1884. N°. 57. Dinsdag 13 Mei. 71ste jaargang. Onderzoek van schulterpliclitigen, SCHUTTERIJ, Een hervormer. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 -set Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. De commissie, bedoeld in art. 15 der wet, tot die iu het vorige jaar voorwaar delijk zijn vrijgesteld, eu van de redenen hunner vrijstelling zal eene zitting houden op Donderdag den 15 Mei aanstaande, des middags te 12 uren, in eene der zalen van het Raadhuis. Goes, den 10 Mei 1884. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DB WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De inschrijving voor de zal plaatshebben tuaschen den 15 en den 31 dezer maand, en moeten zich daartoe aanmelden allen, die geboren werden in het jaar 1859, alsmede zij, die, geboren tusschen 1850 en 1858, sedert 1 Juni 1883 in de gemeente zijn komen wonen. De onderscheidene daarvan te houden registers zullen op den 1 Juni eerstkomende worden gesloten en de genen, welke bevonden zullen worden ten deze nalatig te zijn geweest en zich na dien tijd komen aangeven of ontdekt worden, aan het einde der registers ambts halve worden ingeschreven, onverminderd de daarop gestelde boeten en straffen. Goes, den 10 Mei 1884. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. ii. De Minister van justitie Du Tour, de hervormer in reactionairen zin, wil, zooals wij in ons vorig artikel aantoonden, door onderscheidene wijzigingen ons straf stelsel eene schrede achterwaarts doen gaan. Maar al die wijzigingen, hoe aftekeuren ook, verdwijnen in het niet door het voorstel tot invoering der lijfsti af in de gevangenis. «Behalve de straffen in art. 17 genoemd, kan in de bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden ook de lijf straf worden opgelegd" luidt het. Laat ons zien welke straffen in dat artikel 17 worden genoemd: lo. opsluiting in eene volstrekt donkere strafcel of cachot, ten hoogste 48 uren achtereenvolgens en met tusschenruimte van gelijken duur; 2o. opsluiting in eene gewone strafcel of cachot, gedurende ten hoogste 4 weken 3o. afzonderlijke opsluiting in eene cel of een ver- trek, desnoodig voor den geheelen verderen straftijd; 4o. kromsluiting of gewone sluiting in de boeien, niet langer dan 4 weken om den anderen dag; 5o. verstrekking van water en brood in plaats van ander voedsel, niet langer dan 4 weken en met tus schenruimte van gelijken duur; 6o. onthouding van vrije lucht voor 7 dagen, van schrijven of ontvangen van brieven en dergelijke. Meerdere dezer straffen kunnen gelijktijdig worden opgelegd. Men zal moeten erkennen, dat door deze bepalingen het bestuur eener gevangenis niet ontbloot is van de macht om onwilligen aan tucht en orde te onderwerpen. Zelfs moet het afkeer wekken dat de straf van kromsluiten tot de dwangmiddelen mag gerekend wor den. Men stelle zich voor wat het beteekent24 uren lang arm en been door een te korten ketting aan elkaar gekluisterd te hebben, zoodat het lichaam ge dwongen is den onnatuurlijken hoepelvorm aantenemen. Zulk eene straf noemt de justitie geen lijfstraf, maar men zal haar daarmede toch wel op gelijke lijn mogen stellen. Daarom hopen wij, dat de Tweede Kamer zulk een strafmiddel niet ter beschikking van gevangenis bestuurders of hunne ondergeschikten zal laten. Het verdient de aandacht, dat het Weekblad van het Recht spreekt van «misschien haatdragende gevangenis-be ambten". Dat is zeer juist opgemerkt. Niemand zal beweren, dat het gros onzer gevangenbewaarders van zulk degelijk gehalte is, dat zij duidelijk beseffen dat de gevangene niet een levend begravene is, maar dat de verbetering van den misdadiger, zijne