overleven, wierp zich in de gracht. De vader, razend van wanhoop, riep om hulp. Eenige personen snelden toe en haalde het lijk van den jonkman uit de gracht. Beide lijken werden gelijktijdig en naast elkaar naar de stad gebracht om vermoedelijk ook naast elkaar begraven te worden. De Oostenrijksch-Hongaarsche Noordpoolexpedi tie is in goeden welstand teruggekomen. Deze, voor welke Jan-Mayen-eiland als station was aangewezen, vertrok 2 April 1882, voor twee jaren tijd geprovi andeerd. Gedurende de overwintering was geen enkel geval van scheurbuik of poolziekte voorgekomen, en alle waarnemingen konden met den besten uitslag verricht worden. Een berijmde uitgave van de Belgische grond wet zal bij gelegenheid van de Antwerpsche tentoon stelling het licht zien. De «dichter", die de constitutie in het kleed der poëzie stak, heet Félix Coveliers hij berijmde de 139 artikelen in 2400 verzen. De politie te Petersburg heeft 10 000 roebels uitgeloofd voor de arrestatie van Degajeflj alias Jablonski. Zijn vrouw is in het buitenland (zij reisde met geld van Sudeikin) en men denkt, dat ook Degajeil niet in Rusland is. In Zittau, een stad in Saksen, ontving eene alleen wonende dame dezer dagen een biljet voor een buiten gewone voorstelling in den schouwburg, met een be geleidend briefje, waarop stond«Nu raad eens van wien!" De dame peinst vruchteloos welke aanbidder zoo gelant geweest is, gaat naar de comedie, amuseert zich kostelijk en keert opgewonden weder huiswaarts, om daar haar kamers geheel leeggedragen te vinden. Slechts een tandenborstel en een valschen vlecht had de dief laten liggen. In de Neue Züricher Zeitung wordt beweerd' dat het «Middelburgsche portret" Zwingli niet kan voorstellen. Bullinger, vriend en opvolger van Zwingli schetst Zwingli als «een schoon man naar lichaam en uiterlijk, van blozende gelaatskleur, van meer dan middelbare lengte". Een zijner tijdgenooten, Johannes Keszler, zegt, dat Zwingli naar zijn uiterlijk schoon en dapper is geweest; tamelijk lang gelaat vriendelijk en rood getint. Deze beschrijvingen nu van den her vormer passen niet op het Middelburgsch portret. Dit stelt geen schoonen, vriendelijken, roodgkleurdene man voor en evenmin iemand, die lang uitgegroeid is. Er schijnen nog altijd meer misdrijven op Schenks rekening te komen. O. a. moet hij een jong man, die een betrekking zocht als bediende in een bosch hij Weenen hebben gelokt en hem met morphine heb- den bedwelmd. Toen de jonge man ontwaakte, was hij van alles, wat hij bij zich had, beroofd. Men zegt, dat Schenk den moord op de jeugdige Rosa Ferenczy niet had kunnen plegen, indien de politie, die reeds een poos op hem loerde, hem beter in het oog had gehouden. Het lijk van Rosa is nog niet gevonden. Schenks medeplichtige, Schlossarek, heeft typhus; Schenk zelfs schijnt door zijn arrestatie geheel gebroken te zijn. Prof. Fischer te Munchen verrast de wetenschap en de industrie met een wit kristallijn poeder uit de zwarte steenkool, dat, met betrekking tot de werking op het menscheiijk gestel, niet voor de chinine onder doet, ja nog gemakkelijker in het bloed wordt opge nomen en daar zeer krachtig werkzaam moet zijn tot verlaging van de lichaamstemperatuur bij koorts. De Braga-kazerne te Lissabon is door brand vernield. Er zijn 5 personen bij omgekomen. Laatste en tetegraphische berichten. 