overleven, wierp zich in de gracht. De vader, razend
van wanhoop, riep om hulp. Eenige personen snelden
toe en haalde het lijk van den jonkman uit de gracht.
Beide lijken werden gelijktijdig en naast elkaar naar
de stad gebracht om vermoedelijk ook naast elkaar
begraven te worden.
De Oostenrijksch-Hongaarsche Noordpoolexpedi
tie is in goeden welstand teruggekomen. Deze, voor
welke Jan-Mayen-eiland als station was aangewezen,
vertrok 2 April 1882, voor twee jaren tijd geprovi
andeerd. Gedurende de overwintering was geen enkel
geval van scheurbuik of poolziekte voorgekomen, en
alle waarnemingen konden met den besten uitslag
verricht worden.
Een berijmde uitgave van de Belgische grond
wet zal bij gelegenheid van de Antwerpsche tentoon
stelling het licht zien. De «dichter", die de constitutie
in het kleed der poëzie stak, heet Félix Coveliers
hij berijmde de 139 artikelen in 2400 verzen.
De politie te Petersburg heeft 10 000 roebels
uitgeloofd voor de arrestatie van Degajeflj alias Jablonski.
Zijn vrouw is in het buitenland (zij reisde met geld
van Sudeikin) en men denkt, dat ook Degajeil niet
in Rusland is.
In Zittau, een stad in Saksen, ontving eene alleen
wonende dame dezer dagen een biljet voor een buiten
gewone voorstelling in den schouwburg, met een be
geleidend briefje, waarop stond«Nu raad eens van
wien!" De dame peinst vruchteloos welke aanbidder
zoo gelant geweest is, gaat naar de comedie, amuseert
zich kostelijk en keert opgewonden weder huiswaarts,
om daar haar kamers geheel leeggedragen te vinden.
Slechts een tandenborstel en een valschen vlecht had
de dief laten liggen.
In de Neue Züricher Zeitung wordt beweerd'
dat het «Middelburgsche portret" Zwingli niet kan
voorstellen. Bullinger, vriend en opvolger van Zwingli
schetst Zwingli als «een schoon man naar lichaam
en uiterlijk, van blozende gelaatskleur, van meer dan
middelbare lengte". Een zijner tijdgenooten, Johannes
Keszler, zegt, dat Zwingli naar zijn uiterlijk schoon
en dapper is geweest; tamelijk lang gelaat vriendelijk
en rood getint. Deze beschrijvingen nu van den her
vormer passen niet op het Middelburgsch portret. Dit
stelt geen schoonen, vriendelijken, roodgkleurdene man
voor en evenmin iemand, die lang uitgegroeid is.
Er schijnen nog altijd meer misdrijven op Schenks
rekening te komen. O. a. moet hij een jong man,
die een betrekking zocht als bediende in een bosch
hij Weenen hebben gelokt en hem met morphine heb-
den bedwelmd. Toen de jonge man ontwaakte, was
hij van alles, wat hij bij zich had, beroofd. Men zegt,
dat Schenk den moord op de jeugdige Rosa Ferenczy
niet had kunnen plegen, indien de politie, die reeds
een poos op hem loerde, hem beter in het oog had
gehouden. Het lijk van Rosa is nog niet gevonden.
Schenks medeplichtige, Schlossarek, heeft typhus;
Schenk zelfs schijnt door zijn arrestatie geheel gebroken
te zijn.
Prof. Fischer te Munchen verrast de wetenschap
en de industrie met een wit kristallijn poeder uit de
zwarte steenkool, dat, met betrekking tot de werking
op het menscheiijk gestel, niet voor de chinine onder
doet, ja nog gemakkelijker in het bloed wordt opge
nomen en daar zeer krachtig werkzaam moet zijn tot
verlaging van de lichaamstemperatuur bij koorts.
De Braga-kazerne te Lissabon is door brand
vernield. Er zijn 5 personen bij omgekomen.
Laatste en tetegraphische berichten.
