde Vorst en Koningdenken daarbij allen, nu gij den laatsten uwer drie zonen ten grave brengt. Toen den eersten de Dood dreigde, toen hoorde ik 'tu zeggen en een koninklijk woord ver geet men niet, ook na meer dan dertig jaren «Wanneer het der Voorzienigheid behaagt mij kin deren te ontnemen, zal ik mijn troost vinden in de kinderen van Nederland." Mocht ge alzoo, mijn Koning door de liefde van uw volk gedragen, meer dan eenig ander Vorst, en door duizenden bij duizenden opgedra gen aan den Koning der Koningen, ook dezen zwaren slag te boven komen, ondersteund door eene trouwe, liefdevolle gade en ook in rouw, gelukkig door het aanvallig kind, thans Nederlands troost en hoop. Of zouden wij hier vooral niet hopen, zonen van Nederland hier waar vóór drie honderd jaren de bede van den verraderlijk vermoorden Vader des Vaderlands werd gehoord: »IIeere God! ontferm u over dit arme volk 1" Die bede des stervenden verhoorden drie eeuwen, ook in den bangsten nood. Nog zweeft zij, als uit zijn open graf, gelijk een beschermende engel, over 's Konings hoofd en huis en volkO verlieze dat volk nooit het christelijk geloof, dat zoo nog stervend bad Vorsten en grooten uit den vreemde! Dank voor uwe belangstelling in Oranje eD Nederland Zegt het ten uwent, dat waar de takken worden afge broken, wij ons te nauwer scharen om den stam van Oranje-Nassau, en bidt met ons, dat God hem beware, zooal8 hij diep zijne wortels heeft in de graven der dooden en in de harten der levenden. En nu, nu worde ons allen de kracht geschonken om Gode te zwijgen, waar zoo luide de graven spre ken, Amen." De Koning verliet dadelijk na de toespraak de kerk met den Hertog van Saksen-Weimar, Prins Albert van Pruisen en den Graaf van Vlaanderen. De Prins van Wied keerde terug en daalde in den grafkelder bij de verzegeling van het lijk. De verzegeling van de kist door den Minister van Justitie, bijgestaan door den secretaris-generaal van gezegd Departement, had plaats in het bijzijn van den grootmeester des Konings en den opper-hofmaarschalk, opper-intendant, volgenderwijze Eenige meters zilver galonband met twee zwarte biezen worden om de kist gewikkeld en in het midden langs den rand van het deksel in een knoop verbonden, waaruit een strikvormige lis wordt gelegd, op beide einden, waarvan ter halverhoogte het lak wordt ge spreid, waarin de Minister van Justitie eigenhandig den stempel van het grootzegel des Rijks drukt. Deze formaliteit verricht zijnde, wordt tot besluit midden op het deksel eveneens het cachet, bestaande uit het Koninklijke Nederlandsche wapen, geplaatst. Toen allen weder naar boven gekomen waren, ver kondigde baron Fagel met luider stemme »de plechtige teraardebestelling van het stoffelijk overblijfsel van Z. K. H. Willem Alexander Karei Hendrik Frederik, Prins van Oranje, is volbracht." Z. M. de Koning heeft Woensdag ten gehoqre ont vangen de deputation van de Eerste- en Tweede Kamer belast met de aanbieding van de adressen van rouw beklag van die Staatscolleges. Dagbl Het volgende bericht in zake de Transvaalsche goudvelden zond men ons welwillend ter opname: Het is in Europa overbekend dat er in Transvaal plaatsen zijn, waar goud gedolven wordt. Het was vooral de speculant Hollard (welk berucht persoontje buiten dezen naam nog een drietal anderen bezit), die aan de goudvelden zulk een ongeloofelijken rijkdom heeft toegeschreven, dat de speculanten in Engeland er van moesten zeggen: «I dont believe it; that is too much!" Doch of het te veel was of niet, ik wil er mij niet mede inlaten. Genoeg, er is goud! Dit maakt het land tusschen de Vaal-rivier en de Limpopo populair. De nieuwsbladen, groot en klein, Engelsch of Patriotsch, weten in hunne kolommen te vertellen hoeveelwelk soort en door wie of wien er weder opnieuw goud ontdekt is. Uit Amerika en Australië ziet men dagelijks gouddelvers, zoo te voet als