's-Gravenhage. Op 59-jarigen leeftijd is alhier over leden jbr. Klerck, oud-Minister van Oorlog en van Waterstaat, Handel en Nijverheidontwerper van de wetten tot aanleg van het Merwede-kanaal en de ver legging van den Maasmond. De Koning zal in Juni Carlsbad bezoeken. Berlijn, 18 Jan. Bij het debat over het voorstel van het centrum om de oude bisdommen te herstellen verklaarde de Minister van Eered'ienst, dat de Regee ring het herstel der ontslagen bisschoppen van Keulen en Posen eene politieke fout zon achten. Geen Minister zal een voorstel daartoe onderteekenen. Londen, 18 Jan. Eene dépêche uit Ka'iro meldt, dat de bekende Amsterdamsehe Afrika-reiziger Schuver op zijne tocht in het binnenland door inlanders ver moord is. Eene dépêche uit Durban ber icht, dat in Stellaland een geregeld gouvernement is gevormd, dat inlijving bij Transvaal wenscht. Madrid, 18 Jan. Bij eene luidruchtige studenten manifestatie hadden vier arrestaties plaats. Het Ministerie besloot den Koning voortestellen de Kamer te ontbinden. Weigert de Koning dan treedt het ministerie af. Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redacteur! In no. 5 van uw blad vond ik een verslag van de voordracht over Humanisme, gehouden door den heer Frowein. Mij, als buitenman, was het onmogelijk de voordracht te gaan hooren. Maar dat het mij niet ontbreekt aan belangstelling in dergelijke verhande lingen kan ik u verzekeren. Gij zult mij zeer ver plichten met het onderstaande als een bewijs daarvan aan te merken en het een plaatsje in te ruimen in uw blad. Dat de rede van den heer F. op sommige oogen- blikken indrukwekkend was, geloof ik gaarne van uw verslaggever. Zelfs het verslag uit den aard ge woonlijk eenigszins droog maakte indruk op mij. Doch 't spijt me er te moeten bijvoegen, dat die in druk niet aangenaam was. Reeds vóór ik de helft gelezen had, keek ik belangstellend naar het einde om mij te overtuigenof er bij het debat niet krachtig was opgekomen tegen verschillende onjuistheden en onnauwkeurigheden, die door den heer F. gezegd zijn ik wil gelooven met indrukwekkende beslistheid. Het verslag van het door den heer De Wilde gespro kene was evenwel zóo kortdat ik daarin geen be vrediging vond. Het zij mij vergund op enkele onjuistheden in de voordracht des heeren F. te mogen wijzen. Op vol ledigheid zal ik mij niet toeleggen, aangezien ik dan wellicht onbescheiden zou worden tegenover u, M. d. R., door te veel plaats te vragen. Over des heeren F.'s verdediging van het humanisme zal ik niets zeggen. Daarvoor zou mij eerst noodig zijn eene nauwkeurige omschrijving van humanisme, door den heer F. zelf gegeven. Deze vind ik in 't verslag niet. Spraakverwarring moet vermeden. Doch over enkele opmerkingen, door den heer F. gemaakt ten nadeele van den godsdienst, een kort woord. «De heer F. begon met aan te toonen, dat in den sloop der tijden zich van verschillende zijden behoefte »heeft doen gevoelen om oude vormen met nieuwe te «verwisselen, en zoo doet zich, in de laatste twintig »jaren vooral, eene krachtige stem hooren tegen den godsdienst." Zoo het verslag. Dus, dacht ik, de godsdienst een vorm Maar wat is die vorm dan toch oudWat heeft hij lang stand gehouden, ondanks de grilligheid van den mensche- lijken smaak en de modezuchtIndien een vorm, dan toch een hoogst eerbiedwaardige, niet waar? Maar zou 't waar zijngodsdienst een vorm Er is forma lisme, o zeker, akelig veel; maar is het den heer F. nog niet ter oore gekomen, wat toch in onze dagen zoo luide, zoo altijd weer gezegd wordt, dat forma lisme en godsdienst niets met elkaar gemeen heb ben Godsdienst is eene gezindheid van het gemoed hij is de erkenning van hoogere wijsheid en macht en de behoefte om die te vereeren. Daarom iets inwendigs. Maar dat inwendige heeft behoefte, om zich te open baren het openbaart zich in vormen. Die vormen zijn zeer verschillend, soms zeer bijzonder als: lied of gebed; soms weinig in 't oog vallend alsnauwgezette plichts betrachting, stipte eerlijkheid, standvastige waarheids liefde, hartelijke toewijding enz. "Volgens 't verslag zou de krachtige stem, die