rijksklassen-belasting kan, als vooruitloopende op her
vorming van het belastingwezen, eerst op wijziging van
grondwet en kieswet volgen; deze Kamer mag uit
zedelijk oogpunt zulk een forschen greep niet doende
leus «geen herstel van grieven, dan geen geld", kan
en mag eerst opgegeven, indien recht is geschied.
Wat dit laatste fraaie argument betreft, zegt
het Vad. kan men zien als althans de anti
revolutionaire partij het onderschrijft op hoe onwaar
dige wijze van die leus is misbruik gemaakt.
Het bericht, ook door ons overgenomen omtrent
een circulaire van Financiën, is zoo meldt men aan
het Dagblad niet juist. Bij den Minister van Finan
ciën is wel een ontwerp-besluit in overweging tot wij
ziging van het organiek besluit van 1819, voor zooveel
betreft het gelijktijdig bekleeden door Rijksambtenaren
van andere functiën, beroepen of bedrijven, maar van
een nieuw verbod daaromtrent is tot heden hoegenaamd
niets bekend.
Het afdeelingsonderzoek betreffende afwijking van
de regels der gemeentewet omtrent plaatselijke belastin
gen ten behoeve van de gemeente Vlissingen heeft
aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen.
Algemeen werd het betreurd, dat de gemeente Vlis
singen nog de accijnsheffing noodig had; maar met
het oog op haren fmancieelen toestand wenschte de
meerderheid haar die belasting thans nog niet geheel
te ontnemen.
Eenige leden hadden bezwaar tegen het wetsontwerp.
Zij meenden dat nu een einde behoort te komen aan
dien exceptioneelen toestand, die nog steeds met af
wijking van den regel der gemeentewet blijft voortduren.
Zij betwijfelen het of de financiëele toestand der gemeente
van dien aard was, dat die afwijking gewettigd was.
Hiertegen werd aangevoerd dat bij deze beschouwing
slechts gelet werd op den tegenwoordigen toestand,
doch veigeten, dat die bij aanneming van dit ontwerp
aanmerkelijk ongunstiger zal worden. De opcenten op
het personeel zullen klimmen van 20 tot 50 en de
hoofdelijke omslag van ƒ22,000 tot ƒ30,000, dus een
derde hooger worden.
Het scheen dan ook ondoenlijk om de 52,000, die
noodig zouden zijn als de accijnzen geheel vervielen,
alleen door directe belasting te vinden zonder die
bovenmatig op te voeren.
De heeren Van Gennep, Viiuly, Van der Loeff
en Roëll hebben aan de Tweede Kamer een gewijzigd
art. 45 Schoolwet voorgesteld, luidende:
«Door het Rijk wordt over elk dienstjaar aan de
gemeente vergoed 30 pCt. van het bedrag der kosten
bedoeld in het vorig art., onder: lo. lett. ad;2o.
lett. e, doch uitsluitend voor zoover zij betreffen het
stichten (verbouwen) en huren der schoollokalen en
onderwijzerswoningen3o. lett. doch uitsluitend
voor zoover zij betreffen het aanschaffen der noodza
kelijke schoolmeubelen, bij eerste inrichting van nieuwe
lokalen." (De sub lo. en 2o. bedoelde kosten te be
talen bij voorschot.) Deze wijziging zou het eerst
worden toegepast op het dienstjaar 1885, met dien
verstande dat ook over 1884 slechts zal worden ver
goed naar hetgeen op 1 Jan. jl. op de gemeente-be
grootingen stond uitgetrokken.
Door de Regeering is bij Nota van Wijziging voor
gesteld art. 61 c dier wet aldus te doen luidenHet
afleggen van een examen, loopende, behalve over de
vakken, in art. 2 vermeld onder a—h, over die, aldaar
genoemd onder o, p, en voor eene der commissiën,
in art. 62 bedoeld. Van dit examen zijn, voor zooveel
het vak q betreft, vrijgesteld zij, die in het bezit zijn
eener akte van bekwaamheid volgens art. 65 a.
