1883. N°. 125.
Dinsdag 23 October.
Pcrsonoele Belasting,
EEND ILLUSIE?
GOESCHË
de uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Den belanghebbenden wordt herinnerd aan de sup-
pletoire aaugil'te voor de
bij uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het
aanschaffen van voorwerpen der grondslagen van die
belasting; kunnende daarvoor een biljet ter invulling
bij den ontvanger worden afgehaald.
Goes, den 20 October 1883
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. Dü WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
In de zitting der Tweede Kamer van laatstleden
Dinsdag zeide de heer Van Houten de »illusie" te
moeten wegnemen, dat het voorstel van de heeren Van
Delden c. s. een ontwerp van sde liberale partij" zou
zijn. »In mijne sectiezeide de heer Van Houten
is door een der voorstellers verklaard dat door de
voorstellers over dat ontwerp met niemand anders
was gesproken."
Die illusie zal dan ook bij slechts weinigen bestaan
hebben. Het is maar al te goed bekend hoe los het
partijverband is bij de liberale volksvertegenwoordigers.
De verklaring van den heer Van Houten is evenwel
nog geen bewijs, dat de liberale partij in de bestaande
omstandigheden niet de noodzakelijkheid zal inzien om
eendrachtig te handelen. Wij kunnen ons niet voor
stellen, dat het denkbeeld ingang zal vinden om het
tekort van 7 millioen te dekken door de te ver
wachten staatsleening met dat bedrag te verhoogen.
Dan was het tekort door een kunstmiddel gedekt en
ons ondeugdelijk belastingstelsel was gebleven wat het is.
Een der ernstigste gebreken van dit stelsel is zeker
de patentbelasting. Er is geen doeltreffender middel
om deze onrechtvaardige heffing te doen verdwijnen
dan eene goed geregelde inkomstenbelasting. En aan
de andere zijde is er geen geschikter gelegenheid om
eenige zekerheid te krijgen omtrent de hoegrootheid
van het nationaal vermogen dan een tijdelijke inkom
stenbelasting, zooals thans door de heeren Van Delden
c. s. wordt voorgesteld.
Als einddoel schreven genoemde heeren zou
naar onze meening in aanmerking kunnen komen eene
rijks-inkomstenbelasting met verwerking daarin van
eene bedrijfsbelasting en opheffing van het recht van
patent." Zij zouden de verteringsbelasting bij uitne
mendheid, het personeel, aan de gemeenten afgestaan
willen hebben met vrijlating om de grondslagen naar
de plaatselijke omstandigheden te regelen, en om verder
in de behoeften te voorzien door opcenten op de rijks
inkomstenbelasting en op de herziene grondbelasting.
Als dit einddoel bereikt ware, zouden de rijksmid
delen ruimer vloeien, de gemeenten zich vrijer kunnen
bewegen en de billijkheid zou meer betracht zijn.
Dit zal de geheele liberale partij, ook in de Kamer,
wel erkennen en daarom schijnt het haar plicht thans
als éen man het o;itwerp-Van Delden tot wet te helpen
verheffenteneinde eene der meest belangwekkende
proeven op oeconomisch gebied te nemen.
Wij hopen dus, dat de woorden van den heer Van
Houten niet moeten dienen om het bestaan van ver
deeldheid op dit punt den volke te verkondigen. De
meerderheid der liberalen in de Kamer is uiterst ge
ring en de trouweloosheid van enkelen zou reeds vol
doende zijn om het initiatief der heeren Van Delden
c. s. te verlammen.
Reeds wordt vernomen, dat noch de voordracht
der Regeering, noch het voorstel der 5 heeren genade
zal vinden bij de Kamer. Tegen het laatstgenoemde
worden echter bezwaren ontwikkeld, welke, naar het
ons voorkomt, met behoud van de hoofdgedachte, voor
oplossing vatbaar zijn. En juist de omstandigheid,
dat men hier niet te doen heeft met een plan van
bepaald politieke beteekenis, zou, dunkt ons, aanleiding
kunnen geven, dat althans de liberalen zich verstonden
om, door wegneming van of overeenstemming omtrent
ondergeschikte bezwaren, aan het voorstel succes te
bezorgen. Hun althans zou dan niet het verwijt kun
nen treffen, dat eene noodige versterking der middelen
uitbleef en afstuitte op gemis aan samenwerking.
