Kantongerecht te Goes. lieden (Vrijdag) werden veroordeeld: Wegena openbare dronkenschap: J. A., 18 j., arbei der te Nieuwdorp, M. De J., 23 j., arbeider te's-Heer- Arendskerke, J. B. De Varbeider te Ovezand, P. B., 26 j., schipper te Ierseke, ieder tot f 0,50 boete, subs. 1 dag gev.strafA. T., 23 j., arbeider te Nieuw dorp, tot f2 boete, subs. 3 dagen gev.straf; A. M., te Kats, tot f5 boete, subs. 3 dagen gev.straf A. v. d. P., bode te 's-Gravenpolder, en J. De L., 31 j schoenmaker te Ellewoudsdijk, ieder tot fll boete, subs. 7 dagen gev.straf. Wegens het op verboden wijze bemachtigen van wild: B. F. 18 j., arbeider te 's-Heerenhoek, tot f40 boete, subs. 7 dagen gev.straf, en C. Z., 18 j., arbeider te Baarland, tot f20 boete, subs. 3 dagen gev.straf. Wegens het maken van nachtelijk burengerucht: P. H. 18 j., arbeider, Ca. P., 18 jdienstbode, J. F., 21 j., arbeider, L. P. Cz., 17 j., landmansknecht, Ja. C., 15 j dienstbode, allen te Kolijnsplaat, J. S. 19 jaar, J. Th. M., 18 j., P. v. O., 18 j., J. S., 17 j allen schippersknechts te Ierseke en A. I. Pzlandmans knecht te Kamperland, ieder tot f 5,50 boete, subs. 1 dag gev.straf. Wegens het schreeuwen langs de straat: C. B., 19 j., landmansknecht te Kampei land, tot f 3 boete, subs. 1 dag gev.straf. Wegens het als voerman zich verwijderen van zijn voertuigF. J. S., koopman te Ovezand, tot f 3 boete, subs. 1 dag gev. straf. Wegens het verblijven in een herberg na 11 uren 's avonds C. G., kapitein te Wemeldinge, P. J. E., 23 j., werkman en L. S., 35jj., kleermaker, beiden te llansweerd, ieder tot f 1 boete, subs. 1 dag gev.straf. Buitenlandsch Overzicht. De heeren Johannsen en Lassen, afgevaardigden voor Noord-Sleeswijk in den Duitschen Rijksdag, hebben aan den Minister van Eeredienst een verzoekschrift overhandigd, waarin wordt aangedrongen op de in trekking der instructie, betreffende het geven van on derricht in het Duitsch op de volksscholen van Noord- Sleeswijk, terwijl tevens wordt gevraagd om beter onderwijs in het Deensch. De petitie, die 9000 liand- teekeningen telt, is zoowel in de Duitsche als in de Deensche taal vervat. Dinsdag heeft de heer Storey in het Eugelsche Parlement tot de regeering de interpellatie gericht »of de regeering wel bewust was, dat twintig hard werkende Britsche onderdanen nu reeds sedert zes maanden gevangen waren op het gebied eener be vriende Mogendheid". Omtrent deze interpellatie bevat het D. v. N. het volgende Lord Fitz-Maurice antwoordde door een juist ont vangen telegram voor te lezen, door den commandant van den Pegasus gezonden »20 Mei. Levensmiddelen aangevoerd voor bemanning der Nisero. P.ecu van den Rajah. Alles wel. Rajah wil geen brieven van be manning laten passeeren." De heer Storey vroeg, of hij daaruit moest opma ken, dat de bemanning zich als wel meldde, of dat de Rajah dit deed. De Lord antwoordde, dat hij niet meer wist. dan in het telegram stond. De heer Storey sprak weder over de vrouwen en kinderen der schepelingen en vroeg of de Regeering geen krachtiger pogingen dacht te wagen. De heer Gladstone zeide daarop, dat hij niet de positie der Nederlandsche regeering hierin wilde be spreken, daar hij niet volkomen op de hoogte was van hetgeen deze aan te voeren had. Hij wist wel, dat de feiten, voor zoover hij ze kende, op het eerste gezicht eene soort van verantwoordelijkheid op deze scheen te laden. Maar wat hij in dit geval begreep, was, dat eeni- ge personen, die niet onder controle der Nederlandsche regeering stonden, deze ongelukkige personen in handen gekregen haddendat in Januari een Nederlandsche militaire expeditie gezonden was, en dat de Rajah daarop met zijn gevangenen naar het binnenland ge weken was. Er was veel vrees, dat verdere maatre gelen tot bevrijding van deze mannen op hun dood zouden uitloopen. Daardoor werd de quaestie