Blijkens het Verslag over het voorstel van Eek,
betreffende de wijze van behandeling der Troonrede,
werd dit noch met onverdeelde ingenomenheid, noch
met buitengewone belangstelling ontvangen. De be
kende redenen voor en tegen werden herhaald. Eenerzijds
zag men voordeel in tijdsbesparing en in grondige be
handeling der onderwerpen bij de Begrootingaan
den anderen kant achtte men die tijdsbesparing nog
zeer twijfelachtig er wenschte men deze gelegenheid
voor de Kamer om tot den koning te spreken niet
prijs te geven.
De Minister van binnenlandsche zaken, overwe
gende dat de heer mr. R. Van de Werk heeft opge
houden lid te zijn van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal en dat alzoo ter vervulling der daardoor
opengevallen plaats eene verkiezing behoort plaats te
hebben in het hoofddistrict Zevenbergenheeft goed
gevonden te bepalen lo. dat die verkiezing zal plaats
hebben Dinsdag 24 Juni e. k.2o.dat herstemming,
is die noodig, zal geschieden Dinsdag 8 Juli daar
aanvolgende.
In Juli zal een vergelijkend onderzoek plaats
hebben van candidaten, dingende naar een getuig
schrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter
van 's Rijks waterstaat.
De voorwaarden en de verdere bijzonderheden zijn
vermeld in de Staatscourant van 29 dezer.
Eindverslag is uitgebracht omtrent het ontwerp,
houdende nadere bepalingen omtrent den suikeraccijns,
en dat tot onteigening voor uitbreiding van het sta
tion Rozendaal.
Men schrijft ons uit Amsterdam, Mei '84.
Er wordt nog altijd druk gewerkt aan de uitbrei
ding en verfraaiing onzer stad. We zijn er nog lang
niet, maar het loont de moeite de ontwikkelingsperiode
nategaan. Oudtijds hadden we prachtige buitensingels
met hooge boomen beplant, maar daarvan zijn de meeste
verdwenen, zoodat wij hoegenaamd geen lommerrijke
wandelwegen meer bezatentot vergoeding daarvoor
kregen we ons Vondelspark, dat in den loop van jaren
belangrijk is uitgebreid, door bijvoeging van aangelegen
weilanden, zoodat het zich nu uitstrekt tot in Nieuwer-
Amstel. Wij Amsterdammers zijn verzot op ons Von
delspark het is ook alles wat we bezittenmen kan
zich ons geluk verbeelden nu er, najaren, een tweede
park wordt aangelegd, dat zich zal uitstrekken van
dicht bij den Amstel-oever, ongeveer bij de Hooge Sluis,
in de richting van de geprojecteerde ceintuurbaan
achter de Stadhouderskade, naar den kant van het
Rijks-Museum en verder in aansluiting met het Vondels
park. De nieuwe wandelplaats, die eene kolossale uit
gestrektheid beslaat, zal den naam dragen van Sarphati-
park, naar den stichter van het Paleis voor Volksvlijt,
den grondlegger van de «nieuwe stad". Gelijk zoovele
profeten werd ook hij tijdens zijn leven niet geëerd en
vond op treurige wijze zijn dood. Nu zal men eea
standbeeld voor hem oprichten. Maar dwalen wij niet
af in het verledene, in het heden vinden wij genoeg
zame stof ter beschouwing.
't Is jammer, dat het verzoek van een paar onder
nemende mannen van de hand gewezen is, nl. om hier
overdekte markten te bouwen, 't Gemeentebestuur was
van oordeeldat het alleen over de wenschelijk-
heid daarvan te beslissen had. 't Antwoord was nog
al scherp en hierop werd dan ook in den raad gewezen,
waarna de voorzitter het minder juiste van den vorm,
waarin dat antwoord was gegoten, erkende. Een jaar
of vijf geleden waren er inderdaad reeds gelden uit
getrokken voor dit doel, maar zij werden ten slotte voor
iets anders bestemd. Op zulk een wijze komen we
niet verder.
