1883. N°. 128.
Dinsdag 30 October.
7> FEUILLETON.
De ligger en de kaarl der wegen
en voetpaden in deze gemeente
De jonge Kluizenaar.
GOESCH
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoepers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
zijn door den raad in zijne vergadering van den 26
October ji. vastgesteld en zallen van af den 1 Novem
ber a. s. gedurende veertien werkdagen ter Secretarie
voor een ieder ter inzage liggen, gedurende welken
termijn belanghebbenden hunne bezwaren kunnen in
brengen bij Gedeputeerde Staten der provincie.
Goes, den 27 October 1883.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, 29 October 1883.
Als vervolg op het verslag van het departement
Goes der Maatschappij »tot Nut van 't Algemeen"
ontleenen wij nog het volgende aan de in de vergade
ring uitgebrachte rapporten.
Bibliotheek.
«Aan den wensch, om de bibliotheek eenige uit
breiding te geven, is voldaanaan het bezwaar, door
verschillende heeren geopperd, is tegemoet gekomen
de kasten hebben zoodanige verandering ondergaan,
dat alle boeken gemakkelijk kunnen bereikt worden.
De boeken zelve werden, waar zulks noodig was, van
nieuwe omslagen voorzien, en een nieuwe catalogus,
waarin de boeken in alphabetische orde voorkomen,
werd in het leven geroepen.
Van de nieuwe catalogi werden er 100 verkocht.
Bedroeg in het jaar 1881'82 het getal lezers 127
die 2931 boeken lazen, in 1882'83 daalde dat cijfer
tot 102 personen, die 2532 boeken ter lezing mede
namen.
Waaraan die geringe vermindering van lezers is
toe te schrijven, laat zich eenigszins verklaren door
het feit, dat vele lezers bij herhaling neiging gevoelden
dezelfde soort boeken te lezen, zooals: «Huisvriend,"
«Nederl. Magazijn" enz.en die niet in zulk een
grooten voorraad voorhanden zijn, dat aan den wensch
van alle lezers kon worden voldaanzoodat het wel
eens gebeurdedat den bibliothecaris de liefelijke
woorden in de ooren klonken «Neen, dan moet ik
geen boek hebben
Wel ontving hij van een paar heeren zulk een ver
volgwerk en van anderen een paar geschikte boeken
voor de bibliotheek, maar hun aantal was, zooals te
begrijpen valt, zeer gering. Niettemin brengt hij daar
voor dien heeren zijnen dank en twijfelt hij niet of
het zal voor andere leden van het Departement eene
aansporing zijn om een enkel boek voor de bibliotheek
af te zonderen. Eene uitbreiding van de bi 'iotheek,
toevoeging van nieuwere lectuur zou zeer wenschelijk
zijn"
Yrij naar Bret Harte.
Den volgenden morgen begroette hij Grietje, die van
de danspartij teruggekomen was, met de grootste on
verschilligheid en vertrok spoedig, geheel vervuld van
een plandat hij in dien slapeloozen nacht had op
gevat. Hij zag duidelijk in, dat het tegenover de on
bekende ouders van het kind niet meer dan plicht was,
dit aan den verderfelijken invloed van een Hans Fischer
te onttrekken en hij besloot aan zijne familie te schrijven,
deze geheel op de hoogte te brengen van het gebeurde
en te verzoeken, het kind tot zich te nemen en hem
behulpzaam te zijn in het opsporen der ouders. Hij
verzond den brief aan het adres van zijn nichtje Marie,
omdat hij uit het aandoenlijk afscheid, dat deze jonge
dame van hem had genomen, meende te mogen af
leiden, dat haar overigens zoo hard gemoed voor zijn
beschermeling wel zacht gestemd zou worden. Daarna
keerde hij weder kalm tot zijn vroeger kluizenaarsleven
terug en bleef een week lang van Wienke weg. Toen
kwam de oude man op zekeren dag bij hem.
