Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Kunst, Wetenschap en Letteren. Rechtzaken. 5> FKÜb" L L K TO i\f TTit cle "Vendée. Buitenlandsch Overzicht. Het Zendingsfeest. Bedankt voor de beroepen naar Kattendijke, Den Hoorn en Overlangbroek door dhr. A. Tap, cand. te Ressen. Aangenomen het beroep naar Wissekerke door ds. J. F. De Later, te St.-Annaland. Ds. J. A. Goedbloed, beroepen van Axel, werd jl. Zondagvoormiddag bevestigd bij de Chr. Geref. gem. te Zieriksee (afd. St. Domusstraat) door ds. P. Sie- mense, pred. te Oosterland, die tot tekst gekozen had, Luk. 48 37. Des avonds deed de nieuwe leeraar zijn intrede naar aanleiding van 2 Thess. 3:4. Op 1 Augustus a. s. zal het 40 jaren geleden zijn, dat de heer C. "Van Dijk als hoofdonderwijzer aan de openbare school in de kom der gemeente Ter- Neuzen in dienst trad. Door den raad is hem Maandag, op verzoek, met 4 Augustus a. s. eervol ontslag verleend uit die betrek king en met 4 September daaraanvolgende mede eer vol ontslag aan mej. J. Van Laren, als onderwijzeres aan de openbare school te Sluiskil. Verder zijn benoemd tot onderwijzer, ook voor het Fransch, aan de school in de kom de heer N. M. T. van Baliergem, te Mid delburg, en tot onderwijzer aan de school te Sluiskil de heer M. L. Van Vessem, te Ouddorp. Voor het verkrijgen van de hoofdakte, art. 56 b der wet op het lager onderwijs, hebben zich bij de commissie te 's-Gravenhage aangemeld 467 mannelijke en 43 vrouwelijke candidaten. Deze examens beginnen Maandag 46 Juli a. s. De schoolquaestie te Aduard, waar de gemeen teraad had beslist, dat geene kinderen boven de 42 jaren de lagere"' school mogen bezoeken, heeft hare oplossing gekregen. De minister van binnenl. zaken heeft bericht, dat hij geene termen had gevonden het raadsbesluit betreffende den leeftijd (642), waarop de kinderen ter school zullen worden toegelaten, ter vernietiging aan den Koning voor te dragen, als in strijd met de wet of met het algemeen belang. De woorden: »alle kinderen" in art. 46, 4e alinea dei- wet, zegt de minister, kunnen redelijkerwijze niet anders worden begrepen, dan dat zij aanduiden alle kinderen van den leeftijd, die voor het ontvangen van lager onderwijs geschikt is. Te Rome, eenige meters van de kleine deur der Minerva-kerk, is men bezig den grond uittegraven, en daardoor deed men eenige zeer belangrijke archaeolo- gische ontdekkingen. Eerst werd gevonden een Egyp tische sphinx van zwarte basalt. Vervolgens een obelisk van roode graniet, met hieroglyphen op de vier zijden. Tot dusver is de basis van den monolieth nog slechts ontbloot, maar men hoopt hem in zijn geheel en on geschonden uittegraven. In de buurt der Minerva-kerk stond oudtijds de tempel van Isis en Serapis. De eerste aflevering van Tesselschadës derden jaargang behelst het begin van een tamelijk uitvoerig overzicht der geschiedenis van het kantmaken, opge helderd door eenige afbeeldingen. In de «Gazette Illustrée" van 7 dezer komt een portret voor van Busken Huet, «litterateur hollandais", zooals het onderschrift luidt, met een korte levens schets van P. B. Aan ons land wordt het compliment gemaakt, dat «les célébrités dans tous les genres ne sont pas rares". De Leidsche academie wordt genoemd «Ia fameuse université de Leyde". De levensbijzonderheden zijn even kort als juist weer gegeven; de schrijver noemt echter als het eerste en voornaamste werk «Lidewyde, roman de moeurs Hol* landaises", vergelijkt den schrijver bij Dickens en be treurt het, dat de «Lidewyde" niet in 't Fransch is vertaald. Arrondissements-rechtbank le Middelburg. Dinsdag heeft de rechtbank veroordeeld J. S., 33 j., werkvrouw te Middelburg, wegens hoon (4794.) Vrij naar het Duitsch van Felix Daiim. «De Sansculottes denken dat wij wel tweehonderd man sterk zijn. Nu hebben wij nog twee oude mon- tieren op het slot, waarmede bij sterfgevallen en andere