's-Gravenhage. Op 59-jarigen leeftijd is alhier over
leden jbr. Klerck, oud-Minister van Oorlog en van
Waterstaat, Handel en Nijverheidontwerper van de
wetten tot aanleg van het Merwede-kanaal en de ver
legging van den Maasmond.
De Koning zal in Juni Carlsbad bezoeken.
Berlijn, 18 Jan. Bij het debat over het voorstel
van het centrum om de oude bisdommen te herstellen
verklaarde de Minister van Eered'ienst, dat de Regee
ring het herstel der ontslagen bisschoppen van Keulen
en Posen eene politieke fout zon achten. Geen Minister
zal een voorstel daartoe onderteekenen.
Londen, 18 Jan. Eene dépêche uit Ka'iro meldt,
dat de bekende Amsterdamsehe Afrika-reiziger Schuver
op zijne tocht in het binnenland door inlanders ver
moord is.
Eene dépêche uit Durban ber icht, dat in Stellaland
een geregeld gouvernement is gevormd, dat inlijving
bij Transvaal wenscht.
Madrid, 18 Jan. Bij eene luidruchtige studenten
manifestatie hadden vier arrestaties plaats.
Het Ministerie besloot den Koning voortestellen de
Kamer te ontbinden. Weigert de Koning dan treedt
het ministerie af.
Ingezonden Stukken.
Mijnheer de Redacteur!
In no. 5 van uw blad vond ik een verslag van de
voordracht over Humanisme, gehouden door den heer
Frowein. Mij, als buitenman, was het onmogelijk de
voordracht te gaan hooren. Maar dat het mij niet
ontbreekt aan belangstelling in dergelijke verhande
lingen kan ik u verzekeren. Gij zult mij zeer ver
plichten met het onderstaande als een bewijs daarvan
aan te merken en het een plaatsje in te ruimen in
uw blad.
Dat de rede van den heer F. op sommige oogen-
blikken indrukwekkend was, geloof ik gaarne van uw
verslaggever. Zelfs het verslag uit den aard ge
woonlijk eenigszins droog maakte indruk op mij.
Doch 't spijt me er te moeten bijvoegen, dat die in
druk niet aangenaam was. Reeds vóór ik de helft
gelezen had, keek ik belangstellend naar het einde om
mij te overtuigenof er bij het debat niet krachtig
was opgekomen tegen verschillende onjuistheden en
onnauwkeurigheden, die door den heer F. gezegd zijn
ik wil gelooven met indrukwekkende beslistheid.
Het verslag van het door den heer De Wilde gespro
kene was evenwel zóo kortdat ik daarin geen be
vrediging vond.
Het zij mij vergund op enkele onjuistheden in de
voordracht des heeren F. te mogen wijzen. Op vol
ledigheid zal ik mij niet toeleggen, aangezien ik dan
wellicht onbescheiden zou worden tegenover u, M. d. R.,
door te veel plaats te vragen.
Over des heeren F.'s verdediging van het humanisme
zal ik niets zeggen. Daarvoor zou mij eerst noodig zijn
eene nauwkeurige omschrijving van humanisme, door
den heer F. zelf gegeven. Deze vind ik in 't verslag
niet. Spraakverwarring moet vermeden. Doch over
enkele opmerkingen, door den heer F. gemaakt ten
nadeele van den godsdienst, een kort woord.
«De heer F. begon met aan te toonen, dat in den
sloop der tijden zich van verschillende zijden behoefte
»heeft doen gevoelen om oude vormen met nieuwe te
«verwisselen, en zoo doet zich, in de laatste twintig
»jaren vooral, eene krachtige stem hooren tegen den
godsdienst." Zoo het verslag.