«Mijn dochter heeft weer een van haar grillen, mijn
heer Woldeck", sprak hij op verlegen toon, «en zooals
ik vroeger al gezegd heb, als zij zich eens iets in het
hoofd heeft gezet, dan kan men het er met vier span
paarden en zeven man niet meer uitkrijgen. Nu wil
zij met alle geweld wat gaan leeren, omdat zij niet
veel heeft schoolgegaan en wij zoo nu en dan maar
eens bij toeval een krant in handen krijgen en nu zegt
zij, dat gij haar les moet geven, omdat gij toch niets
te doen hebt. Begrijpt gij mij
«Zeker", zeide Paul.
«Nu, en daar ze gelooft, dat gij misschien te trotsch
zijt om te verlangen, dat zij het kind voor niet ver
zorgt, dacht ze, dat wanneer gij haar het een en ander
wildet onderwijzen en haar wat goede manieren wilt
leeren, dan waart gij beiden quitte."
«Gij kunt haar zeggen, dat ik zeer blij ben, haar
Schoolspaarbank.
Bij het einde van het vorig dienstjaar bedroeg het
saldo van de kistjes van school C 74,73
Sinds werd ingebracht- 275,83
Samen 350,56
terwijl werd uitgehaald- 291,22
zoodat die school een saldo behield van f 59,34
Het spaarkistje van school D had uit. April 1882
een saldo van21,23
Sinds werd ingebracht- 76,99%
Samen 98,22%
en uitgehaald- 90,60
Het saldo van die school is dus. f 7,62%
Op deze gelden werd een interest gekweekt van
3,27.
Bij een vergelijk met 1881/82 moeten wij consta-
teeren, dat in het afgeloopen jaar aan school C aan
zienlijk minder van de schoolspaarbank is gebruik
gemaakt dan in het jaar te voren.
Toen toch was daar de inleg 392,40%
dit jaar slechts- 275,83
dus minder 116,57%
Daarentegen is het sparen op school D toegenomen.
In 1881/82 is daar ingebracht 50,20
In 1882/83 - 76,99%
dus meer 26,79%
Gelijk boven reeds bleek is de lust of de mogelijk
heid tot sparen op school C bepaaldelijk afgenomen.
Bijzondere redenen zijn ons daarvoor niet bekend.
Op beide scholen deed zich ook weder dit jaar het
verschijnsel voor, hetwelk wij reeds omtrent schooi
D releveerden, dat, in verhouding tot den stand der
kinderen, somtijds zeer hooge bedragen door eenigen
hunner werden ingelegd. Van sommigen dezer is het
ons gebleken, dat het niet de kinderen, maar de
ouders waren, die het geld tijdelijk in de spaarbank
gebracht hadden.
Een ernstig bezwaar is dit nu wel niet, maar het
is toch ook niet de bedoeling van de Sc/tooispaarbank
om daarin de ouders te doen sparen.
Intusschen is er ook nog steeds een grooter aantal
kinderen, dat beneden den gulden spaart, waarom wij
meenen, dat er ook nu nog geene bepaalde termen
zijn om de schoolspaarbank op te heffen, niettegen
staande bij commissarissen de overtuiging veld wint,
op de een of andere wijze van dienst te kunnen zijn,
zonder dat ik daarom trachten wil haar schadeloos
te stellen voor hetgeen zij doet".
«Gij stemt dus toe" zeide de verbaasde Wienke,
met een welgeslaagde poging om het antwoord van
Paul door deze vier woorden in zijne hersenen op-
tenemen.
«Ja, ik stem toe", sprak Paul vroolijk.
Hij gevoelde zich werkelijk verlicht, want zijne
onoprechtheid tegenover Grietje had hem toch al dien
tijd gehinderd. Thans bood zich eene gelegenheid aan
om zijne schuld aftedoen zonder zich te vernederen.
Hij kon haar zeggen, wat hij gedaan had en met het
oog op de eergierige neiging, die haar zelf naar eene
betere opvoeding deed verlangen, koesterde hij de hoop,
dat zij zijne beweegredenen zou begrijpen en eerbiedigen.
Hij ontmoette haar nog denzelfden avond en be
kende haar alles openhartig. Zij had haar gezicht
van hem afgekeerd, doch toen zij hem ten slotte met
hare blauwe oogen aankeek, stonden zij vol tranen.
