1884. N°. 31. Dinsdag 11 Maart. Tlste jaargang. De Lijst der Kinderen De Polder Oud-Noordbevel and. GOESËHË De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vkijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH Sc VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Bij dit nonimep behooi'l een bijvoegsel. boven de zes en beneden de twaalf jaren, die zich op 1 Januari van het loopende jaar in de gemeente be vonden en niet voorkomen op de staten der kinderen die de openbare- en bijzondere scholen van lager on derwijs Dezoeken of haar onderwijs genieten, is opge maakt en zal ter secretarie voor een ieder ter lezing liggen gedurende de maand Maart op eiken werkdag van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren. Goes, den 8 Alaart 1884 Burgemeester en Wethouders van Goes, J G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Het derde kwartaalskohier no. 6 van het PATËNTKKCHT voor deze gemeente, voor het dienstjaar 1883-1884, is op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente en ieder is verplicht zijnen aanslag ten gestelden tijde te voldoen. Goes, den 8 Maart 1884. De Burgemeester voornoemd, J. G. DE WITT HAMER. {Ingezonden.) II. vDe algemeene richting van den breeden en diepen rivierarm aan de Noordzijde van het eiland Noord- Beveland wordt aangegeven door de ligging der oeverwerken aan de polders Anna-Friso, Vliete en Nieuw-Noord-Beveland. Door de richting van dit stroomvak zelve en het Noordwaarts vooruitspringen van het oeverwerk aan den laatstgenoemden polder buigt de vloedstroom in Oost-Noordoostelijke richting af en richt zich langs de voormalige Glasjesnol op den Zaidwal van de plaat genaamd de Vuilbaard". Aldus luidt de inleiding van het verslag omtrent den bestaand-m overtoestand. (Pag. 3.) Al dadelijk zij het mij vergund optemerken, dat het verre van bewezen is dat de vloedstroom, juist door het vooruitspringen van het oeverwerk aan Nieuw-Noord-Beveland, in Oost-Noordoostelijke richting zou worden afgebogen. Stel nu eens, dat op de aanwezige diepte van 20 M. het oeverwerk een dikte heeft van 1 M. en bij hoog water de diepte nog met 3 M. wordt vermeerderd, dan blijft er altijd toch nog een diepte van 22 M. ov«r. Teveel om aantenemen dat die buiging door het overwerk zou zijn verkregen. Bovendien zou een onder zoek bij ouderen van jaren en die geacht kunnen worden het te weten, aan het licht kunnen brengen, hoe dit altijd het geval is geweest, ja zelfs reeds vóór 1850, dus ook vóór dat de oeverwerken aldaar bestonden. Men mag aannemen, zegt het verslag verder, dat in dit stroomvak de ebbe denzelfden weg volgt, maar in omgekeerden zin als de vloed (t. a. p.), Met den besten wil van de wereld kunnen wij dat uiet gelooven. Wie is er, die niet zal moeten erkennen dat de eb met de bovenbedoelde oeverwerken niets te maken heeft. Immers, de eb is reeds den polder Oud Noord- Beveland voorbij gestroomd, alvorens deze de zink- Btukken van den polder Nieuw-NoordBeveland bereikt. liet dient alzoo voorloopig ten stelligste te worden ontkend, dat de bestaande stroomhuiging door de aan wezige oeverwerken wordt teweeggebracht. Doch laten wij eens voor een oogenblik met het verslag aannemen, dat dit wel het geval is en men zal zien dat de zaak zoo mogëlijk nog bedenkelijker wordt. De zwaarste stroom komt langs den dijk, gelijk het verslag zegt, langs de voormalige Glasjesnol. Neemt men nu de op de kaart des polders aangegeven diepte in aanmerking, dan komt men, den stroom afhankelijk stellende van de daar aanwezige oeverwerken, tot bet merkwaardig besluit dat de zinkwerken daarvan de oorzaak