1884. Nu. 83.
Dinsdag 15 Juli.
71sle jaargang.
PATENTitECHT
lot uitoefening van den kleinhandel
ZevenbergenHaarlem.
-Ci^CSsCS^CCsCi^-
GOME
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COIRM.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Het primitief kohier no. 2 van het
voor deze gemeente, voor het dienstjaar 1883—1884 is
op heden ter invordering gesteld iu handen van den
ontvanger dier belastingen, en zal das ieder verplicht
zijn zijnen aanslag ten gestelden tijde te voldoen.
Goes, den 12 Juli 18H.
De Burgemeester van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
Door ISABELLA JOHA"NN A WERRI is een verzoek
ingediend om
VERGVKXI1EG
in STERKEDRANK
in het perceel wijk A no. 27 aan de Beestenmarkt
alhier en wei in de benedenvoor- en achterzaal, benevens
op de stoep.
Bezwaren tegen de inwilliging kunnen worden inge
diend voor a. s. Zaterdag den 19 Juli des middags
te 12 uren.
Goes, den 12 Juli 1884.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Doorslaander bewijs van politiek geknoei is wel
weinig sterker geleverd dan bij de jongste verkiezing
in het district Zevenbergen. De katholieken beweren
dat dit district is verknipt te hunnen nadeele, en dit
geven zij als de eenige reden op voor het feit dat niet
uit alle Noord-Brabantsche districten katholieken wor
den afgevaardigd. Dit nu heet een ontzettend euvel.
Het schijnt ons echter een soort van politiek bijgeloof,
dat van bezuiden den Moerdijk slechts katholieke af
gevaardigden zouden moeten gezonden worden.
Aangenomen dat de indeeling van het district Zeven
bergen voor de katholieken niet gunstig is (wij zouden
er districten kunnen tegenoversteilen die in de laatste
jaren gewijzigd zijn geheel ten nadeele der liberalen,
b. v. Steenwijk en Zwolle), dan moest het feit dat in
de districten Breda en Zevenbergen een aantal kiezers
worden gevonden, die geen katholiek stemmen, toch
aanleiding geven dat men zich verzoende met het denk
beeld, dat eene aanzienlijke minderheid in Noord Bra
bant althans éen vertegenwoordiger heeft.
Toch blijft men het doelenkel katholieke afgevaar
digden bezuiden den Moerdijk te hebben, najagen, en
men meent het thans bereikt te hebben.
De heer V. d. Werk, liberaal, is in de Tweede Kamer
gebracht door de liberalen en de anti-revolutionairen.
Door bevordering in den staatsdienst ontstaat er tus-
schentijds eene vacature. De politieke welvoegelijkheid
eischte in dit geval, dat men de candidatuur van den
afgetredene niet bestreed.
Niet alzoo dachten de anti-revolutionairen er over
en zij stelden baron V. d. Borch tot candidaat. Nadat
de anti-revolutionaire organen dit aanvankelijk schoor
voetend goedkeurden, eindigden zij met toetejuichen.
De verkiezing heeft plaats en er moet tusschen de
heeren V. d. Borch en V. d. Werk herstemd worden.
Blijkbaar had de heer V. d. Borch ook van eenige
katholieken stemmeD gekregen en de liberalen, die wat
al te veel vertrouwen in het eergevoel van hun tegen
standers hadden, waren te onbezorgd geweest.
Nu komt de herstemming: een liberaal tegenover
een anti-revolutionair in het katholieke Noord-Brabant
Natuurlijk onthouden zich de katholieken? Volstrekt
niet. Openlijk drukken zij in hun organen«hebben
is hebben en krijgen is de kunst".
Men besloot dan den anti-revolutionair te stem
men. Maar aan dat besluit was voorafgegaan eene wis
seling van gedachten tusschen de hoofdorganen der
twee clericale partijenDe Tijd en De Standaard.
Uit die gedachtenwisseling was de gevolgtrekking te
maken, dat er eene stilzwijgende overeenkomst was ge
sloten dit jaar zouden de katholieken den anti-revo
lutionair stemmen, maar in het volgende jaar, bij de
algemeene verkiezingen, zullen de anti-revolutionairen
den katholiek steunen.
