Tentoonstellings-kroniek. Buitenlantisch Overzicht. Gemengde Berichten. én wel uit elke brouwerij een hectoliter. Die vaten plaatste hij in een kelder en noodigde een aantal be langstellenden uit, gedurende veertien dagen het bier te komen proeven, hetwelk hij door middel van het bedoelde toestel uit die vaten zou schenken. De uitslag was verrassend. Het bier was den tienden dag nog even goed en had nog denzelfden aangenamen smaak als in 't eerste oogenblikzelfs hebben kenners beweerd dat sommige bieren in dien tijd beter zijn geworden. Bij het gebruik der luchtpomp wordt het koolzuur uit het bier opgevangen door de lucht, die in het vat op het bier staat. Door het vervliegen van dat zuur verliest het bier zijn goeden smaak; zoodat wanneer een vat langer dan twee dagen aangestoken ligt, het bier reeds een slechten smaak heeft, waarna het laatste gedeelte nauwelijks nog drinkbaar is. Bij da nieuwe toepassing daarentegen gaat het koolzuur niet uit het bier verloren, en wanneer het bier te weinig daarvan bevat, vangt het zelfs nog koolzuur op en wordt het daardoor beter. Het toestel kost ƒ120. Om bij den tegenwoordigen snellen woningbouw de al of niet bewoonbaarheid van vertrekken te be palen, geeft een Duitsch scheikundige het volgende middelMen plaatst in de gesloten kamer een schotel met 1 kilo bijtende kalk in kleine stukken en laat dit 24 uur staan. In eene droge en goed geluchte kamer neemt de kalk binnen 24 uren omstreeks 0.4 tot 0.5 pet. aan gewicht toe. Dit gehalte vermeerdert echter in vochtige woningen en nieuwgebouwde huizen tot 2 a 5 pet. Aan de adviezen, uitgebracht over de vraagpunten, welke aanst. Donderdag in de vergadering der Vereeni- ging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland zullen behandeld worden, ontleenen wij het navolgende: lo. Is er geen strijd tusschen de artikelen 18 en 88 der Gemeentewet? En kan artikel 83 altijd worden opgevolgd? De adviseur, de heer J. A. Neeteson, is van oordeel dat de bedoeling der vraag wel geene andere kan zijn dan dezeTerwijl artikel 88 den wethouder, die zijn ontslag neemt, als zoodanig de verplichting oplegt zijne betrekking waar te nemen tot zijn opvolger in functie treedt, verbiedt art. 18, dat hij, tevens zijn ontslag als lid van den raad nemende, langer zitting houdt, dan dat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goed gekeurd. Na eene beschouwing omtrent het tijdsverloop, dat plaats kan hebben tusschen het ontslag en het in functie treden van een nieuw raadslid, waardoor de bepalingen omtrent het raadslid-wethouder niet juist kunnen worden nageleefd, zegt de adviseur, dat men echter onderscheid moet maken tusschen eene vacature van wethouder ingevolge art. 88 en ingevolge art. 84. Bij art. 88 is sprake van het ontslag nemen als wet houder alleen als zoodanig; in dit geval blijft hij lid van den raad en mag dus voortgaan, ingevolge alinea 2, om zijne bediening waar te nemen tot dat zijn opvolger die bediening heeft aanvaard; art. 18 is dan van geene toepassing. Bij art. 84 echter is er sprake van het ontslag ne men als wethouder en tevens als lid van den raad, of liever als lid van den raad, waarmede het ontstaan eener vacature als wethouder van zelf gepaard gaat. Wanneer dus eene vacature ontstaat van lid van den raad, tevens als wethouder, dan blijft hij, die zijn ont slag heeft genomen, in functie, èn als lid van den raad, èn als wethouder tot dat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd (zie art. 18) of met andere woorden tot dat die opvolger is toegelaten. Binnen veertien dagen daarna moet eene keuze van wethouder geschieden. Het is de plicht van den voorzitter, wil hij han delen overeenkomstig den geest der gemeentewet, om zoo spoedig mogelijk na dit tijdstip eene raadsver gadering te beleggen voor de benoeming van eenen wethouder. Immers de geraeentewetgever (het is duidelijk zichtbaar uit art. 90) heeft gewild, dat het college van het dagelijksch bestuur altijd voltallig zij. De eenige strijd, indien er al strijd mocht wezen tusschen de twee artikelen (18 en 88), is dus, dat er gedurende hoogstens veertien dagen eene vacature zou zijn van wethouderterwijl art. 88 al. 2 geene toe passing zou erlangen, omdat dit artikel, gelijk gezegd is, alleen ziet op het ontslag nemen door eenen wet houder uit deze betrekking alleen. 