feesten wordt geschoten. Wanneer wij Chouans die nu naar de doorwaadbare plaats beneden het dorp brengen en ze tegen de daar aanwezige posten in den bergpas afvuren, alsof wij daar de rivier willen over trekken het koste wat het wildan zal de geheele vijandelijke afdeeling -zich op dat punt samentrekken en de wachten, die hooger op aan de rivier staan, in trekken. De doorwaadbare plaats aan de andere zijde van het dorp bij den heuvel met de braamstruiken is het ondiepst, en terwijl wij den vijand bij den bergpas bezighouden kan Uwe Genade gemakkelijk de rivier daar ginds oversteken en zoodoende een voorsprong van een paar Hren bekomen." «En intussclien zouden in den bergpas zoovele trouwe vrienden voor ons het leven laten", riep de oude graaf. «Het zou schande zijn, wanneer wij zulk een voorstel aannamen." «Nu wat zou dat" riep Martinet, ontevreden dat de opofferende zijde van zijn voorstel ontdekt was. «Heeft Uwe Genade en hare voorvaderen niet van de vroegste tijden voor en met ons geleefden zouden wij dan voor U we Genade ook met eens mogen sterven? Gij zijt nimmer naar Parijs gelrokken, gij, noch uwe voor vaderen gij hebt nimmer het bloedgeld onzer grond belastingen aan het hof verspild en dit hadt gij toch gemakkelijk kunnen doenevenals al die anderen maar gij zijt hier in ons groene land geblevengij hebt u met ons verheugd over de goede jaren en gij hebt ons bijgestaan in de slechte, wij behooren bij elkander, Uwe Genade en wij, wanneer ik dat zoo zeggen mag en daarom. «En daarom behooren wij ook bij elkander in den tot eene geldboete van f46; A. H. G., 54 j., vrouw van A. B werkster te Vlissingen, wegens mishan- j deling tot eene geldboete van f25; J. B., 34 j., vrouw van J. W., te Biervliet, wegens diefstal tot 15 dagen celC. L. De B., 35 j., arbeider te Retranchement, wegens mishandeling tot 7 dagen celP. J. Van de W., 46 j., werkman te Ter Neuzen, wegens laster tot twee boeten, eene van f3 en eene van f46; B. Van K., 47 j., kleermaker te Ter Neuzen, wegens misbruik van vertrouwen, tot twee maanden cel en eene boete van f42,50; J. F. L., 18 j., koeherder te St. Jans- stetn, wegens diefstal tot eene maand cel. Allen in de kosten. Vrijgesproken is P. Van B., 63 j., werkman te Westdorpe, beklaagd van diefstal. In de Fransche kamer heeft de heer Barodet een ontwerp ingediend tot het verleenen van amnestie aan de personen, veroordeeld wegens staatkundige misda den, drukpersvergrijpen of overtredingen op het recht van vereeniging en vergadering. De «staatkundige misdaden" waren er ingebracht met het oog op Louise Michel en hare mede-veroordeelden. Verschillende sprekers voerden het woordvooral de heer Clovis Hugues sprak lang en krachtig ten gunste van de amnestie. De kamer heeft echter het voorstel met groote meerderheid (304 tegen 89 stem men) verworpen. De heer Challemel-Lacour heeft in de kamer, in antwoord op verschillende interpellatiën, betreffende de Tongkin aangelegenheden medegedeeld, dat de daar aanwezige strijdkrachten voldoende worden geacht en dat de gegeven instructiën zich bepalen tot het be zetten der punten, die in het verdrag van 4874 zijn aangegeven. Aan de verovering van Annam wordt niet gedacht en de verhouding van Frankrijk tot China is vreedzaam. Niettemin zou de republiek niet aarze len zijne belangen krachtig te verdedigen. De heer De Cassagnac beweerde, dat de regeering voor de vroegere expeditie naar Tunis en de tegen woordige naar Tongkin beweegredenen had, die zij niet durfde uitspreken, waarop de heer Ferry ant woordde, dat men de regeering hoonde zonder bewijzen aantevoeren. Over Cassagnac werd daarop, met een stemmigheid van de linkerzijde, de censuur uitgespro ken, met tijdelijke buitensluiting. Eene motie van vertrouwen ten gunste der regeering werd met 371 tegen 82 stemmen aangenomen Omtrent den graaf Van Chambord worden steeds gunstiger berichten