1883. r. 129.
Donderdag 1 November.
Nogmaals: zending op Java.
JbCÏ»--
GOESdll
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Het Zuiden heeft zijne beschouwingen over de zen
ding, naar aanleiding van ons artikel van 28 Aug.,
ten einde gebracht.
De omstandigheid, dat het blad niet minder dan
zeven nummers noodig bad om ons artikel te weder
leggen, zou ons tot overschatting van het door ons
geschrevene kunnen leiden, indien wij niet tevens den
indruk hadden verkregen dat het blad (opzettelijk?)
gebrekkige logica gevolgd en verkeerde gevolgtrekkin
gen gemaakt heeft, zonder welke de grond voor zijne
breedvoerige beschouwingen niet zou bestaan hebben.
Zoo treft ons al aanstonds de gevolgtrekking ten
opzichte van het standpunt, dat wij zeiden in de
zendingszaak intent men. Wij hebben gezegd, dat wij,
door ervaring het Javaansehe volk hebbende leeren
kennen als «van gelijke bewegingen als wij", kunnen
gelooven, dat een Mohamedaan evenzeer overtuigd kan
zijn van de voortreffelijkheid van zijn godsdienst als
de Christen van den zijnen en dat de eerste zich
daarbij evenzeer grondt op zijne gewijde schriften als
wij ons op de onze.
Ieder ander zou daaruit nu afleiden, dat wij niet
apodictisch durven beweren, dat wij het met onzen
godsdienstvorm aan het rechte eind hebben; dat wij
nog wel eens «even vragen willen, of een ander ook
gelijk kan hebben", althans anderen niet zoo stellig
in het ongelijk achten, dat wij, zoo die anderen zich
in hun godsdienst gelukkig gevoelen, ons ongevraagd
geroepen zouden achten om hun met een anderen
godsdienst ter hulp te snellen.
Het Zuiden echter niet alzoo. Het leidt daaruit
af, dat wij verplicht zijn den Mahomedaan van dien
godsdienst aftebrengen. Trouwens, dit is begrijpelijk,
want zoo het blad niet eene dergelijke gevolgtrekking
gemaakt had, dan was het debat uit geweest 1
Ons komt het voor, dat het zendingsgebod" niet
in den gebiedenden zin moet worden opgevat als Het
Zuiden dit doet en dat het monopolie van Christelijk
heid niet te vinden is in het dragen van den Christen-
naam. Het blad geeft zelf als hoofddoel van Jezus'
werkzaamheid, volgens onze gewijde schriften, aan:
«Hij ging het land door goeddoende en riep zondaren
tot bekeering". Is dit niet veel meer een gebod, dat
den geest van Jezus kenmerkt? Een gebod, niet uitslui
tend om andere volken tot een anderen godsdienst
te brengen, maar om in »het" land zelf goed te doen
en zondaren (de slechten) tot bekeering (het goede)
optewekken Alleen nu door te beweren, dat wie niet
den Christelijken godsdienst in zijn hier gehuldigden
vorm belijdt, noodzakelijk slecht is, zou Het Zuiden
zijne opvatting kunnen verdedigen. En dat durft blijk-
baar ook Het Zuiden niet.
Wij behoeven de genoemde gevolgtrekking, en daar-
meè in verband een aantal andere, niet verder te be
strijden. Wij hebben onze meening duidelijk gezegd.
Wij zijn geen vijanden van de zending en waardeeren
de vruchten, die zij hier en daar (niet overal) afwerpt.
Maar men moet rekening houden met de omstandig
heden. «Officiëele" zending, zooals blijkbaar Het Zui
den wil, want dat de zending tegengewerkt wordt
van gouvernementswege blijven wij ontkennen offi-
ciëele zending zou tot onrust en beroering of juist tot
ontwikkeling van een volgens Het Zuiden sluimerend,
zich naar onze meening althans weinig openbarend
fanatisme, dat den Christelijken godsdienst vijandig is,
kunnen leiden. Men denke daarbij aan de ontzettend
groote numerieke meerderheid der Mohamedanen op
Java; den toestand van overheersching, waarin zij ver-
keeren, en er zijn alle gegevens om de zending op Java
in bescherming te nemen tegenHet Zuiden.