zijn. Derhalve geen zinkwerken is dan veel beter Gezegd moet worden, dat het verslag op dit punt zeer consequent is. Men leest van onder op blz. 3 van het verslag, dat de voor oevervallen zoo gevaar lijke diepte in oostelijke richting spoedig geheel ver dwijnt, en men noemt dat een gevolg van het feit dat de stroom beoosten den Nieuw-Noord-Beveland- polder zich den loop niet ziet voorgeschreven door kunstmatig verdedigde oevers, die door stroomschuring tot verdieping aanleiding geven. Dit feit is op zich zelf een zeer gewichtige bedenking tegen kunstmatige oeververdediging, die door stroomschuring tot verdieping aanleiding geeft. Het verdwijnen van do zoo even be doelde gevaarlijke diepte is dus volgens het verslag «en gunstig gevolg van het feit, dat de oever niet verdedigd is. Is dan niets doen het beste Wij hebben dan alzoo uit het verslag geleerd, en vrij gevoelen dat het waarheid is, dat oeververdedi ging door strojmschuring tot verdieping aanleiding geeft. Deze stelling eenigszins dieper indenkende, komen wij tot cene voor den Toorenpolder belangrijke en zeer eervolle ontdekking, die wellicht niet buiten invloed zou blijven bij de beslissing der Staten van Zeeland, zoo een verzoek om Calamiteusverklaring zich mocht voordoen, en men, om in beeldspraak te schrijven, ook met dat water eens bij den dokter kwam. Dat dit eene belangrijke ontdekking is, zal niemand ont kennen. Immers, nu mogen wij ook aannemen dat de oeververdediging tot op de grens van den Vlietepolders de oorzaak zal zijn geweest van het schuren en weg vallen aan den Toorenpolder. Dat is heel iets anders dan hetgeen in de hiervorenbedoelde correspondentie der Zierikzeesehe Nieuwsbode werd verondersteld, door ook dien polder ten waarschuwend voorbeeld te stellen aan tegenstemmende Ingelanden van Oud-Noord-Beve- landwant voor zooveel noodig herinneren wij hier, dat de val aan den Toorenpolder natuurlijk werd ver oorzaakt door de eb en er toen nog heel wat voor liggende gronden aan de Westelijke zijde van den Too renpolder aanwezig waren. Na zou men meenen, om tot het verslag terug te keeren, dat op het eenmaal uitgemaakte feit, dat oeververdedigiug door stroomschuring tot verdieping aanleiding geeft, zou worden voortgeredeneerd. Toch is niets minder waar dan dat. Onze oogen konden het bijna niet gelooven toen wij lazen op pag. 9 van het verslag al. 6, dat, indien men niet tot kunstmatige verdediging overging, door de onverminderde stroom schuiing de oostelijke vooroever van den Nieuw-Noord- Bevelandpolder zou blijven inkorten. Alzoo precies het tegenovergestelde van wat op pag. 3 van onderen beweerd wordt. Zeer moeielijk mag liet daarom worden genoemd op grond van het verslag het al of niet wenschetijke van de voorgestelde oeververdediging te bespreken, en zulks te meer, nu volgens het verslag uit de laatste doorpeilingen aan de Noordzijde van den polder is gebleken, dat de Zuidwal van den Vuilbaard srdert 1872 aanzienlijk Noordwaarts gedrongen werd. Door verplaatsing van den Zuidwal van den Vuilbaard toch is breeder stroom gekregen en kan alzoo vermindering van strooms-aanval verwacht worden. En toch zegt het verslag (t. a. pdat de stroom zich nog meer dan vroeger van den Noordwal van den Oud-Noord- Bevelandpolder schijnt aftebuigen, waardoor op het eenig aangevallen punt aan de Westzijde wel vermeer dering doch geenzins vermindering van strooms-aan val kan worden verwacht, en bovendien iets verder op pag. 9 van het verslag al. 3 wordt gezegd dat aan de Westzijde, in den eersten tijd althanswel vermeerdering doch geenszins vermindering van de sterke