in de oudste tijden slechts tot liefde voor hel eigen gezin, langzamerhand breidde zij zich uit tot liefde voor den stam, waartoe men behoorde; later tot eene geheele natie en eindelijk tot het gansche menschdom. De zedelijkheid heeft zich niet ontwikkeld uit maar naast den godsdienst. Wanneer men eene zedelijke daad verricht, een daad van opoffering; wanneer b. v. eene moeder zit aan het ziekbed van haar kind en alles opoffert voor het herstel van haar lieveling, dan denkt zij daarbij niet: »de bijbel of God gebiedt mij dit", neen, die daad spruit voort uit het hart. Men heelt den humanisten toegevoegd, dat zij door het vernietigen van de hoop op een leven hiernamaals het mindere volk een krachtigen steun ontrukken in den moeielijken strijd hier op aarde. Is dit zoo, dan verliest daardoor tevens een goede daad haar stempel van zedelijkheidzij wordt dan een koopmansdaad, eene speculatie. Zij, die streng godsdienstig zijn, worden door den godsdienst van het kwaad teruggehouden. In deze bewering ligt veel waars, maar zij verlaagt den gods dienst dan tevens tot een politie-maatregel. Het is niet genoeg, dat men de onzedelijkheid tegengaat, men moet ook de zedelijkheid bevorderen. Het nalaten van het kwade is nog niet het goede betrachten. Bij het verlies van godsdienst zal het humanisme meer zedelijk werken dan de godsdienst. Wat toch is het kenmerk der zedelijkheid? Eene daad is zede lijk, wanneer zij het grootst mogelijk geluk beoogt van het grootst mogelijk aantal menschen en dat geluk door goede middelen voortbrengt. Aan die drie eischen moet echter gezamenlijk worden voldaan, en dit is de leer van het humanisme. De godsdienst predikt liefde, maar er is ook kennis noodig. De liefde zal het goede willen, maar onmachtig zijn zonder kennis. Alleen samen vereenigd kunnen zij iets goeds voortbrengen, doch de godsdienst beeft weinig gedaan om de kennis te vermeerderen. Het humanisme echter stelt naast liefde kennis, en het zal daarom zedelijker werken dan de godsdienst, want het is niet genoeg het goede te willen, men moet het ook kunnen. Ieder menschelijk hart gevoelt behoefte om zijne liefde te uiten en wanneer de mensch in zijne omgeving niets vindt om daaraan zijne liefde te wijden, dan schept hij zich phantasieën. De humanist breekt met het denkbeeld onze ziel te redden voor hiernamaals; hij wil zijne omgeving redden uit de ellende der wereld. Voorts weerlegde de heer F. nog het laatste argument tegen het humanisme, dat het de kunst zou dooden en betoogde, dat de kunst niet voortsproot uit goddelijke maar uit zuiver menschelijke oorzakenniet bewonderd werd om het goddelijke maar om het men schelijke, dat er in was gelegd. Hij toonde ten slotte aan, dat het humanisme geenszins de revolutie, die met rassche schreden nadert, wilde, maar veeleer haar trachtte te voorkomen door het geluk van het menschdom hier op aarde te be vorderen; sprak aan het einde een woord van op wekking tot zijne geestverwanten, die tegenwoordig waren, om krachtig, en waardig tevens, optetreden, en drukte den wensch uit voor zijne tegenstanders, niet dat zij op eens bekeerd zouden worden, want die plotselinge bekeering zou weinig standvastigheid te kennen geven en dus weinig innerlijke waarde bezitten, maar dat zij ernstig zouden nadenken over het gehoorde, om daarna eene beslissende keuze te doen tusschen het oude en het nieuwe. Van de gelegenheid tot debat werd alleen door den heer H. De Wilde gebruik gemaakt, die de voortref felijkheid van den godsdienst tegenover het humanisme staande hield en de meening verdedigde, dat, aange zien de zedelijkheidsbeginselen van het laatste dezelfde waren als die van hem en zijne geestverwanten, ze beoefend konden worden met behoud van den gods dienst. Ten slotte waarschuwde hij ernstig tegen de revolutie, die uit de leer van het humanisme en het optreden zijner predikers zou voortvloeien. Het deed ons genoegen, dat juist de heer De Wilde tegen den heer F. optrad. Hij toch, die