rijksklassen-belasting kan, als vooruitloopende op her vorming van het belastingwezen, eerst op wijziging van grondwet en kieswet volgen; deze Kamer mag uit zedelijk oogpunt zulk een forschen greep niet doende leus «geen herstel van grieven, dan geen geld", kan en mag eerst opgegeven, indien recht is geschied. Wat dit laatste fraaie argument betreft, zegt het Vad. kan men zien als althans de anti revolutionaire partij het onderschrijft op hoe onwaar dige wijze van die leus is misbruik gemaakt. Het bericht, ook door ons overgenomen omtrent een circulaire van Financiën, is zoo meldt men aan het Dagblad niet juist. Bij den Minister van Finan ciën is wel een ontwerp-besluit in overweging tot wij ziging van het organiek besluit van 1819, voor zooveel betreft het gelijktijdig bekleeden door Rijksambtenaren van andere functiën, beroepen of bedrijven, maar van een nieuw verbod daaromtrent is tot heden hoegenaamd niets bekend. Het afdeelingsonderzoek betreffende afwijking van de regels der gemeentewet omtrent plaatselijke belastin gen ten behoeve van de gemeente Vlissingen heeft aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen. Algemeen werd het betreurd, dat de gemeente Vlis singen nog de accijnsheffing noodig had; maar met het oog op haren fmancieelen toestand wenschte de meerderheid haar die belasting thans nog niet geheel te ontnemen. Eenige leden hadden bezwaar tegen het wetsontwerp. Zij meenden dat nu een einde behoort te komen aan dien exceptioneelen toestand, die nog steeds met af wijking van den regel der gemeentewet blijft voortduren. Zij betwijfelen het of de financiëele toestand der gemeente van dien aard was, dat die afwijking gewettigd was. Hiertegen werd aangevoerd dat bij deze beschouwing slechts gelet werd op den tegenwoordigen toestand, doch veigeten, dat die bij aanneming van dit ontwerp aanmerkelijk ongunstiger zal worden. De opcenten op het personeel zullen klimmen van 20 tot 50 en de hoofdelijke omslag van ƒ22,000 tot ƒ30,000, dus een derde hooger worden. Het scheen dan ook ondoenlijk om de 52,000, die noodig zouden zijn als de accijnzen geheel vervielen, alleen door directe belasting te vinden zonder die bovenmatig op te voeren. De heeren Van Gennep, Viiuly, Van der Loeff en Roëll hebben aan de Tweede Kamer een gewijzigd art. 45 Schoolwet voorgesteld, luidende: «Door het Rijk wordt over elk dienstjaar aan de gemeente vergoed 30 pCt. van het bedrag der kosten bedoeld in het vorig art., onder: lo. lett. ad;2o. lett. e, doch uitsluitend voor zoover zij betreffen het stichten (verbouwen) en huren der schoollokalen en onderwijzerswoningen3o. lett. doch uitsluitend voor zoover zij betreffen het aanschaffen der noodza kelijke schoolmeubelen, bij eerste inrichting van nieuwe lokalen." (De sub lo. en 2o. bedoelde kosten te be talen bij voorschot.) Deze wijziging zou het eerst worden toegepast op het dienstjaar 1885, met dien verstande dat ook over 1884 slechts zal worden ver goed naar hetgeen op 1 Jan. jl. op de gemeente-be grootingen stond uitgetrokken. Door de Regeering is bij Nota van Wijziging voor gesteld art. 61 c dier wet aldus te doen luidenHet afleggen van een examen, loopende, behalve over de vakken, in art. 2 vermeld onder a—h, over die, aldaar genoemd onder o, p, en voor eene der commissiën, in art. 62 bedoeld. Van dit examen zijn, voor zooveel het vak q betreft, vrijgesteld zij, die in het bezit zijn eener akte van bekwaamheid volgens art. 65 a. Blijkens het Verslag over het voorstel van Eek, betreffende de wijze van behandeling der Troonrede, werd dit noch met onverdeelde ingenomenheid, noch met buitengewone belangstelling ontvangen. De be kende redenen voor en tegen werden herhaald. Eenerzijds zag men voordeel in tijdsbesparing en in grondige be handeling der onderwerpen bij de Begrootingaan den anderen kant achtte men die tijdsbesparing nog zeer twijfelachtig er wenschte men deze gelegenheid voor de Kamer om tot den koning