ontvangen, hoe wel de lijder nog steeds zeer zwak blijft. De gemengde commissie uit de beide Engelsche huizen heeft zich gisteren met 6 tegen 4 stemmen tegen het aanleggen van den kanaaltunnel verklaard. In het Lagerhuis is door Gladstone een brief voor gelezen waarin Bradlaugh verklaart dat hij, ondanks de beslissing van het huis, den eed wil afleggen. Northcote heeft daarop voorgesteld tot de niet-toelating van Bradlaugh te besluiten, welk voorstel werd aan genomen met 232 tegen 65 stemmen. In het Lagerhuis verklaarde Dilke dat de quaran taine bepalingen van 483233 nutteloos gebleken waren tegen het overbrengen van de cholera. Daarom had de regeering op quarantaine-voorschriften geen plan, maar wel op een stelsel van geneeskundig on derzoek, en ontsmetting van verdachte schepen. Sche pen uit Indie door het Suez-kanaal, die de besmette havens niet hebben aangedaan, zullen (tenzij er ziek tegevallen op de reis voorkwamen) niet als verdacht beschouwd worden evenmin (met het oog op de lengte der reis) schepen uit Alexandrie, waar tot nogtoe slechts éen cholera geval was voorgekomen. Fitzmaurice verklaarde dat de Regeering geen be richt had ontvangen omtrent het uitbreken van cholera in China. De Italiaansche Senaat heeft zich vereenigd met een ontwerp tot beplanting der Campagna. Het be paalt dat de eigenaren van terreinen in de Campagna binnen zes maanden aan de regeering een ontwerp dood, mijn trouwe Martinet," riep de oude graaf Bellaflor, met geestdrift van zijn stoel opstaande. Hortense keek met bewondering tot haar grijzen vader op. Zijn lang, wit haar golfde over zijne schou ders en zijn anders zoo zachte oogen gloeiden thans van strijdlust. Hij deed een schrede voorwaarts en een zeer gehavende banier in de hand nemende, die in een ijzeren ring aan den muur zat, sprak hij «Ik zie aan uw donkeren blik, Alphonse, dat gindsehe afdeeling om ons hierheen is gekomen. "Wel nu, wij zullen ze afwachten. Nog eenmaal zal de standaard der Sombreuils in den strijd gaan en de heldengeest van uw' gemaal, Hortense, van uw' broe der, Alphonse, zal ons omzweven. Wij zullen dit slot verdedigen tot onzen laatsten droppel bloeds." «En de beide vrouwen", bracht de kapelaan in het midden. Hortense, medegesleept door den geestdrift haars vaders, greep diens hand en sprak: «Wees over ons niet bezorgd, vader, er ligt nog honderd pond kruit in den kelder." «Moedige dochter!" riep de oude graaf, «ja, van het slot Sombreuil uit zal een donderslag door de gebergten der Vendée weerklinken en de echo daarvan zal luiden: «wraak, wraak." «Ik wijd uwe wapenen met den zegen der kerk" sprak de kapelaan. «Zijt gij bereid, vrienden, met ons te sterven?" riep Alphonse, terwijl hij de vlag uit de hand van den grijsaard nam en haar ontrolde. «Ja, wij willen met u sterven!" riepen de Chouans eenparig. Martinet echter bromde: «Ja! maar vóór dien tijd zal nog menig van die verstandaanbidders van onzen slotheuvel naar beneden tuimelen. Het goede, oude huis zal het wel niet lang uithouden, want het ijzer beslag van de slotpoort heb ik voor de staldeuren gebruikt en in de ringmuren zijn gaten, waar de zon en de maan doorheen schijnen en die dorpskinderen gebruiken om verstoppertje te spelen. Maar Francois en Collin en ik, wij hebben met onze buksen nog zelden misgeschoten en de eersten, die naar boven klauteren, van beplanting moeten aanbieden en zich verbinden hunnen grond met hoornen te beplanten of tot moes tuinen in te richten' (Tegenwoordig is de Campagna eene reusachtige weide.) Weigeren de eigenaren hier aan te voldoen, of verbinden zij zich er toe, maar blijven in gebreke hunne verbintenis na te komen, dan zullen zij worden onteigend en de aldus vrijvallende gronden in erfpacht afgestaan worden aan beter gezinde land bouwers. Er hebben te Palermo en te Messina reusachtige demonstraties plaats gehad met het oog op de te nemen