verheffing in zedelijken zin, het boogere doel is van de gevangenisstraf. Ondanks dit alles stelt, zooals wij zagen, de Minister Du Tour voor, boven en behalve de straffen in art. 17 genoemd, de lijfstraf in de gevangenis te Leeuwarden intevoeren. De gevangenis te Leeuwarden is bestemd om, als het strafwetboek in werking is getreden, in eene cellu laire gevangenis te worden herschapen. Dat de zwaarst veroordeelden aldaar gemeenschappelijk worden opge sloten is zeker aftekeuren; dat dit een verderfelijken invloed heeft, valt te begrijpen. Hoe ter wereld evenwel de Minister er thans toe komt, op liet oogenblik dat aan die gemeenschappelijke opsluiting weldra een einde zal gemaakt zijn, zijn voorstel te doen, is totaal onbegrijpelijk. Voor een oogenblik evenwel aangenomen dat deze overweging niet bestond, zou toch het voorstel de hoogste afkeuring verdienen. In de eerste plaats mag men vragen: lijfstraf, wat verstaat de Minister daaronder Zullen de gevangenen worden geranseld op Engelsche manier met «de kat met negen staarten" Zullen zij worden geslagen met de zweep, met den stok, met het eind touw Dit blijkt uit het voorstel niet. De Minister denkt dit zeker bij maatregel van inwendig bestuur te regelen. Daar in de regeeringsstukken wordt gesproken van de «roede", mogen wij het er voor houden dat men in de gevangenis te Leeuwarden de gevangenen met den stok zal mogen ranselen. Tegen dit wreedaardig voornemen, dat de bedoeling van ons strafstelsel totaal miskent, is een kreet van verontwaardiging opgegaan van de zijde van beproefde rechtsgeleerden en deskundigen op gevangenisgebied. Bij hen sluiten wij ons gaarne aan. Wij vragen in de tweede plaats Welke redenen geeft de Minister voor zijn plan op Deze zijn twee in getal le. omdat uit den aard der zaak de slechtste, de meest onhandelbare en onwillige sujetten in de gevangenis te Leeuwarden worden aangetroffen 2e. omdat de gewone strafwet er geen afschrikkende kracht meer heeft. Deze redenen komen ons volstrekt niet overtuigend voor. Uit niets blijkt dat het leven van beambten in de gevangenis te Leeuwarden in gevaar is. De Minister haalt twee voorbeelden aan. Een ge vangene deed een aanslag op een beambte en werd daarom tot 10 jaar veroordeeld Toen hij na het uitspreken van het vonnis in arrest werd gebracht, waren zijne eerste woorden tegen den commandant «tegen U heb ik niets, maar een doode zal er vallen" Een ander gevangene had tegen een commissaris der Leeuwarder gevangenis gezegd«Gij kunt met mij doen wat gij wilt, maar gij moogt mij niet laten slaan". Dit is alles. Men zou de toedracht van zaken in bijzonderheden moeten kennen, om uit deze woorden gevolgtrekkingen te maken. Maar wij zien niet in, dat deze er uit moet volgenwij zullen de stokslagen- straf invoeren. «Is maar eenmaal de lijfstraf ingevoerd, dan zal men er te lichter toe komen haar veelvuldiger toe te passen", riep het Wageningsch Weekblad verheugd uit, toen het vaD het plan van baron Du Tour hoorde En inderdaad. Het geldt hier een eersten stap op den weg, dien wij gelukkig reeds voor lang verlaten hebben, den weg om de gevangenen te verdierlijken. Eene halve eeuw lang is gestreden en gepleit om alle folterwerktuigen te doen verdwijnen, om den geest van menschelijkheid te doen zegevieren. En dat is gelukt. En nu, op het oogenblik dat een nieuw strafwetboek, dat alleszins geprezen mag worden om den wijzen geest van menscheniiefde die er in doorstraalt, staat ingevoerd te worden, zou men daarop terugkomen omdat een tot zware straf veroordeeelde een brutaliteit of eene bedreiging heeft laten hooren Het is ongelukkig voor dezen Minister van