Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Rechtzaken.
5> FKÜb" L L K TO i\f
TTit cle "Vendée.
Buitenlandsch Overzicht.
Het Zendingsfeest.
Bedankt voor de beroepen naar Kattendijke, Den
Hoorn en Overlangbroek door dhr. A. Tap, cand. te
Ressen.
Aangenomen het beroep naar Wissekerke door
ds. J. F. De Later, te St.-Annaland.
Ds. J. A. Goedbloed, beroepen van Axel, werd
jl. Zondagvoormiddag bevestigd bij de Chr. Geref. gem.
te Zieriksee (afd. St. Domusstraat) door ds. P. Sie-
mense, pred. te Oosterland, die tot tekst gekozen had,
Luk. 48 37. Des avonds deed de nieuwe leeraar
zijn intrede naar aanleiding van 2 Thess. 3:4.
Op 1 Augustus a. s. zal het 40 jaren geleden
zijn, dat de heer C. "Van Dijk als hoofdonderwijzer
aan de openbare school in de kom der gemeente Ter-
Neuzen in dienst trad.
Door den raad is hem Maandag, op verzoek, met
4 Augustus a. s. eervol ontslag verleend uit die betrek
king en met 4 September daaraanvolgende mede eer
vol ontslag aan mej. J. Van Laren, als onderwijzeres
aan de openbare school te Sluiskil. Verder zijn benoemd
tot onderwijzer, ook voor het Fransch, aan de school
in de kom de heer N. M. T. van Baliergem, te Mid
delburg, en tot onderwijzer aan de school te Sluiskil
de heer M. L. Van Vessem, te Ouddorp.
Voor het verkrijgen van de hoofdakte, art. 56 b
der wet op het lager onderwijs, hebben zich bij de
commissie te 's-Gravenhage aangemeld 467 mannelijke
en 43 vrouwelijke candidaten. Deze examens beginnen
Maandag 46 Juli a. s.
De schoolquaestie te Aduard, waar de gemeen
teraad had beslist, dat geene kinderen boven de 42
jaren de lagere"' school mogen bezoeken, heeft hare
oplossing gekregen. De minister van binnenl. zaken
heeft bericht, dat hij geene termen had gevonden
het raadsbesluit betreffende den leeftijd (642), waarop
de kinderen ter school zullen worden toegelaten, ter
vernietiging aan den Koning voor te dragen, als in
strijd met de wet of met het algemeen belang. De
woorden: »alle kinderen" in art. 46, 4e alinea dei-
wet, zegt de minister, kunnen redelijkerwijze niet
anders worden begrepen, dan dat zij aanduiden alle
kinderen van den leeftijd, die voor het ontvangen van
lager onderwijs geschikt is.
Te Rome, eenige meters van de kleine deur der
Minerva-kerk, is men bezig den grond uittegraven, en
daardoor deed men eenige zeer belangrijke archaeolo-
gische ontdekkingen. Eerst werd gevonden een Egyp
tische sphinx van zwarte basalt. Vervolgens een obelisk
van roode graniet, met hieroglyphen op de vier zijden.
Tot dusver is de basis van den monolieth nog slechts
ontbloot, maar men hoopt hem in zijn geheel en on
geschonden uittegraven. In de buurt der Minerva-kerk
stond oudtijds de tempel van Isis en Serapis.
De eerste aflevering van Tesselschadës derden
jaargang behelst het begin van een tamelijk uitvoerig
overzicht der geschiedenis van het kantmaken, opge
helderd door eenige afbeeldingen.
In de «Gazette Illustrée" van 7 dezer komt een
portret voor van Busken Huet, «litterateur hollandais",
zooals het onderschrift luidt, met een korte levens
schets van P. B. Aan ons land wordt het compliment
gemaakt, dat «les célébrités dans tous les genres ne
sont pas rares". De Leidsche academie wordt genoemd
«Ia fameuse université de Leyde".
De levensbijzonderheden zijn even kort als juist weer
gegeven; de schrijver noemt echter als het eerste en
voornaamste werk «Lidewyde, roman de moeurs Hol*
landaises", vergelijkt den schrijver bij Dickens en be
treurt het, dat de «Lidewyde" niet in 't Fransch is
vertaald.
Arrondissements-rechtbank le Middelburg.
Dinsdag heeft de rechtbank veroordeeld
J. S., 33 j., werkvrouw te Middelburg, wegens hoon
(4794.)
Vrij naar het Duitsch van Felix Daiim.
