in de oudste tijden slechts tot liefde voor hel eigen
gezin, langzamerhand breidde zij zich uit tot liefde
voor den stam, waartoe men behoorde; later tot eene
geheele natie en eindelijk tot het gansche menschdom.
De zedelijkheid heeft zich niet ontwikkeld uit maar
naast den godsdienst.
Wanneer men eene zedelijke daad verricht, een
daad van opoffering; wanneer b. v. eene moeder zit
aan het ziekbed van haar kind en alles opoffert voor
het herstel van haar lieveling, dan denkt zij daarbij
niet: »de bijbel of God gebiedt mij dit", neen, die
daad spruit voort uit het hart.
Men heelt den humanisten toegevoegd, dat zij door
het vernietigen van de hoop op een leven hiernamaals
het mindere volk een krachtigen steun ontrukken in
den moeielijken strijd hier op aarde. Is dit zoo, dan
verliest daardoor tevens een goede daad haar stempel
van zedelijkheidzij wordt dan een koopmansdaad,
eene speculatie.
Zij, die streng godsdienstig zijn, worden door den
godsdienst van het kwaad teruggehouden. In deze
bewering ligt veel waars, maar zij verlaagt den gods
dienst dan tevens tot een politie-maatregel. Het is niet
genoeg, dat men de onzedelijkheid tegengaat, men
moet ook de zedelijkheid bevorderen. Het nalaten
van het kwade is nog niet het goede betrachten.
Bij het verlies van godsdienst zal het humanisme
meer zedelijk werken dan de godsdienst. Wat toch
is het kenmerk der zedelijkheid? Eene daad is zede
lijk, wanneer zij het grootst mogelijk geluk beoogt van
het grootst mogelijk aantal menschen en dat geluk
door goede middelen voortbrengt. Aan die drie eischen
moet echter gezamenlijk worden voldaan, en dit is de
leer van het humanisme.
De godsdienst predikt liefde, maar er is ook kennis
noodig. De liefde zal het goede willen, maar onmachtig
zijn zonder kennis. Alleen samen vereenigd kunnen
zij iets goeds voortbrengen, doch de godsdienst beeft
weinig gedaan om de kennis te vermeerderen. Het
humanisme echter stelt naast liefde kennis, en het zal
daarom zedelijker werken dan de godsdienst, want het
is niet genoeg het goede te willen, men moet het ook
kunnen. Ieder menschelijk hart gevoelt behoefte om
zijne liefde te uiten en wanneer de mensch in zijne
omgeving niets vindt om daaraan zijne liefde te wijden,
dan schept hij zich phantasieën. De humanist breekt met
het denkbeeld onze ziel te redden voor hiernamaals;
hij wil zijne omgeving redden uit de ellende der wereld.
Voorts weerlegde de heer F. nog het laatste
argument tegen het humanisme, dat het de kunst zou
dooden en betoogde, dat de kunst niet voortsproot uit
goddelijke maar uit zuiver menschelijke oorzakenniet
bewonderd werd om het goddelijke maar om het men
schelijke, dat er in was gelegd.
Hij toonde ten slotte aan, dat het humanisme
geenszins de revolutie, die met rassche schreden nadert,
wilde, maar veeleer haar trachtte te voorkomen door
het geluk van het menschdom hier op aarde te be
vorderen; sprak aan het einde een woord van op
wekking tot zijne geestverwanten, die tegenwoordig
waren, om krachtig, en waardig tevens, optetreden, en
drukte den wensch uit voor zijne tegenstanders, niet dat
zij op eens bekeerd zouden worden, want die plotselinge
bekeering zou weinig standvastigheid te kennen geven
en dus weinig innerlijke waarde bezitten, maar dat
zij ernstig zouden nadenken over het gehoorde, om
daarna eene beslissende keuze te doen tusschen het
oude en het nieuwe.