zich tegen den godsdienst laat hooren, zijn: «het zich meer en meer baanbrekend humanisme"; het humanisme dat zijn baanbrekende kracht groolendeels te danken heeft aan de wetenschap. Als dat laatste waar is: indien werkelijk het humanisme zijne kracht vindt in de wetenschap, in de echte wetenschap wel te verstaan en niet in de oppervlakkige kennis van sommige zaken, dan heeft de godsdienst van het humanisme niets te vreezen, veeleer veel goeds te wachten. Aan den waarachtigen godsdienst heeft de echte wetenschap nog nooit kwaad gedaanintegendeel de wetenschap heeft altijd den godsdienst gebaat. De ware wijzen (de echte wetenschap) hebben ten allen tijde voor Jezus (den godsdienst) «hunne schatten ontsloten" en hem daar mee gediend. Alleen voor het dogmatisme is de we tenschap doodelijk. De heer F. is wel zoo vrij eene beschuldiging te richten aan 't adres van de moderne theologen. In dien hun ter oore komt dit woord«de moderne theo- «logen schermen met het woord God, en, hoewel zij «daaraan eene gansch andere beteekenis hechten dan «de orthodoxen, kleeden zij hunne beschouwingen toch sin zoodanigen vorm, dat de groote menigte in de «meening blijft, dat zij de opvatting der orthodoxen «nog aankleven", indien hun dit woord ter oore komt, dan zullen zij, vertrouw ik, dien aanval of uitval van den heer F. w el pareeren maar als daarna de beurt van uitvallen aan hen is, of dan de heer F. er onge deerd zal afkomen, en goed en vlug pareeren ik weet het niet. Maar wat ik verder van de moderne theologen geloof, het is dat zij niet onedel genoeg zijn om te schermen (theologiseeren) tegen iemand die bewijst, dat hij volstrekt nog geen meester is op het wapen dat hij kiest (theologie). Doch misschien neemt de heer F. de moderne pre dikanten ook op in den kring der theologen. Het zij zoozij z;jn er althans candidaten voorindien dit des redenaars bedoeling is, dan trek ik mij ook iets van die beschuldiging aan, en ik zou den heer F. willen vragen of hij betvijzen kan wat hij zegt. Bij aldxen hij enkele bewijzen kan bijbrengen, of hij dan ook recht heeft deze onedele praktijken toete- kennen aan iederen modernen predikant. Eene be schuldiging als bovengenoemde maakt indruk ik geloof het gaarne maar niet wegens de humani teit die eruit spreekt. (De ervaringen, die de heer F. in zijn kerkelijk leven heeft opgedaanschijnen bedroevend te zijn.) Overigens durf ik zeggenlaat de ontwikkelde ge meenteleden, die ter kerke komen, in deze getuigen. «Het begrip van G. moet juist geformuleerd worden." Laat naar eene wetenschappelijke formule zoeken de theologen en speculatieve philosophen van professie, in dien zij meenen daarmee een vruchtbaar werk te doen. Wat mij betreft en ik heb reden te gelooven dat ik in deze niet alleen sta ik doe het af, met den naam: Hemelsche Vader. Deze formule, zoo men wil, is ongeveer negentien eeuwen oud, en, naar mij voor komt nog altoos de meest geschikteom zonder spraakverwarring, of erger, veel goeds en stichtelijks- te zeggen, kinderlijk blijmoedig geloof te wekken, en den mensch, ondanks levendig besef van zonde, niet ongetroost te laten staan of heen te zenden. Of de heer F. nu meent, dat aan dit zwoord" geen «goddelijk" nbegripmeer te hechten is, weet ik niet. Doch ik zie, dat ik, het verslag op den voet volgend, niet spoedig zou klaar komen. Daarom wil ik vol staan met nog te wijzen op een paar al te grove onjuistheden. Dat het godsgeloof eene theorie waarom niet systeem wordt genoemd, wil ik even om de curiositeit herinneren. Wanneer de heer F. zegt, dat de godsdienst de standvastigheid der natuurwetten ontkent, dan wil ik over de onjuiste formuleering heenzien en het er voor houden, dat de spreker heeft bedoeld (of gezegd) de