Dus, dacht ik, de godsdienst een vorm Maar wat
is die vorm dan toch oudWat heeft hij lang stand
gehouden, ondanks de grilligheid van den mensche-
lijken smaak en de modezuchtIndien een vorm, dan
toch een hoogst eerbiedwaardige, niet waar? Maar
zou 't waar zijngodsdienst een vorm Er is forma
lisme, o zeker, akelig veel; maar is het den heer F.
nog niet ter oore gekomen, wat toch in onze dagen
zoo luide, zoo altijd weer gezegd wordt, dat forma
lisme en godsdienst niets met elkaar gemeen heb
ben Godsdienst is eene gezindheid van het gemoed
hij is de erkenning van hoogere wijsheid en macht en
de behoefte om die te vereeren. Daarom iets inwendigs.
Maar dat inwendige heeft behoefte, om zich te open
baren het openbaart zich in vormen. Die vormen zijn
zeer verschillend, soms zeer bijzonder als: lied of gebed;
soms weinig in 't oog vallend alsnauwgezette plichts
betrachting, stipte eerlijkheid, standvastige waarheids
liefde, hartelijke toewijding enz.
"Volgens 't verslag zou de krachtige stem, die zich
tegen den godsdienst laat hooren, zijn: «het zich meer
en meer baanbrekend humanisme"; het humanisme
dat zijn baanbrekende kracht groolendeels te danken
heeft aan de wetenschap. Als dat laatste waar is:
indien werkelijk het humanisme zijne kracht vindt in
de wetenschap, in de echte wetenschap wel te verstaan
en niet in de oppervlakkige kennis van sommige zaken,
dan heeft de godsdienst van het humanisme niets
te vreezen, veeleer veel goeds te wachten. Aan den
waarachtigen godsdienst heeft de echte wetenschap nog
nooit kwaad gedaanintegendeel de wetenschap heeft
altijd den godsdienst gebaat. De ware wijzen (de echte
wetenschap) hebben ten allen tijde voor Jezus (den
godsdienst) «hunne schatten ontsloten" en hem daar
mee gediend. Alleen voor het dogmatisme is de we
tenschap doodelijk.
De heer F. is wel zoo vrij eene beschuldiging te
richten aan 't adres van de moderne theologen. In
dien hun ter oore komt dit woord«de moderne theo-
«logen schermen met het woord God, en, hoewel zij
«daaraan eene gansch andere beteekenis hechten dan
«de orthodoxen, kleeden zij hunne beschouwingen toch
sin zoodanigen vorm, dat de groote menigte in de
«meening blijft, dat zij de opvatting der orthodoxen
«nog aankleven", indien hun dit woord ter oore komt,
dan zullen zij, vertrouw ik, dien aanval of uitval van
den heer F. w el pareeren maar als daarna de beurt
van uitvallen aan hen is, of dan de heer F. er onge
deerd zal afkomen, en goed en vlug pareeren
ik weet het niet. Maar wat ik verder van de moderne
theologen geloof, het is dat zij niet onedel genoeg
zijn om te schermen (theologiseeren) tegen iemand
die bewijst, dat hij volstrekt nog geen meester is op
het wapen dat hij kiest (theologie).
Doch misschien neemt de heer F. de moderne pre
dikanten ook op in den kring der theologen. Het
zij zoozij z;jn er althans candidaten voorindien
dit des redenaars bedoeling is, dan trek ik mij ook
iets van die beschuldiging aan, en ik zou den heer
F. willen vragen of hij betvijzen kan wat hij zegt.
Bij aldxen hij enkele bewijzen kan bijbrengen, of hij
dan ook recht heeft deze onedele praktijken toete-
kennen aan iederen modernen predikant. Eene be
schuldiging als bovengenoemde maakt indruk ik
geloof het gaarne maar niet wegens de humani
teit die eruit spreekt.
(De ervaringen, die de heer F. in zijn kerkelijk
leven heeft opgedaanschijnen bedroevend te zijn.)
Overigens durf ik zeggenlaat de ontwikkelde ge
meenteleden, die ter kerke komen, in deze getuigen.
«Het begrip van G. moet juist geformuleerd worden."
Laat naar eene wetenschappelijke formule zoeken de
theologen en speculatieve philosophen van professie, in
dien zij meenen daarmee een vruchtbaar werk te doen.