kiesch en ernstig. Al wat hij kon zeggen was, dat de regeering hare verplichting erkende om de zaak in ernstige overwe ging te nemen, en alle stappen te doen, die noodzake lijk mochten zijn om de bevrijding der bemanning te verkrijgen. Op eene vraag van sir J. Hay, of een losgeld aan geboden wasantwoordde Lord Fitz-Maurice, dat de eisch van den Rajah wel wat boven een gewoon los geld ging, maar dat hij het Huis al de stukken over de zaak zou overleggen. De heer Storey vestigde gisteren nogmaals in het Lagerhuis de aandacht van de regeering op de ge vangenen van de Nisero. Hij achtte het dringend noo- dig, dat pressie op de Nederlandsche regeering moest worden uitgeoefend om de invrijheidstelling te bewerken. In het daarop gevolgd debat zeide o. a. lord Fitz Maurice dat Zaterdag de stukken, op deze zaak be trekking hebbende, zouden worden overgelegd. Het groote bezwaar is hierin gelegen, dat gevangenen in de macht van den rajah zijn, die, wanneer andermaal een expeditie wordt gezonden, allicht de geheele be manning der Nisero zou dooden. Engeland heeft de Nederlandsche regeering te kennen gegeven, dat het 't beste zou zijn over deze zaak onderhandelingen aan te knoopen met den Sultan van Atjeh, en deze on derhandelingen worden op ditr oogenblik gehouden. Gemengde Berichten. In het berichtje omtrent de hoeveelheid te Goes gevallen regen, voorkomende in ons vorig nommer, is eene fout ingeslopen, die het betoog, dat alhier de grootste hoeveelheid regen gevallen is, logenstrafte. Er stond dat te Goes 800 mM. en te Brouwershaven 870 mM. gevallen was; dit moest zijn te Goes 880 mM. en te Brouwershaven 870 mM. Kapelle. Den 18 Juni aanstaande hoopt de zang- vereeniging «Tot Nut en Uitspanning" te Nieuw- en Sint Joosland haar lOjarig bestaan te vieren, in ver band met de 10e algemeene uitvoering van den zan- gersbond uit Walcheren. De zangvereeniging vAdvendo" alhier is uitgenoodigd tot deelneming aan dat feestnog meer vereenigingen zullen tot deelneming worden aangezocht. Woensdagnamiddag had er op het schietterrein «Claudius Civilis", aan de overzijde van 't V, onder de gemeente Buiksloot, 't volgende ongeval plaats. Een lid dier vereeniging, met een pistool gewapend, wilde op een schijf schieten, en kwam onder het opwaarts brengen van dit vuurwapen met zijn vinger in aanra king met den trekker, waarop het schot afging en de kogel zijn rechterarm nabij de borst doorboorde. Er bestaat gelukkig geen gevaar voor zijn leven. Uit Vollenhoven wordt aan de N. Ii. Ct. gemeld In den nacht van 17 op 18 dezer tusschen twee en drie uur heeft zich in de Zuiderzee een zeldzaam natuurverschijnsel voorgedaan, daar het zeewater bij nagenoeg volkomen stil weder in hevige beweging ge raakte, zoodat de golven met geweld over de haven- palen sloegen en de touwen van enkele visschersschuiten, in de haven aanwezig, braken. Door sommigen wordt dit verschijnsel aan eene zeebeving toegeschreven terwijl anderen de oorzaak willen zoeken in stormen op de groote zeeën. Zondagnacht is uit Nijmegen met de noorderzon verdwenen II. V., een Duitscher, barbier en wonder dokter aldaar, met zich nemende ruim 500 mark, welke hij van een vriend en landgenoot in bewaring bad ontvangen. Men vermoedt, dat hij zich over Rot terdam of Amsterdam met zijn gezin naar Amerika zal begeven. Men spreekt ook van meer kwade prak tijken van dezen wonderdokter. De zaak is in handen der politie gesteld. Nader is nog bekend geworden, dat de wonderdokter Zondag jl. den bierhandelaar S. uit Nijmegen te Elber- feld had ontmoet en van dezen 1000 Mark had ont vangen, om die voor hem tegen ander geld in te wisselen. De bierhandelaar S. wachtte des avonds op de afgesproken plaats van bijeenkomst te vergeefs op de terugkomst van H. met het gewisselde geld. Men verneemt nu, dat H. V. zich te Antwerpen ophoudt