theologie ontkent de standvastigheid der natuur wetten. Dat zou dan nog eerder zijn te denken. Maar ook in dat geval mag ik den heer F. niet hard vallen over de onwaarheid daarin uitgesproken, aangezien de theologie terra incognita voor hem blijkt te zijn. In wat de hr. F. zegt betrekkelijk godsdienst en zedelijkheid is eenige waarheid. Dat godsdienst wordt verlaagd tot politie-maatregel; dat hij eene zedelijk heid predikt, die in loondienst ontaardt, dat is waar als men onder godsdienst verstaat de theolo gie, die door een vroeger geslacht werd verkondigd en ook nog geleeraard wordt door sommigen van het thans levend geslacht. Maar of de heer Fr. zijne be schuldiging zou kunnen volhouden, althans in zoo algemeenen zin zon durven uitspreken, als hij deed volgens 't verslag, indien hij op de hoogte was van de tegenwoordige theologie en godsdienstprediking der modernen, betwijfel ik zeer. Maar, dat de zedelijkheid zich niet ontwikkeld heeft uit, maar naast den godsdienst, is eene onwaar heid zoo groot, dat ik er mij werkelijk over verbaas, hoe iemand met gezond oordeel, die meent kennis van zaken te hebben, dat kan beweren. Tegenover deze m. i. onmogelijk te verdedigen stelling, wil ik alleen plaatsen deze reeds zoo dikwijls uitgesprokene en bewezene waarheden1 o. dat een godsdienst, die zich niet openbaart in een zedelijk leven, geen aan spraak kan maken op den naam van godsdienst 2o. dat zedelijkheid geen vasten grond heeft, indien hij niet in godsdienst geworteld is. Voorts kan ik zeer ter overdenking aanbevelen wat ta vinden is op Matth. 22: 35—40. Verder lees ik«de godsdienst heeft weinig ge daan om de kennis te bevorderen." Maar is de heer F. dan ook een vreemdeling in de geschiedenis Is niet juist de oude kerk de grootste leermeesteres ge weest op bijna allerlei gebied? Wat wetenschap en kunst aan haar te danken hebben, mag dat maar met een enkel groot woord geloochend worden? Ik weet wel, er zijn tijden geweest van verbastering, van terug gang maar op welk gebied vindt men ongestoorden regelmatigen vooruitgang Wat waar en goed is, is door waarlijk godsdienstigen altijd bevorderd. Ten slotte nog ditals de redenaar zegt, dat eene zedelijke daad, een daad van opoffering voortspruit uit het hart, dan juich ik hem zeer toe Neen, de moeder aan het ziekbed van haar kind offert alles op voor het herstel van haar lieveling, niet omdat zij daarbij denkt: »de bijbel of God gebiedt mij dit", godsdienst is geen dwang, geen slavernij maar zij doet dat, omdat haar hart er haar toe dringt, haar hart dat liefheeft. Die reine, onbaatzuchtige liefde, die tot het zwaarste offer haar sterkt, is het rein- menschelijke en daarom het goddelijke in haar. God is liefde; voor zooveel de mensch leeft uit reine liefde, voor zoo veel leeft het goddelijke in hem, 't zij hij zich daarvan bewust is of niet. Ontvang M. de R. mijn dank voor de plaatsing van mijn bijna a(, te lang opstel, Heinkenszand, 17 1 '84. Hoogachtend, Uw Dw. Dien., J. C. IJ. BUS SINGH DE VRIES. Wij deelen den geachten inzender mededat de heer F. wegens familieomstandigheden eenige dagen afwezig is zoodat een eventueel antwoord van hem op het bovenstaande misschien niet reeds in ons volgend nommer zal kunnen verschijnen. Red. Met verwondering zag ik in verschillende bladen, dat op initiatief' van dr. P. De Jager te Ternaard een adres, mede onderteekend door de heeren prof. A. P. Fokker, dr. J. F. Van Hengel en dr. G. W. Bruinsma, aan Z. Ex. den Minister van Binnenlandsche Zaken is verzonden, teneinde de wet, houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten, niet langer op «Mazelen" van toepassing te doen zijn. In die gevallen, waarin de ziekte «Mazelen" goed aardig verloopt, zonder eenige