1883. N°. 91. Zatderdag 4 Augustus. 70ste jaargang. ERNEST EN FRANK. FEUILLETON. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Landbouw en Veeteelt. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH V AN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. GOES3 Augustus 1883. De 25sten jaardag van H. M. de Koningin werd gisteren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd. Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen hebben de navolgende mutatiën plaats verplaatst van Middelburg naar Goes de 3e klerk H. P. Monté. Benoemd tot surnumerair te Goes L. J. R. Ort van VJissingen. De 2e luit. der infanterie Van der Meer Mohr heeft overplaatsing aangevraagd bij het leger in Nederl. O. I. bezittingen. Over de oprichting eener schietbaan te Goes lazen wij gisteren een ingezonden artikel in het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage. Daar in dringt «Luctor et emergo" aan op spoedige behan deling der aanhangige schutterijwet. Kapelle. Herstemming voor een lid van den gemeen teraad alhier. Aantal kiezers 97. Uitgebracht 79 gel dige stemmen. Hiervan verkreeg S. Wisse 51 en D. J. Van der Have 28 stemmen, zoodat de heer S. Wisse gekozen is. De inspecteur van het geneeskundig staatstoe zicht voor Zeeland heeft verklaard, dat de epidemie van mazelen te Oostburg en Kadzand heeft opgehou den te bestaan. Wolfertsdijk. De gemeente weid Woensdag door den heer Commissaris des Konings in Zeeland voor de eerstemaal met een bezoek vereerd. Teneinde aan dit bezoek eenigen luister bij te zetten, was er eene eerewacht georganiseerd van een 30 tal paarden, welk getal voorzeker veel grooter zou geweest zijn, bijaldien de landbouwers hadden kunnen voorzien, dat zij door het regenachtige wêer hunne dringende werkzaamheden toch hadden moeten staken. Onder aanvoering van C. Zuijdweg als kommandant, van Adr. De Jager en J. Van Damme Cz als onder- kommandanten en den vaandeldrager M Van Damme, reed men te 9 uren uit om den Commissaris van het station 's-Heer Arendskerke aftehalen, waar de verzochte vergunning tot geleide welwillend werd verleend. Op de grens der gemeente werd hij door den komman dant C. Zuijdweg op eene alleszins passende wijze aangesproken, welke toespraak, ook met zinspeling op de belangen van den landbouw, hoogst minzaam werd beantwoord. Aan het gemeentehuis afgestapt, werd, terwijl intusschen de inspectie ter secretarie plaats greep, audiëntie verleend aan onderscheidene autoritei ten, na afloop waarvan een bezoek werd gebracht in de school, vervolgens in de kerk der Herv. gemeente en daarna ook in de school op Oud-Sabbinge, in welke beide scholen door de leerlingen een lied van hulde werd toegezongen. Op dezen tocht werd het rijtuig van den heer Van Karnebeek vergezeld door de eerewacht en een rijtuig, waarin burgemeester en wethouders met den secretaris hadden plaats genomen, terwijl bij het verlaten der gemeente de eerewacht uitgeleide deed. Aan het station gekomen, bedankte de Commissaris op hartelijke wijze voor de eer hem bewezen bij zijn bezoek in deze gemeente, waar allen, 1) Naar het Duitsch van F. Daiin. I. DE AANKOMST. Thüringen is eene lieve Duitsche landstreekVrien delijke tuinen, lachende velden vullen de dalen, die door zachthellende heuvelen worden begrensd en door vroohjke beekjes doorsneden, terwijl de beukenbos- schen, die dikwijls langs de hoogten groeien, slechts eene voortzetting der tuinen schijnen te zijn. Daar zijn geene bruisende stroomen, die met verdelging dreigen, geene gapende afgronden, geen puntige rotsen, die met hunne scherpe lijnen ons uitdagend aangrijn zen; de natuur heeft hier vrede gesloten met den •mensch: gaarne geeft zij hem wat hij behoeft, als loon voor den verrichten arbeid en schenkt hem nog een vriendelijken tooi daarenboven; nergens zijn de graan velden zoo rijk met korenbloemen versierd zonder dat deze toch nog schade veroorzaken. En de bewoners zijn aan het land gelijk: zij bezitten een uiterst vreed zaam en goedmoedig karakter; noch hevige hartstoch ten noch bijzonder groote geestesgaven verstoren de gelijkmatigheid der volksontwikkeling. In een dergelijk dal in Thüringen lag Goldenau, het land der twee broeders Reichhart, Ernest en Frank. In het midden der bijbehoorende gebouwen voor den landbouw bestemd verhief zich het woonhuis, slechts éene verdieping hoog, niet te sierlijk gebouwd om er het landelijke, niet te landelijk om er het sierlijke aan te ontnemen. In zijn studeerkamer op de eerste verdieping van die met hem in aanraking waren gekomen, als opgetogen waren over de innemende wijze, waarop men met hem kennis had mogen maken. Door het uitsteken van vlaggen en de opgewekte stemming vooral van de jeugd, was er, trots het buiige weer, toch eene bijzondere levendigheid op het dorp. In Sept. of Oct. a. s. zal gelegenheid worden gegeven tot het leveren van voldoende bewijzen van genoegzame voorbereiding tot de beoefening van de natuurkundige wetenschappen, om te kunnen worden toegelaten tot het eerste natuurkundig examen. Aan melding vóór 10 Sept. schriftelijk bij den voorzitter der commissie dr. C. A. Engelbregt, hoogleeraar, di recteur der rijks- hoogere burgerschool te Utrecht. Dag en plaats van dit examen zullen nader worden bekend gemaakt. De Minister van Waterstaat, II en N. brengt ter kennis, dat ter opleiding tot opzichter bij de rijkstelegraaf, waaraan een jaarwedde van f800 tot f2000 verbonden is, met 1 Oct. a. s., twee adsp.- opzichters kunnen worden toegelaten, op een maand geld van f 50. Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, moeten zich vóór 1 Sept. bij het Departe ment daartoe aanmelden zij moeten geboren zijn in een der jaren 18571865. (Zie verder St.-Ct. no. 179.) In den loop van Sept., Oct., Nov. en Dec. e. k. zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van de practische examens van arts en tandmeester. (Zie St. Ct. no. 179.) Zij die het examen ter verkrijging van het diploma van geëxamineerd en beëedigd landmeter wenschen afteleggen, moeten zich daartoe vóór 31 Aug. e. k. schriftelijk bij het Departement van binnen!, zaken aanmelden. Het door ons aan het Vad. ontleende bericht, dat dr. De P. te Ierseke zou gevangen zijn genomen, wordt door de M. Ct. opgehelderd. Het gold slechts de uitvoering van een vroeger over De P. uitgespro ken vonnis, waarbij hij wegens dronkenschap tot 14 dagen gev. is veroordeeld. Op de tot hem gerichte uitnoodiging was hij niet verschenen en daarom was zijne aanhouding bevolen. Dezer dagen schreef de heer I. Esser, oud-resident van Timor, te 's Gravenhage, aan De Standaard" een stuk, dat dienen moest om, tot geruststelling van velen, de aandacht erop te vestigen, dat de besmettelijkheid der cholera in het geheel niet bewezen is. Thans echter verklaart »De Standaard" zich zelve tegen het betoog van den heer Esser in zake de cholera. Iemand uit Leiden verhaalde nl.in een schrijven aan dat bladhoe hij in 1849te midden van zijn zwaar geteisterd gezin, behouden bleef en niet besmet werd, ofschoon hij zich vaak moest blootstellen. »Wij gelooven zoo teekent daarbij nu »de Stand aard" aan dat God macht heeft te zeggen «tot hiertoe" en te redden en te behouden, wien Zijn barm hartigheid wil. Het gebed van een geloovige wordt gehoord en naar Gods wijsheid verhoord. het huis stond Ernest, de oudste der beide