en van daar naar Amerika zal trachten te ontkomen. Hij heeft alzoo thans ruim 1500 Mark in zijn bezit, aan anderen toebehoorende. Te Deventer is Dinsdag een steur, wegende ruim 300 kilo, aangevoerd, die in den IJsel gevangen was. Dinsdagnacht werd te Leiden de wolfabriek der der heeren Leembruggen een prooi der vlammen. De geheele inboedel was tegen brandschade verzekerd. Op de internationale tentoonstelling te Nice is is het Stout uit de bierbrouwerij »De Gekroonde Valk" der heeren Van Vollenhoven Co., te Amsterdam, be kroond met den hoogsten prijs, een eere-diploma. Maandagavond werd de veldwachter W. te Vucht, toen hij ter hulp geroepen werd tegen een beschonken bakkersknecht, die in zijne nabijheid woonde, door dezen onverwacht met een scherp mes in het aangezicht ge sneden en op verschillende plaatsen van het lichaam verwond. Door de duisternis begunstigd, is de dader ontvlucht, zonder dat men zijn spoor nog gevonden heeft. Twee knapen van 8 en 11 jaren, die verleden Vrijdag uit Zuilichem naar de Weesinrichting te Neer bosch waren gebracht, hebben Zondagmorgen d. a. v. toen zij buiten mochten spelen, heimelijk het hazen pad gekozen en zijn Maandag voormiddag op eerstge noemde plaats teruggekomen, vanwaar zij evenwel aanstonds weer naar Neerbosch zouden worden opge zonden. Zaterdag avond heeft een visscher en melkboer de echtelijke woning te Koog aan de Zaan verlaten, met achterlating van zijne vrouw en zes gehuwde kinderen. Men weet niet waarheen hij zich begeven heeft, maar gist dat hij de richting naar Purmerend is ingeslagen. Hij heeft een schuitje, eenige vischnetten en eene niet onbelangrijke geldsom medegenomen, en is op reis gegaan in gezelschap van eene gehuwde vrouw, mede te Koog aan de Zaan woonachtig, die haren man en een klein kind heeft achtergelaten. (Z. Ct.) Een sedert jaren in Nederland verblijf houdend gepensioneerd Oost-Indisch ambtenaar ontving, zegt de Delftsche Ctonlangs een aanschrijving, dat op zijn pensioen zou gekort worden een kleine som wegens aanslag in de verponding over de laatste vier jaren voor een stuk grond, waarop hij nu ruim 18 jaren geleden het recht van opstal had verkregen, doch hetwelk thans reeds meer dan 17 jaren in andere handen was over gegaan. In al die jaren had hij niets meer dienaangaande vernomen. De goederentrein van den Oosterspoorweg, welke Woensdagnacht te 2 uur van Amsterdam vertrok, is aan de Diemerringvaart, die de scheiding vormt tus schen de Watergraafsmeer en Diemermeer. ontspoord, tengevolge van een misverstand omtrent het opbreken en herstellen der rails. De trein, getrokken door de locomotief Berkel, liep op het spoor ter linkerzijde van de spoorbaan, waar men aan het werk was. Of nu de trein op een verkeerd spoor was, of dat men verzuimd had de arbeiders te waarschuwen dat ge deelte niet op te breken, zal het onderzoek moeten beslissen. De bagagewagen en vier goederenwagens van het voorste gedeelte zijn geheel in elkander gedrongen en daardoor geheel verbrijzeld. De tender en locomotief hebben veel schade bekomen door het opdringen der achterste wagens. Een locomotief uit Amsterdam, naar de plaats des onheils gezonden, moest de op elkander geschoven wagens uiteentrekken, waarvoor men een zware ketting aansloeg. Een vijftigtal werklieden werden spoedig daarheen gezonden om den weg te ontruimen, waarvoor echter eenige uren noodig waren. De loop der treinen was zóo ongeregeld, dat enkele treinen 2 uren te laat aan kwamen. Aansluitingen werden gemist en vooral op een drukken dag als Donderdag veroorzaakte dit voor de reizigers eene groote teleurstelling. In den namiddag heeft men het rechterspoor vrij gekregen, zoodat daarvan weder gebruik gemaakt kon worden, doch d dienst bleef ongeregeld. Van het pers meel, op den trein aanwezig, werd een treinsmid vrij ernstig gekwetst en