complicatie, dan moet ik ook getuigen, dat die ziekte eigenlijk niet bij die andere besmettelijke ziekte in de bedoelde wet behoorde opgenomen te zijn. Maar wanneer ik zie op de vreeselijke naziekten, die menig offer ten grave slepen, dan houd ik het voor zeer nuttig en noodzakelijk zelfs, dat de ziekte «Mazelen" onder de besmettelijke ziekten gerangschikt blijft. Het is mij bij ervaring in 1876 gebleken, dat kin deren en zelfs volwassenen maanden lang aan slepende ziekten als «naziekten van mazelen" hebben geleden en ook aan de gevolgen zijn overleden. Men behoeft mij de tegenwerping niet te stellen zouden die lijders toch niet aan het bedoelde lijden zijn bezweken? Wat ik hier verklaar is positief! Het briefje «Mazelen" heeft een groot nut; daardoor wordt althans een zekere tijd bepaald, dat de ouders hunne kinderen in huis behooren te houden en niet ter school kunnen zendentrouwens de wet voorziet ook hierin. Indien deze maatregel niet bestond, zou het getal der lijders aan «naziekten" dan niet grooter zijn Mijns inziens is het beter, de ziekte «mazelen" on der de rij der besmettelijke ziekten te houden. Mochten heeren collega's lust gevoelen een adres in dezen geest aan Z. E. den Minister van Binnenland sche Zaken te zenden, dan verklaar ik mij gaarne be reid, daartoe mede te werken. G C. SCHILHAM, Geneesheer. Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen. 's-Heer Abtskerke. Bij de aanbesteding op heden van het bouwen eener onderwijzerswoning alhier had den ingeschreven M. D. Dekker, Goes, voor f 5459 J. Van der Bliek, Kloetinge, voor f 5350 J. Steketee, 's-IIeer Abtskerke, voor f5300; B. Den Exter van den Brink, ICrabbendijke, voor f5200; F. Schijf, Ovezand, voor f5200; G. Zaaijer, 's-Gravenpolder, voor f5190; W. J. Van de Weert en Zonen, Goes, voor f 4943 J. De Koch, Heinkenszand, voor f 4850 J. Van Boven en L. Molhoek, Rilland en ICrabbendijke, voor f4880; G. Faas, 's-Heerenhoek, voor f 4800; A. J. A. Hoog vliet, Baarland, voor f4789. Aan dezen laatste is het werk gegund. Middelburg. Heden had alhier de aanbesteding plaats van het onderhouden van- en het doen van herstellingen en vernieuwingen aan de gebouwen der Rijkskweekschool voor onderwijzers alhier, van den dag der goedkeuring van de aanbesteding tot 31 De cember 1885. (Ramrng f3870.) Ingeschreven werd door: Van Uije en Zn., voor f3849; M. K. Jeras en Zn., voor f3875; C. Goet- hals, voor f3911; H. P. Van de Ree, voor f3999; M. Van Ditmars en Zn., voor f4179 en P. Krijger en Zn., voor f4228. Nog werd aanbesteed: Het onderhoud van- en het doen van herstellingen en vernieuwingen aan de ge houwen der Rijks H. B. S. alhier, van den dag der goedkeuring van de besteding tot 31 December 1885. (Raming f3870.) Ingeschreven werd door: H. P. Van de Ree, voor f3349; M. K Jeras en Zn., voor f3370; J. F. Van der Hel, voor f3405; C. L. Van Sorge, voor f3495 en C. Goethals, voor f3710. Alle inschrijvers wonen alhier. Te houden Aanbestedingen. Datum. Plaat9. Voorwerp. Information. 31 Jan Kortgene, herstelling toren, Gemeentebestuur. Datum. 19 Jan. 21 - 24-25 25 30 31 31 - 4 Febr. 6 7 - 11 14 v 21 Verkoopingen en Verpachtingen. Plaats. Goes, Goes, Kapelle, V oorwerpen. woonhuis enz., arbeiderswoningen, inboedel, porselein, inspan, Information. Pilaar. Gallis Merens. Pilaar. Gallis Merens. Ellewondsd., woonhuis, af braak enz., Scholten. 