1883. N°. 96.
Donderdag 16 Augustus.
ERNEST EN FRANK.
6) FEUILLETON.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
GOES, 15 Augustus 1883.
In de heden alhier gehouden vergadering van
ingelanden van den polder »de Breede watering bewes
ten Ierseke" waren tegenwoordig 34 ingelanden, uit
brengende 63 stemmen.
Na mededeeliDg van de ingekomen stukken en na
benoeming van commissiën voor de resurnptie der
notulen, benevens voor het opnemen der rekening
1883/4 en begrooting 1884/5, deelde de voorzitter
mede, dat de grosse van den borgtocht van den ont
vanger-griffier ter visie van ingelanden ligt op diens
kantoor.
Voorts werd nopens het stoomgemaal medegedeeld,
dat, volgens het laatste rapport:
a. de schoorsteen voltooid is;
b. de machinekamer en het ketelhuis onder dak
zijn gebracht;
c. de voorbereidende werkzaamheden voor de af
voerbuizen in gang zijn
d. de opbouw der machinisten woning voldoende
vordert
e. de verbreeding en verdieping van het verbindings
kanaal tusschen de sluis bij Kattendijke en Wemeldinge
genoegzaam is voltooiden eindelijk dat al de werk
zaamheden zonder beduidenden tegenspoed, bevredigend
vorderen.
Daarna werd de rekening over het dienstjaar 1882/3,
conform het advies der commissie goedgekeurd en
vastgesteld.
Van de geldleening ten laste der Watering hadden
vervolgens de navolgende uitlotingen plaats
Van die van 1852/3 drie obligation a 500 no.
33, 48 en 146.
Van die van 1876/7 de laatste vierendertig stuks
af 1000. Nos. 3, 5, 8, 9, 14, 15, 20,23,27,30,31,
43, 51, 59, 61, 64, 68, 75, 95, 97,102,105,115,122,
127, 128, 131, 139, 142, 146, 148, 155, 160 en
163; en van die van 1877/8 tweeetuks af 1000 nos.
86 en 135.
De vergadering werd daarna gesloten.
Kapelle. Onder de bekroonden bij gelegenheid der
tentoonstelling voor tuinbouw en plantkunde te Elle-
com komt ook voor de heer D. J. Van der Have,
boomkweeker alhier. Hem werd eene eervolle vermel
ding toegekend voor »eene teekening entuinaanlegging".
Dit is reeds de tweede bekroning, die dezen heer dit
jaar ten deel valt.
Hansweerd. Gedurende de maand Juli werden hier
ingeklaard 592 stoom- en zeilschepen en uitgeklaard
501 dito. Nog werden ingeklaard 160 visch- en
mosselschuiten en 190 dito.
Tolen. Aangezien den 1 Mei 1884 de drankwet
niet toelaat dat in een winkel, waar drank verkocht
wordt, ook andere dingen verkocht worden, en dit
hier met de meesten het geval is, zullen niet allen
genegen zijn, hunne winkels als drankwinkel te behou
den en van de overige artikelen afstand te doen;
zulks zou dientengevolge eene schade voor de gemeente
kas zijn, doch dit zal toch niet het geval wezen, wijl
gisteren in den gemeenteraad besloten is het vergun
ningsrecht op 25 te stellen, hetgeen tot heden
15 was.
Naar het Duitsch van F. Dahn.
»Hoe jammer, dat gij hem weggejaagd hebt!" sprak
Ernest spijtig: »ik had hem gaarne verder ondervraagd."
«Waarom?" riep Frank, terwijl hij het vensterluik
zorgvuldig sloot. «De gek heeft schrik genoeg ver
wekt. Ik moet u thans mijn reeds dikwijls uitgespro
ken wensch met den meesten aandrang herhalen
thans meer dan ooitlaat hem in verzekerde be
waring brengen, laat hem naar de stad brengen vóór
hij zichzelven en anderen kwaad berokkent."
«Maar wat is er dan toch met dat afschuwelijke
wezen?" vroeg Anna nog altijd bevende.
«Zijne gansche geschiedenis is zijne geboorte", ant
woordde Frank. «Gij hebt tot nogtoe niets van hem
vernomen, omdat onze goede vader alles heeft aange
wend, om dit verwarde en akelige wezen van u ver
wijderd te houden. Zijne moeder was «Kolenkaatje",
de dochter van Hannes, de kolenbrander uit het bosch.