Wat mij betreft en ik heb reden te gelooven dat ik in
deze niet alleen sta ik doe het af, met den naam:
Hemelsche Vader. Deze formule, zoo men wil,
is ongeveer negentien eeuwen oud, en, naar mij voor
komt nog altoos de meest geschikteom zonder
spraakverwarring, of erger, veel goeds en stichtelijks-
te zeggen, kinderlijk blijmoedig geloof te wekken, en
den mensch, ondanks levendig besef van zonde, niet
ongetroost te laten staan of heen te zenden.
Of de heer F. nu meent, dat aan dit zwoord" geen
«goddelijk" nbegripmeer te hechten is, weet
ik niet.
Doch ik zie, dat ik, het verslag op den voet volgend,
niet spoedig zou klaar komen. Daarom wil ik vol
staan met nog te wijzen op een paar al te grove
onjuistheden.
Dat het godsgeloof eene theorie waarom niet
systeem wordt genoemd, wil ik even om de
curiositeit herinneren.
Wanneer de heer F. zegt, dat de godsdienst de
standvastigheid der natuurwetten ontkent, dan wil
ik over de onjuiste formuleering heenzien en het er
voor houden, dat de spreker heeft bedoeld (of gezegd)
de theologie ontkent de standvastigheid der natuur
wetten. Dat zou dan nog eerder zijn te denken.
Maar ook in dat geval mag ik den heer F. niet
hard vallen over de onwaarheid daarin uitgesproken,
aangezien de theologie terra incognita voor hem blijkt
te zijn.
In wat de hr. F. zegt betrekkelijk godsdienst en
zedelijkheid is eenige waarheid. Dat godsdienst wordt
verlaagd tot politie-maatregel; dat hij eene zedelijk
heid predikt, die in loondienst ontaardt, dat is waar
als men onder godsdienst verstaat de theolo
gie, die door een vroeger geslacht werd verkondigd
en ook nog geleeraard wordt door sommigen van het
thans levend geslacht. Maar of de heer Fr. zijne be
schuldiging zou kunnen volhouden, althans in zoo
algemeenen zin zon durven uitspreken, als hij deed
volgens 't verslag, indien hij op de hoogte was van
de tegenwoordige theologie en godsdienstprediking
der modernen, betwijfel ik zeer.
Maar, dat de zedelijkheid zich niet ontwikkeld
heeft uit, maar naast den godsdienst, is eene onwaar
heid zoo groot, dat ik er mij werkelijk over verbaas,
hoe iemand met gezond oordeel, die meent kennis
van zaken te hebben, dat kan beweren. Tegenover
deze m. i. onmogelijk te verdedigen stelling, wil ik
alleen plaatsen deze reeds zoo dikwijls uitgesprokene
en bewezene waarheden1 o. dat een godsdienst, die
zich niet openbaart in een zedelijk leven, geen aan
spraak kan maken op den naam van godsdienst
2o. dat zedelijkheid geen vasten grond heeft, indien
hij niet in godsdienst geworteld is. Voorts kan ik
zeer ter overdenking aanbevelen wat ta vinden is op
Matth. 22: 35—40.
Verder lees ik«de godsdienst heeft weinig ge
daan om de kennis te bevorderen." Maar is de heer
F. dan ook een vreemdeling in de geschiedenis Is
niet juist de oude kerk de grootste leermeesteres ge
weest op bijna allerlei gebied? Wat wetenschap en
kunst aan haar te danken hebben, mag dat maar met een
enkel groot woord geloochend worden? Ik weet wel,
er zijn tijden geweest van verbastering, van terug
gang maar op welk gebied vindt men ongestoorden
regelmatigen vooruitgang Wat waar en goed is, is
door waarlijk godsdienstigen altijd bevorderd.