te spreken niet prijs te geven. De Minister van binnenlandsche zaken, overwe gende dat de heer mr. R. Van de Werk heeft opge houden lid te zijn van de Tweede Kamer der Staten- Generaal en dat alzoo ter vervulling der daardoor opengevallen plaats eene verkiezing behoort plaats te hebben in het hoofddistrict Zevenbergenheeft goed gevonden te bepalen lo. dat die verkiezing zal plaats hebben Dinsdag 24 Juni e. k.2o.dat herstemming, is die noodig, zal geschieden Dinsdag 8 Juli daar aanvolgende. In Juli zal een vergelijkend onderzoek plaats hebben van candidaten, dingende naar een getuig schrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter van 's Rijks waterstaat. De voorwaarden en de verdere bijzonderheden zijn vermeld in de Staatscourant van 29 dezer. Eindverslag is uitgebracht omtrent het ontwerp, houdende nadere bepalingen omtrent den suikeraccijns, en dat tot onteigening voor uitbreiding van het sta tion Rozendaal. Men schrijft ons uit Amsterdam, Mei '84. Er wordt nog altijd druk gewerkt aan de uitbrei ding en verfraaiing onzer stad. We zijn er nog lang niet, maar het loont de moeite de ontwikkelingsperiode nategaan. Oudtijds hadden we prachtige buitensingels met hooge boomen beplant, maar daarvan zijn de meeste verdwenen, zoodat wij hoegenaamd geen lommerrijke wandelwegen meer bezatentot vergoeding daarvoor kregen we ons Vondelspark, dat in den loop van jaren belangrijk is uitgebreid, door bijvoeging van aangelegen weilanden, zoodat het zich nu uitstrekt tot in Nieuwer- Amstel. Wij Amsterdammers zijn verzot op ons Von delspark het is ook alles wat we bezittenmen kan zich ons geluk verbeelden nu er, najaren, een tweede park wordt aangelegd, dat zich zal uitstrekken van dicht bij den Amstel-oever, ongeveer bij de Hooge Sluis, in de richting van de geprojecteerde ceintuurbaan achter de Stadhouderskade, naar den kant van het Rijks-Museum en verder in aansluiting met het Vondels park. De nieuwe wandelplaats, die eene kolossale uit gestrektheid beslaat, zal den naam dragen van Sarphati- park, naar den stichter van het Paleis voor Volksvlijt, den grondlegger van de «nieuwe stad". Gelijk zoovele profeten werd ook hij tijdens zijn leven niet geëerd en vond op treurige wijze zijn dood. Nu zal men eea standbeeld voor hem oprichten. Maar dwalen wij niet af in het verledene, in het heden vinden wij genoeg zame stof ter beschouwing. 't Is jammer, dat het verzoek van een paar onder nemende mannen van de hand gewezen is, nl. om hier overdekte markten te bouwen, 't Gemeentebestuur was van oordeeldat het alleen over de wenschelijk- heid daarvan te beslissen had. 't Antwoord was nog al scherp en hierop werd dan ook in den raad gewezen, waarna de voorzitter het minder juiste van den vorm, waarin dat antwoord was gegoten, erkende. Een jaar of vijf geleden waren er inderdaad reeds gelden uit getrokken voor dit doel, maar zij werden ten slotte voor iets anders bestemd. Op zulk een wijze komen we niet verder. Na een strijd van jaren is dan eindelijk de plaats voor de nieuwe groote koopmansbeurs aangewezen, en wel op het gedempte gedeelte van het Damrak. Voor deze keuze komt den gemeenteraad, of liever de meer derheid in dat zedelijk lichaam, de dank toe der bur gerij immers onze nieuwe wethouder van publieke wer ken had een ander plannetje, waarbij de beurs op den Dam zou verrijzen tegenover het paleis des Konings voor dat doel was echter de onteigening noodig van een aantal perceelen, te zamen voor eene waai de van circa 2 millioen die uitgaaf wordt ons nu bespaard, waarlijk geen kleinigheid. Het gebouw der Korenbeurs is, na een bestaan van 116 jaren, eindelijk onder den maker des sloopers bezwekenalleen het ijzeren hek werk, jukken en binten verheffen zich nog boven het puin en staan daar als schimmen uit vervlogen tijden, gelijkende op de puinhoopen der Tuilerieën in zakformaat. Heeren graanhandelaren, zoozeer aan vrijheid gewoon, zijn thans «opgesloten" in de