Onder de opgesomde bezwaren komt ook voor, dat
de inkomsten uit het landbouwbedrijf in het voorstel
niet worden genoemd, terwijl daarin wel voorkomen
de inkomsten uit salarissen, belooningen voor diensten,
ambten en betrekkingen, niet aan patent onderhevig.
Aangezien het landbouwbedrijf niet aan patent onder
hevig is, schijnt in dezen opheldering noodig. Zoo het
voorstel dat bedrijf wou vrijlaten, omdat de inkomsten
uit grondbezit worden getroffen, dan staat daar tegen
over, dat vele landbouwers zelf geen grondbezitters
zijn. De pachter, die slechte zaken maakt, zal, door
de vrijstelling tot en met 800, van zelf buiten de
belasting vallen. Maar waar meer verdiend wordt,
moet het inderdaad eene onbillijkheid schijnen, dat
niet de landbouwer evengoed als de burger naar zijn
vermogen zou helpen bijdragen in den tijdelijken nood
van het land.
Ook het bezwaar, dat door de nieuwe verhooging
van het gedistilleerd een gepatenteerd en vergun 1"
bedrijf opnieuw zou getroffen worden, blijlt bestaan.
Wij deelden hierover onze meening reeds mede eD
voegen er thans nog aan toe, dat er geen afdoende
reden is om een bedrijf hetwelk door hoogen accijns-
en door de drankwet reeds in hooge mate bezwaard
is, bij uitzondering opnieuw te treffen.
Wij zijn voorzeker ingenomen met iederen maat
regel, die het misbruik van sterkedrank beoogt. Maar
zoo dit bij de wet-Modderman de leidende gedachte
was, zij is het in dit geval niet. Het is hier een
voudig een, naar het schijnt, gepermitteerd middel om
meer belasting uit een zeker artikel te slaan. Wij
kunnen dit, om verschillende redenen, niet'toejuichen.
De accijns op het gedistilleerd is op dit oogenblik
reeds zóo hoog opgevoerd, dat vooral langs de ooste
lijke grenzen des rijks de smokkelarij op ongehoord
groote schaal wordt gedreven. Wat zal het dan worden,
als er nog eens 1.500.000 per jaar meer uit dien
accijns moet komen
Zeker, 't is zeer gemakkelijk te bepalen dat hij met
3 per hectoliter verhoogd wordt en de Minister van
financiën kan denken, dat die meerdere opbrengst met
de bestaande wettelijke middelen" zal worden verkre
gen. Wij onderstellen echter, dat de grensbewaking
vrij wat versterkt zal moeten worden, wil men de ge
raamde opbrengst verkrijgen.
De accijns op het gedistilleerd wordt meer en meer
de kurk, waarop wij moeten drijven. Het scheelt wei-
nig of die enkele accijns brengt evenveel op als alle
rijks directe belastingen tezamen.
Twintig jaar geleden bracht het gedistilleerd op
47.107.000 per jaar; in bet vorige jaar ƒ22.107.000.
In 1877 bracht men den accijns van 53 op 57
per hectoliter, en thans stelt de Regeeiing voor dit
bedrag op ƒ60 te brengen.
Zulk eene buitensporige accijnsverhooging moet nood
wendig ook op het bedrijf drukken. En dat het ver-
koopen in het klein van sterkedrank een wettig bedrijf
is, zal niet ontkend kunnen worden. Dat dit bedrijf
thans reeds in onevenredig hooge mate wordt gedrukt,
is ontwijfelbaar. De tapper heeft te betalen patent,
vergunningsrecht en vermoedelijk hooger huur. De
bepaling in de drankwet toch, dat de vergunning tot
drankverkoop niet persoonlijk is, maar het perceel
betreft waar het bedrijf wordt uitgeoefend, zal natuur
lijk ten gevolge hebben dat eigenaars van huizen daar
van misbruik maken. En moge nu al het gebruik van
sterkedrank niet wenschelijk zijn, en men met het oog
daarop minder bezwaar zien in een hoog belasten van
het artikel, er is een grens aan het belemmeren van
een bedrijf door middel van den fiscus.