«De Sansculottes denken dat wij wel tweehonderd
man sterk zijn. Nu hebben wij nog twee oude mon-
tieren op het slot, waarmede bij sterfgevallen en andere
feesten wordt geschoten. Wanneer wij Chouans die
nu naar de doorwaadbare plaats beneden het dorp
brengen en ze tegen de daar aanwezige posten in den
bergpas afvuren, alsof wij daar de rivier willen over
trekken het koste wat het wildan zal de geheele
vijandelijke afdeeling -zich op dat punt samentrekken
en de wachten, die hooger op aan de rivier staan, in
trekken. De doorwaadbare plaats aan de andere zijde
van het dorp bij den heuvel met de braamstruiken is
het ondiepst, en terwijl wij den vijand bij den bergpas
bezighouden kan Uwe Genade gemakkelijk de rivier
daar ginds oversteken en zoodoende een voorsprong
van een paar Hren bekomen."
«En intussclien zouden in den bergpas zoovele trouwe
vrienden voor ons het leven laten", riep de oude graaf.
«Het zou schande zijn, wanneer wij zulk een voorstel
aannamen."
«Nu wat zou dat" riep Martinet, ontevreden dat
de opofferende zijde van zijn voorstel ontdekt was.
«Heeft Uwe Genade en hare voorvaderen niet van de
vroegste tijden voor en met ons geleefden zouden
wij dan voor U we Genade ook met eens mogen sterven? Gij
zijt nimmer naar Parijs gelrokken, gij, noch uwe voor
vaderen gij hebt nimmer het bloedgeld onzer grond
belastingen aan het hof verspild en dit hadt gij toch
gemakkelijk kunnen doenevenals al die anderen
maar gij zijt hier in ons groene land geblevengij
hebt u met ons verheugd over de goede jaren en gij
hebt ons bijgestaan in de slechte, wij behooren bij
elkander, Uwe Genade en wij, wanneer ik dat zoo
zeggen mag en daarom.
«En daarom behooren wij ook bij elkander in den
tot eene geldboete van f46; A. H. G., 54 j., vrouw
van A. B werkster te Vlissingen, wegens mishan- j
deling tot eene geldboete van f25; J. B., 34 j., vrouw
van J. W., te Biervliet, wegens diefstal tot 15 dagen
celC. L. De B., 35 j., arbeider te Retranchement,
wegens mishandeling tot 7 dagen celP. J. Van de
W., 46 j., werkman te Ter Neuzen, wegens laster tot
twee boeten, eene van f3 en eene van f46; B. Van
K., 47 j., kleermaker te Ter Neuzen, wegens misbruik
van vertrouwen, tot twee maanden cel en eene boete
van f42,50; J. F. L., 18 j., koeherder te St. Jans-
stetn, wegens diefstal tot eene maand cel.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken is P. Van B., 63 j., werkman te
Westdorpe, beklaagd van diefstal.
In de Fransche kamer heeft de heer Barodet een
ontwerp ingediend tot het verleenen van amnestie aan
de personen, veroordeeld wegens staatkundige misda
den, drukpersvergrijpen of overtredingen op het recht
van vereeniging en vergadering. De «staatkundige
misdaden" waren er ingebracht met het oog op Louise
Michel en hare mede-veroordeelden.
Verschillende sprekers voerden het woordvooral
de heer Clovis Hugues sprak lang en krachtig ten
gunste van de amnestie. De kamer heeft echter het
voorstel met groote meerderheid (304 tegen 89 stem
men) verworpen.
De heer Challemel-Lacour heeft in de kamer, in
antwoord op verschillende interpellatiën, betreffende
de Tongkin aangelegenheden medegedeeld, dat de daar
aanwezige strijdkrachten voldoende worden geacht en
dat de gegeven instructiën zich bepalen tot het be
zetten der punten, die in het verdrag van 4874 zijn
aangegeven. Aan de verovering van Annam wordt
niet gedacht en de verhouding van Frankrijk tot China
is vreedzaam. Niettemin zou de republiek niet aarze
len zijne belangen krachtig te verdedigen.
De heer De Cassagnac beweerde, dat de regeering
voor de vroegere expeditie naar Tunis en de tegen
woordige naar Tongkin beweegredenen had, die zij
niet durfde uitspreken, waarop de heer Ferry ant
woordde, dat men de regeering hoonde zonder bewijzen
aantevoeren. Over Cassagnac werd daarop, met een
stemmigheid van de linkerzijde, de censuur uitgespro
ken, met tijdelijke buitensluiting. Eene motie van
vertrouwen ten gunste der regeering werd met 371
tegen 82 stemmen aangenomen
Omtrent den graaf Van Chambord worden steeds
gunstiger berichten ontvangen, hoe wel de lijder nog
steeds zeer zwak blijft.
