de afstand van Bogos en twee andere districten nabij
Massowah voldoende zal zijn om de Abyssiniërs de
vijandelijkheden te doen staken, doch niet onwaar
schijnlijk is het, dat deze partij willen trekken van
den hachelijken toestand waarin Egypte verkeert, om
den afstand van de belangrijke havenstad Massowah
zelf te eischen, hetgeen voor Egypte een groot ver
lies zou zijn.
De geruchten omtrent het ontslag van den Khedive
worden algemeen bevestigd, hoewel het nog niet zeker
schijnt, dat Ismaël hem zal opvolgen.
Ook de fmanciëele toestand van Egypte is hoogst
treurig en bij de commissie voor het onderzoek van
het budget is dan ook aangedrongen om de meest
mogelijke bezuiniging in te voeren. De Khedive is
hierin zelf voorgegaan. Hij heeft een brief gericht tot
den voorzitter van die Commissie, waarin hij zegt,
dat hij de eerste wenscht te zijn, wien deze bezuini
gingen zullen gelden. Hij wil daarom zijn inkomen
met 10 pet. verminderd zien en ook dat van den
erfprins, en de uitgaven voor de hofhouding zullen
besnoeid worden, ten einde niet slechts de lasten des
lands te verlichten, maar ook eeDe inkrimping te
voorkomen van de wedden der lagere ambtenaren.
De inwendige politieke toestand in Spanje laat ook
nog veel te wenschen over. Toch zal de strijd tus-
schen ministerie en afgevaardigden vermoedelijk spoedig
geëindigd zijn, aangezien heden de discussiën over het
adres van antwoord op de troonrede zullen aanvangen.
Het Kabinet zal de Kamer ontbinden, als het een
besluit in dien zin van den koning kan verkrijgen,
en als de Kamer een tegen het programma van het
ministerie gericht adres van antwoord aanneemt.
Gisteren heeft de afgevairdigde Robledo in de Kamer
namens de conservatieven gezegd, dat zij geen tegen
ontwerp ter beantwoording van de troonrede zullen
voorstellen. Wellicht dat dit besluit nog eene ontbin
ding of een ministriëele crisis voorkomt.
De overheden te Madrid verwachtten oproerige bewe
gingen aan de Spaansche grenzen en waarschuwden
de prefecten in die streken.
In Frankrijk is eindelijk het rechtsgeding tegen
den markies De Rays geëindigd. Men weet dat deze
onder de bedriegelijkste voorspiegelingen een aantal
manschappen had aangeworven voor eene kolonisatie
op Port-Breton, waar hun niets dan ellende en jammer
wachtten en waar zij totaal aan hun lot werden over
gelaten, om niet van de onmenschelijke behandeling
te spreken, die de ongelukkige landverhuizers op hun
nen tocht naar de zoogenaamde kolonie aan boord der
schepen ondervonden hebben. De rechtbank heeft den
markies veroordeeld tot vier jaren en vijf anderen tot
eene kortere gevangenisstraf, van zes maanden tot
twee jaren.
De Pruisische regeering heeft op kerkelijk-politiek
gebied een blijk van verzoening gegeven door de
schorsing opteheflen der staatsgelden voor de bisdom
men van Culm, Ermeland en Hildesheim. De toelagen
voor de bisdommen Keulen, Munster en Posen worden
intusschen nog steeds ingehouden.
Het gerucht, dat graaf von Manteuffel zou aftreden
als stadhouder van Elzas-Lotharingen, omdat hij door
te groote toegevendheid 's Keizers misnoegen had opge
wekt, wordt tegengesproken. Integendeel wordt thans
gemeld, dat de Keizer dezer dagen een nieuw bewijs
van gunst aan den maarschalk heeft geschonken.
OPENBARE VERGADERING
van den
Baad der gemeente (Soes.
op VRIJDAG den 4 JANUARI 1884,
des namiddags te 2 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer, bur
gemeester.
