Kantongerecht te Goes.
lieden (Vrijdag) werden veroordeeld:
Wegena openbare dronkenschap: J. A., 18 j., arbei
der te Nieuwdorp, M. De J., 23 j., arbeider te's-Heer-
Arendskerke, J. B. De Varbeider te Ovezand, P.
B., 26 j., schipper te Ierseke, ieder tot f 0,50 boete, subs.
1 dag gev.strafA. T., 23 j., arbeider te Nieuw
dorp, tot f2 boete, subs. 3 dagen gev.straf; A.
M., te Kats, tot f5 boete, subs. 3 dagen gev.straf
A. v. d. P., bode te 's-Gravenpolder, en J. De L., 31 j
schoenmaker te Ellewoudsdijk, ieder tot fll boete,
subs. 7 dagen gev.straf. Wegens het op verboden
wijze bemachtigen van wild: B. F. 18 j., arbeider te
's-Heerenhoek, tot f40 boete, subs. 7 dagen gev.straf,
en C. Z., 18 j., arbeider te Baarland, tot f20 boete,
subs. 3 dagen gev.straf. Wegens het maken van
nachtelijk burengerucht: P. H. 18 j., arbeider,
Ca. P., 18 jdienstbode, J. F., 21 j., arbeider,
L. P. Cz., 17 j., landmansknecht, Ja. C., 15 j
dienstbode, allen te Kolijnsplaat, J. S. 19 jaar,
J. Th. M., 18 j., P. v. O., 18 j., J. S., 17 j allen
schippersknechts te Ierseke en A. I. Pzlandmans
knecht te Kamperland, ieder tot f 5,50 boete, subs.
1 dag gev.straf. Wegens het schreeuwen langs de
straat: C. B., 19 j., landmansknecht te Kampei land,
tot f 3 boete, subs. 1 dag gev.straf. Wegens het als
voerman zich verwijderen van zijn voertuigF. J. S.,
koopman te Ovezand, tot f 3 boete, subs. 1 dag gev.
straf. Wegens het verblijven in een herberg na 11
uren 's avonds C. G., kapitein te Wemeldinge, P. J. E.,
23 j., werkman en L. S., 35jj., kleermaker, beiden te
llansweerd, ieder tot f 1 boete, subs. 1 dag gev.straf.
Buitenlandsch Overzicht.
De heeren Johannsen en Lassen, afgevaardigden voor
Noord-Sleeswijk in den Duitschen Rijksdag, hebben
aan den Minister van Eeredienst een verzoekschrift
overhandigd, waarin wordt aangedrongen op de in
trekking der instructie, betreffende het geven van on
derricht in het Duitsch op de volksscholen van Noord-
Sleeswijk, terwijl tevens wordt gevraagd om beter
onderwijs in het Deensch. De petitie, die 9000 liand-
teekeningen telt, is zoowel in de Duitsche als in de
Deensche taal vervat.
Dinsdag heeft de heer Storey in het Eugelsche
Parlement tot de regeering de interpellatie gericht
»of de regeering wel bewust was, dat twintig hard
werkende Britsche onderdanen nu reeds sedert zes
maanden gevangen waren op het gebied eener be
vriende Mogendheid".
Omtrent deze interpellatie bevat het D. v. N. het
volgende
Lord Fitz-Maurice antwoordde door een juist ont
vangen telegram voor te lezen, door den commandant
van den Pegasus gezonden »20 Mei. Levensmiddelen
aangevoerd voor bemanning der Nisero. P.ecu van den
Rajah. Alles wel. Rajah wil geen brieven van be
manning laten passeeren."
De heer Storey vroeg, of hij daaruit moest opma
ken, dat de bemanning zich als wel meldde, of dat
de Rajah dit deed. De Lord antwoordde, dat hij niet
meer wist. dan in het telegram stond.
De heer Storey sprak weder over de vrouwen en
kinderen der schepelingen en vroeg of de Regeering
geen krachtiger pogingen dacht te wagen.