De gemengde commissie uit de beide Engelsche
huizen heeft zich gisteren met 6 tegen 4 stemmen
tegen het aanleggen van den kanaaltunnel verklaard.
In het Lagerhuis is door Gladstone een brief voor
gelezen waarin Bradlaugh verklaart dat hij, ondanks
de beslissing van het huis, den eed wil afleggen.
Northcote heeft daarop voorgesteld tot de niet-toelating
van Bradlaugh te besluiten, welk voorstel werd aan
genomen met 232 tegen 65 stemmen.
In het Lagerhuis verklaarde Dilke dat de quaran
taine bepalingen van 483233 nutteloos gebleken
waren tegen het overbrengen van de cholera. Daarom
had de regeering op quarantaine-voorschriften geen
plan, maar wel op een stelsel van geneeskundig on
derzoek, en ontsmetting van verdachte schepen. Sche
pen uit Indie door het Suez-kanaal, die de besmette
havens niet hebben aangedaan, zullen (tenzij er ziek
tegevallen op de reis voorkwamen) niet als verdacht
beschouwd worden evenmin (met het oog op de lengte
der reis) schepen uit Alexandrie, waar tot nogtoe
slechts éen cholera geval was voorgekomen.
Fitzmaurice verklaarde dat de Regeering geen be
richt had ontvangen omtrent het uitbreken van cholera
in China.
De Italiaansche Senaat heeft zich vereenigd met
een ontwerp tot beplanting der Campagna. Het be
paalt dat de eigenaren van terreinen in de Campagna
binnen zes maanden aan de regeering een ontwerp
dood, mijn trouwe Martinet," riep de oude graaf
Bellaflor, met geestdrift van zijn stoel opstaande.
Hortense keek met bewondering tot haar grijzen
vader op. Zijn lang, wit haar golfde over zijne schou
ders en zijn anders zoo zachte oogen gloeiden thans
van strijdlust. Hij deed een schrede voorwaarts en
een zeer gehavende banier in de hand nemende, die
in een ijzeren ring aan den muur zat, sprak hij
«Ik zie aan uw donkeren blik, Alphonse, dat
gindsehe afdeeling om ons hierheen is gekomen. "Wel
nu, wij zullen ze afwachten. Nog eenmaal zal de
standaard der Sombreuils in den strijd gaan en de
heldengeest van uw' gemaal, Hortense, van uw' broe
der, Alphonse, zal ons omzweven. Wij zullen dit
slot verdedigen tot onzen laatsten droppel bloeds."
«En de beide vrouwen", bracht de kapelaan in het
midden.
Hortense, medegesleept door den geestdrift haars
vaders, greep diens hand en sprak: «Wees over ons
niet bezorgd, vader, er ligt nog honderd pond kruit
in den kelder."
«Moedige dochter!" riep de oude graaf, «ja, van
het slot Sombreuil uit zal een donderslag door de
gebergten der Vendée weerklinken en de echo daarvan
zal luiden: «wraak, wraak."
«Ik wijd uwe wapenen met den zegen der kerk"
sprak de kapelaan.
«Zijt gij bereid, vrienden, met ons te sterven?"
riep Alphonse, terwijl hij de vlag uit de hand van
den grijsaard nam en haar ontrolde.
«Ja, wij willen met u sterven!" riepen de Chouans
eenparig.
Martinet echter bromde: «Ja! maar vóór dien tijd
zal nog menig van die verstandaanbidders van onzen
slotheuvel naar beneden tuimelen. Het goede, oude
huis zal het wel niet lang uithouden, want het ijzer
beslag van de slotpoort heb ik voor de staldeuren
gebruikt en in de ringmuren zijn gaten, waar de zon
en de maan doorheen schijnen en die dorpskinderen
gebruiken om verstoppertje te spelen. Maar Francois
en Collin en ik, wij hebben met onze buksen nog zelden
misgeschoten en de eersten, die naar boven klauteren,
van beplanting moeten aanbieden en zich verbinden
hunnen grond met hoornen te beplanten of tot moes
tuinen in te richten' (Tegenwoordig is de Campagna
eene reusachtige weide.) Weigeren de eigenaren hier
aan te voldoen, of verbinden zij zich er toe, maar blijven
in gebreke hunne verbintenis na te komen, dan zullen
zij worden onteigend en de aldus vrijvallende gronden
in erfpacht afgestaan worden aan beter gezinde land
bouwers.
