1883. N°. 120.
Donderdag 11 October.
70ste jaargang.
3) FEUILLETON.
De jonge Kluizenaar.
Staten-Generaal.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Landbouw en Veeteelt.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich; voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone adveitentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
GOES, 10 October 1883.
De voornaamste bepalingen van het gisteren bij
de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel van de hh.
Van Delden, Gleichman, De Jong, V. d. Linden en
De Ruiter Zylker luiden aldus
lo. Er wordt over het jaar 1884 van de ingezete
nen des Rijks eene directe belasting geheven naar den
maatstaf van de inkomsten
a. uit hun vermogen
b. uit lijfrenten, pensioenen, wachtgelden, vrucht
gebruik en andere doorloopende of tijdelijke uitkee-
ringen, en uit salarissen, traktementen en belooningen
voor diensten, ambten, bedieningen en betrekkingen,
niet aan het recht van patent onderworpen.
Onder vermogen wordt verstaan de gezamenlijke
waarde der onroerende en roerende bezittingen op 31
December 1883, na aftrek der schulden. Het vermo
gen wordt geacht inkomsten af te werpen tot een
bedrag van drie en een half ten honderd.
Onder de overige hierboven vermelde inkomsten
worden verstaan die, welke over het jaar 1883 zijn
ontvangen.
2o. Van de inkomsten uit het vermogen wordt de
belasting geheven tot een bedrag van éen en een half
ten honderd van de overige inkomsten tot een bedrag
van drie vierde ten honderd.
3o. De belasting is verschuldigd door ieder, wiens
inkomsten, naar den maatstaf der beide vorige arti
kelen berekend, meer dan f800 bedragen.
Hij is belastingplichtig voor het gezamenlijk bedrag
zijner inkomsten, nadat daarvan, met inachtneming
van de verhouding, waarin de bestanddeelen zijner in
komsten tot elkander staan, de som van f 800 is
afgetrokken.
4o. Van de belasting zijn vrijgesteld vreemdelingen,
hier te lande als consuls of consulaire agenten toege
laten, die geen ander beroep of bedrijf uitoefenen,
mits wederkeerig in de door hen vertegenwoordigde
landen aan Nederlanders, aldaar op gelijken voet toe
gelaten, vrijstelling van dergelijke belastingen worde
verleend.
5o. Elke belastingplichtige is gehouden door invul
ling van het aangiftbiljet schriftelijk aangifte te doen
van
a. het bedrag op 31 December 1883 van zijn in
art. 1 bedoeld vermogen;
b. het bedrag zijner andere, niet uit het vermogen
getrokken inkomsten, in art. 1 genoemd.
6o. Met eene geldboete van vijftig en hoogstens
van tienduizend gulden wordt gestraft de ingezetene,
die niet of niet tijdig overeenkomstig deze wet aangifte
heeft gedaan, en met eene geldboete van vijf-en twintig
en hoogstens tweehonderd gulden voor iedere week
verzuim de ingezetene die, overeenkomstig aitt. 16 en
17 tot het nader toelichten zijner aangifte opgeroepen,
niet is verschenen. Laatstgenoemde boete loopt hoog
stens over veertig weken.
De boeten, bij dit artikel bepaald, worden bij wan
betaling vervangen door gevangenisstraf overeenkomstig
de wet van 22 April 1864 (Staatsblad no 29).
Vrij naar Bret Harte.
Hij ging eenige schreden vóór hen uit en zij volg
den zwijgend. Zij gevoelden na dit korte onderhoud,
dat hij dadelijk weder, evenals vroeger, eene macht over
en eene onafhankelijkheid van hen had verkregen, waar
tegen zij nooit bestand waren geweest en derhalve
liep iedereen in zichzelf te brommen, toen zij Paul's
huis binnentraden. De kachel brandde flink en er wer
den door het aanbrengen van eenige kisten even zoo
vele zitplaatsen geschapen en de oude dame, die haar
rokken zorgvuldig over hare knieën trok en er uitzag
als eene aangekleede ledepop, droogde hare tranen en
hare kleeren tegelijk. Juffrouw Marie overzag met
een enkelen blik de sobere inrichting der hut en richtte
daarna hare oogen op Paul, die, het onverschilligst
van allen, ernstig en rustig vóór hen stond, wach
tende op hetgeen gebeuren zou.