Van de gelegenheid tot debat werd alleen door den
heer H. De Wilde gebruik gemaakt, die de voortref
felijkheid van den godsdienst tegenover het humanisme
staande hield en de meening verdedigde, dat, aange
zien de zedelijkheidsbeginselen van het laatste dezelfde
waren als die van hem en zijne geestverwanten, ze
beoefend konden worden met behoud van den gods
dienst. Ten slotte waarschuwde hij ernstig tegen de
revolutie, die uit de leer van het humanisme en het
optreden zijner predikers zou voortvloeien.
Het deed ons genoegen, dat juist de heer De Wilde
tegen den heer F. optrad. Hij toch, die vroeger in
geschriften de leer van het humanisme had bestreden,
was in de eerste plaats de aangewezen persoon om
ook thans het debat te openen.
Met een hartelijk woord van dank aan den heer
Frowein en aan het publiek door den heer Van Swin-
deren werd de bijeenkomst gesloten.
Waar gelegenheid gegeven werd tot debat, zou het
niet ridderlijk zijn hier over het voor en tegen van
de leer van het humanisme te spreken. Maar hoe men
er ook over moge oordeelen, het lijdt geen twijfel of
het publiek van Maandagavond heeft den heer Fro
wein met het meeste genoegen gehoord. Zijne duide
lijke, populaire voordracht en zijne keurige taal doen
in hem den redenaar herkennen en waardeeren, terwijl
de gloed, waarmede het humanisme door spr. verde
digd werd, blijk gaf van diepgewortelde innerlijke
overtuiging.
Overzicht van den stand der koersen.
Gelukkig kunnen we nu eens van een paar beurs-
dagen gewagen die gunstig afstaken bij de malaise,
welke sedert weken ja, maanden, moest vermeld worden.
Vooral voor Egyptenaren was goede kooplust, tenge
volge waarvan de 4pcts. verbeterden van 63 '4 tot 68
en de 5pcts. eene verhooging van 84% tot 88 mochten
ondergaan. De speculatie is hierbij natuurlijk in 't spel.
Heeren speculanten zullen hopen dat Engeland wel weer
zal zorg dragen voor de richtige nakoming van de
schuldverbintenissen. Hoe ongunstiger de berichten uit
het land der Pharao's zijn, hoe meer de speculanten
hoop voeden dat Victoria's regeering krachtdadiger zal
optreden. Hoe het den armen Egyptenaren moge gaan,
gaat hun niet aan; als zij (de lieve speculanten) maar
een goed kluifje van de Egyptische tafel kunnen weg
kapen, zijn zij tevreden, 't Zou echter wel eens kunnen
blijken dat het rijk van den onderkoning, geplunderd
en verzwakt, vooreerst niet meer in staat zou zijn den
dienst der publieke schuld te voldoen.
Oostenrijkers en Hongaren mochten ook verdere
verbetering ondergaan.
Ook aan de Russische Staatsfondsen viel eenige
verbetering ten deel. Wie vertrouwen in Rusland
heeft, behoort thans roebelleeningen te koopen. Naar
gezegd werd zou immers 50 millioen aan papiergeld j
door het Gouvernement afgelost, beter gezegd, vernie
tigd worden en zou de regeering er steeds op bedacht
zijn om de valuta zooveel mogelijk te herstellen, 't Be
hoeft niet aangetoond te worden dat, wierd krachtig
de hand aan de verbetering der valuta gelegd, de
koers der roebelleeningen minstens evenredig aan de
verhooging van de koopkracht van den zoogen. zilveren
roebel zou stijgen.