De heer Gladstone zeide daarop, dat hij niet de
positie der Nederlandsche regeering hierin wilde be
spreken, daar hij niet volkomen op de hoogte was
van hetgeen deze aan te voeren had. Hij wist wel,
dat de feiten, voor zoover hij ze kende, op het eerste
gezicht eene soort van verantwoordelijkheid op deze
scheen te laden.
Maar wat hij in dit geval begreep, was, dat eeni-
ge personen, die niet onder controle der Nederlandsche
regeering stonden, deze ongelukkige personen in handen
gekregen haddendat in Januari een Nederlandsche
militaire expeditie gezonden was, en dat de Rajah
daarop met zijn gevangenen naar het binnenland ge
weken was. Er was veel vrees, dat verdere maatre
gelen tot bevrijding van deze mannen op hun dood
zouden uitloopen. Daardoor werd de quaestie kiesch
en ernstig.
Al wat hij kon zeggen was, dat de regeering hare
verplichting erkende om de zaak in ernstige overwe
ging te nemen, en alle stappen te doen, die noodzake
lijk mochten zijn om de bevrijding der bemanning
te verkrijgen.
Op eene vraag van sir J. Hay, of een losgeld aan
geboden wasantwoordde Lord Fitz-Maurice, dat de
eisch van den Rajah wel wat boven een gewoon los
geld ging, maar dat hij het Huis al de stukken over
de zaak zou overleggen.
De heer Storey vestigde gisteren nogmaals in het
Lagerhuis de aandacht van de regeering op de ge
vangenen van de Nisero. Hij achtte het dringend noo-
dig, dat pressie op de Nederlandsche regeering moest
worden uitgeoefend om de invrijheidstelling te bewerken.
In het daarop gevolgd debat zeide o. a. lord Fitz
Maurice dat Zaterdag de stukken, op deze zaak be
trekking hebbende, zouden worden overgelegd. Het
groote bezwaar is hierin gelegen, dat gevangenen in
de macht van den rajah zijn, die, wanneer andermaal
een expeditie wordt gezonden, allicht de geheele be
manning der Nisero zou dooden. Engeland heeft de
Nederlandsche regeering te kennen gegeven, dat het
't beste zou zijn over deze zaak onderhandelingen aan
te knoopen met den Sultan van Atjeh, en deze on
derhandelingen worden op ditr oogenblik gehouden.
Gemengde Berichten.
In het berichtje omtrent de hoeveelheid te Goes
gevallen regen, voorkomende in ons vorig nommer, is
eene fout ingeslopen, die het betoog, dat alhier de
grootste hoeveelheid regen gevallen is, logenstrafte. Er
stond dat te Goes 800 mM. en te Brouwershaven
870 mM. gevallen was; dit moest zijn te Goes 880
mM. en te Brouwershaven 870 mM.
Kapelle. Den 18 Juni aanstaande hoopt de zang-
vereeniging «Tot Nut en Uitspanning" te Nieuw- en
Sint Joosland haar lOjarig bestaan te vieren, in ver
band met de 10e algemeene uitvoering van den zan-
gersbond uit Walcheren.
De zangvereeniging vAdvendo" alhier is uitgenoodigd
tot deelneming aan dat feestnog meer vereenigingen
zullen tot deelneming worden aangezocht.
Woensdagnamiddag had er op het schietterrein
«Claudius Civilis", aan de overzijde van 't V, onder
de gemeente Buiksloot, 't volgende ongeval plaats. Een
lid dier vereeniging, met een pistool gewapend, wilde
op een schijf schieten, en kwam onder het opwaarts
brengen van dit vuurwapen met zijn vinger in aanra
king met den trekker, waarop het schot afging en
de kogel zijn rechterarm nabij de borst doorboorde.
Er bestaat gelukkig geen gevaar voor zijn leven.