«Wel Paul", begon de oude dame op schellen toon,
»hebt gij ons dan na al de moeite en al den last, die
ge ons veroorzaakt hebt, niets te zeggen Zie je
dan volstrekt niet in, wat ge eigenlijk doet? Welk
eene groote dwaasheid je begaat Goede hemelweet
je nog wel eens wie ik ben?"
»Gij zijt de weduwe van mijns vaders broeder, tante
Alwine", antwoordde Paul doodbedaard. «Als ik
werkefijk eene dwaasheid doe, dan is dit uitsluitend
mijne zaak. Als ik iets om het gebabbel van de
menschen gaf, zou ik niet hier zijnen als ik mij
zooveel aan de wereld liet gelegen liggen om mij
De voorstellers nemen aan, dat de door hen
voorgedragen belasting in haar geheel f 4,375,000 zou
opbrengen. Voegt men daarbij ƒ300,000 uit het
recht op de thee en ƒ1,150,000 uit den verhoogden
accijns op het gedistilleerd waartegen, gelijk zij
zeiden, bij hen geen overwegende bezwaren bestaan
dan zou het totaal der nieuwe belastingen voor
1884 stijgen tot 5,825,000.
Aan het bedrag, dat de Minister van financiën voor
1884 meent noodig te hebben en aanvraagt, zou dan
nog ƒ1,175,000 ontbreken.
De voorstellers meenen echter, dat dit bedrag door
het verminderen of weglaten van ettelijke posten der
gewone uitgaven ruimschoots zal kunnen gevonden
worden. Zij althans zullen het hunne doen om daar
toe te geraken.
De rekening der ontvangsten en uitgaven over
1882/83 van Patrimonium's ondersteuningsfonds bij
ziekte te Goes wijst aan, dat ontvangen is aan con
tributie van leden en begunstigers 86,35 en uitge
geven voor bodeloon en drukwerk 15,32%, terwijl
in dat jaar is uitgekeerd 30,01%. Totaal der uit
gaven 45,34, zoodat de rekening sluit met een goed
slot van 41,01.
Voor de betrekking van gemeente-secretaris te
Wolfertsdijk hebben zich 8 sollicitanten aangemeld, 3
van binnen en 5 van buiten de gemeente. Burg. en
weth. hebben Maandag op de voordracht geplaatst de
heeren G. E. C. Ribbius van Breskens en M. Mieras Jz.
van Wolfertsdijk.
Z. M. heeft met ingang van 1 Nov. a. s. A.
Rijsercommies der posterijen le kl benoemd tot
directeur van het postkantoor te Eindhoven.
Eergisteren is te Rotterdam weder een verga
dering gehouden van kasteleins, die bezwaar hebben
tegen de drankwet.
Na breedvoerig debat over den druk, welken men
ondervond door het vergunningsrecht, werd een motie
aangenomen, waarbij de wensch werd uitgesproken,
dat het vergunningsrecht voortaan aan den persoon
gegeven worde en niet, zooals thans, aan het lokaal
verbonden blijve.
Een adres in dien geest zal aan de Ministers van
Binnenl. Zaken en van Justitie worden ingediend.
Het pmsioen-verbond heeft zich tot de Staten-
Generaal gewend met verzoek om met klem bij de
regeering aantedringen op eene betere regeling der
pensioenen voor burgerlijke ambtenaren, vóór alles in
verband met uitkeering van pensioenen aan hunne
weduwen en weezen.
Met het intreden van den winterdienst op 1
November e k. zullen alle treinen van den Staatsspoor
weg te Utrecht weder aan die van de Rijnspoorweg
maatschappij aansluiten, en zullen met dat tijdstip
de treine i van de Exploitatiemaatschappij, die thans
met running power over den Oosterspoorweg van
Utrecht via Hilversum loopen, ophouden, en tevens
aan hare praatjes te storen, dan zou ik gebleven
zijn, waar ik was."