De waarde van een effect hangt toch in de eerste
plaats van de coupon-opbrengst af. Eene verhooging
van den roebelprijs zou de opbrengst der roebelcoupons
verhoogen en dus het effect in koers doen rijzen. Wij
echter durven niet veel hopen van de toezegging der
regeering. Een later bericht toch meldde, dat geen 50
maar 20 of 30 millioen papiergeld zou ingetrokken
worden. En men weet het: de Russische regeering
heeft meermalen geld geleend tot intrekking van het
overtollige papiergeld, zonder dat het opgenomen ka
pitaal daarvoor werd besteed. Men kan te goeder
trouw zijn maar niet kunnen voldoen aan toegezegde
beloften of overeengekomen voorwaarden. En toch
schijnt het ons toe een eerste vereischte te zijn, dat
den roebel zoodra mogelijk de vroegere koopkracht
worde teruggegeven. Verbeeld u eens, dat f 460 in
papier bij ons dezelfde koopkracht had als 100 in
goud en dat den ambtenaar, den verpachter, den ver
huurder het traktement, de pacht of de huur ten
bedrage van ƒ1000 wierd uitbetaald met 1000 in
papiergeld «hoe leelijk zouden die lui zitten kijken"
Breid, lezer, nu uwe gedachte uit en neemt daarin
zooveel mogelijk op de vele financiëele verhoudingen
die in het maatschappelijk leven voorkomen, en ge
hebt u een voorstelling gemaakt van de ingrijpende
storing welke het sociaal verband ondergaatten
koste van de kracht van het geheele sociale lichaam.
Jammer is 't o. i. daarom dat de Russische regeering
niet flink zooveel leent, indien het niet anders kan,
als ze noodig heeft om de koopkracht van den roebel
te verhoogen. Zegenrijk zou die maatregel op de op
brengst van alle belasting en de vermindering der
talrijke achterstallen werken. De nieuwe 6 pets. Rus
sen '83, die we met enkele andere soorten den vol
genden keer in onze koerslijst zullen opnemen, bleven
vooruitgaand.
Brazilianen, Columbianen en Peruanen zwakker.
Met Peruanen blijkt het een geknoei te zijn zonder
eind, zouden we geneigd zijn te schrijven. De ons
voorgeschreven kortheid doet ons den lezers verzoeken
de verdere koersvariatiëu in de noteering te willen
nagaan.
Buitenlandsch Overzicht.
De Fransche minister van buitenlandsche zaken,
Jules Ferry, heeft van den heer Tricou twee dépê
ches ontvangen, waarvan de eerste de bevestiging van
het tractaat van Hué bevat, met de bijvoeging dat
alleen de Fransche tekst als officieel moet beschouwd
worden en het hof van Hué het aan de goedgunstig
heid van de republiek overlaat, of zij later zachtere
voorwaarden wil toestaan. De tweede dépêche meldt,
dat de heer Tricou bij den nieuwen Koning ontvan
gen is, en naar Hanoi terugkeert, om weldra naar
Frankrijk te vertrekken. De heer Harmand heeft
zich reeds te Saigon naar Marseille ingescheept.
Van andere zijde wordt vernomen, dat de Franschen
aanstaanden Vrijdag Bac-Ninh zullen aanvallen, doch
dat China dit niet als een casus belli zal beschonwen.
Men gelooft, dat het Ilemelsche Rijk niet voor een
ooi log is uitgerust.
De kamers zijn geopend. In die der afgevaardigden
presideerde als oudste in jaren de heer Guichard en
deed een beroep op de medewerking van alle repu
blikeinen in het zittingsjaar van 1884.
De heer Brisson werd daarna met groote meerder
heid tot voorzitter gekozen. In den Senaat bekleedde
Carnot het voorzitterschap. Hij drukte de hoop uit
dat er voortaan zuinigheid zou worden betracht bij
het beheer der geldmiddelen, en dat de Senaat ge
roepen zal worden om het budget op grondiger wijze
te onderzoeken.
De minister-president Posada Herrera heeft in de
Spaangche kamer van afgevaardigden bij de beraad
slaging over h. t adres van antwoord het programma
van het kabinet ten aanzien van het algemeen stem
recht en de herziening der constitutie uitvoerig ver
dedigd. Hij Het ook doorstralen, dat de koning hem
een ontbindingsbesluit had beloofd, indien de meer
derheid een anderen weg opging.