maatregelen tegen het overplanten van de cholera naar Italië. De angst der Sicilianen is misschien overdre ven; doch onverklaarbaar zal men hem niet noemen, wanneer men bedenkt dat de gevreesde ziekte, bij eene harer jongste erupties, op het eiland 430000 slacht offers heeft gemaakt meer dan aan twee machtige staten eene groote oorlog kost. Het Zuider-zendingsfeest werd in 4880, 4881 en 4882 in Noord-Brabant gehouden, doch schijnt daar minder aan de verwachting beantwoord te hebben. De schrijver van het inleidend woord tot het pro gramma voor het feest van 4883 verblijdt zich althans, dat het gelukt is weer in Zeeland terugtekeeren. De weide, waarop vóór twee jaren de landbouw tentoonstelling plaats had, behoorende bij de hofstede Valckeslot, was voor het feest van dit jaar ten ge- bruike afgestaan. Gisteravond werd ter voorbereiding een bidstond gehouden. Reeds vóór 7 uren was eene talrijke schare bij spreekplaats no. 1 vereenigd, die weldra de lucht deed weergalmen van psalmgezang (eerst Ps. 68 vs. 40 en daarna Ps. 84 vs. 4). Intusschen waren eenige leden van de commissie aangekomen en betrad de president ds. D. Rijnders van Middelburg het spreekgestoelte. Nadat op zijn verzoek Ps. 434 was gezongen en door hem Rom. VIII vs. 12 en volg. gelezen was, hield hij eene korte toespraak over het gebed en zijne krachtom gevolgd te worden door de predikanten D. De Pree van Goes en N. De Jonge van Brussel, die beiden den aard en de vruchten der Zendingsfeesten schetsten en op goed weder voor den volgenden dag hoopten. Ofschoon hedenmorgen vroeg een betrokken lucht, die met regen dreigde, die hoop scheen te zullen ver ijdelen, klaarde het weder langzamerhand op. De extra-spoortreinen, die te 9 uren 10 min. van de rich ting van Vlissingen en te 9 uren 30 min van de richting van Rotterdam aankwamen, alsmede de rij tuigen van het Katsche veer brachten eene menigte feestgangers aan. Of allen, zooals het bovenbedoelde inleidend woord wenschte, biddend naar het feest gingen, laten wij in het middenmaar genoeg, de weide vulde zich langzamerhand en de feestvierenden waren er, met welke bedoeling zij ook mochten ge komen zijn. De president der hoofdcommissie, ds. D Rijnders, opende het feest met de verklaring, dat hij, evenals Columbus Amerika in beslag nam voor Spanje, beslag legde op het zendingsfeest «voor den Heer" en met de mededeeling, dat gisteravond van een onbekende f 60 voor de zending was ontvangen. Voorts bracht hij een groet van den heer A. Van Schelven, (aan allen voorzeker bekend), een dankbetuiging aan den heer Soutendam en een woord van herinnering aan wijlen ds. J. P. Nonhebei, den vroegeren president der zendingsfeesten. Ds. J. Ph. Van der Land sprak nu de openings rede uit, waarbij hij, aanleiding nemende in den aard onzer eeuw als de eeuw van stoom, waardoor de afstanden verdwijnen, er op wees, hoe daardoor de wereldtentoonstellingen en de zendingsfeesten mogelijk waren. Hij trad in eene vergelijking tusschen beiden en betoogde dat ook de zending hare tentoonstelling heeft. Maar, evenals bij de Amsterdamsche tentoon stelling, hoewel lang te voren voorbereid, bij de ope ning nog bijna niets gereed was, en de inzending waar schijnlijk zal voortduren tot den dag der sluiting, komen niet heelhuids meer beneden." En hij begon de geweren te laden, die op den vloer lagen, terwijl de Chouans vóór- en de grafelijke familie achterin de zaal op de verhooging zich nederzetten om een korten maaltijd, den laatste, die zij vermoedelijk zouden nut tigen, te gebruiken, om daarna de wachten uittestellen en dan te trachten nog een weinig te slapen. Jeanneton bracht, nadat zij de familie had bediend, ook haren man eenig eten, en zeide: «Maar vertel nu toch eens, mijn beste Martinet, hoe ben je toch alles te weten gekomen, wat gij ons hebt verteld en dan nog wel zonder kleerscheuren erafgekomen" «Dat zal ik