Zullen wij nu nader de zonderlinge gevolgtrekkingen
van Het Zuiden behandelen? Hoe het blad om ko
lommen vol te schrijven, onze uitdrukking, dat de
Mohamedaan «trotsch" is op zijn godsdienst in den
verklaard ongunstigen zin van: «verwaand, hoogmoe
dig" enz. wil opvatten, terwijl er toch ook een edele
trots bestaat? Hoe het blad, al naar het belang van
zijn betoog, op het eene oogenblik de Javanen voor
stelt als zoo «vatbaar voor het Christendom", om hen
op het andere oogenblik als de grootste vijanden van
«de Christenhonden en zwijneneters" te presenteeren?
Hoe het den Mohamedanen verwijt niet «even te willen
vragen of een ander ook gelijk heeft", terwijl het blad
dit nog veel minder vraagt, en dus met voorbijzien van
de les in Lucas 4 vers 23, zich het brevet van het
bezit der volle waarheid uitreikt? Hoe het blad ons
van zelfmisleiding beschuldigt als wij zeggen, dat op
Java geen onderlinge verkettering van de Mohamedanen
bestaat, terwijl het, aan het einde van een lang betoog
over de toestanden in de ook door ons afgescheiden
bakermat van het Mohamedanisme, erkent dat wij ten
opzichte van Java gelijk hebben? Hoe het gebrekkige
logica te baat neemt om ons gebrekkige logica te
kunnen verwijten? Hoe Het Zuiden blijft treuren over
het geld, dat de door het blad rechtvaardig geoor
deelde oorlog met Atjeh verslindt, terwijl het in zijn
systeem moest juichen, dat die oorlog ons nader brengt
tot een volk, waarin «geuzenbloed" zit en dat een
nieuw veld voor de zending aanbiedt
Wij zouden vreezen dan evenzeer zeven artikelen
noodig te hebben en daarmee zouden waarschijnlijk
onze lezers minder gediend zijn.
Wij bepalen ons dus slechts tot de nadere verdui
delijking van een paar punten, waarmede wij het debat
wenschen te besluiten.
Het Zuiden wil het doen voorkomen, dat wij en
andere Europeanen, die ons onder de Mohamedanen
bewogen hebben, niet weten wat er in de zielen der
Mohamedanen huist en wat er onder hen voorvalt,
't Is mogelijk, dat Het Zuiden dit beter weet dan wij,
maar wij vreezen zeer, dat het zijne kennis grondt op
mededeelingen van in dezen niet altijd onbevooroor
deelde personen. Gemoedsbezwaren en agitatie men
ziet het in ons land zijn gemakkelijk op te wekken
bij hen, die ze te voren niet koesterden. Zoo ook in
Indië. Er was b. v. een zendeling noodig om in een
gedeelte van Java gemoedsbezwaren tegen de vaccine
te doen ontstaan, terwijl vóór dien tijd (en nu nog
overal elders) de dagen der vaccinatie als feestdagen
door de Javanen werden beschouwd. Is het nu on
denkbaar, dat zij, die, als Het Zuiden en zijn vrien
den, volstrekt een anderen godsdienst willen brengen,
somtijds zelfs hun ondanks godsdiensthaat en agitatie
opwekken Dat juist zendelingen daarvan eerder de
gevolgen vernemen en zich daarom de liefelijke quali
fication van «christenhond" enz. liooren toeroepen
Zoo men die mogelijkheid betwijfelt, dan sla men
een blik in onze eigene godsdienstgeschiedenis. Zeker
is het 't mag aan onze kortzichtigheid liggen en aan
die van honderden andere Europeanen, die op Java
gewerkt en geleefd hebben dat wij, die uit den aard
der zaak ons niet met godsdienstpropaganda konden
inlaten, nimmer iets vijandigs tegen de christenen
hebben ontdekt.
Integendeel, er heerscht op Java tusschen de Euro
peanen, inlandschs hoofden en Javaansehe priesters
(penghoeloes en moedins) meestal een vriendschappe
lijke omgang.
Vreesden wij niet te veel van de aandacht onzer
lezers te vorderen dan zouden wij van dien vriend-
schappelijken omgang menig bewijs kunnen leveren en
we zouden wel eens aan de Redactie van Hel Zuiden
willen laten zien het zonnig tafereeltje hoe christen-
kinderen in de woning van een penghoeloe (hoofd
priester), door dezen en zijne huisgenooten op heerlijke
vruchten of gebak worden onthaaldhoe Europeanen
in het binnenland door eene rustige Mohamedaansche
bevolking vaak met hartelijkheid en voorkomendheid
onthaald en geholpen worden.