De heer Canamaque verdedigde het tegenontwerp-
adres en herinnerde eraan dat de tegenwoordige mi
nisters zich tegen het algemeen stemrecht en de
herziening der constitutie verklaard hebben, toen zij
deel uitmaakten van de meerderheid. De premier werd
bij dit gedeelte zijner rede geducht door hem onder
handen genomen, als ook de heer Martos, die, zeide
hij, van de monarchie was overgegaan tot de republiek,
en van de republiek naar de monarchie.
Volgens de Politische Correspondenz bestaat er
goede kans op dat het Hougaarsche Hoogerhuis de
wet op het burgerlijk huwelijk tusschen Joden en
Christenen zal aannemen. Men gelooft te Pest, dat
kardinaal llaynald, die te Rome een bezoek aan den
Paus heeft gebracht, vandaar zeer vredelievend zal
terugkeeren, omdat men op het Vaticaan bevreesd is
voor algemeene invoering van het burgerlijk huwelijk
in Hongarije, indien uit de tweede verwerping der
thans voorgestelde wet eene politieke crisis mocht
volgen.
Het Egyptische ministerie heeft zijn ontslag gevraagd
en gekregen, doch de Khedive heeft tevens verzocht,
dat de ministers zouden aanblijven tot het nieuwe
ministerie kan optreden.
De brief, waarin de ministers hun ontslag vragen,
zegt: »het Gouvernement der Koningin eischt dat wij
Soedan zouden laten varen, maar wij missen het recht
daartoe, omdat het eene bezitting is van de Porte,
aan onze zorgen toevertrouwd. De regeering der
Koningin zegt dat Egypte de raadgevingen moet op
volgen zonder daarover te beraadslagen, doch dit
schendt het organieke rescript van 4878, volgens
hetwelk de Khedive regeert met en door zijne minis
ters. Wij vragen ons ontslag, omdat wij verhinderd
worden te regeeren volgens de constitutie."
De samensteling van het nieuwe kabinet zal ver
moedelijk zijn als volgt: Nubar-Pacha, voorzitter van
den ministerraadSabet, buitenlandsche zaken en
justitie Mahmoud, binnenlandsche zaken Elfalaki,
onderwijs Abdel-Kader, oorlogMustapha, financiën.
De I'ortugeesclie Kamers zijn door den koning
geopend. Met ingenomenheid werd gewag gemaakt
van de ontvangst, die hem en de koningin bij het
bezoek aan het hof te Madrid ten deel was gevallen.
Vervolgens geeft de troonrede te kennen, dat de aan
dacht der Kamers ingeroepen zal worden voor de
herziening der staatsregeling en voor eene wijziging
der kieswet. Na verder gewezen te hebben op ver
scheidene stoffelijke verbeteringen in het land, maakt
de troonrede gewag van het verleenen eener concessie
tot aanleg van een spoorweg van Lorenzo Marquez
naar Transvaal. Ten slotte drukt de koning de
hoop uit, dat het land door vermindering van belastin
gen, die het voortbrengend vermogen der natie zal
vergrooten, en door het invoeren van bezuinigingen
in het bestuur in welvaart moge toenemen.
Omtrent de herziening der kieswet heeft de minis
terpresident, de heer Fontès, in de Kamer van afge
vaardigden medegedeeld, dat de regeering in de jongste
bijeenkomst met de commissie voor de kieswet het
eens is geworden met de vertegenwoordigers der pro-
gressistische partij omtrent de volgende puntenDe
nieuwe kieswet zal,eene bepaling behelzen aangaande
de vertegenwoordiging der minderheden in de hoofd
steden der administratieve districtenin de andere
plaatsen zal de kiezer, evenals bij de tegenwoordige
kieswet, slechts op éen candidaat stem uitbrengen. Er zal
eene bijzondere rechtbank werden opgericht voor het
onderzoek der geloofsbrieven der gekozenen. Een
voorstel van den heer Luciano, strekkende om den
invloed van ambtenaren op de verkiezingen tegen te
gaan, draagt de goedkeuring der regeering weg. Na
de stemming worden de bussen overgeleverd aan de
rechterlijke macht. De minister zeide ten slotte, dat
de verkiezing van de constitueerende vergadering zal
plaatshebben naar de bepalingen der nieuwe kieswet.