in alle opzichten onvoldoende hulpkorenbeurs, achter de groote beurs, door hen het «zaadbakje" genoemd. Als éen man hebben ze hun misnoegen over dat logies te kennen gegeven, en er zal nu zoo goed mogelijk in worden voorzien. Toen eenige raadsleden, die gaarne een dure beurs begeerden en door allerlei verhoogingen o. a. van de beursbelasting, de kosten wilden gedekt zien, werd de opmerking gemaakt, dat het er met den handel in onze stad niet zoo rooskleurig uitzag. Inderdaad is dit het geval. Aan de fabrieken en werven is weinig werkheeft niet de Koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen nog zooeven een 150 man ge daan gegeven Werklieden, die van buiten kwamen, loopen soms weken lang rond eer het hun gelukt werk te vinden. En dan in den handel zeivenhet geval der gebr. Tobias heeft niet alleen veel sensatie gemaakt, maar het krediet in 't algemeen ook geen goed gedaan. Op den dag hunner vlucht gebruikten ze met hunne familie een fijn diner in het café riche (het voornaamste restaurant alhier)na afloop van den maaltijd zou men naar Baarn gaan, waar een van hen de getrouwde broeder, de ander was vrijgezel een villa had. De dames moesten echter maar vooruitgaan, de heeren hadden hier nog iets te doen en zouden later volgen. Ze keerden Baarn even - wel den rug toe en zetten de koers naar Enk huizen waar ze een schip huurden, dat hen naar de Friesche kust voerdevervolgens gingen de heeren via Harlingen of Bremen naar Brazilië, waar men vermoedt dat ze wel in de handen der justitie zullen vallen, daar het huis in assurantiën te Havre, waar van T. agent was, ook in Brazilië is vertegenwoordigd. Treurige bijzonderheden worden omtrent de gevolgen van hunne handelwijze verhaald. Zoo verdween met hen een kapitaaltje van 12 duizend gulden, dat eene dame aan hen had toevertrouwd, terwijl zij van de renten dier som leefde; ze is 66 jaar, was haar geheele leven blind en bestond vroeger van het geven van piano-lessen. Thans is de arme ziel broodelocs, en kan alleen trachten door breiwerk een kleinigheid te verdienen. Een gefortuneerd predikant alhier kwam er beter af. Gewoon jaarlijks een reisje te doen, gaf hij bij die gelegenheid zijn effecten, circa een ton gouds, aan T. in bewaring. Dit jaar wenschte dominee zijn reisje wat uittestellen, en aan deze omstandigheid heeft hij misschien het behoud van zijn vermogen te danken. Onze stad wordt meer en meer het geliefkoosde oord voor gekroonde hoofden. Oostenrijk's Keizerin is nog altijd onze gast en onderscheidt zich door een voud, waardoor zij echter des te meer de aandacht trekt. De vorstin houdt blijkbaar veel van wandelen, en heeft eene zekere voorliefde voor het rondrijden in huurkoetsjes. Dezer dagen zou H. M. een tochtje met een haven-bootje naar Marken doen Uit de toe bereidselen aan boord, bestaande in het uitspreiden van de zonnetent en het plaatsen van een tafel en een paar stoelen, bemerkte het publiek wel dat er wat aan de hand was, en weldra wist men dan ook het fijne van de zaak. Een vijftig menschen stonden te wachten; eindelijk verscheen een «aapje" (zoo noemt men zekere huurrijtuigjes, naar de roode vesten, bruine rokjes en witte hoeden der koetsiers). Zou de Keizerin daar komen aanrijden? riep men. Ze was het niet; maar het volgende koetsje, met wat stemmiger geklee- den koetsier, maar toch met éen paard, voerde de Keizerin-koningin van Oostenrijk-Hongarije aan, terwijl haar gevolg in landauers met twee paarden bespannen gezeten was. Aan den drempel van het Doelen-hotel, dat de Keizerin geheel afhuurde, houdt deze eenvoud echter op; daar resideert wel degelijk het hof van Weenen met de verschillende dignitarissen, een major- domus, kamerheeren, een lijf-arts, een huis-prelaat en een stoet van bedienden. Om een hotel als de Doelen af te huren daartoe behoort nog al zoo iets; men noemt dan ook het cijfer van zestigduizend gulden, dat de Keizerin daar wekelijks betaalt. In het bestuur