2o. Toepassing van art. 49 der wet van 17 Aug. 4878 St.bl. no. 127. De adviseur jhr. M, J. De Marees van Swinderen wijst hiervoor op de berichten over de gemeenten West- Dongeradeel, Achtkarspelen en Opsterland, waaruit blijkt, dat de tegenwoordige Min. van binnenl. zaken bij de toepassing van art. 49 der wet tot regeling van het lager onderwijs als regel schijnt te hebben aange nomen Geen subsidie uit 's Rijks kas, bijaldien geen schoolgeld wordt geheven. Die toepassing acht de heer Van Swinderen a. ongrondwettig; b. in strijd met de bepaling van het betrokken artikel zelf. a. Ongrondwettig. Artikel 140 der Grondwet laat aan den raad de regeling en het bestuur van de huis houding der gemeente over. Behoudens de beperkingen door den algemeenen wetgever gesteld bij de ge meentewet en in andere wetten is de raad dus vrij in die regeling en in dat bestuur, is zijn autonomie door den grondwetgever gewaarborgd. Ieder ingrijpen van hoogerhand in het huishouden der gemeente, waar de wet niet spreekt, is verkrachting van het beginsel van autonomie, hetwelk dat van de grondwet zelve is. De wet heeft de schoolgeldregeling tot een huis houdelijk belang der gemeente veiklaard. liet recht van selfgovernment wenscht de heer Van Seiideren ook voor eene in financiëelen nood verkee- re-ide gemeente, ongerept te laten en hij brengt den Raden van Westdongeradeel en Achtkarspelen hulde ervoor, dat zij niet voor den schotel linzen van het subsidie hun eerstgeboorterecht verkochten, dat auto nomie heet. b. In strijd met de bepalingen van het betrokken artikel zelf. Verleening van subsidie heeft plaats indien de ge meente door de uitgaven, tot eene behoorlijke inrich ting van haar lager onderwijs vereischt, in verhouding tot hare middelen en andere uitgaven onbillijk zoude worden bezwaard. Het artikel stelt voor de verleening van subsidie éen voorwaarde: De gemeente worde onbillijk bezwaard. Geen andere conditie Elke andere eisch door de re geering gesteld is mitsdien onwettig; zoodra aange toond wordt, dat de gemeente «onbillijk gedrukt wordt" en bij de beoordeeling hiervan komt de opbrengst, niet de aard van de middelen in aanmerking is de Regeering het voorschrift is imperatief tot sub- sidiëering verplicht. Door andere voorwaarden dan de bovengenoemde, die op den algemeenen financiëelen toestand betrekking heeft, te stellen, gaat de Regeering met de wet uittebreiden, buiten haar boekje. De heer Van Swinderen acht het daarom wensche- lijk, dat straks in de Volksvertegenwoordiging den Minister rekenschap van zijne wetsverkrachting worde gevraagd en de Kamer door een ondubbelzinnig votum doe blijken, dat zij eene meer juiste toepassing van de onderwijswet wenscht. 3o. Kan de raming van de 30 pet. bijdrage van het rijk in de kosten van het lager onderwijs, zooals die laatstelijk door Ged. Staten is voor geschreven, geen aanleiding geven tot verwar ring in de comptabiliteit der gemeente De heer H. G. Hartman Jz., adviseur omtrent dit punt, herinnert hierbij aan de voorschriften, door Gedep. Staten van Zeeland in hunne circulaire van 27 Juli/3 Aug. 1883 no. 10 (Prov. blad no. 59) gegeven. Al dadelijk valt het den adviseur op, dat Ged. Staten van de kosten van het lager onderwijs het bedrag der rijkssubsidiën (ingevolge K. B. van 16 Maart 1862 no. 5) en der bijdragen van armbesturen en dergelijke niet willen afgetrokken hebben, alvorens de 30 pet. ver goeding berekend wordt. De vergoeding geschiedt toch alleen voor de kosten van het lager onderwijs, »voor zoover die niet komen ten laste van anderen of op andere wijze worden gevonden." Bij opvolging