Tegenwoordig eerst 7, daarna 8 leden en de secretaris.
Afwezig de heeren B. M. Den Boer, B. Quist, B.
Van Asperen Vervenne en J. Steketee, mot kennis
geving dat >daar het antwoord van den Minister in
zake de eedsquaestie hen niet heeft bevredigd, zij zich
genoodzaakt hebben gezien zich andermaal tot L. M.
onzen geëerbiedigden Koning te wenden, ten einde een
meer beslist antwoord te ontvangen, en dat zij daarom
de raadsvergadering nog niet kunnen bijwonen."
(De Voorzitter deelt hierbij mede, dat hij de bedoelde
beslissing den '21 Dec. heeft ontvangen en uitgereikt,
waarvan de voorlezing wel niet verlangd zal worden.)
Eene vacature.
I. De notulen der vergadering van den 14 December
jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die alle, zooveel noodig met goedkeuring, voor notifi
catie worden aangenomen
lo. de afloop der aanbesteding van de gewone
onderhoudswerken en leverantiën op 15 Dec. (zie ons
no. van 18 Dec.);
2o. de opbrengst der verkochte boomen 957 aan
den West'navendijk en 279,50 aan de Kleine Schans.
3o. dat door de stormen van 1214 Dec. bij eene
waterhoogte van 3.70 M. boven A. P. geene calamiteit
aan het sas is teweeggebracht.
III. Ais ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht
a. Missive van Ged, Staten, waarbij goedgekeurd
wordt teruggezonden het 2e suppletoir kohier van den
Hoofdelijken Omslag vcor 1883.
b. Berichten van de heeren J. M. Kakebeeke, Z. D.
Van der Bilt La Mottke en dr. N. J. F. Verschoor,
dat zij de op hen uitgebrachte benoemingen zich
laten welgevallen.
Alles voor notificatie aangenomen.
IV. Nu deelt de Voorzitter mede, dat bij de jongst-
gebouden verkiezing van een lid van den gemeenteraad,
ter vervanging van den heer J. Van Zandbergen Bu-
walda, is gekozen de heer dr. A. Isebree Moens, welke
heer bereids zijn geloofsbrief en verdere stukken heeft
ingezonden.
Hij stelt die stukken in handen eener commissie,
bestaande uit de heeren Ochtman, Ramondt en Van
der Hoek, en verzoekt, dat die commissie dadelijk
haar onderzoek instelle en schorst voor eenige oogen-
blikken de vergadering.
De genoemde heeren verlaten met den secretaris de
zaal.
Teruggekeerd wordt bij monde van den heer Ocht
man rapport uitgebracht, concludeerende tot toelating,
welke conclusie, door den Voorzitter in een voorstel
veranderd, zonder hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
V. Nog deelt de Voorzitter mede, dat door heeren
Ged. Staten enkele opmerkingen zijn gemaakt omtrent
de vastgestelde begrooting van ontvangsten en uitgaven
der gemeente voor 1884, aan welke opmerkingen bij
voorstel van burg. en weth. is tegemoet gekomen, of
weike zijn wederlegd.
Overeenkomstig het advies der fmanciëele commissie,
wordt dit voorstel met algemeene stemmen aangeno
men en de begrooting, gewijzigd, opnieuw vastgesteld.
VI Daarna wordt gelezen een schrijven van den
heer M C. J. Pilaar, dat zijne zaken hem verhinderen
de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
aan te nemen.
De Voorzitter voegt hierbij dat van dit schrijven
mededeeling is gedaan aan het bestuur der instelling
en dat van dit bestuur eene nieuwe aanbeveling is
ontvangen, waarop voorkomen de heeren B. M. Den
Boer en J. E. Mulock Houwer.