van onzen Park-schouwburg heeft eene wijziging plaatsgehad. De heer Rafaelovitsch, die van het begin van den bouw, of liever van de oprichting der vennootschap af als directeur fungeerde (hij genoot een traktement van 7000), heeft dezer dagen opgehouden als zoodanig werkzaam te zijn. Genoemde heer, een zwager van een bankier hier ter stede, was opzettelijk uit Rusland overgekomen, en bewoonde met zijn gezin een fraai huis op een der hoofd grachten. Het fijne van de zaak weet men niet, maar het geval geeft aanleiding tot velerlei gesprekken en vragen. As. Maandag zal het carillon weder beginnen te spelen en dan voor het heel uur doen hooren «Frisch, ganze Kompagnie", Marsch van Becker, en voor het half uur «Wer hat dich, du schoner Wald aufgebaut" van Mendelssohn. Het slag- en speelwerk werd in 1624 door J. Van Stapelen te Delft, gemaakt, zoodat de klok dit jaar haar 260sten geboortedag kan herdenken. Geen won der, dat zij met hare jeugdiger zuster van het station niet altijd gelijken tred kan houden. Kapelle. Werd vóór eenigen tijd de stilstand van windhaan en uurwijzers op en aan den toren gemeld, eerstgenoemde is heden van zijn werkeloosheid ont heven. Jl. Maandag door den loodgietersknecht N. B. uit Goes van den toren afgehaald, is hij, na hersteld en verguld te zijn, er hedenmorgen weder opgeplaatst. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Na langdurige discussie is gisteren verworpen het voorstel van de regeering om de telling der leer lingen eenmaal 'sjaars te doen geschieden. Verworpen is met 42 tegen 38 stemmen het voorstel- Mackay om de onderwijskracht te bepalen op 1 per 60 leerlingen, doch aangenomen het amendement- Borgesius met 41 tegen 39 stemmen om te bepalen, dat van 40 tot 86 leerlingen 1 onderwijzer het hoofd van de school bijstaat en verder per 45 leerlingen 1 onderwijzer (althans tot lat het getal schoolgaande kinderen het cijfer van 220 zal hebben bereikt.) Het door den Minister overgenomen amendement van den heer v. d. Feltz (vrijheid tot toelating van 600, in plaats van 400 kinderen op éene school) is aangenomen met 54 tegen 26 stemmen. De heer Mackay trok hierop alle amendementen der rechterzijde in. De wijzigingen van art. 28 en 29 zijn goedgekeurd; over art. 33 is de discussie aangevangen. In de zitting der Tweede Kamer van Woensdag is door den heer Brantsen Van de Zijpe verlof gevraagd tot den Minister van Buitenlandsche Zaken een inter pellatie te richten omtrent de zaak van de «Nisero." Dit verlof werd verleend. De dag zal later bepaald worden. Rechtszaken. De heer Kijmell, oud-burgemeester van Havelte, die in cassatie was gekomen van het arrest van het Ge rechtshof te Leeuwarden, waarbij hij ter zake dat hij als ambtenaar van een openbaren post in het opmaken van akten, tot zijn post behoorende, de omstandighe den bedrieglijk had veranderd, veroordeeld is, heeft die cassatie weer ingetrokken. Voor de arrond-rechtbank te Breda stond deze week terecht J. v. d. M., chocolademaker, geb. te Goes, laatst wonende te Breda, gedetineerd ter zake van misbruik van vertrouwen, door hem bij verschil lende inwoners van Breda en omstreken gepleegd. In deze zaak zijn 32 getuigen gehoord. Het O. M. eischte 5 maanden cell. gov. en 40 boete of 3 dagen celstraf. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Ds J. Post alhier hoopt Zondagavond 8 Juni a. s., te 6 uren, zijne afscheidsrede te houden. Beroepen te Schore en Vlake dhr. P. F. Van den Nieuwenhuizen, cand. te Dordrecht. Bedankt voor het beroep naar Kattendijke door den heer N. Jolles, cand. te Ginneken. De hoer A. E. Van Braambeek, te Hoofdplaat, herdenkt den 12 Juni a. s. den dag, waarop hij vóór 25 jaar het predikambt in de hervormde kerk aan vaardde. Naar wij vernemen heeft de Synodale Commissie besloten aan de kerkeraden der Hervormde Kerk eene uitnoodiging te richten, om op den Zondag vóór of volgende op den lOen Juli, den sterfdag van Willem den Zwijger, aan