I Landbouw en Veeteelt. Rechtszaken. Buitenlandsch Overzicht. Gemengde Berichten. 4 Tolen. Gisteren is in den gemeenteraad besloten, dat de oude openbare school zal ingericht worden tot bewaarschool en dat de normaalinrichting overgebracht zal worden naar het gebouw, waar nu bewaarschool gehouden wordt. Drijsclior. Terwijl najaar en winter op de meeste plaatsen voor den arbeidenden stand tijdperken van schrale verdienste en kommer zijn, loopt hier niemand ledig. Het product, dat de oorzaak is eener betrek kelijke welvaart, die men elders in dit getijde vergeefs zoekt, is het vlas. Hij, die de bewerking van het vlas hier invoerde want het is nog niet zoo heel lang geleden, dat deze arbeid in handen van vreemden was bewees deze gemeente een waarachtige weldaad. Dat de verbouw van dit artikel ook voor den boer niet zoo gansch onvoordeelig is, bewijzen de volgende cijfers. De zomerprijzen van het groene gewas varieerden zeer sterk, van ƒ80, 90 en f 100 tot ƒ1 25 en ƒ160. De zaadopbrengst was van 4 tot 6 ILL. per gemet, dat thans verkocht wordt tegen ƒ10 a ƒ10,25. Aan zuiver vlas leverde het gemet gemiddeld 80 steen, op het oogenblik verhandeld voor 1,20 a 1,70 het steen. Vooral de genoemde zaadprijzen zijn hoog te noemen. Voor oningewijden diene nog, dat een steen 28 ons weegt. Eén fabriek is er echter, die geen vlas aan neemt dan in steenen van 28,2 ons. Het gerechtshof te Amsterdam deed Woensdag uitspraak in de bekende strafzaak wegens het maken en in omloop brengen van valsche bankbiljetten. De vier beschuldigden Salzedo, Vlietstra, Doorenbosch en Exter werden veroordeeld ieder tot eene tuchthuisstraf van tien jaren en betaling van twee geldboeten elk groot 50. Naar het Dagblad met stelligheid verneemt, heeft de heer Meuleman te Bergen-op-Zoom wel degelijk een aanklacht wegens hoon en laster ingediend tegen de drukkers en uitgevers der Middelb. Ct., wegens haar bericht van 13 dezer. De zaak der Utrechtsche studenten, beschuldigd den dood van eene vrouw die zij uit haar huis gehaald en mishandeld hadden veroorzaakt te heb ben, is na een langdurig onderzoek naar de rechtbank verwezen. Het toeval wil, dat de premier van het Fransche ministerie, de heer Ferry, juist altijd een min of meer belangrijk en voor de Fransche wapenen gunstig tele gram ontvangt, op het oogenblik dat hij de verschil lende krediet-ontwerpen in Kamer of Senaat moet verdedigen. Zoo las hij, toen gisteren in de Senaat de krediet-wetten moesten worden behandeld, een door hem ontvangen dépêche voor, vermeldende, dat de buitenwerken van Sontay door Courbet waren genomen. De Senaat nam dan ook de beide ontwerpen met nagenoeg algemeene stemmen aan. Omtrent deze overwinning der Franschen seint de correspondent van de New-York Herald uit Hongkong dat de Franschen Sontay aanvielen met 4000 man, 3000 man in reserve houdend. Ondanks de hardnek kige verdediging der Chineezen, namen de Franschen de voornaamste buitenposten, bestaande uit vijf ver sterkte dorpen. De Franschen verloren 200 man en 15 officieren aan gesneuvelden en gewonden. De Chineezen houden de citadel der stad nog bezet en de Franschen waren voornemens haar den 17n, tegelijk van de land- en van de zeezijde aantevallen. Voorts was hun door verkenningen gebleken, dat Bac-Ninh nagenoeg onbezet was. Zoolang nu het fort van Sontay nog in handen der Chineezen is, blijft de overwinning der buitenwerken van de vesting slechts een twijfelachtig voordeel. Te meer is dit het geval, wanneer de berichten omtrent de uitstekende bewaping der Chineesche troepen waar heid behelzen. Na de verschillende verklaringen van den markies Tseng kan China nu bovendien dezen aanval op Sontay als een casus belli beschouwen en zou dus de oorlog feitelijk verklaard zijn, zoodat niets de Chineesche regeering behoeft te weerhouden om hare legers tegen de Franschen te dirigeeren, iets wat zij eigenlijk, onder voorwendsel van bescherming der grenzen tegen ongeregelde benden, toch reeds