Zij moet het mooiste meisje van de wereld geweest
zijn zijn vader was een rijke Laird uit Schotland,
die hier eens een jaar heeft doorgebracht en daarna
eensklaps is verdwenen. Toen Kaatje bemerkte, dat
haar verleider haar verlaten had, kreeg zij vlagen van
doffen waanzin en in een van die aanvallen sprong zij
met een schellen lach in den vlammenden oven van
haar vader. Verschrikkelijk gebrand werd zij daaruit
gehaald en stervend bracht zij dezen knaap ter wereld,
dien de oude kolenbrander met de teederste liefde groot
bracht. Weldra bleek het echter, dat het zielelijden
Z. M. de Koning heeft aan den Italiaanschen
gezant 500 doen toekomen ten behoeve der nood
lijdenden door de ramp van Ischia.
De commissie voor de Grondwetsherziening is,
naar wij vernemen, reeds zoover gevorderd, dat zij
tegen October met hare taak geheel gereed denkt te
zijn. (Vad.)
De opbrengst van 's Rijks middelen over de maand
Juli 11. was 7,744,717,61 tegen/8,944,903,22%
in Juli 1882.
In de eerste zeven maanden dezes jaars was de
opbrengst 56,972,011,77%, tegen ƒ57,928,656,46
over de eerste zeven maanden van 1882.
De Provinciale Staten van Utrecht hebben in
hunne zitting van gisteren benoemd tot lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal C. T. graaf Van
Lijnden van Sandenburg, oud-Minister.
Een zeldzaam geschil is thans in behandeling
bij Ged. Staten van Noord-Brabant. De heer J. F.
De Booy, onlangs gefailleerd en vóór dien tijd lid van
den gemeenteraad van Breda, had krachtens artt. 19
en 25 der gemeentewet zich genoopt gezien den Raad
kennis te geven voortaan de vergaderingen van den
Raad niet meer te kunnen bijwonen. Door burg. en
weth. werd daarop een nieuwe verkiezing uitgeschre
ven, doch vóór deze plaats had, was de heer De Booy
bij vonnis der arrond.-rechtbank gerehabiliteerd. Hij
vermeent door die rehabilitatie weer in het genot te
zijn gekomen van al zijne burgerschapsrechten en dus
niet vervallen van het lidmaatschap van den Raad,
er. hij verzoekt daaromdat de inmmiddels voortge
zette verkiezing door Ged. Staten zal vernietigd wor
den, opdat hij zijn zetel in den Raad weer zal kunnen
innemen.
Men schrijft uit Vlissingen van 14 Augustus
aan de N. R. Ct: «Terwij! de deskundigen het nog
niet eens zijn omtrent het geval van cholera, dat zich
hier gisteren heeft voorgedaan, is allerwege de volgende
publicatie aangeplakt
«De burg. van Vlissingen, gelet op art. 29 der wet
van den 4en Dec. 1872 ter voorziening tegen besmet
telijke ziekten
Brengt ter kennis der ingezetenen dezer gemeente,
dat zich een geval van Aziatische cholera heeft voor
gedaan in perceel H No. 243, Dormansslop."
De Middelb. Ct. meldt, dat de dokter, de heer J.
Hazenberg, een briefje aan de woning heeft doen plak
ken met het opschrift cholerawat volgens de wet
in een geval van inlandsche cholera onnoodig was.
Voorts werd aan den burgemeester en aan den voor
zitter van den Geneeskundigen Raad daarvan kennis
gegeven, wat ook niet behoefde.
Dat hierdoor de onrust thans algemeon is, zal niet
behoeven te worden vermeld. Een kind, dat Maandag aan
diarrhee is ongesteld geworden en overleden, is Maandag
avond ten half 8 ure begraven, natuurlijk onder de
verdenking dat het. aan de cholera zou zijn overleden."