den Prins te gedenken in de open bare godsdienstoefeningen. Door de gezamenlijke afdeelingen van het Ned. Ond. Gen. in de provincie Zeeland zijn tot leden van het te vormen nieuwe gewestelijke bestuur gekozen de heeren: W. J. Wendel, directeur der Rijkskweek school te Middelburg, Ph. Rank Lz en L. A. E Van der Leij, leeraars aan dezelfde inrichtingA. De Haas, hoofd der leerschool en P. G. De Jager, hoofd eener school aldaar; G. K. Allaard, hoofd eener school te Biggekerke; A. Van Schelven, hoofd eener school te Goes; W. C Crucq, hoofd der school te Stavenisse; F. G. Van den Berg, hoofd eener school te Bruinisse. Volgens art. 14 van het reglement moet uit en door deze negen candidaten een uitvoerend bestuur, bestaan de uit Voorzitter, Secretaris en Penningmeester, worden gekozen. Dit uitvoerend bestuur moet zooveel mogelijk woonachtig zijn in of nabij de plaats waar de zetel is van het gewestelijk Bestuur. Dit is voor de jaren 18851888 Middelburg. Op de voordracht van onderwijzers te Delft voor de lagere school no. 4, onderwijzers 2e en 3e klasse in de Fransche taal, a op eene jaarwedde van ƒ900, en b. op eene jaarwedde van 800, komt o. a. voor de heer J. A. Veenendaal te Kruininge en wel voor de le betrekking als no. 3, voor de 2e als no. 2 Buitenlandsch Overzicht. In België 's hoofdstad wordt nu reeds tegen 10 Juni, den dag der verkiezingen, druk gestreden. De Réforme beweert, dat, indien de Brusselsche liberale kiezers, onder leiding der Associationniet de acht progressisten weer tot candidaten nemen, er eenige Katholieken meer voor Brussel in do Kamer zullen komen, en het liberaal kabinet, reeds verzwakt in Antwerpen, in Namen, in Brugge, zal moeten altreden. De Fransche Kamer heeft in hare bureaux de commissie tot onderzoek van het regeeringsvoorstel tot grondwetsherziening benoemd. Aangezien elk der elf sectiën twee leden moet kiezen, bestaat de com missie uit 22 leden. Volgens een Reuter-telegram zouden 17 leden onverdeelde voorstanders van het regeeringsontwerp zijn, vier zouden onbeperkte her ziening wenschen en één, de heer Allain-Targé, zou wel voor beperkte herziening zijn, doch op andere punten dan het regeeringsontwerp voorstelt. De rechterzijde der Kamer heeft besloten, met de rechterzijde van den Senaat in overleg te treden om trent de bij het vraagstuk der grondwetsherziening aan te nemen houding. Het iNoor.sche Oldelsding heeft eenige neiging tot toenadering aan den dag gelegd, door de straf tegen hoogverraad te verzachten. Zooals wij onlangs mededeelden heeft dit regeerings- lichaam den minister van oorlog Dahll ter verantwoor ding geroepen in zake het onbruikbaar maken van een groot aantal geweren. Thans is de oud minister Generaal Munthe schriftelijk ter verantwoording geroepen. Hij toch heeft het bevel gegeven de sloten van de geweren te schroeven en ook op zijn last is het kruit uit de verschillende depóts naar het fort te Ackerhusz gebracht. Zijn verklaringen sloten zich aan bij die van zijn opvolger. Alleen uit voorzorg tegen mogelijke ongeregeldheden had hij der gelijk voorschrift gegeven. De geweren zijn onderwijl weder in orde gebracht. Het is daarbij gebleken dat het ongemotiveerde bevel althans op verstandige wijze ten uitvoer is gebracht. De tijdelijk onbruikbaar gemaakte wapenen waren in zeer korten tijd weder voor den dienst geschikt. VERSLAG over het jaar 1883-1884 van de «Ver- eeniging tot het regelen en bevorderen van Volksvermaken te Goes, uitgebracht door het bestuur in de algemeene vergadering, Woens dag 28 Mei 1884 gehouden. Art. 13 van het Reglement der vereeniging legt haar bestuur de verplichting op, jaarlijks in de maand Mei verslag uittebrengen van het verrichte. Sinds jaren wordt daardoor verstaan eene opsomming van de ge houden feesten en een overzicht van den toestand der vereeniging. Het eerste zou eigenlijk noodeloos kunnen herten, want de leden weten even goed als het bestuur welke feesten er gegeven zijn. Deze zijn bovendien gemakkelijker te onthouden, naarmate hun aantal ge ring is en wel zoo gering als in de laatste jaren. Twee redenen werkten tot die soberheid van feesten medehet aanzienlijk nadeelig saldo dat van vorige jaren in te winnen was, en het afnemend ledental. 