Hij stelt voor tot benoeming over te gaan en noo-
digt de heeren Ramondt en Kakebeeke uit als stem-
opnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht
op den heer J. E. Mulock Houwer 5, B. M. Den Boer
2 stemmen en een biljet in blanco, zoodat de heer
J. E. Mulock Houwer benoemd is.
VII. Alsnu komt in behandeling het voorstel van
jhr. M. J. De Marees van Swinderen tot opheffing van
het sanitair toezicht op de prostitutie.
Zooals bekend is, acht de voorsteller dit toezicht in
strijd met de artt. 140 en 3 der grondwet, alsmede
met de artt. 135 en 150 der gemeentewet. Burg.
en weth. hebben in een uitgebreid rapport de aan
gevoerde argumenten wederlegd, doch de voorsteller
heeft ze bij nadere nota gehandhaafd.
De laatste conclusie van den voorsteller is, om den
Raad te doen uitmaken, of hij wettelijk bevoegd is
op dit onderwerp bepalingen te geven.
De Voorzitter licht de verschillende stukken toe
en voegt erbij, dat nu alleen de wettigheid van het
sanitair toezicht aan de orde is. Wordt dit beginsel
behouden, dan zal later de verordening zelf in behan
deling komen, nadat zij eerst aan het oordeel van de
gezondheidscommissie en van den inspecteur is onder
worpen.
De voorlezing der stukken wordt niet verlangd.
De heer dr. Callenfels verklaart volkomen in te
stemmen met het gevoelen van burg. en weth. Als
er iets is, waarop eene verordening noodig is, dan is
dit het sanitair toezicht op de prostitutie, en de Raad
is zijns bedunkens daartoe bevoegd, op grond van
art. 135 der gemeentewet. Art. 3 der grondwet is
hier niet van toepassing, want als van de prostitutie
een bedrijf wordt gemaakt, kan zij ook geregeld
worden. In zijne practijk, nog in het laatste jaar,
heeft hij vier droevige gevallen van syphilis gehad,
die hem in de overtuiging van bestendiging van het
toezicht versterkt hebben en daarom zal hij voor het
behoud van het toezicht stemmen.
De heer jhr. De Marees van Swinderen wil een
enkel woord, alleen over de wettelijke quaestie, spre
ken, tot wederlegging van het gesprokene door dr.
Callenfels. Deze heer heeft wel gezegd, dat het toezicht
noodzakelijk is, maar is in gebreke gebleven om aan
te toonen, dat het hier een onderwerp van openbare
hygiëne betreft, welke bedoeld is in art. 135 der
gemeentewet. Volgens Spr. moeten de verordeningen,
in dat art. bedoeld, betrekking hebben op de huis
houding der gemeente, en als nu de gemeentewet
verder had willen gaan dan de Grondwet aangaf,
zou zij dit wel nader hebben aangeduid. Met een
kort overzicht van de geschiedenis der wetgevende
bevoegdheid van de gemeentebesturen, komt hij tot
de conclusie, dat de gemeentebesturen aan de eene
zijde slechts eigen huishouding te regelen hebben, en
aan de andere zijde, als ondergeschikt lichaam van
den staat, deze in overeenstemming hebben te brengen
met de voorschriften van den staat. Nu gelooft hij,
dat niemand het bekampen van een besmettelijke ziekte
als een huishoudelijk belang der gemeente zal beschou
wen. En evenmin, dat, zooals burg. en weth. in hun
rapport doen uitkomen, de zaak, zoolang zij niet door
den rijkswetgever geregeld is, als een onderwerp van
gemeentelijke wetgeving kan beschouwd worden. Nog
herinnert de spr. aan hetgeen hij in een van zijne
nota's heeft aangegeven, dat, als de gemeentelijke
wetgever kon regelen wat de rijkswetgever niet gere
geld heeft, dan ook b. v. de veldarbeid van kinderen
een onderwerp van zijne wetgevende bevoegdheid zou
wezen. Maar in de wet op het lager onderwijs is in
art. 82 juist deze zaak onder de bevoegdheid der ge
meentebesturen gebracht wel een bewijs dus dat de
gemeentebesturen slechts in aangewezen gevallen ter
hand kunnen nemen wat niet van Rijkswege is geregeld.