van het voorschrift wordt op de begrooting altijd meer geraamd, en wordt, daar de uitkeeringgeschiedt, (art. 45 al. 2 der wet) naar de sommen op de begrooting uit getrokken, ook meer ontvangen, dan de gemeente toe komt. Daardoor is er altijd vermindering van de ver goeding voor een volgend dienstjaar, als uitvloeisel van de resultaten der rekening over het voorlaatste, daaraan voorafgegane dienstjaar. Dit reeds kan verwarring veroorzaken, maar er is meer. Wat te veel ontvangen is aan voorschot over 1882 moet, als prelevement op het goed slot der rekening van dat dienstjaar, gebracht worden in de begrooting der inkomsten van 1884 Oogenscliijnlijk zou men zeggen is dit administratief juist; want men heeft het in 1882 te veel ontvangen en het wordt van het bedrag, dat voor 1884 berekend wordt, afgetrokken. Maar bij nader inzien blijkt, en de praktijk zal dit bevestigen, dat dit tot verwarring zal leiden. Het is waar, over 1882 is te veel ontvangen en het goed slot is dientengevolge zooveel grooter als het zou zijn, indien dit niet zoo ware. Maar het goedslot der rekening over 1882 komt pas als eerste post op de begrooting van ontvangsten voor 1885 voor. Er is dus vermenging van dienstjaren. Nu kan men wel aanvoeren, dat het in 1882 teveel ontvan- gene wordt afgetrokken van het bedrag, dat men als vergoeding voor 1884 raamt, maar de eerstbedoelde som kan zoo groot zijn, dat daardoor het goede slot der rekening overtroffen wordt. Wat blijft er nu over voor de begrooting van 1885 In plaats van een goed slot moet een nadeelig saldo in de begrooting voor dat jaar gebracht worden. Ziedaar, hoe naar de meening van den heer Hartman, de voorgeschreven wijze van raming der 30pct. bij drage van het rijk in de kosten van het lager onder wijs tot verwarring in de comptabiliteit kan leiden. Zijns bedunkens moest: lo de raming van de ver goeding berekend worden naar het volle bedrag der kosten, verminderd met de rijkssubsidiën en bijdragen van armbesturen en dergelijkeen 2o geen preleve ment van het te veel genotene op de begrooting van inkomsten gebracht worden, of wilde men het te veel genotene in aftrek nemen, dan zulks doen door het batig saldo van eene rekening te verminderen, in die begrooting, voor welks eerste post van ontvang het saldo dienen moet. XIX. Amsterdam, 30 Sept. '83. Wat den éen reden tot vreugde oplevert, is voor den ander eene bron van teleurstelling. We zouden dit tot axioma kunnen verheffen. Wie er nog aan twijfelen mocht kan het bewaarheid vinden in de bekroningen op onze tentoonstelling Het feit zelf is van meer gewicht, dan door velen daaraan wordt toe gekend. Men betwistte elkander den voorrang in dezen strijd des vredes, waarvan de beslissing werd over gelaten aan een jury. Zeker had deze eene moeilijke taak te vervullen. Menig eminent persoon in den lande bedankte voor eene benoeming tot jurylid, en het heeft zeker aan de zaak geen goed gedaan, dat men zoo naar jury-leden heeft moeten zoeken, als met het lantarentje van Diogenes. Thans is de teerling geworpen, en de naam van Nederland weerklinkt opnieuw door Europa, neen, over geheel de beschaafde wereld. Thans is aan ons zoolang het duurt natuurlijk het laatste woord op het gebied der faam. In de verste streken, in Rusland, Italië, Amerika, Australië, in de verzengende luchtstreken van Indië, zoowel als in de poolgewesten van Noorwegen, in Spanje en Griekenland, overal zullen de namen van Nederland en Amsterdam worden genoemd tot de volgende internationale tentoonstelling ons weder doet terugzinken in de vergetelheidMaar het feit blijft geboekstaafd in de rollen der historie. Zooals ik zeide hebben de bekroningen nogal uiteen- loopende gevoelens opgewekt, en wie niet doof is, kan ter plaatse der misdeelde etalages heel wat liefelijks vernemen. Mag men de ontevredenen gelooven, dan zou de jury zich niet altijd gekenmerkt hebben door grondige kennis van hetgeen zij geroepen was te be- oordeelen. Er zijn zelfs