stroomschuring te wachten is. {Slot in ons volgend nommer.) GOES, 10 Maart 1884. Tot lid van den Schuttersraad te Goes is, in plaats van den heer M. De Jonge Jz., benoemd de heer W. Temperman, sergeant majoor. Door burgemeester en wethouders van Goes is tot lid der districts-commisiie voor het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, ter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van mr. J. H. De Laat De Kanter, benoemd de heer Ph. M. Van der Mandere, majoor-kommandant van het 3e bataljon rustende schutterij iu Zeeland. Tot lid der Commissie van beheer van het Pensioenfonds voor het Zuidernet bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is gekozen dhr. J. A. Roessingh Van Iterson, ingenieur te Tilburg, in de plaats van dhr. H. P. M. G Van der Kun, sectie-ingenieur te Venloo. Ellewoudsdijk. Zaterdag is door den gemeenteraad met algemeene stemmen op éen na besloten een muur om de haven te bouwen, waardoor aan de gedurige vernieuwing van het pakwerk een einde gemaakt is. Men schrijft ons uit Amsterdam i In verschillende bladen, ook in een in uw gewest verschijnend blad, is een belicht geplaatst dat de heer J. A. F. (Fortuijn), die het hoofd der sociaal-democra tische partij te Amsterdam mag heiten (n'en déplaise A Domela Nieuwenhuis, die geen «hoofden" erkent) wegens vervolgingswaanzin in een krankzinnigenge sticht zou zijn geplaatst. Het eerste deel van dit be richt is in zooverre juist, dat Fortuijn in een café in de Kalverstraat een geestverwant buiten riep, om hem iets gewichtigs mede te deelen, omdat hij meende dit niet te kunnen doen, daar er «mouchards" op den loer lagen. Fortuijn heeft aan zenuwoverspanning geleden, doch toen hij vernam, dat men hem krankzinnig verklaarde heeft hij zich den volgenden dag in hetzelfde koffiehuis vertoond, om een démenti te geven. Van krankzinnig heid is geen sprake. In de Alg. Verg. van de Vereeniging «De Dageraad 9 Maart gehouden, als voortzetting van de vergadering van 10 Februari, werd de verkiezing van het bestuur vervolgd, en tevens voorzien in de beide vacaturen, ontstaan door de opzegging van het lidmaatschap der vereeniging. Bijgevolg is het bestuur samengesteld als volgt: P. C. F Frowein van Goes, president; J. J. Severijn van Amsterdam, vice president E. Th. Smeets van Amsterdam, le secr.; Elise A. Haighton van Amsterdam, 2e secr.: T. Van der Zee van Monnikendam, le penn.dr. H. De Vries van Amsterdam, 2e penn.; F. L. W. Beijerinck van Den Helder; dr. H. Hartogh Heijs Van Zouteveen van AssenB. H. Heldt van AmsterdamJ. Hobbel van Rotterdam dr. A. Kettner van Amsterdam H. F. A. Peijpers van Amsterdamdr J. M. Smit van Apeldoorn; jhr. De Marees Van Swinderen van Goes C. Van dei Zeijde van Zaandam. De eerste zes heeren vormen het dagelijksch bestuur der vereeniging en tevens de redactie van het orgaan Verder werden tot afgevaardigden in den algem. raad van de Intern. Federatie van Vrijdenkers-vereenigingen benoemd de heeren N. Goffin, te Brussel, en Arthur Cornette, te Antwerpen. Z. M. de Koning ontving Vrijdag den President der Zuid-Afiikaansche republiek in particulier gehoor. Aangaande dit onderhoud deelt de N. li. Ct. het volgende mêe: Z. M. verklaarde zich te verheugen over zijne ont moeting met den President, en betuigde warme belang stelling in het verschijnen der gedelegeerden hier te lande. President Kiüger dankte voor de eer, de ont vangst en de sympathie, in 's Konings land genoten. Daarna had het hoofd der deputatie met H. M. de Koningin een onderhoud van een kwartier, hetwelk zich door groote hartelijkheid kenmerkte. Men verneemt, dat de