De Middelb. Ct. van gisteravond meldt nog het vol
gende
«De man, die tusschen Zondag en Maandag nacht
te Vlissingen door cholera is aangetast, is hedenvoor-
en misschien ook het uiteinde der moeder aan het kind
het verstand had ontnomenhij was onnoozel en bleef
het, niettegenstaande onze vader alles in het werk
stelde om hem te ontwikkelen. Hij ging derhalve nooit
op de school, zat altijd in het bosch bij de kolen en
zijn grootvader bracht er ruimschoots het zijne toe bij,
om hem volslagen krankzinnig te maken. De oude
Hannes namelijk is een levend sageboek geweest: al
de oude sprookjes en verhalen, die hier in grooten
getale nog in den mond van het volk leven, en die
hoofdzakelijk nog uit den tijd der heidenen dagteekenen,
kende en verhaalde de grijze kolenbrander, die zeker
honderd jaar oud geworden is. Hij vertelde nu al die
dwaze wijsheid aan zijn dwazen kleinzoon, die daarvoor,
maar ook daarvoor alleen, de levendigste belangstelling
koesterdede jongen heeft, geloof ik, in zijn gansche
leven meer van den wilden jager als van den goeden
God gehoord. Toen nu de oude gestorven was, werd
onze vader, die zijn kostgeld betaalde, zijn voogd. Na
vader's dood nam Ernest de voogdijschap over: men
gebruikte rooden Frits als herder voor de gemeente-
geiten, maar toen hij eens een geitje bij alle vier de
pooten pakte en het in de molenbeek wierp ten
geschenke aan de molenwaternimfzooals hij zeide,
en toen hij ook nog tal van andere bewijzen van zijne
kwaadwilligheid en gevaarlijkheid had gegeven, heeft
men hem moeten ontslaan. De onderwijzer geeft hem
nu den kost en houdt het toezicht op hem ten laste
der gemeente; maar wij hebben nu gezien hoe goed
hij hem in het oog houdthij laat hem 's avonds al
leen door het dorp rondloopenHet is onverant
woordelijk
«Maar waarom past men niet beter op den onge
lukkige?" vroeg Anna.
«Dat is de schuld van zijn curator, onzen geleerden
middag overleden.
De inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht
meende, dat het hier een geval van inheemsche cholera
is. geweest. In Vlissingen zijn over het geheel vele
gevallen van diarrhee.
Later meldt men ons het volgendeNog zijn twee
kinderen aan cholera nostras overleden. De kleederen
der gestorvenen worden vernietigd.
Het overlijden van den eersten lijder is aangegeven
als ten gevolge van cholera asiatica."
De kommandant De Bruijne kan het bevel over
het schip ter opsporing van de «Varna" niet aan
vaarden. Op zijn vroegst zou hij eerst Woensdag (heden)
of Donderdag kunnen vertrekken, om de postboot, die
Zondagavond uit Bergen naar Haramerfest afvaart, nog
te treffen. Deze boot heeft tot Hammerfest tien dagen
reis, zoodat zij aldaar eerst den 29n aankomt. Dan
zouden er nog minstens een paar dagen verloren gaan
met het nazien en aanvullen van leeftocht, instrumenten
en andere reisbenoodigdheden. Vóór I September zou
men dus niet onder zeil kunnen gaanen onder de
gunstigste omstandighedenpas den 4n of 5n dier
maand in de Kara-zee kunnen aankomen. Dit nu ware
te laat. De heer De Bruijne meent de verantwoorde
lijkheid voor het zóo lang ophouden van het schip,
dat hulp verleenen moet, niet op zich te mogen nemen.
Tot het meemaken van den tocht hebben zich aan
geboden jhr. Speelman, oud-zeeofficier, thans burge
meester van Harlingen, en de luitenant t z. 1ste kl.
Hecking Colenbrander.
Na gehouden conferentie met de deskundige com
missie heeft het Meteorologisch Instituut besloten het
schip «Ellida" tot opsporing der «Varna" uit te zenden.
Hoewel geen Nederlandsch zee-officier de reis zal me
demaken. vertrouwt men op den ijver van onzen consul
en de plichtsbetrachting van den kapitein, den ijsloods
en de equipage. Eene belooning van f 35,000 is uit
geloofd aan het schipdat onze reizigers opspoort.
Mededeeling daarvan zal per telegraaf gezonden worden
naar de Noorweegsche havens en naar Archangel. De
natie beijvere zich intusschen voor de som in te schrij
ven, waarvoor professor Buys Ballot borg bleef (dus
ook voor genoemde som van 35,000). Toezeggingen
kan men ook zenden aan den heer Volck te Utrecht.