De heer dr. Callenfels zegt, dat bij de uitgebreid
heid der rede van den heer Van Swinderen het
moeieiijk gaat deze dadelijk te beantwoorden. Toch
wil hij een enkel punt wederleggen, namelijk de
schifting tusschen de openbare en private hygiëne.
Spr. weet niet, waar die schifting is aangevoerd.
De heer jhr. De Marees Van Swinderen wijst op
een rapport der Maatschappij van geneeskunde.
De heer dr. Callenfels haalt daarentegen aan het
werk van dr. Ali Cohen en houdt vol, dat het nood
zakelijk blijft, Bet toezicht op de prostitutie te hand
haven, ook om de treurige gevolgen, die de syphilis
heeft dat hij wel degelijk tot de zorg voor de
openbare gezondheid brengt.
De heer Ramondt zegt, dat de voorsteller aan het
slot van zijn betoog een parallel heeft getrokken met
art. 82 der onderwijswet. Spr. acht die parallel in
dezen niet juist. Bij dat artiktl wordt de persoonlijke
vrijheid belemmerd, aangezien daarbij bepalingen kun
nen gemaakt worden, die kinderen beletten veldarbeid
uit te oefenen. In dezen is dit niet het geval. De
vrijheid om prostituée te zijn wordt niet belemmerd,
maar het bedrijf aan zekere beperkende bepalingen
in het algemeen belang onderworpen. Wat betreft de
bevoegdheid der gemeentebesturen acht hij het bestaan
der door de bevoegde autoriteit goedgekeurde verorde
ning het overtuigend bewijs, dat die bevoegdheid be
staat. Maar ook dit is hier niet overwegend want
de heer Van Swinderen acht de zaak in strijd met
de Grondwet. Ware dit zoo, dan zou van zelf iedere
wetgever onbevoegd zijn. Dien strijd met de Grondwet
vindt de heer Van Swinderen in de omstandigheid
dat, omdat alleen vrouwen onderzocht worden, er in
dezen geene gelijke bescherming van personen zou
bestaan. Maar spr. wijst er op, dat uit den aard der
zaak dit bedrijf alleen door vrouwen wordt en kan
worden uitgeoefend, en omdat dit zoo i» vervalt elk
denkbeeld van eenzijdige wetstoepassing ten voordeele
van den man. Alleen wanneer bet denkbaar ware
dat ook de man dit bedrijf uitoefendezou eene
gelijke wetstoepassing ook het onderzoek op dezen
vorderen. Op de aangevoerde gronden zal spr. tegen
de opheffing van het onderzoek stemmen.
De heer jhr. De Marees van Swinderen refuteert
als zou het trekken van een paralel tusschen deze
quaestie en art. 82 der onderwijswet niet opgaan.
Maar als een vrouw, die prostituée is, aan beperkende
maatregelen onderworpen wordt, is dat dan niet in
strijd met art. 3 der grondwet Spr. haalt nog aan
het getuigenis van mr. Modderman dat in de ver
ordeningen de mannen boven de vrouwen beschermd
worden. En al ware hetdat het eene zaak van on
zedelijkheid geldt, moet men dan toch voor de ver
worpelingen der maatschappij bepalingen maken, al
leen omdat zij van de prostitutie bedrijf maken en
niet voor hen, die de prostitutie uit genoegen, uit
wellust uitoefenen
De heer dr. Callenfels moet nog releveeren dat op
de congressen vele stemmen zijn opgegaan, die niet
steekhoudend zijn.