Na een strijd van jaren is dan eindelijk de plaats
voor de nieuwe groote koopmansbeurs aangewezen, en
wel op het gedempte gedeelte van het Damrak. Voor
deze keuze komt den gemeenteraad, of liever de meer
derheid in dat zedelijk lichaam, de dank toe der bur
gerij immers onze nieuwe wethouder van publieke wer
ken had een ander plannetje, waarbij de beurs op den
Dam zou verrijzen tegenover het paleis des Konings
voor dat doel was echter de onteigening noodig van
een aantal perceelen, te zamen voor eene waai de van
circa 2 millioen die uitgaaf wordt ons nu bespaard,
waarlijk geen kleinigheid. Het gebouw der Korenbeurs
is, na een bestaan van 116 jaren, eindelijk onder den
maker des sloopers bezwekenalleen het ijzeren hek
werk, jukken en binten verheffen zich nog boven
het puin en staan daar als schimmen uit vervlogen
tijden, gelijkende op de puinhoopen der Tuilerieën
in zakformaat. Heeren graanhandelaren, zoozeer
aan vrijheid gewoon, zijn thans «opgesloten" in de
in alle opzichten onvoldoende hulpkorenbeurs, achter
de groote beurs, door hen het «zaadbakje" genoemd.
Als éen man hebben ze hun misnoegen over dat logies
te kennen gegeven, en er zal nu zoo goed mogelijk
in worden voorzien.
Toen eenige raadsleden, die gaarne een dure beurs
begeerden en door allerlei verhoogingen o. a. van de
beursbelasting, de kosten wilden gedekt zien, werd de
opmerking gemaakt, dat het er met den handel in
onze stad niet zoo rooskleurig uitzag. Inderdaad is
dit het geval. Aan de fabrieken en werven is weinig
werkheeft niet de Koninklijke fabriek van stoom-
en andere werktuigen nog zooeven een 150 man ge
daan gegeven Werklieden, die van buiten kwamen,
loopen soms weken lang rond eer het hun gelukt
werk te vinden. En dan in den handel zeivenhet
geval der gebr. Tobias heeft niet alleen veel sensatie
gemaakt, maar het krediet in 't algemeen ook geen
goed gedaan. Op den dag hunner vlucht gebruikten
ze met hunne familie een fijn diner in het café riche
(het voornaamste restaurant alhier)na afloop van
den maaltijd zou men naar Baarn gaan, waar een
van hen de getrouwde broeder, de ander was
vrijgezel een villa had. De dames moesten echter
maar vooruitgaan, de heeren hadden hier nog iets te
doen en zouden later volgen. Ze keerden Baarn even -
wel den rug toe en zetten de koers naar Enk
huizen waar ze een schip huurden, dat hen naar de
Friesche kust voerdevervolgens gingen de heeren
via Harlingen of Bremen naar Brazilië, waar men
vermoedt dat ze wel in de handen der justitie zullen
vallen, daar het huis in assurantiën te Havre, waar
van T. agent was, ook in Brazilië is vertegenwoordigd.
Treurige bijzonderheden worden omtrent de gevolgen
van hunne handelwijze verhaald. Zoo verdween met
hen een kapitaaltje van 12 duizend gulden, dat eene
dame aan hen had toevertrouwd, terwijl zij van de
renten dier som leefde; ze is 66 jaar, was haar
geheele leven blind en bestond vroeger van het geven
van piano-lessen. Thans is de arme ziel broodelocs,
en kan alleen trachten door breiwerk een kleinigheid
te verdienen. Een gefortuneerd predikant alhier kwam
er beter af. Gewoon jaarlijks een reisje te doen, gaf
hij bij die gelegenheid zijn effecten, circa een ton
gouds, aan T. in bewaring. Dit jaar wenschte dominee
zijn reisje wat uittestellen, en aan deze omstandigheid
heeft hij misschien het behoud van zijn vermogen te
danken.