Paul had een afkeer van vrouwen, die altijd gereed
zijn tranen te doen vloeien, doch daar het niet in
Grietjes aard lag om spoedig te huilen, had het des-
temeer beteekenisnu zij het deed. Daarom zag
hij zich verplicht haar te troosten door met eene
teedere, deelnemende uitdrukking in zijn eigen, me-
lancholieken blik hare ruwe hand in de zijne te nemen.
Zij had overwonnen. Paul zond een tweeden brief
aan Marie, waarin hij haar meldde, dat hij reeds
andere maatregelen ten opzichte van het kind had
genomen. Grietje was zeer verheugd over hare kleine
overwinning en was veel vriendelijker tegen hem dan
vroeger. Zij boog van dien dag af haar slanken hals
geduldig onder het juk haars meesters en bleef eene
ijverige leerling. Paul kon niet nalaten haar vlug
begrip te roemen en begon hoe langer hoe meer over
haar tevreden te zijn. Had hij het altijd aardig ge
vonden door haar te worden terechtgewezen, in haar
onbegrensd geloof aan zijne alwetendheid en aan zijne
bijzondere gave om haar te leiden op het haar on
bekende pad der wetenschap lag voor hem iets be-
korends. De tijd vloog om en toen zij hem op zekeren
morgen een ruiker bloemen ten geschenke gaf, viel
dat zij, ook met het oog op de Postspaarbank, eer
lang zal kunnen worden gemist.
De voorzitter der sedert vier jaren rustende
harmonie «de Volharding" alhier, de heer Z. D. Van
dei Bilt La Motthe, had tegen jl. Zaterdag de vroegere
werkende en contribuëerende leden dier vereeniging,
benevens andere belangstellenden, uitgenoodigd met
hem te vergaderen, teneinde te beslissen of de ver
eeniging al dan niet zou blijven voortbestaan en, zoo
zij werd ontbonden, pogingen in het werk te stellen
tot het oprichten eener nieuwe vereeniging.
Een acht-en-dertigtal personen was opgekomen,
terwijl van mr. J. G. De Witt Hamer, burgemeester
dezer gemeente, bij den heer La Motthe een schrijven
was ontvangen, waarin hij meldde, tot zijn leedwezen
verhinderd te zijn aan de uitnoodiging tot bijwoning
der vergadering te kunnen gevolg geven, doch dat hij
gaarne zijn steun aan een nieuw opterichten harmonie
gezelschap wilde toezeggen, daar het plan zijne volle
sympathie wegdroeg.
Nadat de heer La Motthe met een kort woord had
medegedeeld, hoe de harmonie «De Volharding" steeds
meer en meer achteruitgegaan was en nadat hij in
zijne functie als waarnemend penningmeester (hij was
het eenig overgebleven bestuurslid) rekening en ver
antwoording had gedaan van de nog in kas zijnde
gelden (ten bedrage van 128,06%, in 1881 in de
spaarbank gebracht en met de rente opgeklommen tot
135,70), stelde hij aan de aanwezige leden der
harmonie voor, de vei eeniging te ontbinden. Dit voor
stel werd met algemeene stemmen aangenomen en
tevens werd het besluit genomen met de in kas zijnde
gelden in de eerste plaats het restant der rentelooze
geldleening, ten behoeve der harmonie vroeger aange
gaan aftebetalen en wat dan nog overbleef met de
aan de vereeniging toebehoorende muziekinstrumenten
aftestaan aan eene eventueel nieuw opterichten ver
eeniging. Ten slotte word er eene commissie benoemd
van vijf leden om te onderzoeken welke weg ingesla
gen moet worden om aan eene nieuwe harmonie kans
van bestaan te geven Op voorstel van een der aan
wezigen werden bij acclamatie tot leden dier com
missie benoemd de heeren Z. D. Van der Bilt La
Motthe en P. De Jonge Jz., van welken laatste liet
eerst het denkbeeld om eene nieuw gezelschap op te
richten was uitgegaan. Bij de daarop gevolgde stem
ming werden verder tot leden der commissie benoemd
de heeren C. Samans, S. De Meulemeester en Ph. M.
v. d. Mandere.