'tis u allen bekend hoe de vereeniging reeds ver scheidene jaren gebukt gaat onder een nadeelig saldo. Een wijs beheer brengt mede dat nadeelig saldo jaar lijks minder te doen wordenmaar die wijsheid is dan tevens oorzaak dat er weinig feesten kunnen gegeven worden. Niet onwaarschijnlijk is het dat de tweede reden een gevolg van de eerste is. Het ledental nam afdientengevolge waren de inkomsten ook weer minder en het is hier herhaaldelijk opgemerkthoe minder feesten, hoe miuder leden. Op zich zelf is dit te begrijpen. De leder, wenschen waar" voor hun geld. Toch is het te betreuren, dat zoovelen zich zoo spoedig aan het doel der vereeniging onttrekken, in plaats van door lid te blijven haar te helpen op zuiveren finan- ciëelen voet te komen en hare herleving op grootere schaal mogelijk te maken. Iutusschen is het ook mogelijk, dat het ledental afneemt omdat de vereeniging zoo weinig aan haar doel beantwoordt en eigenlijk nimmer beantwoord heeft. Leest men art. 1 van het reglement, dan zal men moeten erkennen, dat de handwerksman en de dienst bare stand, welke categorieën men zich in dat artikel voornamelijk voorstelde tot een beter en nuttig vermaak opteleiden en optewekken, onder de leden der vereeni ging al zeer schraal vertegenwoordigd zijn. 't Is niet wat men in den regel «het volk" noemt, dat van de feesten gebruik maakt. De vereeniging is sinds haar bestaan eene verzameling van gegoeden en burgers met hunne gezinnen, die zich zeiven eenige uitspanning trachten te bezorgen uitspanningen die men, door het toegenomen gemakkelijker verkeer, zich dikwerf hier of elders, en dan niet zelden beter, kan verschaffen ook zonder lid der vereeniging te zijn. Met hare beperkte middelen kan de vereeniging echter niets anders geven dan wat zij geeft en het Bestuur is daarom te rade geworden eene u straks voorteleggen herziening van het reglement voor te bereiden zoodanig dat werkelijk «het volk" van de feesten genieten kanterwijl reeds een plan om een werkelijk Volks feest te geven bij het bestuur in overweging is. Het Bestuur hoopt dat alsdan velen zich gedrongen zullen gevoelen om het goede doel lid te blijven of te worden. Wat nu de in 1883 gegeven feesten betreft, daarvan is spoedig mededeeling gedaan. Hun getal is twee. Het eerste, op 17 Juli in de Prins van Oranje gegeven, bestond uit een concert van het muziekkorps van het 6e regiment te Breda en eenige «aardigheden" van den heer Ockhuijzen, de laatste meer voor onze jeugdige leden geschikt, terwijl het concert zeker be ter zou hebben voldaan wanneer het zooals aan vankelijk het plan was in den tuin had kunnen plaatshebben Toch was die avond een zeer gezellige en het bestuur vernam van vele zijden daarover gun stige beoordeelingen. Het tweede feest was het sinds tal van jaren ge geven St. Nicolaasfeest met zijne tombola, die nog verleden jaar door den toenmaligen voorzitter «de groote trekpleister" der vereeniging werd genoemd. Gelukkig bestond toen nog «Aurora", welke kamer, evenals altijd, ons dien avond ter zijde stond niet alleen, maar het leeuwenaandeel op zich genomen had in het programma. Een drietal tooneelstukken voerde zij op verdienstelijke wijze uit en waar het bestuur uwer vereeuiging terugziet op eene reeks van jaren, waarin de zoo ijverige kamer «Aurora" geheel be langeloos steeds gereed was om schier bij ieder feest hare medewerking te verleenen, daar past het voor zeker ook hier een woord van hulde en dank te brengen aan de leden dier kamer en inzonderheid aan den heer Baljé, dien wij, zonder tekort te doen aan de verdiensten der overige en vroegere leden,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 2