Behalve dat de heer V. d. Borch hier al in eene
zeer zonderlinge positie optreedt, bestaat deze over
eenkomst louter in de lucht, en dit is juist het leelijke
van deze geschiedenis. De Standaard weet zeer goed
dat de anti-revolutionairen niet zullen stemmen op een
katholiek in een district als Zevenbergen. Als de ka
tholieken een volgend jaar met een eigen candidaat in
dat district optreden, zal het anti-revolutionair orgaan
ongetwijfeld dien aanbevelen, maar met de wetenschap
dat de raad niet zal opgevolgd worden. Men mag de
comedie van vroeger weder opvoeren, door den candi
daat op eenige algemeene phrases van vraagpunten te
hooren, het zal niet baten.
De overwinning te Zevenbergen door het verbond
behaald is oene van de soort, waarover vooral de anti
revolutionairen zich kunnen schamen. Maar de onttrog-
gelde zetel zal het verbond der clericalen weinig heil
aanbrengen gelijk vermoedelijk aanstaand jaar blijken
zal, aangezien het aan twijfel onderhevig is of de anti
revolutionairen woord zullen houden en dan kon het
wel eens uit zijn met de lijdelijke rol, welke de katho
lieken dikwijls tegenover de antirevolutionairen ver
vullen.
Geheel anders is 't geschapen in het district Ilaailem.
De heer Mirandolle, een der uitstekendste volgelingen
van Kappeyne, is door den dood aan zijn district ont
vallen.
Dat men in het door en door liberale Haarlem een
kappeyniaansch candidaat zou genoemd hebben, dit
ware te denken. Maar dat Kappeyne zelf er candidaat
gesteld zou worden en dit zich zou laten aanleunen,
gaat alle berekening te boven.
Niet alleen dat de heer Kappeyne reeds eenmaal
in de hoofdstad zulk eene gevoelige nederlaag heeft
geleden, dat het niet geraden schijnt hem in een ander
district op den voorgrond te plaatsen, maar op dit
oogenblik Door geheel het land verkeert men nog
onder den indruk van verontwaardiging over de hou
ding der Kappeynianen, die door mede te helpen om
de klassenbelasting te verwerpen, zoo fraai in het spel
der clericalen hebben gespeeld. En dit oogenblik kiest
men om Kappeyne zelf candidaat te stellen.
Wij kunnen niet anders dan de hoop uitspreken,
dat de toeleg niet gelukken zal. Het weder verschijnen
van den heer Kappeyne in de Staten-Generaal kan
niet anders dan de noodlottigste gevolgen hebben.
Niet het hoofd eener groep, hoe uitstekend ook, is
geroepen eene groote partij aantevoeren. Een man als
Verniers van der Loeff, die als aangewezen is om de
verdeelde liberalen tot eenheid te brengen, zou door
de verschijning van Kappeyne in de Kamer onvermij
delijk op den achtergrond geraken.
De liberalen in het district Haarlem belmoren Kap
peyne te weren. Het schijnt ons evenwel toe, dat zij
daartoe een vreemden weg hebben ingeslagen. Wat
beteekent het, dat men te Haarlem mr. Gallandat Huet
en te Zaandam den heer Duyvis candidaat stelt Beiden
zijn uitstekende mannen, die in onze volksvertegen
woordiging eene uitmuntende figuur zouden maken.
Maar dat is hier nu de vraag niet. De vraag is
wie er gekozen zal worden. En als de heeren Duyvis
en Huet nevens Kappeyne hunne candidatuur hand
haven, moet de stemming leiden tot dit resultaat:
herstemming tusschen Kappeyne en den katholieken
candidaat mr. Travaglino Want in het district Haarlem
zijn vele katholieken en mr. Travaglino draagt een
in Haarlem zeer geachten naam.
Onverbiddelijke eisch van het oogenblik is dus, dat
öf de heer Duyvis öf de heer Huet zich terugtrekke.
In dat geval is het bijna zeker dat Kappeyne het aflegt
De Kappeyniaansche groep, steeds minderend in
aantal in de Kamer, voelend dat zij de sympathie van
het land niet met zich heeft, zal dan ten slotte zich
wel moeten aansluiten bij de overige liberalen. Op
die wijze kan de eendracht, de partijtucht, de partij
leiding hersteld worden. Ons dunkt, dat in de ernstige
politieke omstandigheden van het oogenblik dit voor
het land eene weldaad zou wezen.