vroeger in geschriften de leer van het humanisme had bestreden, was in de eerste plaats de aangewezen persoon om ook thans het debat te openen. Met een hartelijk woord van dank aan den heer Frowein en aan het publiek door den heer Van Swin- deren werd de bijeenkomst gesloten. Waar gelegenheid gegeven werd tot debat, zou het niet ridderlijk zijn hier over het voor en tegen van de leer van het humanisme te spreken. Maar hoe men er ook over moge oordeelen, het lijdt geen twijfel of het publiek van Maandagavond heeft den heer Fro wein met het meeste genoegen gehoord. Zijne duide lijke, populaire voordracht en zijne keurige taal doen in hem den redenaar herkennen en waardeeren, terwijl de gloed, waarmede het humanisme door spr. verde digd werd, blijk gaf van diepgewortelde innerlijke overtuiging. Overzicht van den stand der koersen. Gelukkig kunnen we nu eens van een paar beurs- dagen gewagen die gunstig afstaken bij de malaise, welke sedert weken ja, maanden, moest vermeld worden. Vooral voor Egyptenaren was goede kooplust, tenge volge waarvan de 4pcts. verbeterden van 63 '4 tot 68 en de 5pcts. eene verhooging van 84% tot 88 mochten ondergaan. De speculatie is hierbij natuurlijk in 't spel. Heeren speculanten zullen hopen dat Engeland wel weer zal zorg dragen voor de richtige nakoming van de schuldverbintenissen. Hoe ongunstiger de berichten uit het land der Pharao's zijn, hoe meer de speculanten hoop voeden dat Victoria's regeering krachtdadiger zal optreden. Hoe het den armen Egyptenaren moge gaan, gaat hun niet aan; als zij (de lieve speculanten) maar een goed kluifje van de Egyptische tafel kunnen weg kapen, zijn zij tevreden, 't Zou echter wel eens kunnen blijken dat het rijk van den onderkoning, geplunderd en verzwakt, vooreerst niet meer in staat zou zijn den dienst der publieke schuld te voldoen. Oostenrijkers en Hongaren mochten ook verdere verbetering ondergaan. Ook aan de Russische Staatsfondsen viel eenige verbetering ten deel. Wie vertrouwen in Rusland heeft, behoort thans roebelleeningen te koopen. Naar gezegd werd zou immers 50 millioen aan papiergeld j door het Gouvernement afgelost, beter gezegd, vernie tigd worden en zou de regeering er steeds op bedacht zijn om de valuta zooveel mogelijk te herstellen, 't Be hoeft niet aangetoond te worden dat, wierd krachtig de hand aan de verbetering der valuta gelegd, de koers der roebelleeningen minstens evenredig aan de verhooging van de koopkracht van den zoogen. zilveren roebel zou stijgen. De waarde van een effect hangt toch in de eerste plaats van de coupon-opbrengst af. Eene verhooging van den roebelprijs zou de opbrengst der roebelcoupons verhoogen en dus het effect in koers doen rijzen. Wij echter durven niet veel hopen van de toezegging der regeering. Een later bericht toch meldde, dat geen 50 maar 20 of 30 millioen papiergeld zou ingetrokken worden. En men weet het: de Russische regeering heeft meermalen geld geleend tot intrekking van het overtollige papiergeld, zonder dat het opgenomen ka pitaal daarvoor werd besteed. Men kan te goeder trouw zijn maar niet kunnen voldoen aan toegezegde beloften of overeengekomen voorwaarden. En toch schijnt het ons toe een eerste vereischte te zijn, dat den roebel zoodra mogelijk de vroegere koopkracht worde teruggegeven. Verbeeld u eens, dat f 460 in papier bij ons dezelfde koopkracht had als 100 in goud en dat den ambtenaar, den verpachter, den ver huurder het traktement, de pacht of de huur ten bedrage van ƒ1000 wierd uitbetaald met 1000 in papiergeld «hoe leelijk zouden die lui zitten kijken" Breid, lezer, nu uwe gedachte uit en neemt daarin zooveel mogelijk op de vele financiëele verhoudingen die in het maatschappelijk leven voorkomen, en ge hebt u een voorstelling gemaakt van de ingrijpende storing welke het sociaal verband ondergaatten koste van de kracht van het geheele sociale lichaam. Jammer is 't o. i. daarom dat de Russische regeering niet flink zooveel leent, indien