per rijtuig, den weg kiezen naar de goudvelden. Het is vooral «Moodiesrif," die in de laatste dagen alle andere streken in de schaduw schijnt te willen stellen. Ook Europa levert zijn fortuinzoekers in grooten getale, en helaasde Afrikaansche boer, die bij zijn ossen en schapen moest blijven, trekt er ook heen. Grijsaards en jongelingen, rijk en arm, alles wil of is reeds naar de goudvelden. Dorpen als Standerton en Wakkerstroom e. a. zijn voor meer dan de helft ontvolkt. lederen dag gaat er een geregelde stroom te voet, te paard, per kar of anderszins naar de goudveldenmaar ook iederen dag keeren er personen te voet vandaar, nadat ze alles hebben verloren of verkwist. Hier en daar leest men bij Hotels en Store's opschriften van den volgenden inhoudGoldfields for Ever, Excelsior This evening a meeting re Ooldfields, Gold Gold!etc. Hoe verblind zijn de menschen! Een jonge boer vertelde mij voor weinige dagen dat hij in 16 dagen voor 31,10,0 goud had gevonden; dat hij 5 ossen van 7,10,0 per stuk had verloren, en een paard van 25,00 aan de paarden-ziekte was bezweken, en hij voor éen maaltijd 0,7,6 had moeten betalen dat scheen hij niet te rekenen. Op last van den Minister van Oorlog'moet een ver volging worden ingesteld tegen zekeren H. te Vlissingen, den voormaligen leverancier van vleesch aan het leger, wegens frauduleuze handelingen, die bij de invulling van keurbrieljes van het vee zouden hebben plaats gegrepen In de Woensdag gehouden zitting van den ge meenteraad te Middelburg is aan de heeren D. G. Krüber c. s. aldaar concessie verleend tot den aanleg en de exploitatie van telephonische verbindingen in die stad. Bij Kon. besluit van 8 Juli 1.1. is dat van 31 Mei 1876 betrekkelijk het overmaken van gelden door middel van telegraphische postwissels in zoover ge wijzigd, dat de telegraphische postwissels in het binnenlandsch verkeer een bedrag van vijfhonderdgul den niet mogen te boven gaan. De Minister van Oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de beoordeeling der paarden, welke mededingen naar de prijzen en premiën, uitgeloofd voor inlandsche, voor den krijgsdienst geschikte trek en rijpaarden, zal plaatshebben op Dinsdag 2 en Woensdag 3 September a. s. op het terrein der In ternationale Landbouwtentoonstelling te Amsterdam, en dat voor dezen wedstrijd door inlandsche paarden verstaan wordtpaarden, waarvan uit eene door den burgemeester der gemeente af te geven verklaring blijkt, dat zij in Nederland gewonnen en geboren en na hunne geboorte in Nederland verbleven zijn, zoodat paarden van gekruist ras geenszins zijn uitgesloten. Door iemand, die onbekend wenscht te blijven, is ten behoeve der Maatschappij van Weldadigheid eene som van vijf honderd gulden geschonken. In de beurskringen te Berlijn worden volgens mededeelingen van daar, verschillende bankiershuizen, /^vel in het buitenland als te Amsterdam genoemd, die pogingen doen om de uitgifte der nieuwe Neder landsche leening te verkrijgen. De firma Hope Co. en de Amsterdamsche bank zouden daaronder begrepen zijn en deze week werd de beslissing uit 's-Hage tegemoet gezien. Zooals men weet heeft de Minister zich de beschikking over de wijze van uitgifte voorbehouden. (St.) De cholera heerscht epidemisch op de Oostkust van Sumatra. O.-Indie. Overgeplaatst de luit. t. z. 2e kl. C. A. Dominicus, van «Prins Hendrik" op «Sumatra". Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen bij de Evang.