exposanten, die de hun toe gekende onderscheidingen stoutweg hebben geweigerd en als riepen zij thans het oordeel in van het publiek bij wijze van vox populi, van deze weigering melding maken, door aan hunne uitstalling een kaartje te hangen met de woorden «medaille refusé". En toch is de lijst der bekroningen zoo ontzaglijk lang. Een blik op de bekronings-brochure, want zoo mogen wij ze wel noemen zon bijna den uitroep uitlokkenzoo wat iedereen heeft wat gekregen. Velen, die niet hebben geexposeerd, spijt dit dan ook verbazend, en ze nemen zich dan ook voor bij eene volgende gelegenheid te exposeeren hoe het ook wil. Er kan uit dit «verschil van meening" nog heel wat ge harrewar ontstaan. Dit is zeker, dat de groote aan trekkelijkheid voor de exposanten thans opgehouden heeft te bestaan. Werkte men tot 11. Zaterdag niet slechts om stoffelijk voordeel, maar voornamelijk om de eer thans zijn de rollen omgekeerd, aast men slechts op debiet, en is voor vele inzenders de ten toonstelling gewordeneen groote uitverkoop 1 Dit is ook al weer nuttig en noodig. Enorme kosten zijn door sommige exposanten besteed. Een van hen droeg vijfentwintigduizend gulden tot de tentoonstelling bij, en bedong daartegenover het uitsluitend recht tot verkoop van een zeker artikel, welk recht natuurlijk werd verleend. De verkoop zal, volgens sommigen nu eens recht beginnen. Tegen sluitings- en inpaktijd kan men wellicht nog zeer voordeelige koopjes doen. Gelijk ik reeds gezegd heb, wordt er van de «loterij," zooals er op de bordjes staat, veel werk gemaakt De hoofdprijs is een complete parure van diamanten, wel te onderscheiden van de beide colliers, die ik u reeds beschreef. Die hoofdprijs nu kost de ronde som van honderdduizend gulden en bestaat uit: diadeem, broche, breloque, knoppen, spelden enz., in 't geheel twaalf stuks, een kinderspeelgoeddoosje vol, waartoe bij wijze van spreken een onnoemelijk aantal steenen zijn gebezigd. Trouwens de indruk, dien de aange kochte voorwerpen op den bezoeker te weeg brengen, is overweldigend, de rijkdom der sleepjaponnen »weg- sleepend" en verblindend. Een der fraaiste robes is met struisveeren gegarneerd, een ander met opgezette vogeltjes enz. Zware thee- en koffieserviezen, bladen en trommeltjes, bouilloirs en milieu's, maar ook mar meren en terra-cotta beelden van hooge kunstwaarde, bijten u de keel af en doen menigeen in de beurs tasten om zich door aankoop van een lot de kans te verzekeren op zulk een voorwerp. Ik heb een onwillekeurig verzuim gepleegd met bij onze intrede in het hoofdgebouw niet den zeer smaak- vollen koepel, het spiegel-kabinet van de firma wed. G. Dorens en Zn. alhier te vermelden, eene der fraaiste en kunstigste etalages der Nederlandsche afdeeling. Deze firma werd opgericht in 4770 en herdacht dus reeds lang haar lOOjarig bestaan. Zij legt zich voor namelijk toe op lijstwerk en wel op het z.g. carton- pierre, dat het gips vervangt en 't geen hiermede niet het geval is, niet afbrokkelt en terstond beschilderd kan worden. In een «dam" tusschen twee ramen of paneelen, is op vernuftige wijze een pendule aange bracht. De heer Dorens kwam het eerst op dit denk beeld en leverde daardoor eene bijdrage tot de mo derne, oorspronkelijke ornementiek. Een spiegel- of portretlijstje, dat iedereen aanziet voor metaal, is echter verguldwe een bewijs van mees terschap in deze kunst. Een schoorsteenspiegel, zwart en gepolijst koper, en eene «damesversiering met pen dule", style Louis XVI, trekken zeer de aandacht. Zooals te verwachten was worden de verschillende beschouwingen over de politieke beteekenis, die gehecht moet worden aan de reis van den Engelschen minis ter Gladstone, thans gelogenstraft. Niet onaardig is het echter, dat het grootste bewijs, dat dit uitstapje slechts een pleiziertochtje was, daarin wordt gevonden, dat Gladstone zijn «beste pakje" niet bij zich had. Was het zijn voornemen geweest vorstelijke personen te bezoeken, dan zou hij