Ten slotte nog ditals de redenaar zegt, dat eene
zedelijke daad, een daad van opoffering voortspruit
uit het hart, dan juich ik hem zeer toe Neen, de
moeder aan het ziekbed van haar kind offert alles op
voor het herstel van haar lieveling, niet omdat zij
daarbij denkt: »de bijbel of God gebiedt mij dit",
godsdienst is geen dwang, geen slavernij maar
zij doet dat, omdat haar hart er haar toe dringt, haar
hart dat liefheeft. Die reine, onbaatzuchtige liefde,
die tot het zwaarste offer haar sterkt, is het rein-
menschelijke en daarom het goddelijke in haar. God
is liefde; voor zooveel de mensch leeft uit reine liefde,
voor zoo veel leeft het goddelijke in hem, 't zij hij zich
daarvan bewust is of niet.
Ontvang M. de R. mijn dank voor de plaatsing van
mijn bijna a(, te lang opstel,
Heinkenszand, 17 1 '84.
Hoogachtend,
Uw Dw. Dien.,
J. C. IJ. BUS SINGH DE VRIES.
Wij deelen den geachten inzender mededat de
heer F. wegens familieomstandigheden eenige dagen
afwezig is zoodat een eventueel antwoord van hem
op het bovenstaande misschien niet reeds in ons volgend
nommer zal kunnen verschijnen. Red.
Met verwondering zag ik in verschillende bladen,
dat op initiatief' van dr. P. De Jager te Ternaard een
adres, mede onderteekend door de heeren prof. A. P.
Fokker, dr. J. F. Van Hengel en dr. G. W. Bruinsma,
aan Z. Ex. den Minister van Binnenlandsche Zaken is
verzonden, teneinde de wet, houdende voorziening tegen
besmettelijke ziekten, niet langer op «Mazelen" van
toepassing te doen zijn.
In die gevallen, waarin de ziekte «Mazelen" goed
aardig verloopt, zonder eenige complicatie, dan moet
ik ook getuigen, dat die ziekte eigenlijk niet bij die
andere besmettelijke ziekte in de bedoelde wet behoorde
opgenomen te zijn.
Maar wanneer ik zie op de vreeselijke naziekten,
die menig offer ten grave slepen, dan houd ik het
voor zeer nuttig en noodzakelijk zelfs, dat de ziekte
«Mazelen" onder de besmettelijke ziekten gerangschikt
blijft.
Het is mij bij ervaring in 1876 gebleken, dat kin
deren en zelfs volwassenen maanden lang aan slepende
ziekten als «naziekten van mazelen" hebben geleden
en ook aan de gevolgen zijn overleden.
Men behoeft mij de tegenwerping niet te stellen
zouden die lijders toch niet aan het bedoelde lijden
zijn bezweken? Wat ik hier verklaar is positief!
Het briefje «Mazelen" heeft een groot nut; daardoor
wordt althans een zekere tijd bepaald, dat de ouders
hunne kinderen in huis behooren te houden en niet
ter school kunnen zendentrouwens de wet voorziet
ook hierin.
Indien deze maatregel niet bestond, zou het getal
der lijders aan «naziekten" dan niet grooter zijn
Mijns inziens is het beter, de ziekte «mazelen" on
der de rij der besmettelijke ziekten te houden.
Mochten heeren collega's lust gevoelen een adres
in dezen geest aan Z. E. den Minister van Binnenland
sche Zaken te zenden, dan verklaar ik mij gaarne be
reid, daartoe mede te werken.
G C. SCHILHAM,
Geneesheer.
Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen.
's-Heer Abtskerke. Bij de aanbesteding op heden
van het bouwen eener onderwijzerswoning alhier had
den ingeschreven M. D. Dekker, Goes, voor f 5459
J. Van der Bliek, Kloetinge, voor f 5350 J. Steketee,
's-IIeer Abtskerke, voor f5300; B. Den Exter van den
Brink, ICrabbendijke, voor f5200; F. Schijf, Ovezand,
voor f5200; G. Zaaijer, 's-Gravenpolder, voor f5190;
W. J. Van de Weert en Zonen, Goes, voor f 4943
J. De Koch, Heinkenszand, voor f 4850 J. Van Boven
en L. Molhoek, Rilland en ICrabbendijke, voor f4880;
G. Faas, 's-Heerenhoek, voor f 4800; A. J. A. Hoog
vliet, Baarland, voor f4789.