broeders; de nagelaten papieren zijns vaders lagen in geregelde orde voor hem op zijne schrijftafel. De ondergaande Septemberzon bescheen liefelijk het portret van den eerwaardigen afgestorvene, op wiens vriendelijke trek ken de blikken van den zoon met ontroering rustten. Deze nam een der papieren op, waarop geschreven stond «Door mijn besten zoon Ernest te openen een jaar na mijn dood." Hij bracht het handschrift met vochtige oogen aan zijne lippen. «Goede, beste vader!" sprak hij zacht, uwe woorden zijn de beste bewijzen van uwe innige liefde, hierin spreekt uw edel hart weder zijn eigene taal!" Toen begon hij te lezen «Mijn waarde zoon Door in mijn testament mijn vermogen en voor alles ons Goldenau onder u en uw broeder gelijkelijk te verdeelen en den wensch uitspreken dat Frank het beheer van vreemde goederen na mijn dood zou opgeven en zijn beroep verder zo a leeren door het besturen van onze eigen bezitting, gij, daar entegen op ons goed zoudt blijven wonen om daar uwe studiën voort te zetten, heb ik getoond, dat gij mij beiden even lief waart. Ik wenschte, dat gijlieden samen zoudt blijven, want zooals de Schrift zegt, hoe liefelijk is het, als zonen uit een zelfde huis als broeders samenwonen, en ik meende, dat dan het beste voor uw beider welzijn was gezorgd. Frank zou misschien meer kunnen verwerven en meer geld verdienen door vreemde goederen te beheeren, maar zijn geest verlangt nog meer naar volledige onafhankelijkheid bovendien zal onze kleine bezitting wel genoeg opleveren om in uw beider geringe behoeften te voorzien. Gij echter, Ernest, moet hier op het land blijven wonenhet zou mij spijten, wanneer uwe stille kalme natuur werd medegesleept in den verderfelijken gees- «Tfech mogen we de waarschuwing niet achterhou den laat niemand roekeloos te werk gaan wij mogen den Heere onzen God niet verzoeken. De middelen gebrviken, die Hij zelf ons geeft; tegen cholera (aan gezien de besmettelijkheid een open vraagstuk blijft) de grootst mogelijke reinheid op lichaam en voedsel en kleeding zorg voor goed drinkwater en luchtige woningen, afzondering der lijders en ontsmetting van al wat van hen afkomstig of met hen in aanraking is geweest, en te leven in het geloof dat we in Gods hand zijn, dat past den Christen. Kinderachtige vrees is gebrek aan geloofroekeloosheid is een versmading van wat de Heere ons tot eigen behoud geeft." Nu nog éen stapook (zonder vooroordeel) het middel tegen de pokken toegepast, en «de Standaard" komt niet met zicli-zelf in tegenspraak. Omtrent de reis van koning Leopold naar Ne derland zoo schrijft onze Brusselsche correspondent ons is tot dusver niets met zekerheid bekend. Alles zal afhangen van den gezondheidstoestand van Z. M. die nog te wenschen overlaat. (Dagbl.) De heer Buma, lid der Tweede kamer, heeft uit voerig geantwoord op het kamerverslag omtrent zijn voorstel tot het instellen van een onderzoek betrek kelijk de afsluiting en het droogleggen der Zuiderzee. Hij houdt dat voorstel vol, maar neemt de redactie wijziging van zijn eenig artikel over. Op technische gronden blijft hij van meening, dat de afsluiting der geheele Zuiderzee de voorkeur verdient boven eene particuliere indijking, en dat eerst de afsluiting moet vastgesteld woiden en daarna het droogleggen der Zuiderzee, wat hij allereerst aan de partiëele industrie wenscht over te laten. Het onderzoek zal strekken om tot di technische en financiëele wetenschap te komen, die vereischt wordt tot oplossing van het vraagstuk. Het financieel bezwaar weegt niet, waar het zulk over wegend en veelzijdig belang der zaak geldt voor het tegenwoordige en het nageslacht. In een schrijven aan «Ie