Onze stad wordt meer en meer het geliefkoosde
oord voor gekroonde hoofden. Oostenrijk's Keizerin
is nog altijd onze gast en onderscheidt zich door een
voud, waardoor zij echter des te meer de aandacht
trekt. De vorstin houdt blijkbaar veel van wandelen,
en heeft eene zekere voorliefde voor het rondrijden
in huurkoetsjes. Dezer dagen zou H. M. een tochtje
met een haven-bootje naar Marken doen Uit de toe
bereidselen aan boord, bestaande in het uitspreiden
van de zonnetent en het plaatsen van een tafel en
een paar stoelen, bemerkte het publiek wel dat er
wat aan de hand was, en weldra wist men dan ook
het fijne van de zaak. Een vijftig menschen stonden
te wachten; eindelijk verscheen een «aapje" (zoo noemt
men zekere huurrijtuigjes, naar de roode vesten, bruine
rokjes en witte hoeden der koetsiers). Zou de Keizerin
daar komen aanrijden? riep men. Ze was het niet;
maar het volgende koetsje, met wat stemmiger geklee-
den koetsier, maar toch met éen paard, voerde de
Keizerin-koningin van Oostenrijk-Hongarije aan, terwijl
haar gevolg in landauers met twee paarden bespannen
gezeten was. Aan den drempel van het Doelen-hotel,
dat de Keizerin geheel afhuurde, houdt deze eenvoud
echter op; daar resideert wel degelijk het hof van
Weenen met de verschillende dignitarissen, een major-
domus, kamerheeren, een lijf-arts, een huis-prelaat en
een stoet van bedienden. Om een hotel als de Doelen
af te huren daartoe behoort nog al zoo iets; men
noemt dan ook het cijfer van zestigduizend gulden, dat
de Keizerin daar wekelijks betaalt.
In het bestuur van onzen Park-schouwburg heeft
eene wijziging plaatsgehad. De heer Rafaelovitsch,
die van het begin van den bouw, of liever van de
oprichting der vennootschap af als directeur fungeerde
(hij genoot een traktement van 7000), heeft dezer
dagen opgehouden als zoodanig werkzaam te zijn.
Genoemde heer, een zwager van een bankier hier ter
stede, was opzettelijk uit Rusland overgekomen, en
bewoonde met zijn gezin een fraai huis op een der
hoofd grachten. Het fijne van de zaak weet men niet,
maar het geval geeft aanleiding tot velerlei gesprekken
en vragen.
As. Maandag zal het carillon weder beginnen
te spelen en dan voor het heel uur doen hooren
«Frisch, ganze Kompagnie", Marsch van Becker, en
voor het half uur «Wer hat dich, du schoner Wald
aufgebaut" van Mendelssohn.
Het slag- en speelwerk werd in 1624 door J. Van
Stapelen te Delft, gemaakt, zoodat de klok dit jaar
haar 260sten geboortedag kan herdenken. Geen won
der, dat zij met hare jeugdiger zuster van het station
niet altijd gelijken tred kan houden.
Kapelle. Werd vóór eenigen tijd de stilstand van
windhaan en uurwijzers op en aan den toren gemeld,
eerstgenoemde is heden van zijn werkeloosheid ont
heven. Jl. Maandag door den loodgietersknecht N. B.
uit Goes van den toren afgehaald, is hij, na hersteld
en verguld te zijn, er hedenmorgen weder opgeplaatst.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Na langdurige discussie is gisteren verworpen
het voorstel van de regeering om de telling der leer
lingen eenmaal 'sjaars te doen geschieden.