Door een der bestuursleden van de Vereeniging voor
Volksvermaken werd nog medegedeeld, dat, zoo een
nieuwe harmonie tot stand kwam, genoemde vereeni
ging als lid toetreden en onder zekere voorwaarden
een jaarlijkscbe subsidie verstrekken zou.
het hem eerst op, dat de lente reeds in het land was.
Zij waren in deze nieuwe verhouding zoo gelukkig,
dat Grietje op zekeren dag op de gedachte kwam, er
Paul eens over te onderhouden, dat zij hem om zijn
onderwijs had moeten verzoeken. «Gij wist hoe dom
ik was", zeide zij en Paul antwoorddedat hij met
het oog op haar onafhankelijk karakter bang was
geweest haar te beleedigen."
Het was misschien overbodig, dat Paul, om aan zijne
verklaring meer kracht bijtezetten, hare hand in de zijne
nam, maar toch deed hij het en Grietje bemerkte dit
vermoedelijk niet, daar zij nog steeds stond te peinzen.
«Was het niet om het ik meen het het kind ge
weest, dan had ik u in het geheel niet leeren kennen",
zeide zij in gedachten.
«Neen", antwoordde Paul plagende, «maar dan hadt
gij van het gezelschap van Hans Fischer kunnen ge
nieten."
Geen vrouw is zonder gebreken. Grietje keek hem
aan met een ietwat koketten blik; het was haar eerste
maar ook haar laatste. Toen boog zij zich over het
kind en gaf het een kus.
Paul Woldeck was een vreemde man, maar geen
dwaas. Hij gaf den kus terug, maar niet door be
middeling van een ander.
Voor de deur klonken voetstappen. Zij begonnen
beiden te blozen en daarna te lachen. De oude Wienke
trad binnen met eene courant in de hand.
Ik geloof, dat het goed is, dat gij mij iederen dag
de courant laat lezen, mijnheer, want hier staat iets,
dat misschien opheldering kan geven omtrent de ouders
van het kind."
Met eene langzaamheid, die geheel in overeenstem
ming was met de ontwikkeling van zijn verstand, las
hij, na aan tafel te hebben plaatsgenomen, het volgende:
«Het is thans boven allen twijfel verheven, dat het
wrak, waarover de »Ae-o-lus" een bericht bevatte,
de brik «de Zwaluw" is geweest, die op zijne reis
naar New-York was. De treurigste vermoedens zijn
bewaarheid. Het lijk der vrouw is herkend els dat
der sclioone dochter van Ter-Terp-Terpisch gauw,
mijn kind, in dien naam blijf ik steken!"
«Geef hier vader", zeide Grietje lachend. «Gij hebt
Krabbeiulijke. Door den gemeenteraad werd Vrij
dag de begrooting voor 1884 vastgesteld in ontvang
en uitgaaf op f 19338,84 Onder de uitgaven is be
grepen: voor kosten van onderwijs 3464,48, wegens
teruggave van in 1882 teveel genoten vergoeding a 30
pet. dier kosten 6678,73, kwaad slot der rekening
van 1882 3017,84%, veroorzaakt door het meerder
uitzetten a deposito dan terugvorderen van ontvangen
subsidiekosten onderwijs 8000onder de ontvangsten
komt laatstgemelde som dan ook voor; de hoofdelijke
omslag is op f 3000 bepaald, zijnde f 900 minder
dan over 1883.
In diezelfde vergadering werd door den voorzitter
medegedeeld dat de heer L. J. Eijbaard, geneesheer
alhier, het voornemen heeft den 1 Januari a. s. zijne
praktijk nederteleggen en eerstdaags een officieel ver
zoek oin ontslag intedienen. Deze mededeeling werd
met leedwezen ontvangen, daar de heer Eijbaard sedert
vele jaren alhier bekend is als een zeer humaan ge
neesheer, die de hoogste achting der ingezetenen
geniet, zoodat zijn besluit in de gemeente bijzonder
zal betreurd worden. De voorzitter werd gemachtigd
eene oproeping van sollicitanten voor de betrekking
van gemeente-geneesheer te doen.