Uit Vollenhoven wordt aan de N. Ii. Ct. gemeld
In den nacht van 17 op 18 dezer tusschen twee
en drie uur heeft zich in de Zuiderzee een zeldzaam
natuurverschijnsel voorgedaan, daar het zeewater bij
nagenoeg volkomen stil weder in hevige beweging ge
raakte, zoodat de golven met geweld over de haven-
palen sloegen en de touwen van enkele visschersschuiten,
in de haven aanwezig, braken. Door sommigen wordt
dit verschijnsel aan eene zeebeving toegeschreven
terwijl anderen de oorzaak willen zoeken in stormen
op de groote zeeën.
Zondagnacht is uit Nijmegen met de noorderzon
verdwenen II. V., een Duitscher, barbier en wonder
dokter aldaar, met zich nemende ruim 500 mark,
welke hij van een vriend en landgenoot in bewaring
bad ontvangen. Men vermoedt, dat hij zich over Rot
terdam of Amsterdam met zijn gezin naar Amerika
zal begeven. Men spreekt ook van meer kwade prak
tijken van dezen wonderdokter. De zaak is in handen
der politie gesteld.
Nader is nog bekend geworden, dat de wonderdokter
Zondag jl. den bierhandelaar S. uit Nijmegen te Elber-
feld had ontmoet en van dezen 1000 Mark had ont
vangen, om die voor hem tegen ander geld in te
wisselen. De bierhandelaar S. wachtte des avonds op
de afgesproken plaats van bijeenkomst te vergeefs op
de terugkomst van H. met het gewisselde geld. Men
verneemt nu, dat H. V. zich te Antwerpen ophoudt
en van daar naar Amerika zal trachten te ontkomen.
Hij heeft alzoo thans ruim 1500 Mark in zijn bezit,
aan anderen toebehoorende.
Te Deventer is Dinsdag een steur, wegende ruim
300 kilo, aangevoerd, die in den IJsel gevangen was.
Dinsdagnacht werd te Leiden de wolfabriek der
der heeren Leembruggen een prooi der vlammen. De
geheele inboedel was tegen brandschade verzekerd.
Op de internationale tentoonstelling te Nice is
is het Stout uit de bierbrouwerij »De Gekroonde Valk"
der heeren Van Vollenhoven Co., te Amsterdam, be
kroond met den hoogsten prijs, een eere-diploma.
Maandagavond werd de veldwachter W. te Vucht,
toen hij ter hulp geroepen werd tegen een beschonken
bakkersknecht, die in zijne nabijheid woonde, door dezen
onverwacht met een scherp mes in het aangezicht ge
sneden en op verschillende plaatsen van het lichaam
verwond. Door de duisternis begunstigd, is de dader
ontvlucht, zonder dat men zijn spoor nog gevonden
heeft.
Twee knapen van 8 en 11 jaren, die verleden
Vrijdag uit Zuilichem naar de Weesinrichting te Neer
bosch waren gebracht, hebben Zondagmorgen d. a. v.
toen zij buiten mochten spelen, heimelijk het hazen
pad gekozen en zijn Maandag voormiddag op eerstge
noemde plaats teruggekomen, vanwaar zij evenwel
aanstonds weer naar Neerbosch zouden worden opge
zonden.
Zaterdag avond heeft een visscher en melkboer
de echtelijke woning te Koog aan de Zaan verlaten,
met achterlating van zijne vrouw en zes gehuwde
kinderen. Men weet niet waarheen hij zich begeven
heeft, maar gist dat hij de richting naar Purmerend
is ingeslagen. Hij heeft een schuitje, eenige vischnetten
en eene niet onbelangrijke geldsom medegenomen, en
is op reis gegaan in gezelschap van eene gehuwde
vrouw, mede te Koog aan de Zaan woonachtig, die
haren man en een klein kind heeft achtergelaten.
(Z. Ct.)