Gisteren werd te Amsterdam de 98e algemeene
vergadering geopend van de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, onder presidium van den heer J. Coninck
Westenberg. De voorzitter gaf in zijne rede eenige
beschouwingen over de geldmiddelen der maatschappij,
die ontoereikend waren. Hij wees op de noodzake
lijkheid van wijziging der artt. 82 en 84 der wet, en
drong aan op versterking van middelen door aanwinst
van 1'den en bezuiniging in het subsidiëeren.
Uit li t verslag, uitgebracht door den secretaris
mr. Kerdijk, bleek, dat de maatschappij 17,477 leden
telt met 430 eereleden Twee departementen waren
ontbonden en zes nieuwe gevestigd, zoodat cr thans
343 departementen zijn.
In plaats van prof Kan, die bedankte en de niet
herkiesbare aftredende bestuursleden C. Ten Brumtneler
en mr. H. J Kist werden gekozen mr. N Loman,
mr. J. P. Moltzer en P. II. Testas. Tot uitvoering
t&muBu&amt&Bi&ïB'asiii'&tsmmmaatiÊÊumtmÊÊmaÊmÊÊmmÊÊiiÊmitmmÊtmiÊÊÊaiÉm&t
broeder Het gansche dorp heeft reeds meermalen er op
aangedrongen hem op gemeentekosten ergens anders
te bezorgen, maar Ernest heeft het tot nutoe altijd
weten te voorkomen".
«Waarom doet gij dat, Ernest?"
«Omdat ik niet wil, dat men een armen, ongelukkigen
dweeper blootstelt aan de onaangenaamheden van een
gekkenhuis en hem door een dwangbuis kwelt. Deze
mensch is een kind van het woud hij sterft, als
men hem aan het landleven, aan de natuur onttrekt
En hij is immers slechts onnoozel, niet gevaarlijk; wat
men van zijne kwaadwilligheid zegt, is slechts door
bange menschen verzonnen".
«Dat is eenvoudig onwaar", antwoordde Frank, «gij
maakt uzelven diets, dat hij niet gevaarlijk is Gij
tracht u zeiven te overtuigen, dat gij uit medelijdtn
zoo handelt en toch is uwe voornaamste beweegreden,
dat het u belangrijk voorkomt, psychologische studiën
en beschouwingen te houden ten opzichte van dezen
persoon".
«Dat kan wel zijn", sprak Ernest lachend. Ik stem
toe, dat ik zoo straks met de grootste belangstelling
den indruk van de muziek op den indioot heb na
gegaan ik zag hem het vensterluik openen en ik be
schouwde geruimen tijd zijn gelaat, dat veranderde
naarmate van uw gezang. Eindelijk werd hij door een
onwederstaanbare macht gedreven, ik zag de neiging
bij hem levendig worden
«En gij hebt hem de ruit laten verbrijzelen en hem
in de gelegenheid gesteld Anna een doodelijken schrik
op het lijf te jagen?" zeide Frank boos.
«Anna heeft blijkbaar een bijzonderen indruk op
hem gemaakt", peinsde Ernest voort. Men moest hem
meermalen met haar in aanraking
Het jonge meisje rilde van afgrijzen.
van de besluiten der vorige vergadering moest weer
f5000 van het hoofdkapitaal verzilverd worden. Een
legaat van f200 kwam in van wijlen mevr. J. De
VosWurf bain, terwijl een ongenoemde uit Rotterdam
f2500 met het oog op het eeuwfeest ter beschikking
van het hoofdbestuur stelde.
Van de kweekscholen voor onderwijzeressen te Arn
hem en Haarlem kwamen gunstige rapporten in. Het
onderwijs in handenarbeid vindt meer en meer navol
ging, zoodat aan 20 departementen toelagen werden
verstrekt. Aan drie bewaarscholen werd elk f2000,
aan twee ambachtsscholen elk f1000 verstrekt. Tot
uitbreiding van volksbibliotheken werd aan 99 depar
tementen te zamen f2500 toegestaan. De medaille dei-
maatschappij werd ten getale van 36 verleend, waar
van éen aan het departement Goes. Door het hoofd
bestuur werd bij adres aan de Tweede Kamer op
spoedige behandeling van het wetsontwerp betreffende
den kinderarbeid aangedrongen.
Na de pauze werden de punten der agenda behandeld.