Aan dezen laatste is het werk gegund.
Middelburg. Heden had alhier de aanbesteding
plaats van het onderhouden van- en het doen van
herstellingen en vernieuwingen aan de gebouwen der
Rijkskweekschool voor onderwijzers alhier, van den
dag der goedkeuring van de aanbesteding tot 31 De
cember 1885. (Ramrng f3870.)
Ingeschreven werd door: Van Uije en Zn., voor
f3849; M. K. Jeras en Zn., voor f3875; C. Goet-
hals, voor f3911; H. P. Van de Ree, voor f3999;
M. Van Ditmars en Zn., voor f4179 en P. Krijger
en Zn., voor f4228.
Nog werd aanbesteed: Het onderhoud van- en het
doen van herstellingen en vernieuwingen aan de ge
houwen der Rijks H. B. S. alhier, van den dag der
goedkeuring van de besteding tot 31 December 1885.
(Raming f3870.)
Ingeschreven werd door: H. P. Van de Ree, voor
f3349; M. K Jeras en Zn., voor f3370; J. F. Van
der Hel, voor f3405; C. L. Van Sorge, voor f3495
en C. Goethals, voor f3710.
Alle inschrijvers wonen alhier.
Te houden Aanbestedingen.
Datum. Plaat9. Voorwerp. Information.
31 Jan Kortgene, herstelling toren, Gemeentebestuur.
Datum.
19 Jan.
21 -
24-25
25
30
31
31 -
4 Febr.
6
7 -
11
14 v
21
Verkoopingen en Verpachtingen.
Plaats.
Goes,
Goes,
Kapelle,
V oorwerpen.
woonhuis enz.,
arbeiderswoningen,
inboedel, porselein,
inspan,
Information.
Pilaar.
Gallis Merens.
Pilaar.
Gallis Merens.
Ellewondsd., woonhuis, af braak enz., Scholten.
5 Mrt.
5
Kapelle, huizen,
Kapelle, bouwland,
Kruininge, woonhuis enz.,
Krnininge, hoereninspan,
Driewegen, woonhuis,
Wolfertsdijk, woonhuis en grond,
's-Gravenpolder, hofstede,
Heinkenszand, hoereninspan,
's-Gravenpolder, inspan,
Wolfertsdijk, hoereninspan,
Ovezand, hoereninspan,
Heinkenszand, hoereninspan,
Kortgene, hoereninspan,
Nisse, boeren inspan,
's-Heerenhoek, hofstede,
Mulock Houwer.
Pilaar.
Pelle en Lansen Croin.
Mulock Houwer.
Gallis Merens.
Gallis Merens.
P. Overman.
Pilaar.
P. Overman.
Pelle.
Pelle.
Pelle.
Roelof.
P. Overman.
Pelle en Lansen Croin.
Weerkundige Waarnemingen.
GOES, Vrijdag 18 Januari 1884.
Uur.
Barometer
stand.
Wind
richting.
Toestand
van
de lucht.
Thermom.
stand Celsius
Regen in mM.
(hoogte) sedert
gisterm. 8 uur.
's morgens 8
777
Z.West.
Betrokken.
+4.5
's midd. 12^
776.5
+5 5
s avonds 5
776.5
+5
Waarneming vanhedenochtend acht uur:
Van een depressie valt weinig of niets te bespeuren.
Een centrum van hoogen druk bevindt zich in 't
Zuiden van ons land.
Het grootste barometer afwijkingsverschil was
Gisteravond acht uur: Vlissingen 1.7 m.M. boven
Groningen.
Hedenochtend acht uur: Vlissingen 1 m.M. boven
Groningen.
Hedenmiddag half eenhet verschil werd kleiner.