Een sedert jaren in Nederland verblijf houdend
gepensioneerd Oost-Indisch ambtenaar ontving, zegt de
Delftsche Ctonlangs een aanschrijving, dat op zijn
pensioen zou gekort worden een kleine som wegens
aanslag in de verponding over de laatste vier jaren voor
een stuk grond, waarop hij nu ruim 18 jaren geleden
het recht van opstal had verkregen, doch hetwelk thans
reeds meer dan 17 jaren in andere handen was over
gegaan. In al die jaren had hij niets meer dienaangaande
vernomen.
De goederentrein van den Oosterspoorweg, welke
Woensdagnacht te 2 uur van Amsterdam vertrok, is
aan de Diemerringvaart, die de scheiding vormt tus
schen de Watergraafsmeer en Diemermeer. ontspoord,
tengevolge van een misverstand omtrent het opbreken
en herstellen der rails. De trein, getrokken door de
locomotief Berkel, liep op het spoor ter linkerzijde
van de spoorbaan, waar men aan het werk was. Of
nu de trein op een verkeerd spoor was, of dat men
verzuimd had de arbeiders te waarschuwen dat ge
deelte niet op te breken, zal het onderzoek moeten
beslissen.
De bagagewagen en vier goederenwagens van het
voorste gedeelte zijn geheel in elkander gedrongen en
daardoor geheel verbrijzeld. De tender en locomotief
hebben veel schade bekomen door het opdringen der
achterste wagens. Een locomotief uit Amsterdam, naar
de plaats des onheils gezonden, moest de op elkander
geschoven wagens uiteentrekken, waarvoor men een
zware ketting aansloeg.
Een vijftigtal werklieden werden spoedig daarheen
gezonden om den weg te ontruimen, waarvoor echter
eenige uren noodig waren. De loop der treinen was
zóo ongeregeld, dat enkele treinen 2 uren te laat aan
kwamen. Aansluitingen werden gemist en vooral op
een drukken dag als Donderdag veroorzaakte dit voor
de reizigers eene groote teleurstelling.
In den namiddag heeft men het rechterspoor vrij
gekregen, zoodat daarvan weder gebruik gemaakt kon
worden, doch d dienst bleef ongeregeld.
Van het pers meel, op den trein aanwezig, werd een
treinsmid vrij ernstig gekwetst en naar Amster
dam in het gasthuis gebracht, terwijl een conducteur
eenige ernstige kwetsuren bekwam, doch met een
volgenden trein naar huis kon vertrekken. Natuurlijk
speelde de schrik hier ook een groote rol.
De goederen, welke in de wagens waren geladen,
waren op den weg geworpen en vormden met het
verbrijzelde hout een verwarden hoop.
De passagiers van alle treinen moesten op de plaats
van het ongeluk overstappen.
Eene werkster, te Leeuwarden, die bezig was
de ramen schoon te wasschen, had het ongel ik van
de ladder te vallen en op een stoep neertekomen met
het treurig gevolg, dat zij de beide beenen brak.
Dezer dagen is er een inventaris van de Nationale
Bibliotheek te Parijs opgemaakt, waaruit gebleken is,
dat het getal deelen, die in de ontelbare zalen en gan
gen van het gebouw aanwezig zijn, het reusachtig cijfer
van twee millioen vijfmaal honderd duizend bedraagt.
De afdeeling der manuscripten bevat twee en negen
tig duizend deelen, gebonden en gebrocheerd of in por
tefeuilles, en verder honderd vier en veertig duizend
Fransche en buitenlandsche munten en penningen uit
alle tijdperken.
De collectie plaatwerken omvat meer dan twee mil
lioen stuks, die in veertienduizend vijfhonderd bundels
en vierduizend portefeuilles bewaard worden. In de
reserve-galerij worden de kostbaarste boeken gevonden,
die ten getale van tachtigduizend stuks aanwezig zijn.
Er zijn onder die laatstgenoemde boeken onge
veer drieduizend exemplaren, die, zoo goed als zeker,
eenig zijn.