Dat zij ons daarbij inwendig voor «christenhonden"
uitscheldenbelieven wij op gezag van Het Zuiden
niet te gelooven. Menigmaal hebben wij ook over de
godsdienstige gebruiken met priesters en inlanders
gesproken doch nimmer hebben wij zelfs daarbij eenige
verstoring in de goede verstandhouding bemerkt. Wat
wij opmerkten, was, dat de voorgeschreven gebruiken
met uitzondering van het vasten in de «poeasa",
meestal nauwgezet werden nagekomen. Den priesters
werd met opgewektheid in den vorm van eetwaren
persoonlijke diensten enz. het leven veraangenaamd
maar overigens was er weinig van te bespeuren, dat
men leefde onder een volk met een geheel anderen
godsdiensten voortdurend won bij ons de overtuiging
veld dat de «onderwijzing", die Jezus in Mattheus
gebood, met vrucht kon plaatshebben, ook al bestond
er verschil in den vorm van godsdienst.
Als bewijs van tegenwerking der zending door het
gouvernement, voert Het Zuiden aan, dat de aanvraag
des zendelings om zich ergens te vestigen, om advies
gesteld wordt in handen van den Regenten dat de
vergunning kan worden ingetrokken.
Als het blad op de hoogte was van de verhouding
tusschen europeesch en inlandsch bestuur, zou het
waarschijnlijk die opmerking niet maken. Dit gebeurt
met alles, wat op den inwendigen toestand van een
regentschap betrekking heeft en dat het ook in dezen
geschiedt is veeleer als een bewijs van belangstelling
van de zijde des bestuurs te beschouwen.
Als dit toch tegen de zending gekant was, kon het
eenvoudig de vergunning weigeren. Nu wordt het
terrein verkend en het advies gehoord van den be
trokken Regent. Als nu dientengevolge iederen zen
deling de vergunning geweigerd werd zou het blad
gelijk kunnen hebben, maar de bewijzen van het tegen
deel zijn immers in de gevestigde zendelingen te vinden
Ook Het Zuiden zou deze behandeling der zaak niet
zelden in het belang van den zendeling moeten achten.
Indien men toch er eene beschouwing op nahoudt
als dat blad en meentdat het fanatisme in 't ver
borgen gloort, dan zou het dwaasheid en roekeloosheid
zijn den zendelingzonder overleg met den Regent,
die door dat overleg tevens zijn beschermer wordt
toetelaten.
Maar er is meer. In ons vorig artikel over deze
zaak hebben wij alle hulde gebracht aan zendelingen
als Wiersma, Jansz enz. Zij zijn echter niet allen zoo
en het Gouvernement heeft toetezien, welk individu
zicl^ in de binnenlanden vestigt. Niet alle zendelingen
zijn wat men noemt «praktisch" en zonder deze hoe
danigheid toch slaagt ook de zending niet. Men moge
zeggen, dat hij, die het Christendom brengen wil, altijd
praktisch is omdat hij het Christendom brengt, we
zijn zoo vrij dit in twijfel te trekken.
Een enkel voorbeeld. Een zendeling deed de reis
naar Java op een zeilschip. Niettegenstaande ieder,
die eenig flauw idee had van den aardbol, weten kon
en het den man ook door de scheepsautoriteiten ver
zekerd werd, dat men nog een 44 dagen zeilens van
Java af was, schudde de zendeling op 43 Aug. zijne
matras ledig, op grond dat hem bij bovennatuurlijke
verschijning bekend was gemaakt, dat het schip dien
dag nog te Batavia zou aankomenDe man sliep tot
26 Aug. op het ledige overtrek
Een ander zendeling had éen zoogenaamden bekeer
ling, zijn eigen huisjongen, die met zijne bekeering
het recht verkregen scheen te hebben mijnlieers ma
nilla's te rocken en zich geheel met dezen gelijk te
stellen, zelfs zoodanig, dat onze zendeling sems te voet
ergens heen moest gaan als zijn bekeerling lust had
mijriheers paard te gebruiken.