het niet anders kan, als ze noodig heeft om de koopkracht van den roebel te verhoogen. Zegenrijk zou die maatregel op de op brengst van alle belasting en de vermindering der talrijke achterstallen werken. De nieuwe 6 pets. Rus sen '83, die we met enkele andere soorten den vol genden keer in onze koerslijst zullen opnemen, bleven vooruitgaand. Brazilianen, Columbianen en Peruanen zwakker. Met Peruanen blijkt het een geknoei te zijn zonder eind, zouden we geneigd zijn te schrijven. De ons voorgeschreven kortheid doet ons den lezers verzoeken de verdere koersvariatiëu in de noteering te willen nagaan. Buitenlandsch Overzicht. De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Jules Ferry, heeft van den heer Tricou twee dépê ches ontvangen, waarvan de eerste de bevestiging van het tractaat van Hué bevat, met de bijvoeging dat alleen de Fransche tekst als officieel moet beschouwd worden en het hof van Hué het aan de goedgunstig heid van de republiek overlaat, of zij later zachtere voorwaarden wil toestaan. De tweede dépêche meldt, dat de heer Tricou bij den nieuwen Koning ontvan gen is, en naar Hanoi terugkeert, om weldra naar Frankrijk te vertrekken. De heer Harmand heeft zich reeds te Saigon naar Marseille ingescheept. Van andere zijde wordt vernomen, dat de Franschen aanstaanden Vrijdag Bac-Ninh zullen aanvallen, doch dat China dit niet als een casus belli zal beschonwen. Men gelooft, dat het Ilemelsche Rijk niet voor een ooi log is uitgerust. De kamers zijn geopend. In die der afgevaardigden presideerde als oudste in jaren de heer Guichard en deed een beroep op de medewerking van alle repu blikeinen in het zittingsjaar van 1884. De heer Brisson werd daarna met groote meerder heid tot voorzitter gekozen. In den Senaat bekleedde Carnot het voorzitterschap. Hij drukte de hoop uit dat er voortaan zuinigheid zou worden betracht bij het beheer der geldmiddelen, en dat de Senaat ge roepen zal worden om het budget op grondiger wijze te onderzoeken. De minister-president Posada Herrera heeft in de Spaangche kamer van afgevaardigden bij de beraad slaging over h. t adres van antwoord het programma van het kabinet ten aanzien van het algemeen stem recht en de herziening der constitutie uitvoerig ver dedigd. Hij Het ook doorstralen, dat de koning hem een ontbindingsbesluit had beloofd, indien de meer derheid een anderen weg opging. De heer Canamaque verdedigde het tegenontwerp- adres en herinnerde eraan dat de tegenwoordige mi nisters zich tegen het algemeen stemrecht en de herziening der constitutie verklaard hebben, toen zij deel uitmaakten van de meerderheid. De premier werd bij dit gedeelte zijner rede geducht door hem onder handen genomen, als ook de heer Martos, die, zeide hij, van de monarchie was overgegaan tot de republiek, en van de republiek naar de monarchie. Volgens de Politische Correspondenz bestaat er goede kans op dat het Hougaarsche Hoogerhuis de wet op het burgerlijk huwelijk tusschen Joden en Christenen zal aannemen. Men gelooft te Pest, dat kardinaal llaynald, die te Rome een bezoek aan den Paus heeft gebracht, vandaar zeer vredelievend zal terugkeeren, omdat men op het Vaticaan bevreesd is voor algemeene invoering van het burgerlijk huwelijk in Hongarije, indien uit de tweede verwerping der thans voorgestelde wet eene politieke crisis mocht volgen. Het Egyptische ministerie heeft zijn ontslag gevraagd en gekregen, doch de Khedive heeft tevens verzocht, dat de ministers zouden aanblijven tot het nieuwe ministerie kan optreden. De brief, waarin de ministers hun ontslag vragen, zegt: »het Gouvernement der Koningin eischt dat wij Soedan zouden laten varen, maar wij missen het recht daartoe, omdat het eene bezitting is van de Porte, aan onze zorgen toevertrouwd. De regeering der Koningin zegt dat Egypte de raadgevingen moet op volgen zonder daarover te beraadslagen, doch dit schendt het organieke rescript van 4878, volgens hetwelk de Khedive regeert met en door zijne minis