Al dalen tegenwoordig de aandeelen der meeste
Amerikaansche spoorweg-maatschappijen ontzettend in
waarde, als men althans rekenen kan naar de beurs
waarde van hare fondsen, toch kan niet gezegd worden
dat die maatschappijen niet alles doen om het reizend
publiek te believen. Zoo rijden op de Philadelphia-
lijn van den Pennsylvanie-spoorweg twee waggons die
geheel voor jachtgezelschappen ingericht zijn, en alles
wat een jager maar verlangen kan aanbieden. Zij be
vatten rustbedden voor 12 personen, een ijskist voor
't bewaren van wild, kasten voor geweren, schietvoor
raad, levensmiddelen en wijn, alsmede verblijfplaats
voor 12 honden. Verder zijn zij keurig gemeubeld en
kunnen op alle lijnen van 't Amerikaansche spoorweg
net rijden. De waggons heeten naar beroemde jagers.
de een David Crockett, de ander Isaak Walton, enz.
Er zijn zeer veel liefhebbers voor deze rijtuigen, en
zij worden lang vooruit door gezelschappen jagers
besproken.
Wanneer de wrijfdokter, de bekende heer Mezger,
ooit een wonder heeft gewrocht, dan is het wel met
de nagenoeg volkomen genezing van den 2en luitenant
Luske.
Zooals men zich herinneren zal, vertrok deze onge
lukkige, ongeveer een jaar geleden, vreeselijk verminkt
naar Europa.
Op krukken kon hij niet loopentusschen twee per
sonen, die hem half droegen, werd hij naar boord ge
bracht; zijn nog overgebleven vingers kon hij niet eens
gebruiken om zijne handteekening te zetten en thans,
nu hij een jaar onder Mezger's behandeling is geweest,
beweegt hij zich met één kruk langs de drukste straten,
kan hij weer goed schrijven en hoopt hij mettertijd
in de gelederen zijn plaats weder te hernemen.
Tot zoover onze correspondent.
Als de laatste zinsnede waarheid behelst, is er zeker
sprake van een wonder! Java-Bode
De Moniteur maakt het rapport van den officier
van justitie Willemaers openbaar aangaande de ver
klaringen, door Hansoul en mevr. van Humbeeck af
gelegd bij de verhooren, die deze ondergaan hebben
naar aanleiding van de zoogenaamde onthullingen van
twee bladen, VHotel de Ville en le National, omtrent
de zaak Peltzer. Bij dit rapport zijn eene reeks stukken
gevoegd, die gezamenlijk 16 kolommen in den Moniteur
vullen. Er is hier eenvoudig een roman op touw gezet,
om het naar sensatienieuws hunkerende publiek te
prikkelen, en de verklaringen door Hansoul en mevr.
Humbeeck afgelegd, hebben niet eenige beteekenis
ze zijn óf kinderachtig, óf hebben niet de minste be
trekking met de zaak Peltzer, óf ze zijn reeds genoeg
zaam weersproken door de instructie, die gevolgd is
op den moord van Bernays.
De officier van justitie verklaart dat het parket aan
vankelijk besloten had, de zaak eenvoudig te laten
rustenmaar de agitatie, die zich van het publiek had
meester gemaakt, heeft het parket van besluit doen
veranderen.
Eene verschrikkelijke brand, die door een ster
ken wind werd aangewakkerd, is Zaterdag te Beibazar
bij Angora in klein-Azië uitgebarsten. 1500 woningen
zijn verbrand, waaronder elf moskeeën, een zestigtal
godsdienstige instellingen enz. Er zijn elf menschen bij
omgekomen.
De Moniteur de Rome meldt, dat pater Beckx
zijn ontslag heeft genomen als generaal der jezuïeten.
Zijn coadjurto, pater Anderledy, is nu belast met het
hoofdbestuur der orde. Pater Beckx, in 1819 in de orde
opgenomen, was sedert 1853 haar generaal, en heeft
dus meer dau dertig jaren aan haar hoofd gestaan.