lang heeft gedaan. In Engeland is men weder vol ongerustheid, naar aanleiding van een te New-York gehouden bijeenkomst van dynamietmannen, waarin deze op de hun eigen minzame wijze lucht hebben gegeven aan hunne ver ontwaardiging over het zoo spoedig aan Carey's moor denaar O'Donnell voltrokken doodvonnis. Moord en doodslag stonden in hunne redevoeringen bovenaan en worden hunne woorden daden, dan zal geen vertegen woordiger van het machtig Albion langer veilig zijn. Geen wonder dan ook, dat de minister Gladstone zich door eene politiemacht laat omringen en dat London bridge en Newgate streng worden bewaakt. Omtrent de bedreigingen tegen Gladstone gericht, spreekt het gezaghebbend blad Freeman's Journal in afkeurenden geest en zegt o. a. «De man, die éen haar van hem mocht krenken zou overal, waar zijn naam mocht doordringen, verafschuwd worden. Hij zou de grootste vijand wezen voor de zaak der Iersche hervorming, door eene niet onnatuurlijke venijnige wraakzucht in het leven te roepen en Ierland te ver vreemden van de sympathie der beschaafde wereld." Het bericht, dat Engeland troepen naar Egypte zal zenden is slechts in zooverre juist, dat alleen de gewone detachementen gezonden zijn om het effectiet der aldaar verblijfhoudende regimenten in stand te honden. De stad Soeakim schijnt niet meer geheel ingesloten te zijn, althans een telegram uit Kaïro van eergisteren meldt, dat uit de omliggende streken levensmiddelen werden aangevoerd. De bergstammen zouden zijn ver strooid en hun aanvoerder gedood. Voorts zou in Darfoer een opstand zijn uitgebroken tegen den val- schen Profeet- Heinkenszand. Dac er in deze omstreken menig maal door de landbouwers wordt geklaagd over schade aan de veldvruchten, toegebracht door de veelvuldige hazen, is niet ongegrond als men in aanmerking neemt, dat de heeren Van C. Woensdag en Donderdag een klopjacht hebben gehouden en niet minder dan 111 hazen hebben gedood, op slechts een derde gedeelte van hunne wildrijke jachtgronden alhier en in Ovezand. Wat zorg en vlijt kunnen teweegbrengen, kwam dezer dagen alhier ten duidelijkste aan het licht. Een eenvoudige klompenmaker had zich toegelegd op het vetmesten van een stuk rundvee. Tot verkoopen ge negen, maakte hij daarvan een kapitale som, ver boven de 300. Bij het slachten bleek het dier een gewicht te hebben van 800 halve kilo's. Middelbnrg. Gisteravond gaf de gymnastiek- en schermvereeniging »Zelandia" onder directie van den heer P. B. Oost Lievense, alhier eene opvoering in het Schuttershof. De werkzaamheden werden afge wisseld door muziek en de opvoering van «Tooneel- studiën", blijspel door Justus Van Maurik. De groote zaal was vol, zoodat de opbrengst, ten voordeele der armen, vrij ruim belooft te zullen zijn. Vlissingen. Gedurende de afgeloopene week werden door de garnalenvisschers alhier goede prijzen gemaakt. De prijzen beliepen voor manden van 28 K.G. netto 6/- tot 10/- (f 3 tot f 6) te Londen (Billingsgate) Door het stormachtig weder werd slechts enkele dagen gevischt. Sint-Maartensdijk. De jaarlijksche collecte aan de huizen der ingezetenen, door de commissie tot wering van bedelarijheeft opgebracht f 640. Alhier moet in de maand Januari a s. ter inschrij ving voor de nationale militie een zeer ongelukkig persoon worden aangegeven. Zijne romp bestaat uit eene kleine misvormde vleeschklomp armen en beenen, ten deele de huid missend, zijn spiraalvormig gekromd, terwijl het gelaat vooruitstekend (prognaath) is als dat van een aap. Duidelijke geluiden vermag de on gelukkige niet uit te brengenhij kan slechts gillen en kreunen. Het voedsel, waarvan hij den smaak ten eenenmale ontbeert, moet hem in den mond gebracht worden. Niettegenstaande dit alles heeft de teedere moeder haar deerniswaardigen zoon «oneindig meer lief dan hare andere kinderen 1" Omtrent het dynamietschip, te Scheveningen ge strand, en zijn bemanning meldt iemand, die bij het laden tegenwoordig was, het volgende aan