naar Amster dam in het gasthuis gebracht, terwijl een conducteur eenige ernstige kwetsuren bekwam, doch met een volgenden trein naar huis kon vertrekken. Natuurlijk speelde de schrik hier ook een groote rol. De goederen, welke in de wagens waren geladen, waren op den weg geworpen en vormden met het verbrijzelde hout een verwarden hoop. De passagiers van alle treinen moesten op de plaats van het ongeluk overstappen. Eene werkster, te Leeuwarden, die bezig was de ramen schoon te wasschen, had het ongel ik van de ladder te vallen en op een stoep neertekomen met het treurig gevolg, dat zij de beide beenen brak. Dezer dagen is er een inventaris van de Nationale Bibliotheek te Parijs opgemaakt, waaruit gebleken is, dat het getal deelen, die in de ontelbare zalen en gan gen van het gebouw aanwezig zijn, het reusachtig cijfer van twee millioen vijfmaal honderd duizend bedraagt. De afdeeling der manuscripten bevat twee en negen tig duizend deelen, gebonden en gebrocheerd of in por tefeuilles, en verder honderd vier en veertig duizend Fransche en buitenlandsche munten en penningen uit alle tijdperken. De collectie plaatwerken omvat meer dan twee mil lioen stuks, die in veertienduizend vijfhonderd bundels en vierduizend portefeuilles bewaard worden. In de reserve-galerij worden de kostbaarste boeken gevonden, die ten getale van tachtigduizend stuks aanwezig zijn. Er zijn onder die laatstgenoemde boeken onge veer drieduizend exemplaren, die, zoo goed als zeker, eenig zijn. Al dalen tegenwoordig de aandeelen der meeste Amerikaansche spoorweg-maatschappijen ontzettend in waarde, als men althans rekenen kan naar de beurs waarde van hare fondsen, toch kan niet gezegd worden dat die maatschappijen niet alles doen om het reizend publiek te believen. Zoo rijden op de Philadelphia- lijn van den Pennsylvanie-spoorweg twee waggons die geheel voor jachtgezelschappen ingericht zijn, en alles wat een jager maar verlangen kan aanbieden. Zij be vatten rustbedden voor 12 personen, een ijskist voor 't bewaren van wild, kasten voor geweren, schietvoor raad, levensmiddelen en wijn, alsmede verblijfplaats voor 12 honden. Verder zijn zij keurig gemeubeld en kunnen op alle lijnen van 't Amerikaansche spoorweg net rijden. De waggons heeten naar beroemde jagers. de een David Crockett, de ander Isaak Walton, enz. Er zijn zeer veel liefhebbers voor deze rijtuigen, en zij worden lang vooruit door gezelschappen jagers besproken. Wanneer de wrijfdokter, de bekende heer Mezger, ooit een wonder heeft gewrocht, dan is het wel met de nagenoeg volkomen genezing van den 2en luitenant Luske. Zooals men zich herinneren zal, vertrok deze onge lukkige, ongeveer een jaar geleden, vreeselijk verminkt naar Europa. Op krukken kon hij niet loopentusschen twee per sonen, die hem half droegen, werd hij naar boord ge bracht; zijn nog overgebleven vingers kon hij niet eens gebruiken om zijne handteekening te zetten en thans, nu hij een jaar onder Mezger's behandeling is geweest, beweegt hij zich met één kruk langs de drukste straten, kan hij weer goed schrijven en hoopt hij mettertijd in de gelederen zijn plaats weder te hernemen. Tot zoover onze correspondent. Als de laatste zinsnede waarheid behelst, is er zeker sprake van een wonder! Java-Bode De Moniteur maakt het rapport van den officier van justitie Willemaers openbaar aangaande de ver klaringen, door Hansoul en mevr. van Humbeeck af gelegd bij de verhooren, die deze ondergaan hebben naar aanleiding van de zoogenaamde onthullingen van twee bladen, VHotel de Ville en le National, omtrent de zaak Peltzer. Bij dit rapport zijn eene reeks stukken gevoegd, die gezamenlijk 16 kolommen in den Moniteur vullen. Er is hier eenvoudig een roman op touw gezet, om het naar sensatienieuws hunkerende publiek te prikkelen, en de verklaringen door Hansoul en