onderhandelingen overtractaten met de Zuid-Afrikaansche Republiek, vroeger reeds begonnen, met het Ministerie van buitenlandsche zaken worden voortgezet De Min. van buitenl. zaken begeleidde den heer Krüger na afloop van het onderhoud met Z M. tot aan fut Holl. spoorstation, alwaar een salonwagen gereed stond om don president met zijn particulieren secietaiis naar Amsterdam terug te brengen, waar de deputatie dezer dagen vertoeft en waar zij zoo menig vuldige bewijzen van sympathie ontvangt, dat zij genood zaakt is voor afdoening van zaken eenige uren vrij te houden. Zaterdag bezocht zij Arnhem, heden zou zij een bezoek brengen aan Amersfoort en prof. Harting. Dinsdag zal zij te Amsterdam een vergadering van Patrimonium bijwonen en Donderdag Leiden bezoeken. Vrijdag is er te Amsterdam een groot schietconcours en Maandag 17 en Dinsdag 18 dezer is Rotterdam aan de beurt om door de deputatie te worden bezocht. Door het hoofdbestuur van het Nederl. Protes tantenbond is een adres aan de 2e Kamer gericht ter zake van de bestaande wetsbepalingen betreffende den eed, voor zoover daaruit Voortvloeit, dat ieder ver plicht zal zijn den eed af te leggen, tenzij hij behoore tot eene gezindte of een kerkgenootschap, hetwelk het eedzweren verbiedt. Het bond wijst erop, dat de onzekerheid en onge lijkmatigheid in de rechtspraak dringend voorziening vordert. Die voorziening zal echter, zoo zegt het bond, dan eerst bevredigend mogen heeten, wanneer de dwang, die volgens de meest voor de hand liggende en nog onlangs door het hoogste rechtscollege bevestigde wetsinterpretatie, nog telkens wordt uitgeoefend, door wijziging van de hierop betrekking hebbende wetsbe palingen op de meest ondubbelzinnige wijze wordt opgeheven. Zal de vrijheid van belijdenis, die in zake van gods dienst aan eiken Nederlander gewaarborgd heet te zijn, geen bedriegelijke klank wezen, dan behoort de verplichting tot eene aanroeping van God, zooals de eed die behelst, onverwijld ter zijde gesteld te worden; dan moet een einde gemaakt worden aan het onrecht dat sommigen wel is waar van die verplichting vrij stelling erlangen, doch men slechts zeker kan zijn dit privilege deelachtig te zullen wovden, door zich aan te sluiten bij eene bepaalde kerkelijke gezindte, aansluiting, die toch klaarblijkelijk zoozeer tot het gebied der persoonlijke overtuiging behoort, dat elke staatsbemoeiing hierbij geheel en al moet zijn buiten gesloten. De Nederlandsche Volksvertegenwoordiging moge toonen, dat zij evenmin door een voor allen dwingend voorschrift plechtige handelingen tot eene ijdele ver- tooning wil verlaagd zien, als zij er het onschendbare gebied der consciëntie door wil laten aanranden. In de Vrijdag gehouden zitting van den ge meenteraad van Vlissingen verklaarde de burgemeester dat hij op uitnoodiging der Hooge Regeering op zijn aanzoek tot ontslag was teruggekomen, en het plan had om den tijd zijner benoeming van zes jaren geheel te doen afloopen. Besloten werd om het Badhuis en toebehooren in den toestand, waarin het thans is, voor den tijd van een jaar te verhuren, ten einde in dien tusschentijd te trachten gereed te komen met het bouwplan voor een nieuw badhuis met de noodige inrichtingen naar de eischen des tijds. De Minister van Staat de heer Modderman is Vrijdag te 's-Hage aangekomen Eene talrijke vrien denschaar was bij die aankomst aanwezig. Morgen zal geen openbare zitting van de Tweede Kamer worden gehouden. De afdeelingen zullen dan o a. onderzoeken het wetsontwerp betreffende de klassenbelasting. In April zal te 's-Gravenhage een vergelijkend onderzoek