dat toch niet vergeten hebben. De premier stond dan ook bij zijne terugkomst vreemd te kijken, toen hij hooide, Wat men aan zijne reis al had ten grondslag gelegd. Het officiéél verslag van de bijeenkomst van eenige leden der Fransche linkerzijde, onder voorzitterschap van den heer Barodet gehouden, luidt De groep der uiterste linkerzijde, steunende op: De constitutie, die het ministerie niet toelaat over 's lands strijdkrachten of financiën te beschikken zonder verlof van het parlement De formeele belofte, in de zitting van 40 Juli door de regeering afgelegd, in deze woorden «Zoodra de toestand ernstig werd en andere middelen noodig waren, zoudt gij weder uitspraak doen; en gij kunt verzekerd zijn, dat onze strijdkrachten en financiën niet op het spel gezet zullen worden zonder uwe toe stemming Eischt de onmiddellijke bijeenroeping der kamers; Verklaart dat alleen de medewerking van het Par lement de openbare ongerustheid kan doen bedaren Dat tegenover het buitenland die medewerking on misbaar is om aan de nationale politiek de vaste en juiste richting te geven, welke alleen de lasthebbers van het land recht hebben te bepalen, en om aan de regee ring der republiek het recht te geven te onderhan delen en te handelen Dat de afwezigheid der Kamers het lot onzer troepen die in Tongkin vertoeven in gevaar kan brengen, daar alleen het Parlement de bevoegdheid bezit om de noo- dige maatregelen te nemen Belast het bestuur van de groep deze verklaring aan den president van den ministerraad te overhandigen En, in geval van niet bijeenroeping der Kamers, maakt alle goede burgers opmerkzaam op het schen den der Constitutie; En verklaart het ministerie voor verantwoordelijk." In verband daarmede meldde dezer dagen het Fran sche blad «Petite France," dat in den ministerraad van Zaterdag, een der leden van het Kabinet aan zijn collega's zou voorstellen het hervatten der parlementaire werkzaamheden op 8 October te stellen. Het voorstel zou ondersteund worden door de over weging, dat de toestand in Tongkin zoodanig is, dat het ministerie wel eens spoedig versterkingen naar het Oosten zou kunnen moeten zenden. Nu is het van algemeen bekendheid dat de toegestane credieten uit geput zijn, en dat generaal Thibaudin vast besloten is, zijn eens aangenomen gedragslijn te blijven volgen. Intusschen is het transportschip «Shamrock" uit Toulon vertrokken met 990 militairen aan boord, waarvan ongeveer de helft besterad is voor Tongkin, de overigen voor Cochincliina, waar zij de garnizoenen moeten aanvullen. Het schip heeft voorts eene groote hoeveelheid hospitaalmateriëel aan boord. Voorloopig is het besterad naar Saigon, maar het zal te Singa pore de orders van den admiraal Courbet afwachten, om, zoo noodig naar Tongkin te worden gezonden. Binnen eenige dagen zullen de schepen «Tongkin" en «Bien-Hoa" volgen, om Algerijnsche troepen naar het oorlogstooneel over te brengen en voorts eenige offi cieren der mariniers, om de verliezen aan te vullen, bij de jongste gevechten in Annam geleden. Wegens het bezoek, dat de Koning van Spanje den 29n September te Parijs zal brengen, zullen de presi dent Grévy en al de ministers naar de hoofdstad komen, alsmede de Spaansche gezant, hertog de Fernan Nunez, bij wien de Koning logeeren zal. Er zal den 30n een ministerraad gehouden worden, dien de heer Grévy zal bijwonen. Een reeks van feesten zijn geor ganiseerd, om den Koning hulde te bewijzen. Naar evenwel gemeld wordt, is het plan van eene revue opgegeven. Een Duitsch blad meldt, dat de Czar van Kopenhagen uit heeft getelegrafeerd, dat hij het ontslag der gene raals Soboleff en Kaulbars als Bulgaarsche ministers goedkeurde. Dit besluit schrijft men te Weenen toe aan den invloed van den heer Gladstone. Ook wordt beweerd dat Vorst Alexander met de liberalen in zijn rijk tot eene verklaring gekomen is, en dat nog voor de tusschenkomst der Russen, de samenwerking tusschen de conservatieven en liberalen was besproken. Voorts