Punt VI, voorstel Boskoop tot wetswijziging, werd
bij acclamatie aangenomen, evenals punt X, voorstel
van het hoofdb. om jaarlijks f500 beschikbaar te
stellen voor de bevordering van het onderwijs van
schipperskinderen, met verandering echter van f500
in f 2000 voor een jaar.
Van punt VII, voorstel hoofdbestuur om het volgend
jaar geen volks-almanak uit te geven maar f8000 be
schikbaar te stellen voor uitgaaf van «de Zwaluw",
werd het eerste gedeelte aangenomen, doch het laatste
met 656 tegen 213 stemmen verworpen.
Punt XIII, voorstel van het hoofdb. om de uitgaven
van kleine geschriften te staken, werd verworpen.
Punt IX, voorstel hoofdbestuur tot uitstel wetsher
ziening tot 1885, werd aangenomen.
Daarna kwam in behandeling punt IV, het bekende
voorstel van de commissie tot voorbereiding van het
eeuwfeest dei Maatschappij, waarvan het voornaamste
onderdeel is de stichting van een kweekschool voor
bewaarschoolhouderessen met daarbij behoorende oefen
school te Haarlem en om daarvoor jaarlijks f 6000
beschikbaar te stellen, alsmede aankoop van het huis te
Editn, waar de stichter der Maatschappij heeft gewoond.
Het departement Goes stelde voor in plaats van de
stichting eener kweekschool de oprichting van een al
gemeen Nederlandsch pensioenfonds voor werklieden
doch trok dit voorstel in, toen zich oppositie openbaarde
tegen het indienen van nieuwe voorstellendie tot
verder uitstel zouden leiden.
Het lid van het hoofdbestuur de heer Moens ver
dedigde het plan der kweekscholen uitvoerig. Hij prees
de vestiging te Haarlem aanals zijnde die stad de
geboorteplaats van Nieuwenhuijzen en omdat daar goede
kweekscholen en andere noodige inrichtingen van on
derwijs zijn.
De heer Moens deelde verder mede, dat het hoofd
bestuur bij een volgend voorstel zal voorstellen om de
noodige gelden des noodig door een leening te vinden.
Hij heeft echter goeden moed, dat men een renteloos
voorschot zal krijgen. Drie personen beloofden reeds
ieder f 2500 en een corporatie te Rotterdam zal
f 20,000 voorschieten.
«Neen", viel Frank in, «dat zou een afschuwelijk
plan zijn Ik sta thans veel meer dan ooit op zijne
verwijdering. Een gevaarlijken gek mag men niet laten
looper.".
«Hij is niet gevaarlijk. Zijt gij bang voor hem Frank?"
«Gij weet wel", barstte deze los, «dat ik voor nie
mand bang ben, met dien rooden wilden kater zou
ik het ook wel klaar spelen. Maar dat hij gevaarlijk
is, kan ik u bewijzen door een feit, dat ik tot nutoe
heb verzwegen om u niet onnoodig te beangstigen.
Gij weet, dat het vorige jaar onze houtloods op «den
Goudakker" plotseling in lichte laaie stond en ver
brandde.
«Ja, wat zou dat
«Wij hebben nooit kunnen begrijpen, lue die brand
ontstaan is maar ik weet nu, dat Frits hem aan
gestoken heeft".
«Iloe weet gij dat?"
Toen ik onlangs 's avonds uit de stad naar huis
kwam, zag ik eensklaps op eene ongewone plaats een
rood licht, dat zich vlug heen en weer bewoog. Ik
trad stil nader en zag den ge die met een lang,
brandend hout als een bezetene om onze schuur
in het Elzenbosch dansteten slotte wierp hij
het brandende hout op het dak, waar het in de
dikke sneeuwlaag uitging. Ik sprong op hem toe en
pakto hem bij den arm; hij herkende mij niet: «Laat
los", riep hij, «vuurkoning, laat los, ik kan het niet
helpen, dat het ditmaal niet brandt: hebt gij niet
genoeg aan het laatste offer?" Toen wist ik genoeg
en ik bracht hem naar huis: de onderwijzer, wien ik
flink de les las over zijne nalatigheid, verklaarde, dat
het hem onmogelijk was den süinmen gek te bewaken.
Ik kan echter niet langer een levende brandfakkel om
onze schuren en huizen laten rondwaren, en verzoek.