ters. Wij vragen ons ontslag, omdat wij verhinderd worden te regeeren volgens de constitutie." De samensteling van het nieuwe kabinet zal ver moedelijk zijn als volgt: Nubar-Pacha, voorzitter van den ministerraadSabet, buitenlandsche zaken en justitie Mahmoud, binnenlandsche zaken Elfalaki, onderwijs Abdel-Kader, oorlogMustapha, financiën. De I'ortugeesclie Kamers zijn door den koning geopend. Met ingenomenheid werd gewag gemaakt van de ontvangst, die hem en de koningin bij het bezoek aan het hof te Madrid ten deel was gevallen. Vervolgens geeft de troonrede te kennen, dat de aan dacht der Kamers ingeroepen zal worden voor de herziening der staatsregeling en voor eene wijziging der kieswet. Na verder gewezen te hebben op ver scheidene stoffelijke verbeteringen in het land, maakt de troonrede gewag van het verleenen eener concessie tot aanleg van een spoorweg van Lorenzo Marquez naar Transvaal. Ten slotte drukt de koning de hoop uit, dat het land door vermindering van belastin gen, die het voortbrengend vermogen der natie zal vergrooten, en door het invoeren van bezuinigingen in het bestuur in welvaart moge toenemen. Omtrent de herziening der kieswet heeft de minis terpresident, de heer Fontès, in de Kamer van afge vaardigden medegedeeld, dat de regeering in de jongste bijeenkomst met de commissie voor de kieswet het eens is geworden met de vertegenwoordigers der pro- gressistische partij omtrent de volgende puntenDe nieuwe kieswet zal,eene bepaling behelzen aangaande de vertegenwoordiging der minderheden in de hoofd steden der administratieve districtenin de andere plaatsen zal de kiezer, evenals bij de tegenwoordige kieswet, slechts op éen candidaat stem uitbrengen. Er zal eene bijzondere rechtbank werden opgericht voor het onderzoek der geloofsbrieven der gekozenen. Een voorstel van den heer Luciano, strekkende om den invloed van ambtenaren op de verkiezingen tegen te gaan, draagt de goedkeuring der regeering weg. Na de stemming worden de bussen overgeleverd aan de rechterlijke macht. De minister zeide ten slotte, dat de verkiezing van de constitueerende vergadering zal plaatshebben naar de bepalingen der nieuwe kieswet. Gemengde Berichten. Het N. v. d. D. heeft omtrent de proces-kosten van den heer Hassoldt (zie ons vorig no.) inlichtingen ontvangen en deze stellen de zaak in een gansch ander licht. Uit de processtukken bleek nu nl., dat het ongeval in quaestie zich volgenderwijs heeft toegedra gen. Toen het rijtuig op de brug bij de Gasthuis- molensteeg was, voer op datzelfde oogenblik onder die brug een stoomboot door, die de paarden deed schrikken; deze reden nu met het rijtuig tegen een voor H.'s woning stilstaande meubelkar aan, die daar op door den schok tegen de winkelkast aankwam en deze met het zich daarin bevindende zwaar bescha digde. De overmacht werd daarom door den rechter als bewezen aangenomen en de eisch om schadever goeding tegen den koetsier ontzegd. De advocaat heeft verder verklaard, nooit een decla ratie van ƒ2100, zooals van de zijde van den heer H. was medegedeeld, te hebben ingeleverd, maar dat hij integendeel het bedrag der proceskosten op zoodanig cijfer heeft gesteld als door den heer H., in overleg met diens toenmaligen raadsman mr. Stuart, zelf werd verlangd. Bij nader vonnis der Rechtbank werd nu de heer II. veroordeeld om, niet aan den advocaat maar den heer Polderman ƒ850 te betalen. De heer H. heeft daarop verklaard, dat hij wel zesmaal in staat was gesteld dit bedrag te voldoen, doch dat hij het niet wildedat hij executie verlangde, om den volke te kunnen verkondigen, wat recht heet in Nederland Toen nu de advocaat Vrijdag van de bewuste publi catie kennis nam, heeft hij den heer H. geschreven, dat de inhoud daarvan op een misverstand berust, daar de heer H. hem niets verschuldigd was, maar de executie uitging van den heer Polderman, en deze be reid was om de executiemaatregelen te staken, wan neer de heer H. een schriftelijke verklaring gaf, dat