Omtrent het fheeverbruik bestaat in ons land geene
andere statistiek dan die, welke de Regeering geeft
Daaruit blijkt dat in de laatste vijf jaar de invoer
is geshgen van 1,928,909 tot 2,212,968 kilogram
Die cijfers wijzen dus op eene belangrijke toeneming
van het theegebruik. Voor het grootste deel der na
tie is thee dan ook eene levensbehoefte, en in En
geland is men daarvan zóó overtuigd, dat daar de
rechten op de thee verlaagd zijn. Kan het nu goede
politiek heeten van zulk een artikel 70 percent meer
invoerrechten te gaan heffen dan voorheen? En dat
van een artikel dat zoo gemakkelijk vervalscht kan
worden en wordt
Maar al deze bezwaren tegen het voorstel der 5
heeren komen ons voor oplossing vatbaar voor. Ver
sterking der middelen is in ieder geval noodig. De
plannen door het Dagblad geopperdomwerking van
den suikeraccijns, uitbreiding der zegelwet tot annon
ces, entrees, spoorweg- en tramkaarten, speelkaarten
en lucifers komen ons, met het oog op den nadeeli-
gen invloed, dien zij zouden hebben op bedrijf, ver
keer en verbruik, onaannemelijk voor.
Ook eene verdubbeling der hoofdsom van het per
soneel heeft hare schaduwzijde. Ontegenzeggelijk ware
dit voor rijk en gemeente een zeer eenvoudige weg.
Maar zij zou voor vele kleine burgers en ambtenaren
met beperkte inkomsten zeer drukkend zijn, althans
vrij wat drukkender dan eene inkomstenbelasting met
vrijstelling tot f 800, terwijl vele personen met be
vredigende traktementen of eigen inkomsten, doch
toevallig op kamers of op andere wijze bij anderen in
wonende, bij verhoogd personeel ervan ontheven zouden
zijn om naar hun vermogen bijtedragen in 's lands
tekort.
Dit laatste denkbeeld ligt ten grondslag aan het
voorstel der heeren Van Delden c. s., en 't komt ons voor
de eenig rechtmatige oplossing der zaak te zijn, gelijk
het een der eerste grondslagen van ons gansche be-
belastingstelsel moest uitmaken.
Heeft dus de heer Van Houten eene wellicht niet
bestaande illusie willen wegnemen, wij vertrouwen
dat het geene illusie blijve wanneer wij verwachten,
dat althans de liberalen in de Kamer dit voorstel, na
gemeen overleg over eenige onderdeelen, tot wet
helpen verheffen.
GOES, 22 October 1883.
Waar grootere bladen in staat zijn kolommen
te wijden aan berichten omtrent het verblijf van den
Koning en de Koningin der Belgen, moeten wij de
bijzonderheden daaromtrent tot eenige regels inkrim
pen, al verdient anders het feit van de goede ver
standhouding tusschen België en Nederland, die uit
dit bezoek duidelijk blijkt, ten zeerste waardeering.
Nadat HH. MM. Vrijdagavond in den stadsschouw
burg te Amsterdam de voorstelling van »Les Four-
chambaults" hadden bijgewoond, waar hun de meest
hartelijke ontvangst ten deel viel en zij wederkeerig
van hunne minzaamheid deden blijken, werd hun
Zaterdagmorgen naar het Rijnspoorstation uitgeleide
gedaan door den burgemeester en door dezelfde civiele
en militaire autoriteiten, die bij aankomst tegenwoor
dig waren. De muziek der schutterij speelde de »Bra-
bangonne" en de monitors losten salvo's. Ook de kroon
prins van Portugal deed hun uitgeleide. De vorstelijke
personen betuigden den burgemeester hun groote te
vredenheid over de ontvangst te Amsterdam. Aan
onderscheidene officianten werden door koning Leopold
vorstelijke geschenken vereerd.
Van de hoofdstad ging het naar de residentie, waar
het vorstelijk gezelschap te 9.20 aan het Rijn.spoor
station arriveerde en waar het een niet minder sym
pathieke ontvangst ten deel viel dan in Amsterdam.