Gemengde Berichten.
Het N. v. d. D. heeft omtrent de proces-kosten
van den heer Hassoldt (zie ons vorig no.) inlichtingen
ontvangen en deze stellen de zaak in een gansch ander
licht. Uit de processtukken bleek nu nl., dat het
ongeval in quaestie zich volgenderwijs heeft toegedra
gen. Toen het rijtuig op de brug bij de Gasthuis-
molensteeg was, voer op datzelfde oogenblik onder
die brug een stoomboot door, die de paarden deed
schrikken; deze reden nu met het rijtuig tegen een
voor H.'s woning stilstaande meubelkar aan, die daar
op door den schok tegen de winkelkast aankwam en
deze met het zich daarin bevindende zwaar bescha
digde. De overmacht werd daarom door den rechter
als bewezen aangenomen en de eisch om schadever
goeding tegen den koetsier ontzegd.
De advocaat heeft verder verklaard, nooit een decla
ratie van ƒ2100, zooals van de zijde van den heer
H. was medegedeeld, te hebben ingeleverd, maar
dat hij integendeel het bedrag der proceskosten op
zoodanig cijfer heeft gesteld als door den heer H., in
overleg met diens toenmaligen raadsman mr. Stuart,
zelf werd verlangd.
Bij nader vonnis der Rechtbank werd nu de heer
II. veroordeeld om, niet aan den advocaat maar den
heer Polderman ƒ850 te betalen. De heer H. heeft
daarop verklaard, dat hij wel zesmaal in staat was
gesteld dit bedrag te voldoen, doch dat hij het niet
wildedat hij executie verlangde, om den volke te
kunnen verkondigen, wat recht heet in Nederland
Toen nu de advocaat Vrijdag van de bewuste publi
catie kennis nam, heeft hij den heer H. geschreven,
dat de inhoud daarvan op een misverstand berust,
daar de heer H. hem niets verschuldigd was, maar de
executie uitging van den heer Polderman, en deze be
reid was om de executiemaatregelen te staken, wan
neer de heer H. een schriftelijke verklaring gaf, dat
geenzins onwil, maar onmacht oorzaak was van zijn
niet-voldoen aan de tegen hem uitgesproken veroor
deeling. Hierop heeft echter de heer H. niet geant
woord.
Uit een nauwkeurig ingesteld onderzoek is gebleken,
dat de heer Hassoldt niet bij machte is uit eigen
middelen aan de ten behoeve van den heer Polderman
tegen hem uitgesproken veroordeeling te voldoen; de
laatste heeft nu van de voorgenomen tenuitvoerlegging
der condemnatie doen afzien. De aangekondigde ver
koop zal dus niet doorgaan.
Een tentoonstellingsbezoeker te Amsterdam gaf
aan den herbergier, bij wien hij zijn intrek had ge
nomen, ƒ200 in bewaring. Den volgenden dag het
geld terugvragende, beweerde de hotelier van niets te
weten, en niets ter bewaring te hebben ontvangen.
De man, zonder middelen om langer te blijven of
zaken te doen, zou zeer teleurgesteld huiswaarts zijn
gekeerd, had hij niet den sluwen, doch in dit geval
goeden raad van een vriend opgevolgd. Deze stelde
hem weder ƒ200 ter hand, met den last, die som on-
dermaal, doch nu in bijzijn van twee personen, den
inhaligen hotelier ter bewaring aan te bieden. Zoo
gezegd, zoo gedaan. Des avonds vroeg en bekwam
de gast, zonder getuigen, de 200 terug en herhaalde
den volgenden dag het verzoek, toen, gansch niet toe
vallig, dezelfde twee mannen in de gelagkamer eene
hartversterking gebruikten, die gisteren bij de over
gave der som tegenwoordig waren geweest. Ofschoon
de herbergier stijf en sterk beweerde de gelden reed9
teruggegeven te hebben, hield de logé zich thans op
zijne beurt onnoozel, en ten slotte haalde de hotelhou
der nogmaals ƒ200 uit zijn geldkastje te voorschijn.