Justitie, dat hij juist dezer dagen in den heer v. Erp Taalman Kip een collega heeft gekregen. Het was onder het bestuur van dezen Minister van Marine, dat de lijfstraf fen op onze vloot werden afgeschaft. Daar hadden zij het langst standgehouden. Zonder die straf was geen orde en tucht te handhaven in die «maatschappij in het klein", zooals een oorlogsschip mag genoemd worden en zooals de minister Du Tour ook de gevangenis betitelt, zoo heette het. De minister Taalman Kip ver klaarde evenwel dat orde en tucht onder die afschaf fing in het minst niet leden. Onderscheidene kommandanten van oorlogsschepen verklaarden daarenboven dat op den duur de lijfstraffen het afschrikwekkend vermogen verliezen, dat zij bij de weerbarstigste matrozen den wrok steeds dieper wortel doen schieten en ten slotte elk mensehelijk gevoel uitdooven. Dit geldt natuurlijk in nog hoogere mate voor gevangenen. Als men misdadigers geheel wil verdier lijken, moet men hen lichamelijk kwellen. Zijn zij geheel verdierlijkt, dan helpen zelfs geen stokslagen meer. Dan zal men tot nog barbaarscher middelen moeten omzien. Het was weggelegd voor den Minister Du Tour om ons zulke afgrijselijke toestanden weer voor den geest te brengen. Wij meenden dat wij ze ontgroeid waren, dat de milde geest van humaniteit elke gedachte aan lijfstraffen zou verbannen hebben. Deze Minister herinnert ons, dat wij ons vergist hebben, dat er nog eene minderheid is in ons midden, die niets heeft geleerd en niets heeft vergeten. Is het toevallig dat dezelfde Minister, die de gevan genen wil dwingen de «oefeningen" in den godsdienst bijtewonen, de gevangenbewaarders wil oefenen in lijf straffen 1 Dit achten wij intusscheu zeker dat de strijd, dien deze Minister tegen den milden geest van ons straf stelsel heeft aangebonden, voor hem op eene nederlaag zal uitloopen. Wij wenschen natuurlijk de gevangenen niet als «heeren" behandeld te zien, maar zedelijke verbetering behoort op den voorgrond te staan en wij zeggen het den heer Van Tienhoven na: «De kerker vormde langer of korter tijd het levend graf te midden eener hooghartige wereld, die den uit dat graf verrezerie later slechts als een zedelijk doode zoude behandelen. Binnen de hooge muren des kerkers slechts tuchtmiddelen, die elke gebleven zedelijke kracht moesten verlammen geen instellingen door mensehe lijk gevoel beheerschtVoorzekervan die tijden wenden wij ons af met eenGoddankzij waren, maar zijn zóo niet meer." GOES, 12 Mei 1884. Het is heden, 12 Mei, 35 jaren geleden dat Z. M. Willem III als koning van Nederland werd gehuldigd. Ieder rechtgeaard Nederlander acht dit ongetwijfeld een heuglijke gebeurtenis en voelt zich dankbaar ge stemd voor het vele goede, dat onder Zr. Ms. streng constitutioneele regeering tot stand kwam. Moge het Nederland nog vele jaren geschonken worden Willem III als koning op den troon te zien geplaatst, en Z. M. bij het klimmen zijner jaren die goede gezondheid blijven genieten, waarin hij zich tot heden mocht ver heugen Onze gemeente geeft blijk van hare belangstelling door het uitsteken van vlaggen, terwijl de schutterij inspectie hield. Naar men verneemt, is de tegenwoordige minister van Marine niet voornemens, Zr. Ms. opleidingsschip «Admiraal van Wassenaar" huiten dienst te stellen. Naar aanleiding van het voor arrond. school opzieners bezwarende van het kon. besluit van 5 Jan. '1884, volgens hetwelk de hun tot dusver toegelegde abonnementen met 1 Juli a. s. zullen komen te ver vallen en na dien datum derhalve de vergoeding der reis- en veiblijfkosten ter zake van hunne dienstver richtingen zal worden verleend naar de regelen van bovengenoemd