Er hebben te Palermo en te Messina reusachtige
demonstraties plaats gehad met het oog op de te nemen
maatregelen tegen het overplanten van de cholera naar
Italië. De angst der Sicilianen is misschien overdre
ven; doch onverklaarbaar zal men hem niet noemen,
wanneer men bedenkt dat de gevreesde ziekte, bij eene
harer jongste erupties, op het eiland 430000 slacht
offers heeft gemaakt meer dan aan twee machtige
staten eene groote oorlog kost.
Het Zuider-zendingsfeest werd in 4880, 4881 en
4882 in Noord-Brabant gehouden, doch schijnt daar
minder aan de verwachting beantwoord te hebben.
De schrijver van het inleidend woord tot het pro
gramma voor het feest van 4883 verblijdt zich althans,
dat het gelukt is weer in Zeeland terugtekeeren.
De weide, waarop vóór twee jaren de landbouw
tentoonstelling plaats had, behoorende bij de hofstede
Valckeslot, was voor het feest van dit jaar ten ge-
bruike afgestaan.
Gisteravond werd ter voorbereiding een bidstond
gehouden. Reeds vóór 7 uren was eene talrijke schare
bij spreekplaats no. 1 vereenigd, die weldra de lucht
deed weergalmen van psalmgezang (eerst Ps. 68 vs. 40
en daarna Ps. 84 vs. 4). Intusschen waren eenige
leden van de commissie aangekomen en betrad de
president ds. D. Rijnders van Middelburg het
spreekgestoelte. Nadat op zijn verzoek Ps. 434 was
gezongen en door hem Rom. VIII vs. 12 en volg.
gelezen was, hield hij eene korte toespraak over het
gebed en zijne krachtom gevolgd te worden door de
predikanten D. De Pree van Goes en N. De Jonge
van Brussel, die beiden den aard en de vruchten der
Zendingsfeesten schetsten en op goed weder voor den
volgenden dag hoopten.
Ofschoon hedenmorgen vroeg een betrokken lucht,
die met regen dreigde, die hoop scheen te zullen ver
ijdelen, klaarde het weder langzamerhand op. De
extra-spoortreinen, die te 9 uren 10 min. van de rich
ting van Vlissingen en te 9 uren 30 min van de
richting van Rotterdam aankwamen, alsmede de rij
tuigen van het Katsche veer brachten eene menigte
feestgangers aan. Of allen, zooals het bovenbedoelde
inleidend woord wenschte, biddend naar het feest
gingen, laten wij in het middenmaar genoeg, de
weide vulde zich langzamerhand en de feestvierenden
waren er, met welke bedoeling zij ook mochten ge
komen zijn.
De president der hoofdcommissie, ds. D Rijnders,
opende het feest met de verklaring, dat hij, evenals
Columbus Amerika in beslag nam voor Spanje, beslag
legde op het zendingsfeest «voor den Heer" en met
de mededeeling, dat gisteravond van een onbekende
f 60 voor de zending was ontvangen. Voorts bracht
hij een groet van den heer A. Van Schelven, (aan
allen voorzeker bekend), een dankbetuiging aan den
heer Soutendam en een woord van herinnering aan
wijlen ds. J. P. Nonhebei, den vroegeren president
der zendingsfeesten.
Ds. J. Ph. Van der Land sprak nu de openings
rede uit, waarbij hij, aanleiding nemende in den aard
onzer eeuw als de eeuw van stoom, waardoor de
afstanden verdwijnen, er op wees, hoe daardoor de
wereldtentoonstellingen en de zendingsfeesten mogelijk
waren. Hij trad in eene vergelijking tusschen beiden
en betoogde dat ook de zending hare tentoonstelling
heeft. Maar, evenals bij de Amsterdamsche tentoon
stelling, hoewel lang te voren voorbereid, bij de ope
ning nog bijna niets gereed was, en de inzending waar
schijnlijk zal voortduren tot den dag der sluiting,
komen niet heelhuids meer beneden." En hij begon
de geweren te laden, die op den vloer lagen, terwijl
de Chouans vóór- en de grafelijke familie achterin de
zaal op de verhooging zich nederzetten om een korten
maaltijd, den laatste, die zij vermoedelijk zouden nut
tigen, te gebruiken, om daarna de wachten uittestellen
en dan te trachten nog een weinig te slapen.