Benoemd in het bestuur der waterkeering van
het calamiteuse waterschap Ellewoudsdijk en den ca-
lamiteusen Borselepoldertot voorz. A. Polderdijk en
tot lid G. Minderhoud; tot dijkgraaf van den Stroo-
dorpepolder C. G. Kolff; tot dijkgraaf van den Karei-
polder J. Krijger; tot lid van het bestuur der water
keering van de calam Margaretha-, Kleine Huissens-
en Eendrachtspolders W. De Klerk Sr.tot lid van
het bestuur der waterkeering van het calam. water
schap Tienhonderd en Zwarte P. De Bruyne; tot lid
van het bestuur der waterkeering van den calam.
Vlietepolder A. A. Van der Maas; tot raad in het
polderbestuur van Walcheren mr. N. C. Lambrechtsen
van Ritthemtot voorzitter van het bestuur van het
waterschap Schouwen jhr. J. L. De Jonge.
Men schrijft uit BreskensDe heer Ribbius,
gemeente-secretaris, heeft zijne benoeming te Wolferts
dijk aangenomen en zal die betrekking eerlang aan
vaarden. De gemeente Breskens verliest in hem een
kundig, werkzaam en algemeen geacht ambtenaar.
(W.v.Z. 7.)
Bij den met 1 November aanvangenden winter-
dienst op de staatsspoorwegen komt, wat het traject
VlissingenRozendaal betreft, slechts éene verandering
in den loop der treinen. De trein nl., die thans te
2.35 van Vlissingen vertrekt, zal dan te 2.10 rijden.
Het vertrek van Middelburg wordt daardoor 2.21, van
Arnemuiden 2.28, van Goes 2.50, van Bergen op-Zoom
3 50 en de aankomst te Rozendaal 4 u. 12.
I' qpaBHBgSB
nooit goed onderwijs gehad. Hoor nu uwe geleerde
dochter eens waar zijt gij gebleven Aha
«der schoone dochter van Terpsichore, wier naam ver
leden jaar eene voorname rol heeft gespeeld in een
geheimzinnige geschiedenis, die veel opspraak heeft
verwekt, de talentvolle maar ongelukkige Rosa Barry
(eigenlijk Bartsch.)" «Neen, val mij niet in de rede,
daar staat nog meer", sprak zij, en zij vervolgde
«Het lijk van haar kind, een aanvallig meisje van zes
maanden, is niet gevonden en men vermoedt, dat het
over boord is geslagen."
«Dat zal zeker het kind zijn, mijnheer Woldeck.
O, vader, gauw. Hij valt flauw. Mijnheer Woldeck 1
Paul 1 mijn lieve lieve Paul
Zij was haar vader reeds voor. Zij ving den ont
stelden man in hare krachtige armen op en droeg
hem op het bed, waar hij vier en twintig uren in
bezwijming bleef liggen. Toen openbaarde zich eene
hersenontsteking en de oude dokter telegrafeerde om
zijne familie. Maar na verloop van eene week begon
deze storm te bedaren evenals ems die andere stoi m
en hij ontwaakte, wel verzwakt, maar toch helder.
Grietje stond bij zijp. bed en, tot zijne vreugde, alleen.
«Grietje, mijn lieveling", zeide hij zacht, «als ik
beter ben, moet ik u wat vertellen."
«Ik weet reeds alles, Paul", sprak zij met trillende
lipjes.
«Ik hoorde alles, niet van die anderen, maar uit
uw eigen mond in uwe ijlende koorts. Ik ben blij, dat
ik het van u vernam, al was het ook in dien toestand."
«Vergeeft gij mij, Grietje?"
Zij drukte hare lippen op zijn voorhoofd en zeide
eerst haastig, en toen aarzelend, alsof ze van zich
zelf schrikte «Ja, ja."
«En wilt gij eene moeder zijn voor het kind 7"
«Voor haar kind
«Neen, mijn lieveling, niet voor haar, maar voor
mijn kind
Zij beefde een weinig, daarna sloeg zij hare arn en
om zijn hals en sprak met een traan in bet oog: Ja".
Er was maar éen middel om die belofte gestand
te doen, en daarom zijn zij in den herfst getrouwd.
EINDE.