geenzins onwil, maar onmacht oorzaak was van zijn niet-voldoen aan de tegen hem uitgesproken veroor deeling. Hierop heeft echter de heer H. niet geant woord. Uit een nauwkeurig ingesteld onderzoek is gebleken, dat de heer Hassoldt niet bij machte is uit eigen middelen aan de ten behoeve van den heer Polderman tegen hem uitgesproken veroordeeling te voldoen; de laatste heeft nu van de voorgenomen tenuitvoerlegging der condemnatie doen afzien. De aangekondigde ver koop zal dus niet doorgaan. Een tentoonstellingsbezoeker te Amsterdam gaf aan den herbergier, bij wien hij zijn intrek had ge nomen, ƒ200 in bewaring. Den volgenden dag het geld terugvragende, beweerde de hotelier van niets te weten, en niets ter bewaring te hebben ontvangen. De man, zonder middelen om langer te blijven of zaken te doen, zou zeer teleurgesteld huiswaarts zijn gekeerd, had hij niet den sluwen, doch in dit geval goeden raad van een vriend opgevolgd. Deze stelde hem weder ƒ200 ter hand, met den last, die som on- dermaal, doch nu in bijzijn van twee personen, den inhaligen hotelier ter bewaring aan te bieden. Zoo gezegd, zoo gedaan. Des avonds vroeg en bekwam de gast, zonder getuigen, de 200 terug en herhaalde den volgenden dag het verzoek, toen, gansch niet toe vallig, dezelfde twee mannen in de gelagkamer eene hartversterking gebruikten, die gisteren bij de over gave der som tegenwoordig waren geweest. Ofschoon de herbergier stijf en sterk beweerde de gelden reed9 teruggegeven te hebben, hield de logé zich thans op zijne beurt onnoozel, en ten slotte haalde de hotelhou der nogmaals ƒ200 uit zijn geldkastje te voorschijn. Volgens te Nieuwediep ontvangen berichten, is het bij het passeeren der linie gebruikelijke Neptu- nusfeest aan boord Zr. Ms. schroefstoomschip »Trorop" geheel gestoord door het machine-personeel, dat, te midden der feestvreugde, beschonken te voorschijn kwam. Daar men het echter niet in de gelegenheid had gesteld zich aan het gebruik van spiritualiën te buiten te gaan, vermoedde men onmiddellijk dat het zich die op eene of andere oneerlijke wijze had aan geschaft. Uit een onderzoek bleek dan ook, dat een der stokers zich met een valschen sleutel toegang had weten te verschaffen tot eene der kasten, waarin de officieren hunne geestrijke dranken veilig waanden. De krijgsraad heeft zich deze zaak aangetrokken. Het feit, dat onlangs in Den Haag weder twee gevallen van blindheid, ten gevolge van etterachtige «oogontsteking bij pasgeboren kinderen", zijn voorge komen, heeft de Vereeniging tot verbetering van den gezondheidstoestand aldaar, op het voetspoor van het geen te Amsterdam geschiedt, er toe geleid om de tusschenkomst der Gemeentebesturen in te roepen tot het verspreiden van eenige wenken ter voorkoming van de nootlottige gevolgen. Door den burgerlijken stand te 's Ilage worden thans, bij de geboorte aangiften, deze wenken ter be hartiging uitgereikt De oogontsteking van pasgeboren kinderen, waar door omstreeks veertig per honderd gevallen van blindheid ontstaan, die door doelmatige behandeling hadden kunnen voorkomen worden, is in den regel niet het gevolg, zooals velen meenen, van het vatten van koude enz., maar ontstaat tijdens de geboorte. Het volgende neme men daarom in acht De oogen der kinderen moeten onmiddellijk na de geboorte met de meeste zorg met zuiverlauwwarm water (vooral zonder zeep) en zachte linnen lapjes gereinigd en steeds rein gehouden worden. Nooit ge- bruike men daartoe waschwater, doeken, sponsen enz. die reeds voor andere doeleinden en vooral niet wan neer zij tot reiniging van de moeder zelve zijn gebruikt. De lucht in de kraamkamer houde men zoo zuiver mogelijk. Men stelle de kinderen niet aan te sterk licht bloot, maar men legge ze evenmin in het donker en hedekke vooral het gelaat niet met doeken, waardoor het toetreden van frissche lucht belemmerd wordt. Wanneer men bespeurt, dat de oogjes van een pas geboren kind kenteekenen van ziekte vertoonen, dat zij