Jeanneton bracht, nadat zij de familie had bediend,
ook haren man eenig eten, en zeide:
«Maar vertel nu toch eens, mijn beste Martinet,
hoe ben je toch alles te weten gekomen, wat gij ons
hebt verteld en dan nog wel zonder kleerscheuren
erafgekomen"
«Dat zal ik je zeggen, vrouwtje". Toen wij na onze
nederlaag aan de Charente bij ulieden terugkwamen,
liep ik de bergen weder in, om te zeggen van welke
zijde de vijand ons bedreigde. Weldra stootte ik op
die afdeeling en vernam het een en ander van de
achterblijvers, aan wien ik brandewijn en brood ver
kocht, onder anderen ook, dat zij den rechteroever
van den Clairon gingen bezetten. Dan krijgen wij
bezoek, dacht ik, en als een beleefd gastheer liep ik
vooruit naar ons dorp, in ons huisje want, dacht
ik, Jeanneton is eene nette huisvrouw en misschien
hebben de heeren wel lust bij ons hun intrek te nemen.
Ik verstak mij daarom in den kelder bij het venster,
cat onder de trap van de huisdeur uitkomt. Goed.
Kort daarop kwam een jong officier met een ouden
dienaardie scharrelde niet verder in huis rond, dan
dan dat hij onze laatste kip den nek omdraaide
toen kwam de overste Gray zelf en ze praatten daar
op de trap over allerlei dingen, die ik gedeeltelijk
niet verstond, maar die mij voor een ander deel
uitstekend te pas kwamen. Maar, een ding is vreemd
de jonge officier kent mevrouw de gravin en is smoor
lijk op haar verliefd".
«Wat, zoo'n sansculotte"? riep Jeanneton.
«Neen, wees bedaard, kindhij is goed gekleed
het is zoo'n afvallige graaf; zij vertrouwen hem daarom
ginder niet recht".
«Een graaf, hoe heet hij Noemde hij mevrouw
de gravin dan bij haren naam?"
zoo ook is de tentoonstelling der zending, 40 eeuwen
voorbereid, op den eersten Christen-pinksterdag met
slechts 3000 inzendingen geopend, en duren de in
zendingen nog heden ten dage voort, ja, zal de in
zending eindigen als de sluiting plaats heeft.
Evenals in de Ned. afdeeling de waterwerken onzen
roem uitmaken, zoo maken Gods waterwerken den roem
der zendingstentoonstellingen uit.
Toen Adams val de wateren hadden gekeerd, begon
God kanalen aanteleggen en zorgde door springfon
teinen, o. a. door Abraham, Izaak en Jacob, dat de
kanalen gevoed werden.
Indijking en afdamming werden ook door God niet
vergeten, want hij schonk de wet, die zijn volk in
bedwang moest houden. Eindelijk dacht God ook aan
veilige havens en bakens, waardoor de vreemdeling
kon behouden worden. Ruth werd binnengebracht
door Naomie, die haar tot loods diendeNaman de
Syriër werd almede behouden, enz.
De Babylonische ballingschap was de overbrugging
om met vreemde volken in aanraking te komen, want
daardoor werden de wet en de profeten in andere
talen overgebracht en leerden ook de vreemde volken
de verwachting van den Christus kennen.
In Bethlehem brachten reeds Heidenen hunne hulde
aan den geboren Koning der Joden. En toen de
tentoonstelling op den eersten Christen-pinksterdag
geopend werd, klonk er een schooner lied, dan bij de
opening der Amsterdamsche tentoonstelling in het
woord der 3000 eerstelingenMannen broeders
wat moeten wij doen om zalig te worden "Van nu
begonnen de inzendingen, door de bekeering der Hei
denen.
Maar naast de waterwerken trekken in de Ned.
afd. te Amsterdam ook de land- en akkerbouwpro
ducten de aandacht. En ook hiermede kan de zending
vergeleken worden. Eerst had de ploegschaar van Jo
hannes den Dooper dienst gedaan de hemelsche
Landman had daarna het zaad des evangelies gestrooid,
dit met de sneeuw zijner kracht bedekt en door de
voorjaarslucht gekoesterd. De 42 halmen van Jezus'
akker waren goed gegroeid en wierpen ruime vruchten
af, zoodat voorraadsschuren noodig waren. En zie nu
het particulier geloof in zijn universeele strekking.