«Maar men zegt toch, dat gij de maatschappij uit-
geloopen zijt, om u in de eenzaamheid dood te kniezen
over een nietswaardig schepsel, over een vrouwsper
soon, die u behandelde, zooals zij het zoovelen vóór u
deed en u daarna wegwierp Gij weet, hoe wij en al
onze kennissen de oogen gesloten hebben voor uwe
zeer bijzondere verhouding tot de bedoelde persoon, en
hoe ik zelf dikwijls daarover tegen anderen sprak als
over eene eenvoudige grap, teneinde om uwentwil
opspraak te voorkomen; en hoe, toen gij de dolheid
begaan hadt om de danseres te trouwen en zij u kort
daarop door hare schaamtelooze ontrouw in de gelegen
heid stelde om den band, die ulieden verbond, te verbre
ken, gij zoo onzinnig waart om heen te gaan en door
deze overdreven ser.timenteele dwaasheid iedereen hebt
laten bemerken, hoe ernstig gij het gebeurde opnaamt
en hoe gij het u aantrektEn hier op deze verschrik
kelijke plaats", ging zij steeds heftiger voort, «geheel
alleen, waar men half verdrinkt om er te komen en
waar men bepaald verdrinken moet als men weder
weg wilO, spreek er niet vanIk wil er niets
meer van hooren, het is bepaald meer dan krankzinnig!"
Het voorwerp dezer uitbarsting zeide niets en be
woog geen lid.
»Uwe tante, mijnheer Woldeck, is een weinig op
gewonden", zeide de oude heer, «maar ik geloof toch,
dat zij de treurige positie, waarin uw dwaze gril u
gebracht heeft, volstrekt niet overdrijft. Ik ken de
beweegredenen niet, die u genoopt hebben dezen stap
te doen; ik weet alleen, dat zij, naar de algemeene
opvatting, volkomen ongegrond zijn. Gij zijt nog jong;
gij hebt een toekomst vóór u. Ik behoef u niet te
zegge") hoe uwe tegenwoordige handelwijze haar kan
benadeelen."
het plaatskaarten-bureau der Exploitatiemaatschappij,
aan 't Centraalstation te Amsterdam worden opgeheven.
Een en ander moet worden dankgeweten aan de tus-
sehenkomst van den Minister van Waterstaat.
Als zeker wordt thans gemeld, dat de Koning
en de Koningin van R Igië de uitnoodiging hebben
aangenomen om ons vorstelijk gezin een bezoek te
brengen op het Loo. Dat bezoek zal plaatshebben na
15 October.
Onze Koning en Koningin zouden in April e. k.
de gasten van het Belgische koningspaar te Brussel
zijn, alvorens een bezoek te brengen aan het Oosten-
rijksche hof.
Het «Dagblad" meldt, dat Z. M. het paleis te Am
sterdam ter beschikking heeft gesteld van Hunne Bel
gische Majesteiten voor den tijd van Hun verblijf aldaar.
Onlangs las men in eenige bladen het volgende
bericht
«Tijdens het verblijf van den hertog en de hertogin
van Albany te 's-Gravenhage was de prins van Oranje
weder ernstig ongesteld. Tot tweemalen maakte de
hertog een visite aan den prinsdoch beide keeren
kreeg hij belet. Hij heeft in dit opzicht het lot van
den Oostenrijkschen Aartshertogvan prins Albert
van Pruisen en van den graaf van Vlaanderen slechts
gedeeld. Zij allen beproefden onzen troonsopvolger hun
opwachting te maken doch moesten onverrichterzake
vertrekken."
Naar aanleiding van dit bericht schrijft het «N.bl.
van Nederl."
«Het komt ons vreemd voor, dat men nog maar
altijd voortgaat op bijna spottende wijze van de onge
steldheid van onzen Kroonprins te gewagen. Wij weten
van zeer goed ingelichte zijde, hoe het daarmede staat.
De prins lijdt aan uitzetting der maag, waardoor het
hem moeielijk zoo niet onmogelijk is, zich passend te
kleeden en het is zeer verklaarbaar, dat hij zich niet
gaarne aan vorstelijke personen vertoont, wanneer zijne
kleeding daartoe ongeschikt is en hij daardoor zelfs
niet in staat is een bezoeker tegemoet te gaan of hem
te begeleiden. Slechts in tegenwoordigheid van een
deel van het vertrouwdste personeel begeeft zich de
prins van de eene zaal naar de andere. De weinige
bezoekers, die toegang krijgen, worden door hem zit
tende ontvangen. Deze kunnen getuigen, hoe hij wel
degelijk in liooga mate belangstelt in alle groote en
waarlijk belangrijke zaken."