het Vader land Zoo men weet, bestond de bemanning uit een man van 75 jaar als kapiteineen betrekkelijk bejaard matroos met een houten been en een jongen van 18 a 20 jaar, waarvan men het, zijn ontwikkeling in aan merking nemende, betreurde dat hij in zulk een slecht gezelschap was verdwaald. Het waren alle drie En- gclschen; de schuit was verbazend slechtverder was aan boord eene zeer goede vlet en achter de schuit eene zeer slechte dito. Blijkbaar werd aan boord veel gedronken, dat ver telde de jongen ookhij liet o. a. een groote blikken bus zien, die voor hem met whiskey werd gevuld. Hij vertelde verder, dat de kapitein en de stuurman bijna iederen dag dronken waren en dan gewoonlijk elkaar ffink toetakelden. Ook liet de jongen doorschemeren, dat de ouden (de kapitein en de stuurman) eene schoone gelegenheid zochten om het geheele vrachtje in de lucht te laten vliegen. Men gelooft, dat zij met hun 40,000 kilo kruit en 6000 kilogram dynamiet, het weer ziende opkomen, de goede vlet hebben gevierd en de gevaar lijke kast aan het lot hebben overgelaten. Het transport was van de firma Nobel in Rijn- Pruisen via Lobith naar Maassluis getransporteerd en daar overgeladen. Onder de ingeschrevenen aan de Polytechnische school te Delft bevindt zich de Chinees Tjoen Liang Tan, zoon van den kapitein der Chineezen te Buiten zorg. Zijue voorbereidende studiën heeft hij op Java gemaakt, zoo ook den 5-jarigen cursns van het gym nasium Willem III te Batavia doorloopen en in dit jaar het eind-examen afgelegd. In 1865 geboren, volgt hij dus op 18 jarigen leeftijd reeds de lessen aan de Polytechnische school ter verkrijging vaneen diplo ma als ingenieur. Wel een bewijs dat de Chineezen, wat geestesontwikkeling aangaat, niet voor de Wester- sche bevolking behoeven onder te doen. Een dergelijk voorbeeld treft men trouwens nog aan in den Chinees Oei Jan Lee, zoon van Oei Soei Sjoan, luitenant der Chineezen te Banda (Moluksche eilanden) die eveneens op 18-jarigen leeftijd naar Holland kwam en thans aan het gymnasium te Leiden studeert, in de hoop het aanstaande jaar, alzoo op 19-jarigen leeftijd, tot de academische lessen te zullen worden toegelaten ter verkrijging van den doctorstitel in de rechtswetenschap. Delftsche Ct.) Deze week is in de residentie teruggekeerd de kapel van het regiment grenadiers en jagers, die eene kunstreis naar België heeft gedaan, daar weldadigheids concerten ten voordeele van de slachtoffers van Kra- katau heeft gehouden en met groote geestdrift door onze naburen werd ontvangen. De drie jongelieden uit Friesland, die met den heer W. Mackintosh zijn vertrokken teneinde in Su riname op een plantage als opzichter te worden ge plaatst, om het plantersvak te leeren, hebben die reis niet geheel volbrachtin Demerary aangekomen, werden zij, op aanbeveling van den heer Mackintosh, door den heer H. A. Black gastvrij ontvangen en alle drie op diens suikerplantage «Schoonoord" als opzichter geplaatst, op een jaarlijksch loon van ƒ400 met vrije huisvesting en voeding. Naar men verzekert, ont breekt het voor oppassende, beschaafde en ijverige jongelui niet aan gelegenheid, om aldaar in zoodanige betrekking te worden geplaatst. Volgens het oordeel van een deskundige zouden 7 kinderen te Ooststellingswerf plotseling overleden, gestorven zijn tengevolge van den jongsten storm. Volgens zijn opinie heeft de buitengewone luchtdruk bij die kinderen (zij waren meest allen pas van de mazelen hersteld) ontsteking van longen of keel ver oorzaakt, waaraan zij bezweken. Ëen looiersbaas te Dongen is overleden tenge- volge van bloedvergiftiging door de bewerking van Chinahuiden, terwijl zijn zoon dientengevolge eene verzwering aan de handen heeft. Van eene kleine hoeveelheid dynamiet, welke Dinsdag door de genie in de duinen onder Loosdui nen is verbrand, is een patroon ter grootte van een rolletje van 50 centen met zóo hevigen knal ontploft, dat alle ruiten in het strandhuis te Loosduinen, ruim 