Verworpen is met 42 tegen 38 stemmen het voorstel-
Mackay om de onderwijskracht te bepalen op 1 per
60 leerlingen, doch aangenomen het amendement-
Borgesius met 41 tegen 39 stemmen om te bepalen,
dat van 40 tot 86 leerlingen 1 onderwijzer het hoofd
van de school bijstaat en verder per 45 leerlingen
1 onderwijzer (althans tot lat het getal schoolgaande
kinderen het cijfer van 220 zal hebben bereikt.)
Het door den Minister overgenomen amendement
van den heer v. d. Feltz (vrijheid tot toelating van
600, in plaats van 400 kinderen op éene school) is
aangenomen met 54 tegen 26 stemmen.
De heer Mackay trok hierop alle amendementen
der rechterzijde in.
De wijzigingen van art. 28 en 29 zijn goedgekeurd;
over art. 33 is de discussie aangevangen.
In de zitting der Tweede Kamer van Woensdag
is door den heer Brantsen Van de Zijpe verlof gevraagd
tot den Minister van Buitenlandsche Zaken een inter
pellatie te richten omtrent de zaak van de «Nisero."
Dit verlof werd verleend. De dag zal later bepaald
worden.
Rechtszaken.
De heer Kijmell, oud-burgemeester van Havelte,
die in cassatie was gekomen van het arrest van het Ge
rechtshof te Leeuwarden, waarbij hij ter zake dat hij
als ambtenaar van een openbaren post in het opmaken
van akten, tot zijn post behoorende, de omstandighe
den bedrieglijk had veranderd, veroordeeld is, heeft
die cassatie weer ingetrokken.
Voor de arrond-rechtbank te Breda stond deze
week terecht J. v. d. M., chocolademaker, geb. te
Goes, laatst wonende te Breda, gedetineerd ter zake
van misbruik van vertrouwen, door hem bij verschil
lende inwoners van Breda en omstreken gepleegd. In
deze zaak zijn 32 getuigen gehoord. Het O. M. eischte
5 maanden cell. gov. en 40 boete of 3 dagen
celstraf.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Ds J. Post alhier hoopt Zondagavond 8 Juni
a. s., te 6 uren, zijne afscheidsrede te houden.
Beroepen te Schore en Vlake dhr. P. F. Van
den Nieuwenhuizen, cand. te Dordrecht.
Bedankt voor het beroep naar Kattendijke door
den heer N. Jolles, cand. te Ginneken.
De hoer A. E. Van Braambeek, te Hoofdplaat,
herdenkt den 12 Juni a. s. den dag, waarop hij vóór
25 jaar het predikambt in de hervormde kerk aan
vaardde.
Naar wij vernemen heeft de Synodale Commissie
besloten aan de kerkeraden der Hervormde Kerk eene
uitnoodiging te richten, om op den Zondag vóór of
volgende op den lOen Juli, den sterfdag van Willem
den Zwijger, aan den Prins te gedenken in de open
bare godsdienstoefeningen.
Door de gezamenlijke afdeelingen van het Ned.
Ond. Gen. in de provincie Zeeland zijn tot leden van
het te vormen nieuwe gewestelijke bestuur gekozen
de heeren: W. J. Wendel, directeur der Rijkskweek
school te Middelburg, Ph. Rank Lz en L. A. E Van
der Leij, leeraars aan dezelfde inrichtingA. De Haas,
hoofd der leerschool en P. G. De Jager, hoofd eener
school aldaar; G. K. Allaard, hoofd eener school te
Biggekerke; A. Van Schelven, hoofd eener school te
Goes; W. C Crucq, hoofd der school te Stavenisse;
F. G. Van den Berg, hoofd eener school te Bruinisse.
Volgens art. 14 van het reglement moet uit en door
deze negen candidaten een uitvoerend bestuur, bestaan
de uit Voorzitter, Secretaris en Penningmeester, worden
gekozen. Dit uitvoerend bestuur moet zooveel mogelijk
woonachtig zijn in of nabij de plaats waar de zetel
is van het gewestelijk Bestuur. Dit is voor de jaren
18851888 Middelburg.
Op de voordracht van onderwijzers te Delft voor
de lagere school no. 4, onderwijzers 2e en 3e klasse
in de Fransche taal, a op eene jaarwedde van ƒ900,
en b. op eene jaarwedde van 800, komt o. a. voor
de heer J. A. Veenendaal te Kruininge en wel voor
de le betrekking als no. 3, voor de 2e als no. 2
Buitenlandsch Overzicht.