Wij geven deze beiden niet als typen. Maar er zijn
er zoo; en dan vragen wij: zijn dat menschen om in
het binnenland van Java een anderen godsdienst te
brengen? En is het dan niet volkomen gewettigd,
wanneer de vergunning tot vestiging, ofschoon ons
daarvan geen voorbeelden bekend zijn, kan worden
ingetrokken
Wij willen over dit gedeelte niet verder uitweiden,
omdat wij Het Zuiden noch iemand anders verant
woordelijk willen stellen voor de caricaturen, die ook
op het gebied der zending geleverd worden. Wij zou
den ook nog wel een en ander kunnen aanvoeren
ten bewijze, dat voor sommige Javanen de overgang
t.ot het Christendom niets anders is dan de verwach
ting' van minder werk en van te deelen in het gemak
en de weelde der orang wolanda (Hollanders)
Maar wij nemen gaarne aan, en wij weten het, dat
er ook betere vruchten door de zending verkregen
worden; dat Het Zuiden en anderen met de beste
bedoelingen ten deze bezield zijn en zich een heiligen
oogst in dezen voorstellen. Maar ook dan nog blijven
wij het in het belang der zending achten, dat zij
onder «controle" van het Gouvernement geschiedt.
Dat dit daarbij de rust, de veiligheid en een duur
zaam bezit der koloniën in het oog houdt en in ver
band met den toestand van overheersching, waarin een
volk verkeert, dat bij opgewekt fanatisme zelf van
eene wereldheerschappij droomt, zich onzijdig houdt,
althans geen officiëele zending invoert, kunnen wij niet
anders dan goedkeuren. Het vermeerderen van scholen
zal wellicht leiden tot wegneming van datgene wat
nu nog Mohamedanen en Christenen kan gescheiden
houden. Laat Het Zuiden erkennen, dat de Regeering
daarmee der zending een weg baant, en laat het den
aandrang van anderen daartoe steunen. Het zal dan
zijn eigen weg voor de zending effen maken.
GOES, 31 October 1883.
De gistei avond hier gehouden bijeenkomst var. be
langstellenden in een St.-Nicolaasfeest voor kinderen
van on- en minvermogenden, bijeengeroepen door jhr.
M. J. De Marees van Swinderen, werd door zeventien
personen bijgewoond.
Het denkbeeld van den heer Van Swinderen vond
warme ondersteuning en eene commissie werd benoemd,
die de noodige stappen zal doen om het bovenbedoelde
feest in het leven te roepen. Deze commissie, waarin
de heeren Van Swinderen en Van der Bilt La Motthe
bij acclamatie werden benoemd, bestaat verder uit de
heeren: D. Hildernisse, N. A. M. Van den Thoorn en
L. A. Tindal Hallungius.
De commissie zal zich de medewerking van eenige
dames trachten te verzekeren om de zaak te doen
slagen, en, zoodra zij met een plan gereed is, de con
tribuanten nader bijeenroepen om dit met hen te be
spreken en vasttestellen.
Gonda. Bij de verkiezing alhier voor een lid der
I Ie kamer in de plaats van den heer Bichon (a zijn
uitgebracht 2360 geldige stemmen. Mr. U. HUBER (a.)
verkreeg 1484, mr. W. Thorbecke (1.) 871 stemmen,
zoodat mr. Huber gekozen is.
De Londensche correspondent der N. R. Ct. schrijft
Ik lees in uw Tweede Blad van 28 October, dat de
Middelburgsche Courant mijn bericht over onderhan
delingen tusschen de Stoomvaartmaatschappij «Zee
land" en de Great Eastern-spoorwegmaatschappij te
genspreekt. Die tegenspraak verrast mij geenszins.
Integendeelhet zou mij hebben verwonderd, indien
zij ware weggebleven. Ik kan mij best voorstellen,
dat «men" liever hebben zou, dat het feit der onder-
handelingen niet wereldkundig ware geworden. Ik
acht mij intusschen verplicht te verklaren, dat mijn
bericht ontleend is aan eene bron, welke zijne juist
heid boven allen redelijken twijfel verheft.
's-Heer Abtskerke. Dezer dagen werd onze gemeen
teraad met een fraai geschenk verrast door den heer
Chr. Van de Linde, hoofd der openb. lagere school in
deze gemeente, ter versiering der raadzaal in het ge
meentehuis.
Dit geschenk bestaat in een door hem geteekende
kaart dezer gemeente, die een trouwe kopie is van de
kadastrale kaarten en die zeer fraai is bewerkt op de
schaal van 4 5000, zoodat zij de grootte heeft van
eene kleine wandkaart; afzonderlijk zijn nog aange
bracht de platte gronden der kommen van 's-Heer Abts
kerke, Sinoutskerke en Baarsdorp. Het geschenk werd
door den gemeenteraad met dankbaarheid aanvaard.