5 minuten van de plek verwijderd, zijn gesprongen. De slag werd nog verre boven Monster gehoord. De kuil, waarin het verbranden geschiedde, was ruim twee maal zoo groot geworden als te voren. D Omtrent de vermoedelijke vergiftiging te Leiden wordt nog medegedeeld, dat de man, die in het aca demisch ziekenhuis werd verpleegd, overleden is. Ook zijn Woensdagmorgen op de R. K begraafplaats op last der justitie twee kinderlijkjes opgegraven en naar het anatomisch kabinet overgebracht; ook omtrent deze kinderen zou vermoeden van vergiftiging bestaan. Van andere zijde wordt nog gemeld, dat men met een ontzettend strafgeding te doen heeft, waarvan tot op dit oogenblik in Nederland geen voorbeeld heeft bestaan. De duinen langs de Noordzeekust hebben overal van den jongsten N.W. storm veel geleden. Zee en wind hebben van den duinvoet gemiddeld 5 meter, onder Noordwijk zelfs 8 meter afgenomen. Bij zorg vuldig toezicht en beplanten van de kaal gewaaide duinhellingen herstelt de natuur dikwijls door aan stuiving het verlies. Het gebeurt echter ook wel, dat de zee een groot deel van het veroverd gebied niet weergeeftzoo is 't bv. bekend, dat de kerk te Sche veningen eenmaal midden in het dorp heeft gestaan. Over de zeer bijzondere lichtverschijnselen, die op het laatst van November en in het begin van De cember tijdens en kort na den ondergang der zon zich hebben voorgedaan, heeft thans ook de directeur van het meteorologische censtraalstation te Munchen, prof. Bezold, zich doen hooren (in de Münchener Newest. Nachrichten). Naar zijne verklaring moet het prachtige verschijnsel worden teruggebracht tot de schemeringsverschijnselen, waarover vroeger en later (ook door Bezold zelf, in Poggendorf's Annalendeel 23; 1864; en door Burkhart, no. 145; 1172) reeds is geschreven. Thans had men te doen enkel met het ongemeen intensief ontwikkelde verschijnsel, en dus niet met iets vreemds, iets geheel bijzonders (b.v. de gevolgen van de eruptie van Krakatau). De Comptes Rendus, no. 22, bevatten eene mededeeling van De Lesseps aan de Parijsche Acadé mie des Sciences, omtrent de vloedgolf, die, den dag na de uitbarsting van Krakatau, is waargenomen aan de landengte van Panama. De Kanaalmaatschappij heeft aldaar zeer nauwkeurige getijmetersdeze wezen te Colon, aan de Oostkust (in de golf van Mexico), niet te Panama aan de Stille Zuidzee, op den 27sten Augus tus, van 3.30 's avonds tot 1.30 's nachts, acht grootere golven aan, van 3 tot 4 palm hoogteze herhaalden zich nog, in geringere mate, tot 18 Augustus om 11 uren, waarna zij verdwenen. Het was eene volkomen kalme zee, en de rijzing en daling stond ook in geenerlei verband met eb en vloed, zoodat het verschijnsel on verklaard bleef totdat de tijding kwam van Kraka- tau's vloedgolf. Als men het tijdsverschil, dat ruim 12 uur bedraagt, in aanmerking neemt, dan heeft de beweging der zee van straat Soenda, langs de Kaap, door de Antillen heen, tot aan Midden-Amerika, ongeveer dertig uren noodig gehad om zich voort te planten. Maandagmiddag speelden, een kwartier van Ulft, een paar kinderen verstoppertje in een onbe woond huis, toen zij in eene bedstede het lijk vonden liggen van eene vrouw, nog goed gaaf, maar de rat ten hadden haar den neus, de ooren en de vingers afgeknaagd. Men vermoedt dat het de vrouw is, die te Breedenbroek vóór een paar weken vermist werd. Er heeft door den dokter eene lijkschouwing plaats gehad verder is er nog niets van bekend. (Geld.) Er is op naam van M1Ie Marie Colombier, vroeger tooneelspeelster, een boek verschenen met doorzichtige en venijnige toespellingen op Sarah Bernhardt. Dat heeft heel wat te stellen gegeven. Vooreerst heeft er te dier zake een tweegevecht plaats gehad tusschen Octave Mir- beau, en Paul Bonnetain, die eene voorrede voor het boek heeft geschreven, maar die verklaard heeft dat het boek zelf niet van zijne hand is. Voorts is Sarah Bernhardt naar een commissaris van politie gegaan om dezen te