mevr. Humbeeck afgelegd, hebben niet eenige beteekenis ze zijn óf kinderachtig, óf hebben niet de minste be trekking met de zaak Peltzer, óf ze zijn reeds genoeg zaam weersproken door de instructie, die gevolgd is op den moord van Bernays. De officier van justitie verklaart dat het parket aan vankelijk besloten had, de zaak eenvoudig te laten rustenmaar de agitatie, die zich van het publiek had meester gemaakt, heeft het parket van besluit doen veranderen. Eene verschrikkelijke brand, die door een ster ken wind werd aangewakkerd, is Zaterdag te Beibazar bij Angora in klein-Azië uitgebarsten. 1500 woningen zijn verbrand, waaronder elf moskeeën, een zestigtal godsdienstige instellingen enz. Er zijn elf menschen bij omgekomen. De Moniteur de Rome meldt, dat pater Beckx zijn ontslag heeft genomen als generaal der jezuïeten. Zijn coadjurto, pater Anderledy, is nu belast met het hoofdbestuur der orde. Pater Beckx, in 1819 in de orde opgenomen, was sedert 1853 haar generaal, en heeft dus meer dau dertig jaren aan haar hoofd gestaan. De vermaarde geleerde Pasteur heeft, zoo tele- giaieert men uit Parijs, Maandag zijn ontdekking tot voorkoming en genezing van de watervrees door mid del van inenting aan de Academie medegedeeld. Ge lijk men weet, had hij reeds geruimen tijd met een aantal honden proeven genomen, en was hij reeds vroeger overtuigd, gevonden te hebben wat hij zocht. Opzettelijk stelde hij zijn nadere mededeelingen uit tot hij zekerheid verkregen zou hebben, hetgeen dan thans het geval schijnt te zijn. De Fransche Regeering heeft op zijn verzoek een commissie benoemd om de proeven te controleeren. In Engeland is eene beweging ontstaan ten be hoeve der bedienden in winkels en magazijnen. Ook deze lijden aan de gevolgen van overmatigen arbeid. Aan het hoofd van het Bond, tot beperking van den diensttijd der winkelbedienden Shop-Hours'-Labour League) staat een zekere heer Sutherst, die thans een boek uitgeeft over Lood en ziekte achter de toonbank hierin wijst hij met onwedersprekelijke statistische cijfers aan, van welken verderfelijken invloed het lange, onafgebroken staan op 't gestel van beide, mannen en vrouwen, is. Deze zaak wordt ook praktisch aangepakt. In het geschrift van den heer Sutherst vindt men ook het wetontwerp tot beperking van den winkelbediendentijd, 't welk sir John Lubock op zich genomen heeft in het Lagerhuis in te dienen. Men leest in het H. BI. De zoölogische tuin te Frankfort is sedert eenige dagen in 't bezit vaneen walrus van jeugdigen leeftijd, namelijk van tien a twaalf maanden en toch weegt hij reeds het respectable gewicht van 85 kilogram. Dat deze kleine IJszee-bewoner buitengewoon leergierig, dat hij naar de getuigenis van een man, die het weet, den heer Hermes, directeur van genoemde inrichting te Frankfort, meer verstandelijke vermogens bezit en spoediger allerlei kunstjes leert dan eenig ander dier, uit het ras der poedelhonden daaronder begrepen, is stellig nog niet ter kennis van iedereen gekomen. Maar hoe vreemd dit alles ook zij, nog veel zonder linger klinkt het, dat dit dier sedert zijn kortstondig verblijf in Europa, 't is eerst eenige weken te Londen, later een geruimen tijd te Berlijn vertoond, dat dit dier een oud en bekend spreekwoord te schande heeft gemaakt. «Zoo stom als een visch!" hoe menigwerf hoort men dit niet? Wie dezen zomer te Frankfort komt, ver- zuime niet den zoölogischen tuin aldaar te bezoeken, dari zal hij zich kunnen overtuigen, dat onze Walrus zeer hoorbaar zijn tevredenheid kan betuigen, indien zijn oppasser hem op iets extra's onthaalt." Inderdaad, het klinkt al heel zonderling, dat een walrus, die sedert onheugelijke tijden tot de zoogdieren behoort, door geluid te geven de spreekwijze «zoo stom als een visch" te schande maakt. Het doet denken aan 't dienstmeisje, dat over 