De vermaarde geleerde Pasteur heeft, zoo tele-
giaieert men uit Parijs, Maandag zijn ontdekking tot
voorkoming en genezing van de watervrees door mid
del van inenting aan de Academie medegedeeld. Ge
lijk men weet, had hij reeds geruimen tijd met een
aantal honden proeven genomen, en was hij reeds
vroeger overtuigd, gevonden te hebben wat hij zocht.
Opzettelijk stelde hij zijn nadere mededeelingen uit
tot hij zekerheid verkregen zou hebben, hetgeen dan
thans het geval schijnt te zijn.
De Fransche Regeering heeft op zijn verzoek een
commissie benoemd om de proeven te controleeren.
In Engeland is eene beweging ontstaan ten be
hoeve der bedienden in winkels en magazijnen. Ook
deze lijden aan de gevolgen van overmatigen arbeid.
Aan het hoofd van het Bond, tot beperking van den
diensttijd der winkelbedienden Shop-Hours'-Labour
League) staat een zekere heer Sutherst, die thans een
boek uitgeeft over Lood en ziekte achter de toonbank
hierin wijst hij met onwedersprekelijke statistische
cijfers aan, van welken verderfelijken invloed het lange,
onafgebroken staan op 't gestel van beide, mannen en
vrouwen, is.
Deze zaak wordt ook praktisch aangepakt. In het
geschrift van den heer Sutherst vindt men ook het
wetontwerp tot beperking van den winkelbediendentijd,
't welk sir John Lubock op zich genomen heeft in
het Lagerhuis in te dienen.
Men leest in het H. BI.
De zoölogische tuin te Frankfort is sedert eenige
dagen in 't bezit vaneen walrus van jeugdigen leeftijd,
namelijk van tien a twaalf maanden en toch weegt
hij reeds het respectable gewicht van 85 kilogram.
Dat deze kleine IJszee-bewoner buitengewoon leergierig,
dat hij naar de getuigenis van een man, die het weet,
den heer Hermes, directeur van genoemde inrichting
te Frankfort, meer verstandelijke vermogens bezit en
spoediger allerlei kunstjes leert dan eenig ander dier,
uit het ras der poedelhonden daaronder begrepen, is
stellig nog niet ter kennis van iedereen gekomen.
Maar hoe vreemd dit alles ook zij, nog veel zonder
linger klinkt het, dat dit dier sedert zijn kortstondig
verblijf in Europa, 't is eerst eenige weken te Londen,
later een geruimen tijd te Berlijn vertoond, dat dit
dier een oud en bekend spreekwoord te schande heeft
gemaakt.
«Zoo stom als een visch!" hoe menigwerf hoort men
dit niet? Wie dezen zomer te Frankfort komt, ver-
zuime niet den zoölogischen tuin aldaar te bezoeken,
dari zal hij zich kunnen overtuigen, dat onze Walrus
zeer hoorbaar zijn tevredenheid kan betuigen, indien
zijn oppasser hem op iets extra's onthaalt."
Inderdaad, het klinkt al heel zonderling, dat een
walrus, die sedert onheugelijke tijden tot de zoogdieren
behoort, door geluid te geven de spreekwijze «zoo
stom als een visch" te schande maakt.
Het doet denken aan 't dienstmeisje, dat over 't
venster naar een spierwitte koe stond te kijken, die
door, de straat geleid werd. «Mevrouw, kijk u eens,
ze zeggen welmen noemt geen koe bont of er is een
vlekje aar,, maar hier is er nu toch een die heele-
maal wit is."
Ter loops zij nog opgemerkt, dat dr. Max Schmidt
directeur is van de diergaarde te Frankfort en dat dr.
Hermes «een man, die het weet" directeur is van het
Berliner Aquarium.