In België 's hoofdstad wordt nu reeds tegen 10
Juni, den dag der verkiezingen, druk gestreden. De
Réforme beweert, dat, indien de Brusselsche liberale
kiezers, onder leiding der Associationniet de acht
progressisten weer tot candidaten nemen, er eenige
Katholieken meer voor Brussel in do Kamer zullen
komen, en het liberaal kabinet, reeds verzwakt in
Antwerpen, in Namen, in Brugge, zal moeten altreden.
De Fransche Kamer heeft in hare bureaux de
commissie tot onderzoek van het regeeringsvoorstel
tot grondwetsherziening benoemd. Aangezien elk der
elf sectiën twee leden moet kiezen, bestaat de com
missie uit 22 leden. Volgens een Reuter-telegram
zouden 17 leden onverdeelde voorstanders van het
regeeringsontwerp zijn, vier zouden onbeperkte her
ziening wenschen en één, de heer Allain-Targé, zou
wel voor beperkte herziening zijn, doch op andere
punten dan het regeeringsontwerp voorstelt.
De rechterzijde der Kamer heeft besloten, met de
rechterzijde van den Senaat in overleg te treden om
trent de bij het vraagstuk der grondwetsherziening
aan te nemen houding.
Het iNoor.sche Oldelsding heeft eenige neiging tot
toenadering aan den dag gelegd, door de straf tegen
hoogverraad te verzachten.
Zooals wij onlangs mededeelden heeft dit regeerings-
lichaam den minister van oorlog Dahll ter verantwoor
ding geroepen in zake het onbruikbaar maken van
een groot aantal geweren.
Thans is de oud minister Generaal Munthe schriftelijk
ter verantwoording geroepen. Hij toch heeft het bevel
gegeven de sloten van de geweren te schroeven en
ook op zijn last is het kruit uit de verschillende depóts
naar het fort te Ackerhusz gebracht. Zijn verklaringen
sloten zich aan bij die van zijn opvolger. Alleen uit
voorzorg tegen mogelijke ongeregeldheden had hij der
gelijk voorschrift gegeven.
De geweren zijn onderwijl weder in orde gebracht.
Het is daarbij gebleken dat het ongemotiveerde bevel
althans op verstandige wijze ten uitvoer is gebracht.
De tijdelijk onbruikbaar gemaakte wapenen waren in
zeer korten tijd weder voor den dienst geschikt.
VERSLAG over het jaar 1883-1884 van de «Ver-
eeniging tot het regelen en bevorderen van
Volksvermaken te Goes, uitgebracht door het
bestuur in de algemeene vergadering, Woens
dag 28 Mei 1884 gehouden.
Art. 13 van het Reglement der vereeniging legt haar
bestuur de verplichting op, jaarlijks in de maand Mei
verslag uittebrengen van het verrichte. Sinds jaren
wordt daardoor verstaan eene opsomming van de ge
houden feesten en een overzicht van den toestand der
vereeniging. Het eerste zou eigenlijk noodeloos kunnen
herten, want de leden weten even goed als het bestuur
welke feesten er gegeven zijn. Deze zijn bovendien
gemakkelijker te onthouden, naarmate hun aantal ge
ring is en wel zoo gering als in de laatste jaren.
Twee redenen werkten tot die soberheid van feesten
medehet aanzienlijk nadeelig saldo dat van vorige
jaren in te winnen was, en het afnemend ledental.
'tis u allen bekend hoe de vereeniging reeds ver
scheidene jaren gebukt gaat onder een nadeelig saldo.