Volgens te Nieuwediep ontvangen berichten, is
het bij het passeeren der linie gebruikelijke Neptu-
nusfeest aan boord Zr. Ms. schroefstoomschip »Trorop"
geheel gestoord door het machine-personeel, dat, te
midden der feestvreugde, beschonken te voorschijn
kwam. Daar men het echter niet in de gelegenheid
had gesteld zich aan het gebruik van spiritualiën te
buiten te gaan, vermoedde men onmiddellijk dat het
zich die op eene of andere oneerlijke wijze had aan
geschaft. Uit een onderzoek bleek dan ook, dat een
der stokers zich met een valschen sleutel toegang had
weten te verschaffen tot eene der kasten, waarin de
officieren hunne geestrijke dranken veilig waanden.
De krijgsraad heeft zich deze zaak aangetrokken.
Het feit, dat onlangs in Den Haag weder twee
gevallen van blindheid, ten gevolge van etterachtige
«oogontsteking bij pasgeboren kinderen", zijn voorge
komen, heeft de Vereeniging tot verbetering van den
gezondheidstoestand aldaar, op het voetspoor van het
geen te Amsterdam geschiedt, er toe geleid om de
tusschenkomst der Gemeentebesturen in te roepen tot
het verspreiden van eenige wenken ter voorkoming
van de nootlottige gevolgen.
Door den burgerlijken stand te 's Ilage worden
thans, bij de geboorte aangiften, deze wenken ter be
hartiging uitgereikt
De oogontsteking van pasgeboren kinderen, waar
door omstreeks veertig per honderd gevallen van
blindheid ontstaan, die door doelmatige behandeling
hadden kunnen voorkomen worden, is in den regel
niet het gevolg, zooals velen meenen, van het vatten
van koude enz., maar ontstaat tijdens de geboorte.
Het volgende neme men daarom in acht
De oogen der kinderen moeten onmiddellijk na de
geboorte met de meeste zorg met zuiverlauwwarm
water (vooral zonder zeep) en zachte linnen lapjes
gereinigd en steeds rein gehouden worden. Nooit ge-
bruike men daartoe waschwater, doeken, sponsen enz.
die reeds voor andere doeleinden en vooral niet wan
neer zij tot reiniging van de moeder zelve zijn gebruikt.
De lucht in de kraamkamer houde men zoo zuiver
mogelijk. Men stelle de kinderen niet aan te sterk
licht bloot, maar men legge ze evenmin in het donker
en hedekke vooral het gelaat niet met doeken, waardoor
het toetreden van frissche lucht belemmerd wordt.
Wanneer men bespeurt, dat de oogjes van een pas
geboren kind kenteekenen van ziekte vertoonen, dat
zij lichtschuw worden, gedurig tranen en de tranen
met slijm vermengd zijn, wanneer de oogjes des mor
gens dicht zitten en de oogleden vooral het bo
venste gezwollen en ontstoken zijn, moeten de
ouders ten spoedigste bevoegde geneeskundige hulp
inroepen, zoo mogelijk de hulp van een oogarts, opdat
de ziekte dadelijk ernstig bestreden en de daaruit
maar al te dikwijls ontstane volkomen blindheid door
gepaste middelen en geregelde behandeling voorkomen
worde.
Men bedenke dat de ziekte in 1 a 2 dagen tot
volslagen blindheid leiden kan, die door tijdige ge
neeskundige hulp had afgewend kunnen worden.