Kruininge. Door den gemeenteraad alhier werd
Maandag de begrooting voor 4884 vastgesteld op
ƒ49754,60 in ontvang en uitgaaf; de kosten van on
derwijs zijn geraamd op 7939, de hoofdelijke omslag
op ƒ5700.
Driewegen. Bij besluit van den gemeenteraad van
26 October jl. is de jaarwedde van dr. L. C. P. Boo-
gaert met ƒ400 verhoogd.
Ellewoudsdijk. Door den raad der gemeente en
het algemeen armbestuur is het traktement van den
gemeente-geneesheer, dr. Boogaert te Driewegen, met
ƒ425 vermeerderd.
Bij kon. besluit is de benoeming van den bur
gemeester van Ellewoudsdijk, A. Fontein Dz.. tot se
cretaris dier gemeente goedgekeurd.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wets
ontwerp, strekkende om het behoud der vicariegoede-
ren zooveel mogelijk te verzekeren totdat de wetgever,
voorgelicht door de ingestelde Staatscommissie, de
zaak blijvend zal hebben geregeld. Daarbij wordt de
toestemming van het Staatsgezag geëischt als onmis
bare voorwaarde voor vervreemding of verzwaring van
vicariegoederen. De Koning moet in elk geval toe
stemming geven en de voorwaarden vaststellen op
verbeurte van nietigheid.
De Min. van Binn. Zaken heeft aan de Com
missarissen des Konings verzocht, wegens het me
nigvuldig voorkomen van mond- en klauwzeer onder
het vee in Engeland, aan de vergunningen tot invoer
van wolvee uit Engeland voortaan de voorwaarde
te verbinden, dat het, na keuring door een veearts,
die in het bezit is van een diploma als zoodanig, gedu
rende 42 dagen afgezonderd moet blijven op een ge
schikt, nabij de ladingplaats gelegen terrein, ten koste
en op aanwijzing van belanghebbenden.
Volgens de «brieven uit de hofstad" in de Arnh.
Ct. is Z. K H. Alexander der Nederlanden, Prins van
Oranjebezig met het bezorgen der uitgifte van de
brievendoor Prins Frederik in zijn jeugd aan zijn
betrekkingen geschreven. Die verzameling zalnaar
die correspondent verneemt, niet in den handel worden
gebracht, doch alleen voor geschenken worden gebezigd.
De Kroonprins van Portugal, die eenigen tijd
in ons land vertoefde, heeft Maandag de residentie
verlaten en is naar Brussel vertrokken.
De Vereeniging tot bestrijding van de prostitutie
te Rotterdam heeft aan de Tweede Kamer verzocht,
een enquête te willen instellen naar den omvang van
het kwaad en naar de noodzakelijkheid van sanitair
toezicht.
De «Maatschappij tot verpleging van Weezen in
het huisgezin", die dezer dagen te Amsterdam ver
gaderde, telt thans 4856 leden. Sedert hare oprich
ting, 9 jaar geleden, heeft zij 482 weezen geplaatst,
van welke velen reeds in eigen onderhoud kunnen voor
zien. Geheele verzorging behoeven 427. Over 'tal-
gemeen is men tevreden, zoowel over de verpleegden
als over de pleegouders. De Maatschappij ontving
twee legaten, van f500 en f400, benevens eenige
giften. De bazar op de tentoonstelling heeft goede
resultaten opgeleverd. Een voorstel om eene rente-
looze leening met uitlotingen aan te gaan is door de
vergadering bij acclamatie aangenomen.
Het hoofdbestuur van de Friesche maatschappij
van landbouw heeft besloten een algemeen petitionne
ment in 't leven te roepenom Regeering en Volks
vertegenwoordiging te bewegen, onmiddellijk te doen
overgaan tot het afmaken van al het van longziekte
verdachte vee in het spoelingdistrict.
De Kamer van Koophandel te Batavia heeft in
een adres aan den Gouverneur-Generaal haar bezwaren
kenbaar gemaakt tegen het voornemen van den Minister
van Koloniën, om, na voltooiing van de Staatsspoor-
wegen in West-Java tot Tjitjalengka en van het Oosterr.
net dier spoorwegen tot Solo-Blitar en Probolingo, op