hesluit, hebben arrond. schoolopzieners in Zuid-Holland aan den Min. v. binn. zaken bij ge motiveerd adres verzocht, dat het Z. E. moge behagen het daarheen t# willen leiden, dat ook na I Julia. s. aan de arrond. schoolopzieners, ter vergoeding der al- gemeene uit hun ambt voortvloeiende onkosten, eene vaste som in abonnement worde toegelegd. Tevens werd door hen het besluit genomen, van dit adres mededeeling te doen aan hunne ambtgenooten in de overige provinciën, in de hoop dat zij öf hun adres ondersteunen óf een dergelijk verzoek tot den Minister richten zouden. Bij de vermelding van bovengenoemd adres maakt de N. R. Ct. de o. i. zeer juiste opmerking«Tegen de billijkheid van dit verzoek is inderdaad niets in te brengen. De arrondissements-schoolopzieners, die, zonder eenige bezoldiging te genieten, hun arbeid en tijd aan den dienst van den Staat wijden, mogen minstens eischen dat althans de uitgaven, waartoe zij in hun ambt verplicht zijn, vergoed worden. Het is toch waarlijk te dwaas, dat terwijl de bezoldigde districts schoolopzieners eene extra-toelage voor bureau-onkosten genieten, de onbezoldigde arrond. schoolopzieners die uitgaven uit eigen beurs zouden moeten bestrijden." De omvangrijke memorie van antwoord omtrent het regeeringsontwerp tot wijziging der schoolwet hand haaft dit ontwerp op alle punten en geeft niet toe aan den aandrang om ook andere artikelen der wet te wijzigen. Met behulp van uitvoerige tabellen en berekeningen wordt aangetoond, dat de beperking van het aantal onderwijzers met het oog op het waar schijnlijke aanbod van onderwijskrachten noodzakelijk is. De Minister verdedigt daarbij nader het gevoelen, dat die beperking niet tot schade van het onderwijs kan leiden. Van de wijziging van art. 45 blijft hij veel verwachten als prikkel tot zuinigheid voor de ge meenten, terwijl hij de besparing voor het rijk op ongeveer 4 ton raamt. Hij kan daarbij mededeelen, dat de kosten, die het rijk krachtens art. 45 over het jaar 1883 heeft moeten dragen, zoover thans bekend is, de geraamde som van 5,150000 zullen over schrijden. De Minister treedt niet in een critiek van het voorstel-Mackay c. s.zoo dit laatste mocht worden overgebracht in den vorm van amendementen op zijn ontwerp, zou de Minister dat voorstel bij het mondeling debat ontmoeten. Krnininge. Gisternacht werd door den burgemeester dezer gemeente aan boord van het Nederlandsche schip «Louis", kapt. G. Franse, aangehouden de schippers knecht Wilhelm Smitt, verdacht van moord, den vorigen nacht te Antwerpen gepleegd, zulks op verzoek van de Belgische justitie, daartoe naar hier overge komen. De aangehoudene is gisteren per tivin van 4.15 onder sterk geleide naar het huis van arrest te Mid delburg overgebracht. Kruiniiige. Door den Gemeenteraad alhier is vast gesteld het kohier der hoofdelijke belasting voor 1884 tot de som van 5979,73, verdeeld over 382 contri- buabelen in 15 klassen, waarvan de laagste ƒ1,6954 eji de hoogste 242,50 bedraagt. Krahhcndijke. In de Middelburgsche Courant van 9 Mei komt een bericht voor, dat het gemeentebestuur aan den lieer directeur-generaal der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen het verzoek heeft gericht om hetzij den eersten avond-trein van Rozen- daal naar Vlissingen alhier te doen ophouden, hetzij een nieuwen gewonen trein te laten loopen die des avonds om 9 uren ongeveer te Vlissingen zon aan komendit bericht is niet geheel juist; wel heeft het gemeentebestuur zoodanig adres ingediend, doch daarbij verzocht dat bedoelde trein op alle plaatsen aan de lijn BredaVlissingen gelegen zou ophouden. De besturen dier gemeenten zijn tevens