Na het schrijven van dit artikel komt het verblij
dend bericht, dat mr. Gallandat Huet zich terugge
trokken heeft. Dit geeft moed, dat de heer Duyvis
gekozen worden zal.
GOES, 14 Juli 1884.
's-Heer Arendskerke. Bij besluit van Zijn Exc. den
Minister van Justitie is de alhier gestationeerde rijks
veldwachter A. Pover bevorderd tot brigadier-titulair.
Borsele. Verleden Zaterdag hield de dijkraad voor
de waterkeering van het calamiteuse waterschap Elie-
woudsdijkBorsele in de directiekamer alhier eene
vergadering, die door 24 leden werd bijgewoond.
Na wijziging der begrooting voor het verhoogde pré-
sentiegeld van de leden, waaraan door de bevoegde
autoriteit goedkeuring was verleend, kwam aan de orde
het ontworpen plan van een inlaagdijk te Ellewouds-
dijk. Na deliberatie werd besloten tot aanleg van een
inlaagdijk van af den inlaagdijk bij het fort (dijkpaal
49) tot dijkpaal 69, met twee schenkeldijken aan den
waterkeerenden dijk, aansluitende bij dijkpaal 60 en
dijkpaal 69.
Voor een en ander zal onteigening noodig zijn van
circa 22 hectaren grond met twee woonhuizen, toe-
behoorende aan particulieren, terwijl van de eigendom
men van het waterschap Ellewoudsdijk eveneens on
geveer 22 hectaren zullen worden ingesloten.
Bij het plan behooren drie teekeningen, opgemaakt
door den ingenieur van den provincialen waterstaat te
Goes, die uitmuntend zijn vervaardigd en ieders goed
keuring ten zeerste wegdragen.
Wolfertsdijk. In de Zaterdag gehouden raadsver
gadering werd besloten de instructie voor den ont
vanger dezer gemeente te wijzigen en afwijzend beschikt
op een verzoek van den heer ontvanger der dir. bel. enz
te Ileinkenszand, om zijne zitdagen in een der lokalen
van het gemeentehuis te mogen houden.
Enkele onbetaalde posten hoofdelijken omslag en
hondenbelasting, over de dienstjaren 1882 en 1883,
werden oninbaar verklaard.
Op drie adressen van ingezetenen, om vermindering
van hunne aanslagen in den hoofdelijken omslag over
1884, werd ongunstig beschikt, terwijl het bedrag dier
belasting van twee anderen werd verlaagd.
De rekening van den timmerman A. Caan werd
voor de vierde of vijfde maal ter tafel gebracht, want
de reeds vroeger, deze zaak betreffende, genomen be
sluiten hebben nog tot geen resultaat geleid. Nu werd
besloten aan Caan voortestellen zijne rekening met
20 te verminderen.
Aan de onderwijzersvereeniging «Studie" alhier werd
vergund van de schoollokalen te Oostkerke en te Oud-
Sabbinge gebruik te maken tot het houden harer
bijeenkomsten.
De rekening over 1883 en de begrooting voor 1885,
beiden van het Burg. Armbestuur, werden tot onder
zoek gesteld in handen eener commissie, bestaande
uit de heeren Noteboom, De Jager en De Kater.
De heer P. Van de Voorde Fz., in een vorige ver
gadering reeds benoemd tot adsistent-telephonist, op
een salaris van f 50 'sjaars, werd nu ook benoemd
tot ambt. ter secretarie op een jaarwedde van f 100.
Met den telephoon, welke Zaterdagvoormiddag te
10 uren voor het publiek is geopend, werden te 12
uren, staande de vergadering, twee telegrammen ont
vangen, namelijk een van den Commissaris des Konings
in Zeeland en een van den heer De Leur te Breda,
in welke de burgemeester door beiden werd gefeliciteerd
met de opening var. den telephoon.
Te Wolfertsdijk trad op 12 dezer een Rijks
telegraafkantoor met beperkten dagdienst, ingericht
rest telephoondienst, voor algemeen verkeer in werking.