Nadat HH. MM. overeenkomstig het in ons vorig no.
per telegraaf gemelde program op passende wijze waren
ontvangen en door verschillende dignitarissen en auto
riteiten verwelkomd. Onder het gejubel eener talrijke
menigte begaf het koningspaar zich in een koninklijk
gala-rijtuig, met vier paarden bespannen, naar het
Mauritshuis, de Trèveszaal en de zalen der Eerste en
Tweede Kamer. Daarna werden het Huis ten Bosch
en Scheveningen bezocht. Na een kort bezoek aan den
Belgischen gezant, waar de Koningin achterbleef, reed
<le Koning naar het paleis van den Kroonprins om te
informreien naar diens gezondheidstoestand. Gaarne
had de Koning den Kroonprins persoonlijk zijn leed
wezen over diens ongest-Idheid betugd, doch de Prins
was verplicht zijn kamer te houden en kon Z. M niet
ontvangen. De Koning liet niet na andermaal daarover
zijn oprecht leedwezen uittespreken en nam met de
beste wenschen voor 's Prinsen spoedig herstel van
diens adjudant afscheid.
Te half drie ontving koning Leopold de ministers,
hoofden der departementen. Te kwart' voor vier uren
vertrok het echtpaar per extra-trein van den Holland-
schen spoorweg. Op het versierde station, waar eveneens
een eerewacht stond geschaard, namen de vorstelijke
peisonen hartelijk afscheid van alle dignitarissen en
autoriteiten en dankten voor de aangename ontvangst
in Nederland.
Bij het doortrokken van HH. MM. langs Rotterdam
werd hun aan het station Delftsche Poort een ovatie
gebracht door autoriteiten, benevens officieren der
schutterij en het korps weerbaarheid met de muziek
korpsen, die de Brabangonne" speelden. De directie
der staatsspoorwegen had aan het ijzeren viaduct van
het station Delftsche Poort tot aan de Beurs beurtelings
de Nedei landsche en Belgische vlag doen aanbrengen.
Er was een groote menigte aan het station aanwezig,
die HH. MM. luide begroette.
In het N. v. d Daq markt de schrijver van
nLondensche brieven" eenige opmerkingen over de
prijzen, aan N'ederl. inzenders op de visscherij-tentoon
stelling te Londen toegekend. Er zijn in de Neder-
landsche afdeeling 45 inzenders, waaraan zijn toege
kend 6 gouden, 10 zilveren en 7 bronzen medailles,
benevens 4 eere-diploraa's, dus totaal 27 bekroningen,
terwijl bovendien éen prijs van 10 betaald werd.
Het aantal bekroonden is echter niet meer dan 22.
Mag men het aantal behaalde prijzen dus niet onvol
doende noemen, bij nadere beschouwing blijkt, dat er
in werkelijkheid in sommige opzichten weinig reden
tot tevredenheid is, wat schrijver met enkele voor
beelden staaft. Zoo wijst hij erop, dat in de lijst
der bekroningen de naam van den heer C J. Botte-
manne te Bergen-op-Zoom niet te vinden is, terwijl
toch zijn inzending, bestaande uit een vuurpijl-bom-
harpoen-geweer en uit verschillende modellen, zeker
eene bekroning waardig was geweest.
Onder de niet bekroonden vermeldt de schrijver tot
zijn leedwezen o. a. nog Wed. J. C. Massee Zn.
te Goes en de Wemeldingsche Compagnie. Van
eene herziene lijst, die dan ook verschijnen zal, ver
wacht schrijver nog veel.
Zijn wij wel onderricht, dan vindt de zaak gedeel
telijk hare oorzaak daarin, dat sommige inzendingen
beschouwd zijn als te behooren tot de bekroonde ver-
eeniging te Bergen-op-Zoom, die, zooals men weet, uit
verschillende oesterkweekers ook uit ons eiland bestaat.
Hansweerd. Zaterdagavond is de ponton met brug,
ter vervanging van een reeds weggebroken steiger,
voor den dienst WalsoordeVlake, na een zeer storm
achtige en onvoorspoedige reisalhier per sleepboot
uit Holland aangekomen. Men is voornemens nog
heden met de legging daarvan te beginnen.
Op last der overheid te Aurich en te Dusseldorf
is de invoer van vee uit Nederland, met het oog op
de longziekte, te rekenen van 18 Oct. jl., verboden.