Een wijs beheer brengt mede dat nadeelig saldo jaar
lijks minder te doen wordenmaar die wijsheid is
dan tevens oorzaak dat er weinig feesten kunnen
gegeven worden. Niet onwaarschijnlijk is het dat de
tweede reden een gevolg van de eerste is. Het ledental
nam afdientengevolge waren de inkomsten ook weer
minder en het is hier herhaaldelijk opgemerkthoe
minder feesten, hoe miuder leden. Op zich zelf is dit
te begrijpen. De leder, wenschen waar" voor hun geld.
Toch is het te betreuren, dat zoovelen zich zoo spoedig
aan het doel der vereeniging onttrekken, in plaats van
door lid te blijven haar te helpen op zuiveren finan-
ciëelen voet te komen en hare herleving op grootere
schaal mogelijk te maken.
Iutusschen is het ook mogelijk, dat het ledental
afneemt omdat de vereeniging zoo weinig aan haar
doel beantwoordt en eigenlijk nimmer beantwoord heeft.
Leest men art. 1 van het reglement, dan zal men
moeten erkennen, dat de handwerksman en de dienst
bare stand, welke categorieën men zich in dat artikel
voornamelijk voorstelde tot een beter en nuttig vermaak
opteleiden en optewekken, onder de leden der vereeni
ging al zeer schraal vertegenwoordigd zijn. 't Is niet
wat men in den regel «het volk" noemt, dat van de
feesten gebruik maakt. De vereeniging is sinds haar
bestaan eene verzameling van gegoeden en burgers
met hunne gezinnen, die zich zeiven eenige uitspanning
trachten te bezorgen uitspanningen die men, door het
toegenomen gemakkelijker verkeer, zich dikwerf hier
of elders, en dan niet zelden beter, kan verschaffen ook
zonder lid der vereeniging te zijn.
Met hare beperkte middelen kan de vereeniging echter
niets anders geven dan wat zij geeft en het Bestuur
is daarom te rade geworden eene u straks voorteleggen
herziening van het reglement voor te bereiden zoodanig
dat werkelijk «het volk" van de feesten genieten
kanterwijl reeds een plan om een werkelijk Volks
feest te geven bij het bestuur in overweging is. Het
Bestuur hoopt dat alsdan velen zich gedrongen zullen
gevoelen om het goede doel lid te blijven of te worden.
Wat nu de in 1883 gegeven feesten betreft, daarvan
is spoedig mededeeling gedaan. Hun getal is twee.
Het eerste, op 17 Juli in de Prins van Oranje
gegeven, bestond uit een concert van het muziekkorps
van het 6e regiment te Breda en eenige «aardigheden"
van den heer Ockhuijzen, de laatste meer voor onze
jeugdige leden geschikt, terwijl het concert zeker be
ter zou hebben voldaan wanneer het zooals aan
vankelijk het plan was in den tuin had kunnen
plaatshebben Toch was die avond een zeer gezellige
en het bestuur vernam van vele zijden daarover gun
stige beoordeelingen.
Het tweede feest was het sinds tal van jaren ge
geven St. Nicolaasfeest met zijne tombola, die nog
verleden jaar door den toenmaligen voorzitter «de
groote trekpleister" der vereeniging werd genoemd.
Gelukkig bestond toen nog «Aurora", welke kamer,
evenals altijd, ons dien avond ter zijde stond niet
alleen, maar het leeuwenaandeel op zich genomen had
in het programma. Een drietal tooneelstukken voerde
zij op verdienstelijke wijze uit en waar het bestuur
uwer vereeuiging terugziet op eene reeks van jaren,
waarin de zoo ijverige kamer «Aurora" geheel be
langeloos steeds gereed was om schier bij ieder feest
hare medewerking te verleenen, daar past het voor
zeker ook hier een woord van hulde en dank te
brengen aan de leden dier kamer en inzonderheid
aan den heer Baljé, dien wij, zonder tekort te doen
aan de verdiensten der overige en vroegere leden,