vragen, of de wet hem niet het recht gaf het boek in be slag te nemen en alzoo den verkoop tegen te gaan. Ver der is de zoon van Sarah, Maurice, naar het huis van Bon netain gevlogen om dezen rekenschap te vragen van zijne betrekking tot het boek en dienovereenkomstig te hande len; maar ten huize van Bonnetain komende en daar hoo- rende dat deze juist was gaan duelleeren met Mirbeau, is hij weggegaan om zich naar de woning van Marie Colom bier te begeven. Daar gekomen, zeide hij »Ik zal mij niet zoover verlagen om eene vrouw te slaan, maar ik waarschuw u, indien gij ooit weer van mijne moeder spreekt, zult gij met mij te doen krijgen." Eindelijk is ook Sarah zelve uit den hoek gekomen. 'Zij greep eene karwats en liet zich naar Marie Colombier brengen. Op het oogenblik dat dit voorviel, had Sarah drie personen bij zich, MUe Antonine, Jean Richepinen Ker Bernhardt, die, de groote tooneelspeelster buiten zichzelve van woede ziende en wel wetende, waar de toorn eener vrouw begint, maar niet waar hij eindigt, het geraden vonden onmid dellijk na Sarah in een rijtuig te springen en haar te vol gen. Sarah kwam bij Marie Colombier, rende de trappen op, drong, ondanks het verzet van haren bediende, door tot hare kamer, voegde haar eenige «liefelijkheden" toe, en gaf haar een slag met de karwats in 't gezicht. Marie Colombier was niet alleen zij had eene dame bij zich en een heer, Jehan Soudan die, toen hij Sarah de karwats tegen Marie zag opheffen, naar de woedende too neelspeelster vloog om haar in bedwang te houden; maar op dit oogenblik kwam het gezelschap binnen, dat Sarah gevolgd was en greep Jean Richepin onverhoeds Jean Soudan bij de keel (misschien dacht hij dat deze zich aan Sarah zou vergrijpen). Hiermede was het zaakje nog niet uit. Marie Colombier, voor nog meer beducht, vloog de Earner uit en verder van het éene vertrek naar het andere, en die voorzorg was niet nutteloos, want hare vervolgster ijlde haar na op den voet, trapte hier en daar de deur in en raakte met hare karwats haar slachtoffer nog eenige malen. Ten leste ontkwam Marie langs een trap. Sarah had middelerwijl hare wraak ook nog op andere wijze gekoeld. Zij wierp de meubelen omver, verbrijzelde de étagères met alwat er op was, en daarna niets meer voor hare hand te doen vindende, ging zij heen, vermoeid van het werk dat zij verricht had. Beneden komende, zeide zij tot den concierge: «Ziehier eene karwats, die ik ontvangen heb van den maarschalk Canrobert. Daar, ik geef die aan MUe Colombier als eene gedachtenis aan mij". Een uur later was Sarah op de planken van de Porte Saint-Martin voor de repetitie van »Nana Sahib". Tot de geheimzinnige plaatsen in het Oosten behoort Machpola, de grafspelonk, welke Abraham voor Sara kocht, en waar ook hij zelf en Izaak en Jakob begraven zijn. Met heiligen eerbied wordt dat graf, waar eene sierlijke moskee overheen is gebouwd, bewaard, en geen ongeloovige is het geoorloofd daar binnen te dringen. Of als soms aan enkelen van zeer hoogen rang de toegang wordt vergund, zooals den Prins van Wales, den Kroonprins van Pruisen en ook Stanley, mogen zij toch niet in den binnensten graf kelder neerdalen, waar de gewijde overblijfselen be waard worden. Natuurlijk wordt de verwachting omtrent hetgeen daarbinnen wel te vinden mag zijn door al deze geheimzinnigheid niet weinig gespannen, en ziet menigeen met verlangen uit naar den tijd, dat ook dit graf zal geopend worden. Het schijnt ech ter dat het groote geheim in deze reeds ontsluierd is. Arabische schrijvers hadden reeds bericht, dat de grot in 1119, op last van Koning Boudewijn van Je ruzalem, geopend is, dat men de mummiën der pa triarchen tegen den wand had zien staan, en dat de lijkwaden, die er halfvergaan aan hingen, toen ver nieuwd waren geworden. Deze Oostersche verhalen worden thans bevestigd door een onlangs door graaf Riant teruggevonden bericht, van een monnik der priorie te Hebron deze heeft wat hij zelf mede aanschouwd