-Luth. Gem. te Middel burg ds. P. Van Wijk Jr., te Enkhuizen. Bedankt voor het beroep naar Kolijnsplaat door ds. B. Ten Kate, te Eibergen. Bedankt voor het beroep naar de Evang.'Luth. Gem. te Paramaribo door dr. H. H. Zaalberg, te Zieriksee. De heer P. Boon alhier, onderwijzer aan de chr. school, heeft te Breda de akte van hoofdonderwijzer verkregen. De commissie aldaar heeft besloten de zittingen, met het oog op het groot getal candidaten voor de hoofdakte, op het laatst van Augustus voor acht dagen te schorsen. Wemeldinge. Benoemd tot onderwijzer aan de o. 1. school alhier de hr. K. De Visser van Oost- en West- Souburg, in te gaan I Sept. a. s. Drijselior. De heer C. Van Weele, onderwijzer alhier, vroeger te Ierseke, is benoemd tot hoofd der openbare school te Duivendijke (Schouwen). Landbouw en Veeteelt. Ierseke. Aangaande de veldgewassen in deze streek is het volgende te melden: Over het geheel doet alles een goeden oogst verwachten. De late aardappelen beloven evenwel geen ruime opbrengst, evenmin als de vroege rijk van beschot geweest zijn. De qualiteit is tot heden zeer bevredigend. De uien lijden niet aan de elders voorkomende worm en staan, evenals granen ■en erwten en suikerbieten, goedde laatste boven ver wachting. Het vlas is tegengevallen, wijl het op verre na zijn gewone lengte niet heeft gekregen. De storm van Zondagavond heeft gelukkig aan den oogst weinig of geen schade aangebracht, behalve dat het te drogen liggende koolzaad uit elkaar geslagen is en daardoor iets verloren heeft. Sommige tarwe-akkers krijgen het weer zwaar te verduren van de musschen. HET ZUIDER-ZENDINGSFEEST. (Vervolg.) Gedurende de pauze, van 12.30 tot 1.30 uur, werden hier en daar bijeenkomsten gehouden van de Jonge- lingsvereenigingen. Van de algemeene bijeenkomst gaven wij reeds eene korte schets, maar ook elders vormden zich groepjes, die hunne liederen ten beste gaven en die veel medewerkten ter veraangenaming van het feest. De zangen werden met juistheid en tact voorgedragen en wij hoorden onder anderen twee gezelschappen, die wij gaarne in een concertzaal zouden wenschen te ontmoeten. Hun zang veredelt, onzes inziens, meer het gevoel, en verheft den aanleg voor het goede veel beter dan het eeuwige getrommel op het klavier van ortho doxisme en goedgeefschheid. Te 1.30 uur werden door den heer Schilstra, zen- deling-leeraar van Java, op spreekplaats no. 3 eenige mededeelingen gedaan uit zijn werkkring. In 1869 uitgezonden met twee broederen, om werkzaam te zijn onder de Soendaneezen op Java, hoorden wij, dat er voor de 20 millioen Soendaneezen slechts 20 zende lingen gevonden worden, zoowat gelijkstaande met 4 a 5 predikanten in Nederland. Waar de Evangelie boden vooral mede te worstelen hebben is de blinde vereering van Mohammed, «den valschen profeet van Mekka", die, als later geboren dan Jezus, door de Soendaneezen wordt beschouwd als de hoogste Gods openbaring. Daarbij komt de gevestigde overtuiging der inlanders, dat «de blanke man" ook op Java komt in zijn eigen belang, en dat een volk, hetwelk over- heerscht wordt, een verdrukt volk is. Ook de vrees voor booze geesten, die door menschenoffers moeten bezworen worden, bemoeielijkt den arbeid der zende lingen. Wanneer een gebouw moet worden opgetrokken, zouden de Soendaneezen het fondament op menschen- hoofden willen leggen, waardoor de booze geest ver zoend wordt. Dit achtte spreker een bewijs, hoe diep gevallen de Soendanees is, en een aansporing om hem het Evangelie te brengen. Maar daartoe is niet alleen geloof en gebed, maar ook geld noodig. Spr. vond-het goed, dat wij zingen Och, brak die dag toch spoedig aan, Dat Kaffer, Moor en Indiaan De knie voor u o Jezus! bogen; maar als wij dan daarbij slechts een cent in het zendingszakje werpen is dit niet voldoende. Met alle macht, zoo van gebeden als van gaven, moeten wij de zending steunen en bevorderen. Wij mogen niet ledig aan de markt staan, maar onze gaven op woeker zetten, dan zal ons eens het woord tegenklinken «Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten!" Met het zingen van het le lied uit het programma werd deze toespraak besloten. Op spreekplaats no. 2 sprak te 1 u. 30 m. ds. A. Van Schelven van Beverwijk, na het zingen van het lste en 2de vers van no. 1, over «de tegenwoordige en de toekomende