't venster naar een spierwitte koe stond te kijken, die door, de straat geleid werd. «Mevrouw, kijk u eens, ze zeggen welmen noemt geen koe bont of er is een vlekje aar,, maar hier is er nu toch een die heele- maal wit is." Ter loops zij nog opgemerkt, dat dr. Max Schmidt directeur is van de diergaarde te Frankfort en dat dr. Hermes «een man, die het weet" directeur is van het Berliner Aquarium. Reeds lang voor dat deze jeugdige walrus geluid begon te geven was de uitdrukking «zoo stom als een visch" onjuist gebleken. Er zijn zooveel visschen, die geluiden doen hooren, dat het tijd wordt de verge lijking te herzien en een ander beeld te zoeken voor iemand die stom is. (D. v. N.) In de kolonie Suriname blijft het gebrek aan arbeidskrachten steeds toenemen, hetgeen nadeelig werkt op den bloei der plantages die, wegens gemis aan werklieden, dit jaar minder producten zullen voort brengen dan waarop gerekend was; dit geldt vooral de suiker. De vele negers, die naar de goudvelden trekken, zijn een groot verlies voor de plantages en het groot aantal hunner, die zich met hunne gezinnen te Paramaribo vestigen, zijn voor goed voor den landbouw verloren. Te bejammeren is het, dat dit land, waar voldoende werkkrachten aanwezig zijn, steeds achteruitgaat we gens gemis aan handen en arbeidszin, in welke behoefte men slechts ten deele en dan nog op moeilijke en hoogst kostbare wijze door immigratie kan tegemoet komen. Laatste en telegraphische berichten. Door de Gedeputeerde Staten van Zeeland is de volgende circulaire verzonden Uit verschillende processen-verbaal van schouw en van herschouw blijkt ons, dat meermalen misverstand heerscht ten opzichte van den omvang der verplichting van aanpalende landgebruikers. Wij achten het daarom niet ondienstig in herinnering te brengen, dat het Reglement op de wegen en voet paden onderscheidt gewoon onderhoud en behoorlijk onderhoud. Het behoorlijk onderhoud, d. w. z. het onderhoud in zijn geheelen omvang van de wegen, die niet tot de kunstwegen behooren, omvat de werkzaamheden, onder letters a. tot h. van art. 58het gewoon on derhoud strekt zich niet verder uit dan tot het onder de letters d. tot h. van art. 58 genoemde. Ten laste van de aanpalende landgebruikers als zoo danig is alleen het gewoon onderhoud, niet het onder houd in den geheelen omvang; het onder letters a. tot c. van art. 58 genoemde kan alzoo niet van de aanpalende landgebruikers als zoodanig gevorderd worden, maar behoort vanwege de gemeente te worden verricht voor zoover dit niet ten laste van derden komt. Wij achten het van groot belang, dat de gemeente stipt en tijdig zorge voor hetgeen ten opzichte van dit onderhoud haar taak is Is Van gemeentewege gedaan, wat verricht behoort te worden, zoo kan met meer vrucht en klem tegen de aanpalende landge bruikers worden opgetreden, indien die al niet uit eigen beweging het voorbeeld der gemeente hebben gevolgd. Zorgt de gemeente niet, dat hetgeen ten haren laste is, tijdig zij verricht, zoo is bovendien naleving door de aanpalenden van hun verplichting vaak moeie- lijk. Vlissingen. Te 6 45 arriveerde hier hedenmorgen, van Portsmouth komende, het Koninklijk Engelscli jacht «Osborne" kapt. Thomson. Aan boord bevonden zich de Groothertog van Hessen-Darmstadt, zijne dochter Prinses Elisabeth en de Prins van Algeria. De vorste lijke reizigers zetten per sneltrein van 7.20 hunne reis naar Duitschland voort. Te 8.30 vertrok de «Osborne" weder naar Ports mouth. Brussel, 23 Mei. Hedenochtend te 10 uren is het Nederlandsche Koningspaar vertrokken. Dezelfde eer bewijzen door de troepen hadden plaats als bij de aankomst en de geestdrift was niet minder. Koning Willem scheen zeer aangedaan. De Koning kuste de Belgische Koningin. Beide Koninginnen omhelsden

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 2