Dit kantoor blijft op Zon- en feestdagen gesloten en
is op werkdagen open van 10 tot 12 uren voor- en
van 1 tot 2 nren namiddags
Op het verkeer van dit kantoor met alle overige
telegraafkantoren in Nederland is het uniform tarief
van toepassing.
Z. M. heeft benoemd tot off. van gez. 2 e kl.
bij het leger in Ned.-Indië den voor dat leger opge
leiden milit. student (arts) H. K. J. Dominicus Van
den Bussche.
Z. M. heeft benoemd bij het wapen der inf. van
het leger in Ned.-Indië, tot 2en luit.de cadet J. F.
Schilham; bij het wapen der art. van het leger in
Ned.-Indië, tot 2en luit.: de cadet A. F. Geill, heiden
herkomstig van de Kon. Mil. Academie.
Naar men verneemt, heeft de verificateur 4e
klasse H. T. De Jongh Swemer wegens ziekte een
tweejarig verlof naar Europa aangevraagd.
Ter vervanging van wijlen den heer L. J. Janssens
is, met ingang van 15 Juli 1884, als officiëel deskun
dige voor de uitvoering der druifluis conventie aange
wezen de heer M. A. C. Kieboom te Hulst.
Behalve Z. K. H. den Graaf van Vlaanderen,
die, zooals reeds gemeld is, Z. M. den Koning der
Belgen bij de plechtige begrafenis van wijlen Z. K. H.
den Prins van Oranje zal vertegenwoordigen, zal de
treurige plechtigheid ook worden bijgewoond door den
Turkschen gezant bij het Nederl. hof, resideerende
te Stokholm, als afgevaardigde van de Porte, den
Groot-Hertog van Saksen, door Prins Albert van Pruisen,
die Z. M. den Keizer van Duitschland, Koning van
Pruisen, zal vertegenwoordigen, door den Prins van
Wied, terwijl ook de Koninklijke familie van Wur-
temberg zal zijn vertegenwoordigd.
Vrijdag den 18n zullende Commissien uit de Eerste
Kamer en die uit de Tweede Kamer door Z. M. den
Koning worden ontvangen.
In een te Haarlem gehouden vergadering der
kiesvereeniging «Haarlem" trad de heerMr. Levy op,
om de gedragslijn te bespreken, die, met het oog op
de heerschende verdeeldheid der liberalen, de Haarlem-
sche kiezers te volgen hebben.
De heer Kappeyne werd er be- en veroordeeld, en
'tslot was de aanneming eener motie, volgens welke
het de dure plicht der liberale partij mag heeten,
elke aanleiding tot tweedracht in haar boezem te ver
mijden, en dat het gemeen overleg, door het staats
belang dringend geëischt, slechts dan kan worden ver
wacht, indien paal en perk wordt gesteld aan het drijven
der kleine fractie, die van samenwerking tot dusverre
steeds afkeerig zich heeft betoond.
De heer Gallandat Huet, door eenige Ilaarlem-
sche kiesvereenigingen tegenover Kappeyne candidaat
gesteld, heeft zijne candidatuur ingetrokken ten behoeve
van den heer Jacob Duyvis.
Bij de Britsche Regeering is officieel bericht
ontvangen, dat wederom een schepeling van de beman
ning der »Nisero" is overleden. Twee andere schepe
lingen waren lijdende aan koorts. Er heerschte veel
ziekte in Tenom en er is gebrek aan linnengoed en
geneesmiddelen. De Nederlandsche Regeering heeft
medicijnen afgezonden.
Volgens een later bericht was het Engelsche oor
logsschip «Pegasus" van Tenom teruggekomen met be
richten, loopende tot 4 Juli; de gevangenen waren toen
allen gezond.
De heeren jhr. Van der Wijck en Pruijs van
der Hoeven, die, in zake de »Nisero"-quaestie, eenigen
tijd in Londen vertoefden, zijn te 's-Gravenhage terug
gekeerd.
Reeds een aantal der voornaamste handelshuizen
en ook velen particulieren hebben door ruime bijdragen
doen blijken van hunne sympathie voor het denkbeeld
van de heeren Iiudig en Blokhuizen om gelden in te
zamelen voor de betrekkingen van de bemanning der
«Nisero".