De heer Massee wil uit appréciatie van de vele
moeite, welke de heer v. Swinderen in dezen geno
men heeft, zijne stem motiveeren. Hij is van oordeel,
dat art. 135 wel degelijk de openbare gezondheid \>e-
treft, dewijl reeds art. 134 over de huishouding der
gemeente handelt, en acht dus den Raad bevoegd. Hij
zal tegen het idee van den heer v. Swinderen stemmen
De Voorzitter wil, na de wederzijdsche toelichting,
alleen nog een enkel woord zeggen over eene vraag
door den heer Van Swinderen aan het slot zijner
laatste nota geopperd, teweten: of het met de publieke
moraliteit is overeentebrengen de wettelijke regeling
te behouden. Spr. moet als zijn gevoelen zeggen, dat
hij niet het minste gewetensbezwaar heeft om den
Raad voortestellen de regeling te behouden. Het moge
waar zijn dat elders de gruwelen in de verordening
zijn opgenomen, welke den heer Modderman zijn getui
genis in den mond of in de pen gaven, de verorde
ning van Goes is zoo kalm en eenvoudig, dat spr.
gelooft, dat mr. Modderman de verordening van Goes
niet in handen heeft gehad. Voorts haalt spr. aan
het getuigenis van mr. Veegens, griffier der Kamer,
in de November-aflevering van de Vragen des Tijds, een
tegenstander van het sanitair toezicht, doch die erkent
dat het vooral in kleine gemeenten, waar weinig door
trek is, heilzaam werkt.
De heer jhr. De Marees van Swinderen wil wel
KOERS DER AMSTERDAMSCHE BEURS.
NB. Het tusschen haakjes achter enkele soorten ge
plaatste cijfer duidt het aantal onbetaald ge
bleven coupons aanbij die stukken behoorende.
STAATSBBKmHSBHt.
2 Jan.
31 Dec.
EUBOPA. pct-
PCt.
PCt.
Hongarije, Obl. Leening 1867
5
94?4
97
dito, Goudleening
5
79%
81%
Italië, 1881.
5
84i/,
86
Nederland, Cert. N. W. S.
2%
66114
65%
dito, dito dito
3
79%
77%
dito, dito dito
4
102
101
Oostenrijk, Obl. in papier Mei-Nov.
5
63%
65i%
dito, dito zilver Jan.-Juli
5
64
65%
dito, dito goud
4
80%
81%
Portugal, Obl. Btl. 53/80
3
52%
52%
dito, dito 1881
5
88 1%
89%
Rusland,
98%
Obl. Hope <0 Co. 1798/1815
Cert. Inscbrijv. 5e serie '54
5
98
53 i-He
5
55%
dito dito 6e '55
5
75%
77%
Obl. 1864 ƒ1000
5
94%
96
dito 1866 £100
5
88%
91%
dito 1872 gecons.
5
82
85
dito 1873 dito
5
82%
84%
dito 1877
5
88%
90i%
dito Oostersche leening le serie
5
51%
533/,
dito 1850 le Leening
4%
87
88
85
dito 1860 2e dito
4%
82%
dito 1875 gecons.
4%
74i%
77%
dito 1880 gecons.
4
65%
673/,
dito Leen. 1867/69 (Nicolaï)
4
74%
76%
65
dito dito 1859
3
66
Spanje, Obl. Btl. 1871/75
1
27
24
dito dito dito 1876
2
43
44%
dito dito perp. Schuld
4
58
52%
dito Leening Binnenland Pes. 100%ooo
25
22%
Turkije, dito Alg. Schuld 1865 geregistr
10%
17%
dito dito 1863/1865 (12)
6
11
11%
dito dito 1869 geregistr.
-
20
16%
AI'KIKV.
63%
Egvpte, Obl. leening 1876
4
70%
dito Spoorwegleening 1876
e
80
84%
1883.
2 Jan.
31 Dec.
PCt.
PCt.
PCt.
NOOKD-AMERIKA.
Ver. Staten, Obl. 1876
4%
118%
113%
ZUID-AMERIKA.
Brazilië, Obl. 1865 100
5
99
99
dito dito 1875 100
5
99%
101
Columbia, dito (16)
4%
29%
28
Peru,' dito leen. 1870 (17)
MTOTBOTK. Km ff». ©TOBM
6
15%
133/,
It.