door ons gemeentebestuur uitgenoodigd een adres van adhaesie daaromtrent aan den directeur-generaal intezenden, daar het loopen van een trein op genoemd uur of daaromtrent eene werkelijke behoefte voor de ingeze tenen van alle gemeenten te achten is. Bij het op 10 dezer te Utrecht gehouden examen voor derde klerk bij de Maatsch. tot expl. van staats spoorwegen is o. a. geslaagd de heer J. Adriaanse, thans surnumerair aan het station Krabbendijke. Op de lijst der 62 hoogstaangeslagenen in 's rijks directe belastingen in de provincie Zeeland komen o. a. voor de volgende namen met het daarachter genoemde bedragJ. W Vader te Kortgene 2207,78J. C. Kakebeeke te Goes 1308,07; Mr. P H. Saaijmans Vader te Kapelle 1255,63%; A. Kakebeeke te Kloe- tinge ƒ1207,67; J. Trimpe te Kloetinge 1023,43; mr. W. L Van Voorst Vader te Kloetinge 996.47; Mr. J. C. R Van der Bilt te Heinkenszand 950,21 A. Van der Burght te Tolen 903,56Mr. T. A. Wagtho te Tolen 858,64; J. A. A. Fransen Van de Putte te Goes 820,38 mr. B V. Van der Bilt te Kapelle 721,90; J. De Kam Cz. te Wissekerke 708,45; J. H. Bybau te Kolijnsplaat 686,68; P. Dekker Jz. te Wemeldinge 672,46J. Vereeke te Kruiniiige 671,57G. J. Van den Bosch te Katten- dijke 670,12; J. Dekker Lz. te Goes 668,84; J. L. Christiaanse te Tolen 604,81. Verwonderen sommigen zich, dat er bij de jon gelieden niet veel ambitie bestaat om soldaat te worden, wat men soms hoort, is ook weinig geschikt om die ambitie op te wekken. Zoo wordt nu door het D. v. N. vermeld, dat mi liciens, voor het meerendeel in den vroegen morgen uit hunne woonplaatsen vertrokken, tusschen negen en tien uren in de militiezaal te Amsterdam aankwamen en daar bleven tot vijf uren des namiddags, zonder dat van overheidswege hun eten of drinken verstrekt werd. Toen moesten zij naar Naarden loopen, dat zij te 10 uren bereikten. Ook in die vijf uren kregen zij niets. Nu zegt men, dat als er maar persoonlijke dienstplicht bestond, dit niet gebeuren zou. Waaromniet? zijn dan de tegenwoordige miliciens geen menschen? Is het noodzakelijk, dat invloedrijke personen zich met de zaak bemoeien om dergelijke mishandeling te voorko men. (Arnh. Ct.) Het algem. Nederl. Werkliedenverbond zal zijne jaarlijksche algemeene vergadering houden op Zondag en Maandag 1 en 2 Juni (Pinksterdagen) te Leiden. Aangezien thans een voldoend aantal studenten aan de universiteiten ter opleiding tot officier van gezondheid bij de zeemacht aanwezig is, worden tot nadere bekendmaking geen studenten in de medicijnen voor rekening van het Departement van Marine aan genomen. Op 17 en 18 Augustus van dit jaar zal te Brussel, bij gelegenheid der nationale feesten aldaar, door de zangvereeniging 1' Orphéon een internationale zangwed strijd gehouden worden: le. in lezen a prima vista; 2e. in quartetgezang3e. in koorzang 4e. tusschen directeuren. De hoogste eereprijs, daarbij te behalen, bestaat uit eene gouden medaille met premie van 2000 fr. 's-Gravenliage. Zaterdag overleed alhier op 84jarigen leeftijd mr. J. A. Philipse, Minister van Staat, oud president der Eerste Kamer en van het voormalig provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland. Als staatsman diende hij de kroon in moeielijke omstandigheden vaak van advies en a's magistraat streefde hij er naar, de waardigheid der rechterlijke macht, vooral naar buiten, streng te handhaven. Streng als Philipse zijn plichten als rechter opvatte, was hij niettemin zeer humaan. Hij werd te Middelburg geboren. O.-IuiUe. Overgeplaatst van de hoofdpl. Soerabaya naai' Modjoktrto de dienstd. adsp -ing. W. Elenbaas,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1