M. 's Gravendijk, tuinman te 's Hage, heeft zich
tot den Koning gewend met het verzoek om uitlevering
van authentieke stukken en brieven, betrekking heb
bende op zijn te Brussel overleden dochter, welke zich
bevinden aau het Dep van Buitenl. Zaken in Den Haag.
Adressant deelt mede, dat zijn dochter in het voor
jaar van 4876 zonder zijn toestemming naar Brussel
vertrok en aldaar in den herfst van datzelfde jaar in
het hospitaal van St. Jean moederis geworden. In Januari
4877 heeft men te Brussel aan 's Gravendijk mede
gedeeld, dat zijn dochter den 17den dier maand was
overledenterwijl de politie te Brussel verklaard
heeft, dat zijn dochter geen kind ter wereld had ge
bracht, niettegenstaande geboorte- en doodakte zich
in het bezit bevinden van den advocaat Splingard te
Brussel en den heer J. A. De Bergh te 's-Hage. Ten
einde meer licht in deze zaak te ontsteken en te
kunnen onderzoeken, in hoeverre de Haagsche en Brus-
selsche politieautoriteiten in de zaak het noodige heb
ben gedaan om de uitlevering van adressants dochter
te bevorderen, heeft hij bij herhaling om uitlevering
van de bedoelde stukken of opzending aan den advo
caat Splingard verzocht, doch tot nutoe zonder gevolg.
Te 's-Gravenhage had Maandag ten Hove eene
matinée dansante ter eere van het kleine Prinsesje
plaats. Er waren ruim honderd jeugdige gasten uit
de voornaamste kringen der stad genoodigd.
De Koning en de Koningin verwijlden geruimentijd
in het keurig gedecoreerde danszaaltje met vele van
de ouders der kleinen.
Maandagmorgen half zeven had er te Heusden
bij het vertrek van de stoomboot «Maasstroom" een
treffend ongeluk plaats. De 24jarige buffetjuffrouw
op die boot stapte bij het aan boord gaan mis en
verdronk.
In de afgeloopen week werden van Bergen-op-
Zoom naar het buitenland verzonden 540 bn. mosse
len tegen 3,25 franco aan het station. De gemid
delde prijs der oesters bedroeg 60. Het grootste
vervoer had naar Frankrijk plaats.
Weder zijn zeven jongens uit het gesticht voor
verbetering en opvoeding te Alkmaar ontsnapt.
Door het kantongerecht te Goor is een molenaar
te Holten, wegens het zonder verlof malen op Zondag,
veroordeeld tot eene boete van 5 cent of een dag
gevangenisstraf.
Ofschoon de duinwaterleiding te Vlissingen nog
niet officieel is geopend, heeft het fregat «Batavier"
toch 30 kub. Meters water eruit verkregen.
In het afgeloopen jaar hebben wij in het ge
heel 490 zonnige dagen gehad, 449 natte en 246
droge dagen. April telde 29 droge en 1 natten dag
November bracht ons 40 droge en 20 natte dagen.
December gaf 6 zonnige dagen.
Te Forcalquier is een stelling van een in aanbouw
zijnde spoorwegbrug ingezakt, juist op het oogenblik
dat er zich een aantal werklieden op de stelling be
vonden. Velen bekwamen ernstige kwetsuren, terwijl
zes man op de plaats dood bleven.
Een magnetiseur te Rheims heeft in een hok van
zes leeuwen een jonge dame in slaap gemaakt. Sla
pende werd zij op twee fauteuils gelegd en de dieren
sprongen op haar heen en weder, zonder dat de juffrouw
teekenen van leven gaf, alles tot buitengewoon groot
genoegen van een bende toeschouwers, waaronder zelfs
beschaafde lieden, die door ongezonde nieuwsgierigheid
daarheen gelokt waren.
Het klooster van de Onbevlekte Ontvangenis te
Belleville, in den staat Illinois, is verbrand. Onder