De prinses Von Wied, teNeuwiid, heeft f1000
geschonken voor de noodlijdende bevolking van Ned.-
Indië.
Het groote feest, dat men zich voorgesteld had
bij gelegenheid van de sluiting der tentoonstelling aan
de autoriteiten en verdere genoodigden in breeden kring
te geven, zal volgens het »N. v. d. D." niet door gaan.
TWEEDE KAMER.
In den loop der zitting is gisteren ingekomen een
wetsvoorstel van de heeren Van Delden, Gleichman,
«Is dat alles, wat gij mij te zeggen hebt", vroeg
Paul Woldeck, na een oogenblik geduldig te hebben
gewacht, terwijl hij ieder op zijn beurt aankeek.
«Alles?" riep de dame. «Is het dan niet genoeg?"
«Niet, om voorloopig mijne meening te veranderen
of mijne woning te verwisselen", antwoordde Paul op
koelen toon. «Ik geloof, dat gij nu alles gezegd hebt,
wat gij te zoggen hadt en ik neem ook gaarne aan,
dat uwe beschouwingen evenveel waard zijn als uw
loffelijke ijver. Laat ons er verder over zwijgen",
liet hij er ongeduldig op volgen, «de vloed stijgt en
aan den anderen oever roept uw koetsier u."
De onomstootelijke standvastigheid van den man,
die door zijne volkomene onverschilligheid tegenover
de wenschen der anderen destemeer uitkwam, liet
geen twijfel meer over.
«Nog een enkel woord, mijnheer Woldeck", sprak
de oude heer op een toon van gewicht, waarachter
h;j tevergeefs zijne verlegenheid trachtte te verbergen.
«Uwe handelwijze zou misschien praktischer menschen
dan gij tot het besluit doen komen, dat eene storing
in uwen gedachtengang, eene tijdelijke manie u be-
heerschte, waardoor uwe naaste vrienden wettelijk
verplicht zouden zijn
«Orn mij krankzinnig te verklaren", viel Paul hem
in de rede met het ongeduld van iemand, die liever
een lang gesprek wil eindigen, dan een woordenstrijd
uitvechten. «Dat geloof ik niet. Als advocaat mijner
tante weet u, dat ik in den loop van het vorige jaar
het grootste deel mijner bezittingen op naam van haar
en hare familie heb doen overschrijven. Ik kan niet
aannemen, dat een zoo scherpzinnig raadsman als gij
ooit eene gerechtelijke handeling zou aanraden, die
de bedoelde overdracht van nul of geener waarde zou
doen worden."
Marie barstte hier in zulk een schaterlach uit, dat
De Jong, V. d. Linden en De Ruijter Zijlker, tot bui
tengewone versterking van 's rijks middelen over 1884,
strekkende tot heffing eener inkomstenbelasting op
roerende en onroerende goederen.
De beraadslaging der gevangeniswet is aanstonds
begonnen met de behandeling der onderdeelen. Over
eenkomstig het regeeringsvoorstel werd het woord
«gevangenissen" als algemeene benaming voor de ge
stichten gebezigd. Over het voorstel-Pompe (de ves
tiging van eene strafgevangenis en een huis van be
waring in iedere arrondissements-hoofdplaats als niet
gebiedend voor te schrijven) zijn de debatten begonnen.
Heden voortzetting.
c—tn—PK3E—lira JlflIMM—BMWB—IIIMIIW R«1IMI1—,1 WWII
Ierseke. De kweekeling E. Nieuwenhuijse, sedert
I Juni 11. aan school II alhier werkzaam, heeft bij
het laatst gehouden examen de akte van onderwijzer
gekregen. Door zijne sollicitatie naar een dei vacante
onderwijzersbetrekkingen op die school, die hoogst
waarschijnlijk door eene benoeming zal gevolgd worden,
zal hij nu weldra als hulponderwijzer kunnen fungee-
ren, en alsdan heeft iedere school éen hulponderwijzer.