Barometerstand te Utrecht om half een: 777.4 mM.
Geheel Europa bevindt zich onder den invloed van
een gebied van hoogen druk waarvan het centrum
zich waarschijnlijk in oostelijke richting verplaatsen
zal; dientengevolge is de wind zwak en het weder
betrokken of mistig.
Verwachting: Zwakke wind, vrij goed, betrokken
weder.
Politie.
Dinsdag 11. vermist een PAK, in een geel papier
gewikkeld, waarin voor ongeveer zes-en-dertig gulden
aan kanten etc. De terugbezorging wordt verzocht
bij den Commissaris van politie.
De Commissaris van politie te Goes verklaart, dat
de onderzochte boter van den verkooper A. Bos te
Heinkenszand geheel zuiver is bevonden.
Burgerlijke Stand Goes
van 16 lot 18 Jan. 1884.
Ondertrouwd: den 18, Gillis Warrens, 49 j.,
weduwn. van Stoffelina Wijk, met Barbara Zuidhof,
95 j., jd.
Getrouwd: den 17, Dingenus Zandijk77 j.,
weduwn. van Lucretia Bruinzeel, met Johanna Barbier,
54 j., jd.Thomas Bak, 22 j., jm., met Hendrika
Olivier, 22 j., jd.
Geboren: den 16, Arie, z. v. Aarnout Johannes
Visser en Maria Adriana Wagenaar Clementden 18,
Johanna Magdalena Christina, d. v. Thomas Bak en
Hendrika Olivier.
Marktberichten.
KRUININGE, 16 Januari 1884.
Tarwe f8,a 7,50, Rogge f6,25 a 6,— Wintergerst
f 5,60 a 5,25, Zomergerst f5,10 a 4,80, Haver f3,75 a 3.—
Kookerwten f 8,50 a 8,Voererwten i 7,75 a 7,50,
Boonen f 7,a 6 50, alles per hectoliter.
MIDDELBURG, 17 Januari 1884.
Alleen uit Walcheren was er heden een ruime aan
voer van Tarwe, maar van de overige landbouwvoort-
brengselen middelmatig.
Puike en middelbare nieuwe Walchersche Tarwe
werd betaald f0,30 lager. Rogge onveranderd in prijs.
Walchersche Wintergerst f0,10 lager. Dito puike Zo
mergerst prijshoudend. Naar de beste Walchersche
Witte Boonen was vraag en daardoor zijn ze slechts
f0,15 a f 0,25 lager betaald. Zachte en gev'akte weinig
begeerd. Harde Walchersche Bruine Boonen genoten
goede vraag en zijn prijshoudend gebleven. Dito
Tninboonen onveranderd De harde Walchersche Paar-
denboonen werden algemeen gezocht en prijshoudend
gekocht. Groene Walchersche Kookerwten zijn f0,25
lager Beide soorten Koolzaad zonder handel.
Puike nieuwe Walchersche Tarwe f7,80 a f8. Min
dere soort f7,50 a (7,60, Puike Rogge f6,50, baksoort
f 6,30. Walchersche Wintergerst f5,70 a f 5,80. Dito
zware Zomergerst f5,40 a (5,50. De beste Walchersehe
Witte Boonen zijn van f 12,50 tot f 12,00 betaald. Ge
vlakte en niet harde f 11,75 a f 12 aangeboden. Goede
Walchersche Bruine Boonen f 12,25 a f 12,50. Dito
Tuinboonen f6,7o verlaten Dito Pnardeaboonen f 7,10
a f 7,15. Groene Walchersche Kookerwten f9 a f9,25.
Nictkokende tot 18 aangeboden. Raapolie f36,50 Pa
tentolie f 38,50, Lijnolie 1' 27 per vat op 6 w., contant
f 1 korting. Lijnkoeken. Zachte f 13. Harde dito f 11
per 104 stuks.
Verac.he boter i 1,10 a 1,2 Eieren per 100 stuks f 54—