schijnt het dat de groote mogendheden Rus land een wenk gegeven hebben, dat pogingen om Bul garije nog meer afhankelijk te maken van Rusland moeielijkheden konden veroorzaken Jl. Vrijdagavond zijn door den trein, die te 8 u. 3 m. uit Vlissingen hier aankomt, drie koeien overreden, toebehoorende aan J. De Jager uit den Kraaiertpolder. Zij waren uit de weide ontsnapt en hadden zich op de baan nedergelegd. De trein bekwam geen letsel. Omtrent dit geval schrijft men ons, dat het ver pletterd vee Zaterdag te Heinkenszand is aangebracht met het doel om, zoo mogelijk, het vleesch tegen ver minderden prijs te verkoopen; doch dat het heden morgen door den keurmeester onbruikbaar is verklaard, waarna het onmiddellijk begraven is. Van andere zijde zen It men ons, naar aanleiding van dit ongeval, dat den betrokkene eene aanzienlijke schade berokkent, de volgende opmerkingHet mag bevreemdend genoemd worden, dat dergelijke onge lukken niet meer gebeuren, wanneer men weet dat de spoorlijn bij de overwegen niet wordt afgesloten. Door geringe opoffering kon alle gevaar worden voor komen. Ingeval de sluitboomen, heksgewijze ingericht, in plaats van met hunne uiteinden aan de tegenover gestelde zijden der sluiting doelloos te staan, te midden op de spoorlijn aan elkander verbonden werden, dan zou geen rund of paard zich op den spoorweg kunnen begeven. Vlissingen. Gistermiddag had een Belgisch rivier- loods het ongeluk bij laag water in een der kis tingen aan het eind van het groote hoofd te vallen. Zwaar aan een been gewond werd hij met veel moeite eruit gehaald. Men vreest dat het been afgezet zal moeten worden. De nieuw gebouwde stoombarge «Luctor et Emergo" was gistei en voor het eerst in de vaart tusschen Vlis singen—Middelburg en vervoerde een zeer groot aan tal passagiers. Jammer dat het weder niet geheel en al mede welkte, zoodat het voor de passagiers op dek wat frisch werd met den avond. Bij het aanleggen te 6 uren liep de barge door het werken der machine tegen de tonnebrug aan, welke daarop door de geledene schade voor het publiek gesloten werd. Morgen zal de brug weer voor het publiek toegankelijk zijn. Gisteravond te 9,30 ure arriveerden alhier aan het havenstation per extra-trein de Hertog en Hertogin van Albany met hun gevolg in 2 rijtuigen met ba gagewagen van Z M. den Koning. De Engelsche consul was aan het station aanwezig. De mailboot ver trok eerst laat, ongeveer te 11 uren, doordien de cor- respondeerende treinen te Rozendaal in groote ver traging waren. St.-Annaland. Een zoogenaamde dolle of woeste koe bracht jl. Vrijdagavond deze gemeente in rep en roer. En geen wonder! Van elders aangevoerd en aan de kade gelost, was dit beest uit handen geraakt en op den loop gegaan. Om te beginnen wierp het op straat een man omver, die er gelukkig met den schrik afkwam. Verder doorloopende en geen watergangen of slooten ontziende, wierp de koe zich op eene vrouw, zonder haar echter te kwetsen In de straat terug- keerende, wierp het al woester geworden dier zich op een in de deur staanden man van 71 jaar, dien zij zoo hevig op den grond smeet, dat de man voor dood bleef liggen. In huis gebracht zijnde, bleek het echter dat de man slechts bewusteloos en zijn arm deerlijk gekwetst wasdeze was van af de pols tot aan 't elle booggewricht opengereten en vertoonde eene wond van ongeveer meter lang. Men trachtte toen het beest dood te schieten en maakte er jacht op, doch door de invallende duisternis moest men van verdere vervolging afzien. Den volgenden morgen was het beest bij andere koeien bij een boer op den mestput gekomen, waar men het met veel moeite en gevaar heeft afgemaakt. De schade door den brand in de katoendrukkerij van de firma P. F. Van Vlissingen en Co. te Helmond aangericht, zie ons nommer van Zaterdag, wordt, wat de gebouwen betreft, begroot op ongeveer/200,000, terwijl aan roerende, goederen en vaste machineriëa

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 2