Het ware hoogst wenschelijk, dat ook in de andere
vacatures voorzien werd, vooral voor school I, waar
ruim 200 leerlingen van slechts twee onderwijzers
onderwijs ontvangen. Het is evenwel niet te denken,
dat in deze gemeente op 1 Jan. 1884 de grootste
helft van de bij art. 24 al. 1 en 2 der wet gevorderde
onderwijzers aanwezig zal zijn, gelijk het kon. besl.
van 17 Jan. 1880 voorschrijft. Tot heden bleven
alle oproepingen vruchteloos.
In het weekblad «Floralia" van 21 Sept. 1883
leest men het volgende
De Duitsche Heilgehilfen Zeitung bericht, dat toen
in het vorige jaar in Rusland op verschillende plaatsen
tegelijk de trichinenziekte uitbrak, op raad der ge-
neesheeren te Moskow een bekwaam scheikundige naar
eene plaats reisde waar de varkens geteeld worden
en waar dit dier, in eikenbosschen gemest, een hoofd
artikel voor export uitmaakt. Toen hij op de plaats
kwam, werden de zieke dieren microscopisch onder
zocht en de uitslag luidde; trichinen in de hevigste
mate. Door verder te onderzoeken ontdekte men dat
deze zieke dieren geen eikels, maar, door den grond
om te woelen, wortels zochten en gretig vertperden,
terwijl de gezonden die wortels lieten 1 ggen. De her
ders verklaarden, toen er hun naar gevraagd werd,
dat het zieke varken, evenals ieder ziek dier, zijn ge
neesmiddel instinctmatig zoekt en cok vindt. Dit een
voudig antwoord diende den geneesheer tot leiddraad.
De kruiden, waarvan de dieren gevreten hadden, werden
verzameld en gedroogd; dairop begonnen de proef
nemingen in het laboratoiium en de uitslag was, dat
een droppel van het verkregen vocht voldoende was
om in weinige minuten de trichinen te dooden. Er
werden nu streng wetenschappelijke onderzoekingen
aan verscheidene dieren, onder leiding van prof. Ticha-
Paul voor het eerst zijn oogen met eenige belangstel
ling op haar gevestigd hield. Zij bloosde, doch be
antwoordde tevens zijn blik met een anderen, die on
willekeurig aan het glinsteren van een paar bajonetten
deed denken. liet gezelschap begaf zich langzaam naar
de deur en Paul volgde hen.
Hij scheen nu eindelijk vrij te zijn. Marie was naast
hare moeder gaan loopenmaar toen zij de kreek
over waren en het tusschenliggende duin de anderen
aan zijn blik onttrok, verscheen de jonge dame eens
klaps op den heuvel en stond weldra vóór hem.
«Dus gij komt niet terug"? vroeg zij.
«Neen".
«Nooit"
«Dat kan ik niet zeggen".
«Zeg mij toch eens, wat is toch bij de meeste vrou
wen de oorzaak, dat de mannen haar moeten beminnen"?
«De liefde" antwoordde Paul kalm.
«Neen, dat is het niet, dat kan het niet zijn" 1
Paul keek naar de duinen en gaf blijk van verveling.
«O, ik ga al. Nog een oogenblik Paul. Ik was vol
strekt niet van plan hier te komen, zij hebben mij
medegesleept. Vaarwel".
Zij hief haar gloeiend gelaat en hare flikkerende
oogen tot hem op. Hij boog zich voorover en gaf haar
den gebruikelijken koelen kus op de. wang.
«Zoo niet", zeide zij boos en vatte zijne pols met
hare kleine fijne vingeren, «zoo moogt gij mij niet
kussen, Paul"
Met een flauwen, nauw merkbaren glimlach drukte
hij zijne lippen op de hare. Op hetzelfde oogenblik
sloeg zij hare beide armen om zijn hals, drukte hare
brandende lippen en haar gezicht tegen de zijne, tegen
zijn voorhoofd en tegen zijne wangen, ja zelfs tegen
zijn kin en zijn hals en liep daarna lachend weg.
(Wordt vervolgd.)