Reeds lang voor dat deze jeugdige walrus geluid
begon te geven was de uitdrukking «zoo stom als een
visch" onjuist gebleken. Er zijn zooveel visschen, die
geluiden doen hooren, dat het tijd wordt de verge
lijking te herzien en een ander beeld te zoeken voor
iemand die stom is. (D. v. N.)
In de kolonie Suriname blijft het gebrek aan
arbeidskrachten steeds toenemen, hetgeen nadeelig
werkt op den bloei der plantages die, wegens gemis
aan werklieden, dit jaar minder producten zullen voort
brengen dan waarop gerekend was; dit geldt vooral
de suiker.
De vele negers, die naar de goudvelden trekken, zijn
een groot verlies voor de plantages en het groot aantal
hunner, die zich met hunne gezinnen te Paramaribo
vestigen, zijn voor goed voor den landbouw verloren.
Te bejammeren is het, dat dit land, waar voldoende
werkkrachten aanwezig zijn, steeds achteruitgaat we
gens gemis aan handen en arbeidszin, in welke behoefte
men slechts ten deele en dan nog op moeilijke en
hoogst kostbare wijze door immigratie kan tegemoet
komen.
Laatste en telegraphische berichten.
Door de Gedeputeerde Staten van Zeeland is de
volgende circulaire verzonden
Uit verschillende processen-verbaal van schouw en
van herschouw blijkt ons, dat meermalen misverstand
heerscht ten opzichte van den omvang der verplichting
van aanpalende landgebruikers.
Wij achten het daarom niet ondienstig in herinnering
te brengen, dat het Reglement op de wegen en voet
paden onderscheidt gewoon onderhoud en behoorlijk
onderhoud.
Het behoorlijk onderhoud, d. w. z. het onderhoud
in zijn geheelen omvang van de wegen, die niet tot
de kunstwegen behooren, omvat de werkzaamheden,
onder letters a. tot h. van art. 58het gewoon on
derhoud strekt zich niet verder uit dan tot het onder
de letters d. tot h. van art. 58 genoemde.
Ten laste van de aanpalende landgebruikers als zoo
danig is alleen het gewoon onderhoud, niet het onder
houd in den geheelen omvang; het onder letters a. tot
c. van art. 58 genoemde kan alzoo niet van de aanpalende
landgebruikers als zoodanig gevorderd worden, maar
behoort vanwege de gemeente te worden verricht voor
zoover dit niet ten laste van derden komt.
Wij achten het van groot belang, dat de gemeente
stipt en tijdig zorge voor hetgeen ten opzichte van
dit onderhoud haar taak is Is Van gemeentewege
gedaan, wat verricht behoort te worden, zoo kan met
meer vrucht en klem tegen de aanpalende landge
bruikers worden opgetreden, indien die al niet uit
eigen beweging het voorbeeld der gemeente hebben
gevolgd.
Zorgt de gemeente niet, dat hetgeen ten haren
laste is, tijdig zij verricht, zoo is bovendien naleving
door de aanpalenden van hun verplichting vaak moeie-
lijk.
Vlissingen. Te 6 45 arriveerde hier hedenmorgen,
van Portsmouth komende, het Koninklijk Engelscli
jacht «Osborne" kapt. Thomson. Aan boord bevonden
zich de Groothertog van Hessen-Darmstadt, zijne dochter
Prinses Elisabeth en de Prins van Algeria. De vorste
lijke reizigers zetten per sneltrein van 7.20 hunne reis
naar Duitschland voort.
Te 8.30 vertrok de «Osborne" weder naar Ports
mouth.
Brussel, 23 Mei. Hedenochtend te 10 uren is het
Nederlandsche Koningspaar vertrokken. Dezelfde eer
bewijzen door de troepen hadden plaats als bij de
aankomst en de geestdrift was niet minder. Koning
Willem scheen zeer aangedaan. De Koning kuste de
Belgische Koningin. Beide Koninginnen omhelsden