Vee echter, hetwelk vóór den 18n Oct. in Nederland
met bestemming naar Duitschland verkocht is, zal
aldaar tot aan het einde der loopende maand kunnen
worden ingevoerd, onder overlegging voor elk stuk
vee van een door het betrokken Nederlandsch gemeen
tebestuur afgegeven certificaat, vermeldende
lo. de plaats van herkomst, den ouderdom, het ge
slacht n de kleur van het bedoelde stuk
2o. de verklaring, dat het dier gedurende de laatste
zes maanden zich niet bevonden heeft op een plaats
alwaar of in den omtrek waarvan op een afstand van
20 K.M. de longziekte heerscht of in dat tijdperk ge-
heerscht heeft.
Men verwacht ten gevolge van het verbod van
invoer van vee uit Nederland in Duitschland een ge
voelige daling van de veeprijzen.
Te Breslau zijn gevallen van veepest voorge
komen. De Pruisische regeering heeft onmiddellijk de
bij de wet voorgeschreven maatregelen tot voorkoming
van verspreiding en tot uitroeiing dier ziekte in toe
passing gebracht.
Vergunningen tot invoer van slachtvee uit Duitsch
land in Nederland zijn ingetrokken en worden voor-
loopig niet verleend.
In Duitschland mag alleen dan de invoer van
Hollandsche aardappelen plaatshebben, indien de zen
dingen begeleid zijn van een attest van den burgemeester
der plaats van oorsprong. De invoer van Amerikaan-
sche aardappelen en aanverwant n in Duitschland is
geheel verboden.
Blijkens ontvangen officieel bericht zal de aan
gekondigde tentoonstelling en wedstrijd van oesteis
te Londen niet doorgaan.
Tot algemeen voorzitter van het hoofdbestuur
der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is voor dit
jaar benoemd de heer J. A. Böhringer.
De officier van adrn. 2e kl. D. G. Krol Van der
Hoek wordt met 16 Nov. van het fiegat Evert sen
op het wachtschip te Willemsoord overgeplaatst.
De Koning van België benoemde den Commis
saris des Koniugs in Noord-Holland jhr. mr. J. W. M.
Schorer en den burgemeester van Amsterdam, mr. G.
Van Tienhoven, tot kommandeur der Leopoldsorde.
Door onzen Koning werd de Belgische gezant aan ons
hof, baron D'Anethan, begiftigd met het grootkruis
der orde van de Eikenkroon, terwijl verschillende hof-
dignitarissen van den Koning van België met eene
ridderorde werdt-n begiftigd.
De kroonprins van Portugal, de neef van den Bel
gischen Koning, werd benoemd tot grootkruis in de
orde van den Nederlandschen Leeuw.
Ook de Ministers van binnenlandsche en van bui-
tenlandscbe zaken, de heeren Heemskerk en jhr. V. d.
Does De Willebois, zijn bevorderd tot grootkruis in de
Leopoldsorde.
Bij bet afscheid nemen van Koning Leopold heeft
onze Koning bepaald toegezegd, in April a. s. een tegen--
bezoek te zullen brengen te Brussel.
De Maatschappij tot opvoeding van weezen in
't huisgezin zal a. s. Donderdag te Amsterdam hare
9e jaarvergadering houden.
Men meldt nit Wiesbaden, dat de toestand van
den Minister van Staat mr. Modderman minder gun
stig is. Na reeds een paar maal per rijtuig te zijn
uitgegaan, is hij wederom ingestort.
Staatsblad no. 143 behelst het kon. besluit
van den 15 October 1883, tot buiten omloopstelling
op 31 Dec. a. s. der koperen pasmunt, geslagen krach
tens de wetten van 28 September 1816 en 26 No
vember 1847 (de oude centen en halve centen.)
Gedurende de maanden November en December
1883 en Januari 1884 zal die muntsoort aan de kan
toren der betaalmeesters en van de ontvangers en
commtos-ontvangers der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen kunnen ingewisseld worden.
Woensdag den 24 Oct zal te Utrecht de ge
combineerde vergadering van het bestuur der »Nederl.
Vereeniging van gemeente-ambtenaren" met de afge
vaardigden uit de verschillende vereenigingen van
burgemeesters en secretarissen worden gehouden, ten
einde het examen-programma voor aspirant-gemeente
secretarissen en ambtenaren ter secretarie vast te
stellen en de examencommissie te benoemen.
Door den heer F. Domela Nieuwenhuis te's-Hage
is een adres verzonden aan de Tweede Kamer, waarin
hij, met een beroep op art. 96 der Grondwet, rtl. dat