Voltaire" bespreekt prof. Pasteur de cholera. Deze ziekte, evenals andere besmette lijke ziekten, zou, volgens de biologisten, voortkomen uit een microbe in het lichaam van den mensch, welk diertje daarin verwoestingen aanricht, die niet zelden den dood tengevolge hebben. Nu komt het er nog op aan het bestaan van deze microbe te constateeren is dit geschied dan zou men zich waarschijnlijk rekenschap kunnen geven van al de eigenaardigheden der cholera, zoowel van de ziek teverschijnselen als van haar uitbreiding, en men zou maatrezelen kunnen nemen om het kwaad in zijn voortgang te stuiten. Om dat doel te bereiken is dan ook een genees kundige commissie uit Frankrijk naar Egypte vertrokken. O.-Indie. Ontslagen met ingang van 21 Juli 1883 eervol de hoofdambt, op wachtg. A. Pruijs Van der Hoeven, laatst Gouv. van Atjeh en ondephoorigheden, onder dankbetuiging voor de door hem in verschil lende betrekkingen aan den lande bewezen belangrijke diensten. tesstrijd, die tegenwoordig in de groote steden wordt gestreden. Gij zijt te bescheiden en te eerlijk, om in dat strijdperk een prijs te verwerven. Gij zoudt slechts met ridderlijke wapenen willen strijden en zij zouden u met knodsen verslaan, met dolken vermoorden. Ik was zelfstandiger van aard dan gij en toch kon ik, toen ik in het jaar 1848 mijn leerstoel verruilde voor den ministeriëelen zetel, mij nog geen halfjaar daarop handhaven. De «doctrinair" moest vallen en na eene pijnlijke ontgoocheling vond ik slechts vrede in de kalme teruggetrokkenheid hier op Goldenau. Ik gevoel het, de wonden toen ter tijde aan mijn hart toegebracht, zijn doodelijk geweest. U, Ernest, den philosoof, zouden de maatschap pelijke verhoudingen nog gevoeliger aantasten dan mij, den geschiedkundigeik zou u zoo gaarne voor dezen strijd, waarin geene overwinning te behalen is, behoe den. Bovendien heeft de ernst des levens in uw ge moed en op uw voorhoofd reeds vroegtijdig haar stem pel gedrukt en slechts kan het leven in de vreedzame en de verjongende lucht van het land u voor een vroegen ouderdom bewaren. Laat mij bij mijn sterven de hoop, dat gij Goldenau en Frank slechts verlaten zult door den onverbiddelijken drang der omstandig heden; uw broeder is twintig, gij zijt bijna 30 jaren, uw rijpere leeftijd kan hem het gemis van een vader vergoeden. En thans, mijn zoon, ontvang thans het loon, het eenige en hoogste, dat ik u schenken kan daarvoor, dat gij mij nimmer een uur van verdriet hebt bezorgd; dat gij mijne vreugde, mijn trots zijt geweest van uw prille jeugd afdat gij in de zeven jaren, nadat ik mij uit het openbare leven heb. teruggetrokken, mij genezen, ja verjongd hebt door uwe samenwerking met mij. Dit loon is slechts een wensch ik wensch, dat onze lieve Anna uwe vrouw worde. Haar vader, mijn arme, Naar aanleiding van het ook door ons overge nomen bericht uit het «Volksblad", orgaan der ver- eeniging Volksonderwijs, omtrent het niet toelaten van niet betalende leerlingen aan de openbare school te Oost- en West-Souburg, na hun twaalfde jaar, meldt men ons van daar dat dit slechts een maatregel is van tijdelijken aard, waartoe de beperkte plaats ruimte op de school noodzaakte. Zoodra de nieuwe school voltooid is, wordt die bepaling weer ingetrok ken. (M. Ct.) Te Breda is nog geslaagd voor de hoofdakte de heer M. Lindhout te Tolen. Op de voordracht voor hoofd der openb. school te Aagtelcerke zijn geplaatst de heeren V. d. Ende te Groede, Pols te Geersdijk en Onnekes te Bruinisse. De gemeenteraad van Zieriksee heeft besloten op de hoogste klasse der eerste school voor gew. en m. u. 1. onderwijs, thans alleen voor jongens toegan kelijk, bij uitzondering