plaatshebben van personen, die wenschen te dingen naar de betrekking van klerk bij de rijkstelegraaf. De novelle, tot wijziging van enkele bepalingen van het nieuwe Wetboek van Strafrecht, heeft vol gens het Dagblad vóór eenige dagen het Departement van Justitie verlaten. Naar het D. v. N. verneemt, is de commissie, door den Minister van justitie benoemd om met den samensteller, den heer H. W. J. Sannes, ontvanger der registratie eu domeinen te Steenwijk, het ontwerp van wet tot regeling van het notarisambt te herzien, met hare taak gereed, en kan spoedige indiening van haar rapport worden tegemoetgezien. De lichting der militie van het jaar 1884 be draagt 11,000 man, waarvan 600 voor den dienst ter zee bestemd worden. Het heeft veler aandacht getrokken, dat op een door den voorzitter der Tweede Kamer, ter eere van de Transvaalsche deputatie gegeven soirée, waar het corps diplomatique aanwezig was, de Britsche gezant werd gemist. Uit het officieel bulletin van de Societé inter nationale des étectriciens blijkt, dat niet de beer J. J. Van Kerkwijk, zooals vroeger is gemeld, maar prof. Bosscha, directeur der Rijks Polytechnische school te Delft, tot een harer eere-presidenten is benoemd. Door tusschenkomst van den correspondent der Maatschappij van Weldadigheid te Velp is ten behoeve dier maatschappij van iemand, die onbekend wenscht te blijven, eene gift ontvangen groot ƒ400. Tot en met den 6en dezer had de collecte voor die maatschappij ruim ƒ42,000 opgebracht. In verband met den diefstal ten postkantore te Breda moet bij de inspectie der posterijen het voor nemen bestaan om, voor zoover thans des nachts de dienst wordt waargenomen door kantoorknechts bij de posterijen, deze voortaan te doen vervullen door de commiezen of surnumerairs der posterijen. Het passagiersvervoer naar Engeland met de stoomschepen der Koninklijke Maatschappij «Zeeland" blijft steeds toenemen. Bij vergelijking met dezelfde maanden van 1883 is de vermeerdering in 1884: in Januari 14 pet en in Februari 16 pet. De stoomboot Ardangorm uit New-Yovk, te Liverpool binnen, rapporteert, dat zij op 26 Februari ontmoet heeft de stoomboot Leerdam, te Rotterdam thuis beboorende, komende van New-Yok en bestemd naar Amsterdam. De Leerdam had het roer verloren en verzocht in het oog te worden gehouden. De Ardangorm bleef bij het Iiollandsche stoomschip tot 28 Februari, maar kon geen hulp verleenen, tengevolge van de groote hoeveelheid ijs, waarmede de Leerdam was omringd, en van den storm en de sneeuw. De Leerdam werd daarop uit het oog verloren, en is sedert niet meer gezien. Volgens een gister bij de Nederl. Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij ontvangen telegrafisch bericht uit New-York rapporteert kapitein Bonjer, van het op den 7en dezer aldaar aangekomen stoomschip P. Calanddat hij op den len Maart op 42° 44' NBr. en 48° 55' WL. had aangetroffen het stoomschip Leerdamkapt Slierendregt, met verlies van roerste ven en roer. Een noodroer was aangebracht en men stoomde oostwaarts met eene vaart van ongeveer 5 knoopen. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen bij de Christ. Ger. gemeente te Kolijns- plaat ds. J. Middel te Baarland. Beroepen naar Zieriksee ds. A. Van Oosten te De Rijp. Een ouderling bij de Ned. Herv. gemeente te Middelburg heeft, volgens Het Zuidenin den kerkeraad het voorstel gedaan om van den weldra iji de vacature Abresch te beroepen predikant onder- teekening van de formulieren van eenigheid te eischen. Met 17 tegen 5 stemmen werd echter dit voorstel verworpen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 1