Het neemt de kern van het volksbelang ter harte.
Het sticht kerken voor de heidenen en bouwt scholen
voor onze kinderen.
De tentoonstelling der zending zal gesloten worden
met de vervulling van het loofhuttenfeest, als de oogst
wordt binnengehaald.
Met een opwekkend woord, om ook onze inzendin
gen naar de tentoonstelling niet natelaten besloot hij
zijne rede.
Op spreekplaats no. 2 trad te 11 uren de zendeling
J. L. Zeegers op en besprak «het Mahomedanisme
op Java". In korte trekken schetste hij het Maho
medanisme, na het Christendom de grootste godsdienstige
macht, die 200 millioen belijders telt, en waarmede
het Christendom rekening behoort te houden.
Deze godsdienst is ontleend aan Mahomed uit Arabië,
die 12 eeuwen geleden met zijne roeping als van God
gezonden om den heiligen oorlog te prediken, optrad.
Verschillend is het oordeel over dien godsdienst.
Sprekers oordeel is dat hij in de onverzoenlijkste
houding tot het Christendom staat, en dat de tijd niet
meer ver is, dat wij niet alleen met het geestelijk
zwaard er tegenover zullen staan, omdat de belijders
van het Mahomedanisme een zeer bedenkelijke macht
zijn ook op staatkundig gebied. Sommigen oordeelen,
dat de Mahomedanen denzelfden God belijden als de
Christenen. Volgens spreker is dit niet zoo, wijl zij
slechts een profeet van God, maar geen Zoon van God
erkennen. Volgens de Mahomedanen is God een Ooster-
sche vorst, die op zijn troon gezeten, de wereld be-
heerscht, maar dat is niet de God der Christenen die
zondaren opheft.
Het hart van het Christendom ontbreekt. Volgens
den Mahomedaan is het voldoende te zeggen«Allah
is Allah en Mahomed is zijn profeet" en dat is hun
genoeg om in den hemel hun hemel) te komen. Een
wedergeboorte is bij hen niet noodig. De hoogmoedige
«Zeker, maar niet zooals zij nu heet, maar zooals
ze als jongmeisje heettein den tijd toen gij haar
kamenier waart in de Vaucluse hij noemde ze
Hortense, de witte roos van Bellaflor
«En hij", riep Jeanneton driftig«heet hij niet
Hector, burggraaf van Chatillon
«Ja, hij heet Hector maar gij schijnt hem ook te
kennen, vrouwtje, dien mooien officier Moet ik nu de
laatste zes uren van mijn 'even nog ijverzuchtig worden?"
«Och zwijg toch jou kleine domoordat moet de
gravin dadelijk weten". En zij liep haastig naar Hor
tense, die naast haar vader rustte. Zij sliep niet en
was onmiddellijk bij Martinet, die haar alles nog eens
uitvoerig moest mededeelen.
«Het is buiten twijfel", riep zij ten slotte uit en
drukte de band op haar kloppend hart, «Het is Hector
Wat zeide hij verder? Spreek!"
«Verder hoorde ik niets. Een derde officier kwam
er bij en toen zwegen zij. Maar het was goed dat
hij kwam want anders had ik niet uit mijn schuil
plaats weg kunnen gaan, evemin als een muis uit een
gat, waar de kat voor zit."
«Hoe dat vroeg Jeanneton.
«Wel, ik wist het parool niet voor den nacht en
zonder dat laten ze niemand door. Mijnheer Froissard
had de goedheid het mij, of eigenlijk, den burggraaf
te zeggen. Toen sloop ik door de achterdeur uit ons
huis en zoo kwam ik heelhuids aan de doorwaadbare
plaats bij den heuvel met de braamstruiken. Daar had
de oude Bertrand de wacht; ge weet wel, die cere
moniemeester van daar straks in onze woning, hij liet
mij op het parool doorgaan en toen hij zich omkeerde
ging ik te water, zwom stil als een otter over en
daar ben ik."
«Vrienden", fluisterde Hortense, met eene gedachte
vervuld die hare bleeke wangen deed gloeien, «ik zie
een middel, dat ons allen redden kan; gij moet mij
helpen, maar zwijgt t»gen mijn vader en tegen mijn
zwager, tot alles gelukt is; zij zouden het mij nimmer
toestaan."
«Op ons kunt gij rekenen," antwoordden beiden.
(Wordt vervolgd.)