Het «Daily News"-bericht, dat Renter Vrijdag
seinde, luidt woordelijk als volgt«Wij vernemen, dat
er groote waarschijnlijkheid is, dat de Engelsche en
Hollandsche Regeeringen tot een overeenstemming
zullen komen aangaande de maatregelen, in de «Nisero"-
quaestie te nemen.
De heeren Pinkney Go. te Londen hechten, vol
gens den Londenschen correspondent der N. R. Ct., dan
ook slechts luttel waarde aan het bericht der huidige
Daily-News, volgens hetwelk de Nederlandsche en de
Engelsche Regeeringen tot eene verstandhouding in
zake de «Nisero" zouden zijn gekomen. Zij hebben met
belangstelling en waardeering kennis genomen van de
pogingen, door particulieren in ons vaderland gedaan,
om de hulpbehoevende betrekkingen der gevangen
schepelingen bij te staan. De firma wil ook te Londen
inschrijvingen openen, maar zal allereerst de uitkomsten
afwachten der in Nederland begonnen inzameling.
De opbrengst van 's Rijks middelen in Juni jl.
bedroeg 7,221,687,49%, tegen 7,947,194,76 in
Juni 1883 en een raming van 8,745,495,75. Sedert
1 Januari bedroeg de opbrengst 47,562,764,01,
tegen 49,227,294,16 in het eerste halfjaar van 1884.
De 36» alg. vergadering van de Ned. Maatschappij
tot Bevordering der Geneeskunst zal het volgende jaar
te Middelburg worden gehouden.
De Staats-Ct. meldt het volgendeZoodra bekend
was geworden dat de Aziatische cholera te Toulon
was verschenen, werd van Regeeringswege de haven
dier stad en later die van Marseille besmet verklaard.
(Zie de Staats-Courant van 28 Juni en van 1 Juli jl.)
Het gevolg hiervan is, dat alle van die havens komende
schepen bij hunne aankomst op eene Nederlandsche
reede aan gezondheidsonderzoek worden onderworpen,
volgens de wet van 28 Maart 1877 Staatsblad no. 35),
tot wering van besmetting door uit zee aankomende
schepeD, en dat op het schip en de opvarenden, naar
gelang van omstandigheden, dein die wet voorgeschreven
maatregelen worden toegepast.
In of nabij de Nederlandsche havens is eene gelegen
heid tot opneming van choleralijders, die zich op de
onderzochte schepen mochten bevinden. Te IJmiftden
en aan den Hoek van Holland zijn te dien einde houten
barakken opgericht, voorzien van het noodige tot ver
pleging van choleralijders en van ontsmettingsmiddelen
tot ontsmetting van de schepen, voor zoover dit noodig
wordt bevonden, en van kleederen, beddegoed of andere
voorwerpen, die met de lijders in aanraking zijn geweest.
Wanneer binnenslands gevallen van cholera voor
komen, is de wet van 4 December 1872 Staatsblad
no. 134) tot voorziening tegen besmettelijke ziekten van
toepassingdie aan doortastende gemeentebesturen
krachtige middelen aan de hand geeft tot beteugeling
der cholera. Van Regeeringswege zijn de gemeente
besturen gewezen op de noodzakelijkheid dat voor zuiver
drinkwater en voor groote reinheid buiten en binnen
de huizen zooveel mogelijk gewaakt worde.
Voorschriften omtrent ontsmetting van privaten en
waterplaatsen aan spoorwegstations zijn gegeven en
andere maatregelen tot afwering, vooi zooveel dit
mogelijk is, van de Aziatische cholera worden voorbereid.
De Regeering vertrouwt daarbij op de ijverige en
onverflauwde medewerking van alle provinciale en
gemeentebesturen.
De Deputatie der Zuid-Afrikaansche Republiek
is Vrijdag behouden te Kaapstad aangekomen.
Er heeft zich een voorloopige commissie gevorml,
teneinde den heer L. J Lefëbre geldelijken steun te
verzekeren tot instandhouding zijner hoogstbelangrijke
verzameling van geluid-, gehoor-, optische en accous-
tische signaalkundige werktuigen, verder telephonische
en electrische apparaten, modellen, teekeningen enz.
Het denkbeeld is een stichting te vormen, waaraan
die verzameling zal vvoi den afgestaan. Men hoopt hot