ure". Spreker maakte er opmerkzaam op, dat als wij bedenken, dat God alles schiep tot verheerlijking van Zijnen naam, wij tot het besluit zouden komen, dat God zijn doel niet bereikt heeft. Immers overal vin den wij wanverhoudingen; de oorzaak dier wanver houdingen is de zonde en die zonde moet verbrijzeld worden; dan verdwijnen ook die wanverhoudingen. Nog is het tijd, verhardt niet in de zonde, bekeert u opdat gij zalig wordet. Vele zendelingen zijn werkzaam op aarde; zij heb ben behoefte aan uw gebed; zij worstelen met het heidendom; zij hebben veel moeite en ellende; zij hebben behoefte aan stoffelijke gaven; Jezus Christus gaf zijn leven voor ons, laten wij ons goud en zilver leggen op het altaar der zending. Deze ure spoedt ten einde. De ure komt, waarin Jezus zal komen om te schiften het goede van het kwade, den reine van den onreine. De eerste ure was gewijd aar. de geestelijke opstanding, de tweede ure zal gewijd zijn aan de lichamelijke opstanding. Spreker gaf een menigte voorbeelden van hen die zullen opstaan en die zullen leven in de blijdschap des Heeren, als: Abel, Abraham, de eerste 3000 chris tenen, Paulus, Bonifacius, Willebrord, de Franken en Friezen en de zendelingen. Zullen wij in die ure opstaan? Hebben wij het goede gedaan, hebben wij onze knieën gebogen voor God, hebben wij geluisterd naar Zijn stem en hebben wij ons hart gemaakt tot een tempel voor Hem? Zoo ja, dan zijn wij beter geworden door den Heiligen Geest en wij zullen behooren tot de gelukzaligen. Maar zoo wij dat niet gedaan hebben, dan zullen wij deelen in het vreeselijke lot van hen, die ook zullen opstaan, maar opstaan tot het eeuwige ongeluk. Het eerste tijdperk waarvan Jezus zeide«de ure komt en is nu, wanneer de dooden zullen hooren de stemme des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben zullen leven", dat eerste tijdperk is nu en spoedt ten einde. Het tweede tijdperk waarvan gezegd werd«Ver wonder u daarover niet, want de ure komt, dat ook zij, die in de graven liggen Zijne stem zullen hooren", dat tijdperk zal weldra komen. Het eerste tijdperk, dat Jezus eene ure noemt, duurt reeds 18 eeuwenhet ving aan bij de uitstorting van den heiligen geesthoe plechtig is die ure ingewijd! Dat eerste tijdperk ligt achter ons. De teekenen der tijden wijzen erop dat de tweede ure nabij isimmersdat tijdstip zal niet zijn als allen handelen naar Jezus' wil, maar het zal dan zijn, als de meesten zich afkeeren van Hem, in de dagen dat men genot zal stellen boven alles. En die dagen zijn nu. Alles verkondigt hetdoor de pers, zelfs van den predikstoel worden woorden verkondigd, die ons willen losmaken van Jezus. Nu de tweede ure nabij is, moeten wij werken zoolang het dag is, moeten wij werken eer de nacht komt, waarin niemand werken kan. Gelukkig, het is nog tijd zich te bekeerende Heere heeft een welbehagen in den bekeerden zondaar, klop en u zal worden opengedaan. Doch zij, die daar staan met den glimlach op het gelaat en al die nihilisten, socialisten, communisten enz,, zij allen zullen vervloekt en verdoemd zijn. Er is een onverbrekelijk verband tusschen de tegen woordige en de toekomende ure. Laten wij ons reinigen door het bloed van Jezus Christuslaat dan de ver drukking nog grooter worden, laat de toekomst nog donkerder worden, de toekomende ure zal uitkomst schenken. Laat ons getrouw blijven aan Jezus en het kruis, en dat doende zullen wij met blij gelaat kunnen zeggen«Dood waar is uw prikkel, graf waar is uw overwinning Tot slot werd gezongen het lste en het 4de vers van no. 8. Te 2 uren behandelde ds. J. A. Van Ileyningen van 's-Gravendeel op spreekplaats no. 1 het onderwerp De öhristelijke Jongelingsvereenigingen een gezegend werktuig op het gebied van in- en uitwendige zending." Zij die dorsten, willen drinken en zoo is het ook met

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1