N.-Afrik. Handelsv. aand.
203
173%
Gemeente Crediet Obl.
4%
102 3%
101%
Maats. Fijenoord Aandeelen.
50
46
Rott. Hypotheekbank, Pandbr.
4%
101
100%
Stoomvaart Zeeland Aand.
90
92
dito dito Obl.
5
100%
101
Rusland, Pandb. Hyp. Bank
5
76
82
Nederl., Holl. IJzer. sp. Obl. 1871
5
108
100%
Maats. Expl. Staatsspw. dito 1873
5
106%
103%
Ned. Centraal spw. gest. dito
67%
71%
Hongarije, Theisspw. dito
3
83%
85'/,
Italië, Zuid Ital. spw. dito
3
5H%
51%
Polen, Wars. Bromb. aand.
4
45%
44
dito, Warscbau-Weenen aand.
54%
67%
Rusland, groote spw.maatsch. aand.
5
1183%
118%
dito hypoth. Obligatiën
4%
87%
90%
dito dito dito
4
80%
82
Baltische spoorwegaandeelen
3
491%
50%
86
Charkow Azow. Oblig.
5
84
Jelez Griasi dito
5
82
841%
Jelez Orel dito ƒ1000
5
85
861%
dito dito 100
5
81
81
Morschansk-Sysran Aand.
5
633%
53%
Mosk.-Jaroslaw Oblig.
5
98%
99%
Orel Vitebsk dito
5
84%
78%
Poti-Tiflis dito 1000
5
85
87%
dito dito 100
5
83%
84%
Zuid-Westelijke Spoorw. maatsch. aand. 5
55i%
53%
AMERIKA.
Centr. Pac. Obl.
6
1133%
111%
dito Californië-Oregon Obl.
6
103i%
102%
Chicago N. W. Cert. Aand. Preferred
160%
142%
dito Mad. Extension Obl.
7
119
126%
1883.
2 Jan.
31 Dec.
PCt.
PCt.
PCt.
Chicago Menomonee Obl.
7
119
125%
dito N. W. Union dito
7
116%
1253%
dito Winona St. Peter dito
7
118 3%
124%
Chicago South-Westh. dito
7
118%
122%
Illinois Cert, van Aand.
142
131%
Illinois Springfield Obl.
6
109
110%
Louisv. en Nashville (le hyp.)
Obl.
6
101%
104%
dito dito (2e
dito
3
48%
50
Milwaukee (in goud)
dito
7
118
118%
Missouri-Pac. South
dito
6
1021%
102%
St. Paul Minn, en Manitoba
dito
7
107%
107
dito dito (2e hyp.) dito
6
107%
107%
Southern Pacific
dito
6
102
102%
Un. Pac. Hoofdlijn
dito
6
113
113
Un. Pac. Coll. Trust Bonds
dito
6
105%
106%
Union Pacific Coll. trust
5
93%
ÏBAMWKBIBAATSeiSAffffïjrE]®.
Amst. Omnib.-Maatsch. Obl.
4%
100
101%
Arnh. Tramwegm. Aand.
82%
90
Gooische dito dito
99%
75%
Nederl. dito dito
80
74%
Rotterd. dito dito
97%
109
ffBB5££B»I«KBïI»G:BS!!.
Nederland, stad Amsterdam a
ƒ1000
3
104%
103
dito a 100
110
107%
Stad Rotterdam
3
101
101
Gemeente-crediet
3
95%
94%
België, Antwerpen 1874
3
95%
96%
dito Brussel 1879
3
943%
96%
Hongarije, Theiss Regul. loten
4
92%
92
Oostenrijk, Staatsleening 1860
5
110%
1123%
Stad Weenen 1874
105
104%
Rusland, dito 1864
5
127
128%
Spanje, St. Madrid '68 (gest.)
3
42%
42%
Turkije, spoorwegleen. (16)
3
12%
9%