ook meisjes toetelaten, die later van de H. B. school wenschen gebruik te maken. In de 3e algemeene vergadering der onderwijzers- vereenigingen in het arrondissement Tolen, welke zal gehouden worden op Vrijdag den 24 Augustus 4883 in het gemeentehuis te Kolijnsplaat, zullen o. m. de volgende vraagpunten behandeld worden le. Welke strekking dienen in onzen tijd de onderwij zers-gezelschappen te hebben (In te leiden door den heer H. J. Vooren 2e Wie de jeugd van heden heeft, heeft het volk van morgen (In te leiden door den heer A. T C Swenne.) 3e. Wedijver. (In te leiden door den heer W. C. Crucq 4e. De schoolbibliotheek op de lagere school (In te leiden door den heer P. Beun.) Bovenstaande werkzaamheden zullen door gezang afgewisseld en met een' vriendscoappelijken maaltijd besloten worden, terwijl bij gunstig weder een rijtoertje door het eiland zal worden aangeboden. Bij beschikking van den Minister van Binnen- landsche zaken zijn benoemd tot kweekelingen bij de rijkskweekschool te Middelburg: C. Paauwe, C. W. Van Nieuwenhuijzen, J. Van der Meer, J. J. Sturm, W. Moelker, A. Van der Linde, P. Krijt, II. Maatrn, M. Van Spronsen, J. Boogerd, C. J. Snouck, J. W. Keemink, J. II. Admiraal, L. L. Beneker, A. Van Nieuwkerk, II. P. Vroon, I. J. Faro, J: M. Visser, K. J. G. Van de Wal en J. Van der Weele. Tolen. Woensdagmorgen hield de heer Vorsterman Van Oijen, bijgestaan door mejuffr. Van der Plassche, in het gebouw der sociëteit «Non Semper" alhier op het aangekondigde uur eene practische les in de kaas bereiding, die door een zestigtal belangstellenden werd bijgewoond. Het aantal landbouwers onder dezen was niet groot, doch dit was waarschijnlijk voor een ge deelte toeteschrijven aan het ongunstige twijfelachtige weer en aan het min Ier gemakkelijke uur. Eenige landbouwers hadden hun vrouwen en dochters mee gebracht. vroeg gestorven broeder, heeft haar, eene hulpelooze weeze, aan mijne zorg toevertrouwdtot haar zestiende jaar heb ik de ouderlooze hier met u opgevoed, als uwe zuster. Ik heb bemerkt waarvan gij u zelf schier niet bewust waart, dat eene stille, groote neiging voor het lieve schepsel bij u ontwaakte; ik weet, dat zij, die twaalf jaar jonger is dan gij, met diepen eerbied opziet tot u, die haar van jongsaf als het toonbeeld van een man werd geprezen. Ik zal, vrees ik, niet meer beleven, dat deze vereering in het aanvallige schepseltje in liefde zal vei anderen; tcch zal dit ge beuren, dat gevoel ik, en dat is ook mijn dierste, mijn laatste wensch gij alleen zijt elkander waard, gij zijt voor elkander geboren. Nooit heb ik haar aangezien, zonder u als haar toe- komstigen echtgenoot te beschouwen; zij was voor mij daarom ook eene dochter en alleen daarom en met het oog daarop is in mijn testament hare opvoeding, hare gansche verzorging op ons vermogen en wel uitsluitend op uw erfdeel oveigebracht. In nevensgaanden brief «Aan mijne lieve dochter Anna" heb ik de vervulling van dezen wensch genoemd als den eenigen dank, die ik van haar verzoek. Geef haar dien brief, mijn zoon, zoodra gij het geschikt oordeelt, zoo spoedig mogelijk, want htt leven is kort en ik zou u zoo gaarne lang gelukkig zien. Misschien is die dag de beste, waarop zij van de kostschool in de stad, waarop gij haar tot een jaar na mijn dood laten zult om hare vorming te voleinden, terugkeert op ons landgoed. Ik weet, dat gij gaarne aan dit verzoek van mij zult voldoen, want uw eigen geluk hangt van de volvoering af. Leef wel, mijn Ernest, en naoogt gij eenmaal in Anna's liefde het geluk vinden, dat gij verdient, gij alleen van alle menschen. Uw Vader." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 1