5 Mrt. 5 Kapelle, huizen, Kapelle, bouwland, Kruininge, woonhuis enz., Krnininge, hoereninspan, Driewegen, woonhuis, Wolfertsdijk, woonhuis en grond, 's-Gravenpolder, hofstede, Heinkenszand, hoereninspan, 's-Gravenpolder, inspan, Wolfertsdijk, hoereninspan, Ovezand, hoereninspan, Heinkenszand, hoereninspan, Kortgene, hoereninspan, Nisse, boeren inspan, 's-Heerenhoek, hofstede, Mulock Houwer. Pilaar. Pelle en Lansen Croin. Mulock Houwer. Gallis Merens. Gallis Merens. P. Overman. Pilaar. P. Overman. Pelle. Pelle. Pelle. Roelof. P. Overman. Pelle en Lansen Croin. Weerkundige Waarnemingen. GOES, Vrijdag 18 Januari 1884. Uur. Barometer stand. Wind richting. Toestand van de lucht. Thermom. stand Celsius Regen in mM. (hoogte) sedert gisterm. 8 uur. 's morgens 8 777 Z.West. Betrokken. +4.5 's midd. 12^ 776.5 +5 5 s avonds 5 776.5 +5 Waarneming vanhedenochtend acht uur: Van een depressie valt weinig of niets te bespeuren. Een centrum van hoogen druk bevindt zich in 't Zuiden van ons land. Het grootste barometer afwijkingsverschil was Gisteravond acht uur: Vlissingen 1.7 m.M. boven Groningen. Hedenochtend acht uur: Vlissingen 1 m.M. boven Groningen. Hedenmiddag half eenhet verschil werd kleiner. Barometerstand te Utrecht om half een: 777.4 mM. Geheel Europa bevindt zich onder den invloed van een gebied van hoogen druk waarvan het centrum zich waarschijnlijk in oostelijke richting verplaatsen zal; dientengevolge is de wind zwak en het weder betrokken of mistig. Verwachting: Zwakke wind, vrij goed, betrokken weder. Politie. Dinsdag 11. vermist een PAK, in een geel papier gewikkeld, waarin voor ongeveer zes-en-dertig gulden aan kanten etc. De terugbezorging wordt verzocht bij den Commissaris van politie. De Commissaris van politie te Goes verklaart, dat de onderzochte boter van den verkooper A. Bos te Heinkenszand geheel zuiver is bevonden. Burgerlijke Stand Goes van 16 lot 18 Jan. 1884. Ondertrouwd: den 18, Gillis Warrens, 49 j., weduwn. van Stoffelina Wijk, met Barbara Zuidhof, 95 j., jd. Getrouwd: den 17, Dingenus Zandijk77 j., weduwn. van Lucretia Bruinzeel, met Johanna Barbier, 54 j., jd.Thomas Bak, 22 j., jm., met Hendrika Olivier, 22 j., jd. Geboren: den 16, Arie, z. v. Aarnout Johannes Visser en Maria Adriana Wagenaar Clementden 18, Johanna Magdalena Christina, d. v. Thomas Bak en Hendrika Olivier. Marktberichten. KRUININGE, 16 Januari 1884. Tarwe f8,a 7,50, Rogge f6,25 a 6,— Wintergerst f 5,60 a 5,25, Zomergerst f5,10 a 4,80, Haver f3,75 a 3.— Kookerwten f 8,50 a 8,Voererwten i 7,75 a 7,50, Boonen f 7,a 6 50, alles per hectoliter. MIDDELBURG, 17 Januari 1884. Alleen uit Walcheren was er heden een ruime aan voer van Tarwe, maar van de overige landbouwvoort- brengselen middelmatig. Puike en middelbare nieuwe Walchersche Tarwe werd betaald f0,30 lager. Rogge onveranderd in prijs. Walchersche Wintergerst f0,10 lager. Dito puike Zo mergerst prijshoudend. Naar de beste Walchersche Witte Boonen was vraag en daardoor zijn ze slechts f0,15 a f 0,25 lager betaald. Zachte en gev'akte weinig begeerd. Harde Walchersche Bruine Boonen genoten goede vraag en zijn prijshoudend gebleven. Dito Tninboonen onveranderd De harde Walchersche Paar- denboonen werden algemeen gezocht en prijshoudend gekocht. Groene Walchersche Kookerwten zijn f0,25 lager Beide soorten Koolzaad zonder handel. Puike nieuwe Walchersche Tarwe f7,80 a f8. Min dere soort f7,50 a (7,60, Puike Rogge f6,50, baksoort f 6,30. Walchersche Wintergerst f5,70 a f 5,80. Dito zware Zomergerst f5,40 a (5,50. De beste Walchersehe Witte Boonen zijn van f 12,50 tot f 12,00 betaald. Ge vlakte en niet harde f 11,75 a f 12 aangeboden. Goede Walchersche Bruine Boonen f 12,25 a f 12,50. Dito Tuinboonen f6,7o verlaten Dito Pnardeaboonen f 7,10 a f 7,15. Groene Walchersche Kookerwten f9 a f9,25. Nictkokende tot 18 aangeboden. Raapolie f36,50 Pa tentolie f 38,50, Lijnolie 1' 27 per vat op 6 w., contant f 1 korting. Lijnkoeken. Zachte f 13. Harde dito f 11 per 104 stuks. Verac.he boter i 1,10 a 1,2 Eieren per 100 stuks f 54—

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 3