had opgeteekend in een tractaat, «over het vinden van de heilige patriarchen Abraham, Izaak en Jakob". Hij zegt, dat de lijken op 25 Juni 1119 gevonden en 6 October onder groot gejuich naar het klooster ge bracht en daar tentoongesteld zijn. Riant, die dit tractaat grootendeels woordelijk weder heeft uitgegeven (Arch, de l'Or. Lat. 1883 II en ook afzonderlijk te Genua) meent, dat het grootste deel der relieken weder in de spelonk van Machpela zijn bijgezet, maar verzekert ook stellig, dat een ander deel in 1180 naar St. Gallen is overgebracht, waar ze bij den grooten brand in 1314 vernield zijn. Zij die op onthullingen hopen, welke een nog ongeschon den graf der aartsvaders vroeg of laat zou kunnen brengen, zullen dus wel teleurgesteld worden. In het Groothertogdom Baden is een ontwerp tot invoering van een inkomstenbelasting ingediend. Het doel van de Regeering is niet om een inkomsten belasting als eenige directe belasting in plaats van de thans bestaande in te voeren, maar door de invoering het thans bestaande systeem te volmaken. Opmerking verdient een in dit ontwerp aangenomen strafbepaling. Indien namelijk bij den dood van den belastingschul- digde blijkt, dat deze te weinig belasting heeft betaald, moeten de erfgenamen het dubbele betalen van het geen gedurende de laatste vijf jaren te weinig is betaald. Als eene hoogst merkwaardige zeldzaamheid, ten minste in de annalen der Belgische turn-vereeni- gingen, werd ons medegedeeld dat de «Société de gymnastique et d'armes" van Antwerpen, een aldaar staand predikant der Anglikaansche kerk onder hare werkende leden telt. Te Roubaix, waar in éen maand twee hevige branden woedden, heeft thans een ontploffiing plaats gehad in de weverij van Eloi. Twee werklieden kwa men om en drie werden gewond. De schoener «Mary Hubert", die op het meer Manitoba zonk, had 20 spoorwegarbeiders aan boord allen verdronken. Een afgrijselijk schandaal is door de Times aan het licht gebracht. Yeertig jaren geleden richtte een ondernemende lombard-man een hem toebehoorend stuk grond aan den noordoostelijken uithoek van Lon den tot begraafplaats in, en het duurde zoo heel lang niet of het dusgenaamde «North-East London Ceme tery" had gastvrijheid verleend aan niet minder dan 20,000 lijken, met het grootste overleg (want de grond is duur) naast en op elkander gestapeld. Toen kon de plek niet voller, en men liet haar noode rusten. Doch ziet, de lombard-man is thans op den inval ge komen om zijne bezitting, na haar aan den onderkant behoorlijk te hebben geëxploiteerd, nu ook aan den bovenkant goede rente te doen afwerpen. Hij heeft de zerken en kruizen weggeruimd, de overblijfselen zijner 20,000 afgestorvenen doen overdekken ïiet eene laag beton, en het terrein als bouwgrond aangeslagen. Aanvankelijk schijnen heeren ondernemers eenige ge moedsbezwaren te hebben ondervondendoch de drin gende behoefte aan arbeiderswoningen in deze buurt legde daaraan al spoedig het zwijgen op. Immers aan het wijkbestuur van Bethnalgreen zijn dezer dagen de noodige bouwplannen voorgelegd en dit vroede lichaam heet in de wet geen termen te kunnen vin den tot een veto. Dezer dagen is eene nieuwe spoorbrug over de Niagara, even beneden den waterval, in gebruik ge nomen, Het is een werk, grootsch ontworpen en met beleid uitgevoerd, zooals men dit in Amerika gewoon is. Het bezwaar, dat overkomen moest worden, was de in eene diepte van twee honderd voet in ijlende vaart voortsnellende rivier, die het oprichten van welk steunsel ook binnen hare 500 voet wijde oevers on mogelijk maakte. Men heeft de toevlucht genomen tot het «Centilever" stelsel; dat is: men heeft de brug boven de rivier gesmeed, door twee reusachtige in evenwicht gehouden armen, die ten slotte elk 395 voet lengte verkregen, van de oevers uit aan elkander te verbinden. Deze armen hebben een rustpunt ieder op een vierkanten toren, 39 voet van steen en 132.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 2