lichtschuw worden, gedurig tranen en de tranen met slijm vermengd zijn, wanneer de oogjes des mor gens dicht zitten en de oogleden vooral het bo venste gezwollen en ontstoken zijn, moeten de ouders ten spoedigste bevoegde geneeskundige hulp inroepen, zoo mogelijk de hulp van een oogarts, opdat de ziekte dadelijk ernstig bestreden en de daaruit maar al te dikwijls ontstane volkomen blindheid door gepaste middelen en geregelde behandeling voorkomen worde. Men bedenke dat de ziekte in 1 a 2 dagen tot volslagen blindheid leiden kan, die door tijdige ge neeskundige hulp had afgewend kunnen worden. M. 's Gravendijk, tuinman te 's Hage, heeft zich tot den Koning gewend met het verzoek om uitlevering van authentieke stukken en brieven, betrekking heb bende op zijn te Brussel overleden dochter, welke zich bevinden aau het Dep van Buitenl. Zaken in Den Haag. Adressant deelt mede, dat zijn dochter in het voor jaar van 4876 zonder zijn toestemming naar Brussel vertrok en aldaar in den herfst van datzelfde jaar in het hospitaal van St. Jean moederis geworden. In Januari 4877 heeft men te Brussel aan 's Gravendijk mede gedeeld, dat zijn dochter den 17den dier maand was overledenterwijl de politie te Brussel verklaard heeft, dat zijn dochter geen kind ter wereld had ge bracht, niettegenstaande geboorte- en doodakte zich in het bezit bevinden van den advocaat Splingard te Brussel en den heer J. A. De Bergh te 's-Hage. Ten einde meer licht in deze zaak te ontsteken en te kunnen onderzoeken, in hoeverre de Haagsche en Brus- selsche politieautoriteiten in de zaak het noodige heb ben gedaan om de uitlevering van adressants dochter te bevorderen, heeft hij bij herhaling om uitlevering van de bedoelde stukken of opzending aan den advo caat Splingard verzocht, doch tot nutoe zonder gevolg. Te 's-Gravenhage had Maandag ten Hove eene matinée dansante ter eere van het kleine Prinsesje plaats. Er waren ruim honderd jeugdige gasten uit de voornaamste kringen der stad genoodigd. De Koning en de Koningin verwijlden geruimentijd in het keurig gedecoreerde danszaaltje met vele van de ouders der kleinen. Maandagmorgen half zeven had er te Heusden bij het vertrek van de stoomboot «Maasstroom" een treffend ongeluk plaats. De 24jarige buffetjuffrouw op die boot stapte bij het aan boord gaan mis en verdronk. In de afgeloopen week werden van Bergen-op- Zoom naar het buitenland verzonden 540 bn. mosse len tegen 3,25 franco aan het station. De gemid delde prijs der oesters bedroeg 60. Het grootste vervoer had naar Frankrijk plaats. Weder zijn zeven jongens uit het gesticht voor verbetering en opvoeding te Alkmaar ontsnapt. Door het kantongerecht te Goor is een molenaar te Holten, wegens het zonder verlof malen op Zondag, veroordeeld tot eene boete van 5 cent of een dag gevangenisstraf. Ofschoon de duinwaterleiding te Vlissingen nog niet officieel is geopend, heeft het fregat «Batavier" toch 30 kub. Meters water eruit verkregen. In het afgeloopen jaar hebben wij in het ge heel 490 zonnige dagen gehad, 449 natte en 246 droge dagen. April telde 29 droge en 1 natten dag November bracht ons 40 droge en 20 natte dagen. December gaf 6 zonnige dagen. Te Forcalquier is een stelling van een in aanbouw zijnde spoorwegbrug ingezakt, juist op het oogenblik dat er zich een aantal werklieden op de stelling be vonden. Velen bekwamen ernstige kwetsuren, terwijl zes man op de plaats dood bleven. Een magnetiseur te Rheims heeft in een hok van zes leeuwen een jonge dame in slaap gemaakt. Sla pende werd zij op twee fauteuils gelegd en de dieren sprongen op haar heen en weder, zonder dat de juffrouw teekenen van leven gaf, alles tot buitengewoon groot genoegen van een bende toeschouwers, waaronder zelfs beschaafde lieden, die door ongezonde nieuwsgierigheid daarheen gelokt waren. Het klooster van de Onbevlekte Ontvangenis te Belleville, in den staat Illinois, is verbrand. Onder

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1884 | | pagina 2