je zeggen, vrouwtje". Toen wij na onze nederlaag aan de Charente bij ulieden terugkwamen, liep ik de bergen weder in, om te zeggen van welke zijde de vijand ons bedreigde. Weldra stootte ik op die afdeeling en vernam het een en ander van de achterblijvers, aan wien ik brandewijn en brood ver kocht, onder anderen ook, dat zij den rechteroever van den Clairon gingen bezetten. Dan krijgen wij bezoek, dacht ik, en als een beleefd gastheer liep ik vooruit naar ons dorp, in ons huisje want, dacht ik, Jeanneton is eene nette huisvrouw en misschien hebben de heeren wel lust bij ons hun intrek te nemen. Ik verstak mij daarom in den kelder bij het venster, cat onder de trap van de huisdeur uitkomt. Goed. Kort daarop kwam een jong officier met een ouden dienaardie scharrelde niet verder in huis rond, dan dan dat hij onze laatste kip den nek omdraaide toen kwam de overste Gray zelf en ze praatten daar op de trap over allerlei dingen, die ik gedeeltelijk niet verstond, maar die mij voor een ander deel uitstekend te pas kwamen. Maar, een ding is vreemd de jonge officier kent mevrouw de gravin en is smoor lijk op haar verliefd". «Wat, zoo'n sansculotte"? riep Jeanneton. «Neen, wees bedaard, kindhij is goed gekleed het is zoo'n afvallige graaf; zij vertrouwen hem daarom ginder niet recht". «Een graaf, hoe heet hij Noemde hij mevrouw de gravin dan bij haren naam?" zoo ook is de tentoonstelling der zending, 40 eeuwen voorbereid, op den eersten Christen-pinksterdag met slechts 3000 inzendingen geopend, en duren de in zendingen nog heden ten dage voort, ja, zal de in zending eindigen als de sluiting plaats heeft. Evenals in de Ned. afdeeling de waterwerken onzen roem uitmaken, zoo maken Gods waterwerken den roem der zendingstentoonstellingen uit. Toen Adams val de wateren hadden gekeerd, begon God kanalen aanteleggen en zorgde door springfon teinen, o. a. door Abraham, Izaak en Jacob, dat de kanalen gevoed werden. Indijking en afdamming werden ook door God niet vergeten, want hij schonk de wet, die zijn volk in bedwang moest houden. Eindelijk dacht God ook aan veilige havens en bakens, waardoor de vreemdeling kon behouden worden. Ruth werd binnengebracht door Naomie, die haar tot loods diendeNaman de Syriër werd almede behouden, enz. De Babylonische ballingschap was de overbrugging om met vreemde volken in aanraking te komen, want daardoor werden de wet en de profeten in andere talen overgebracht en leerden ook de vreemde volken de verwachting van den Christus kennen. In Bethlehem brachten reeds Heidenen hunne hulde aan den geboren Koning der Joden. En toen de tentoonstelling op den eersten Christen-pinksterdag geopend werd, klonk er een schooner lied, dan bij de opening der Amsterdamsche tentoonstelling in het woord der 3000 eerstelingenMannen broeders wat moeten wij doen om zalig te worden "Van nu begonnen de inzendingen, door de bekeering der Hei denen. Maar naast de waterwerken trekken in de Ned. afd. te Amsterdam ook de land- en akkerbouwpro ducten de aandacht. En ook hiermede kan de zending vergeleken worden. Eerst had de ploegschaar van Jo hannes den Dooper dienst gedaan de hemelsche Landman had daarna het zaad des evangelies gestrooid, dit met de sneeuw zijner kracht bedekt en door de voorjaarslucht gekoesterd. De 42 halmen van Jezus' akker waren goed gegroeid en wierpen ruime vruchten af, zoodat voorraadsschuren noodig waren. En zie nu het particulier geloof in zijn universeele strekking. Het neemt de kern van het volksbelang ter harte. Het sticht kerken voor de heidenen en bouwt scholen voor onze kinderen. De tentoonstelling der zending zal gesloten worden met de vervulling van het loofhuttenfeest, als de oogst wordt binnengehaald. Met een opwekkend woord, om ook onze inzendin gen naar de tentoonstelling niet natelaten besloot hij zijne rede. Op spreekplaats no. 2 trad te 11 uren de zendeling J. L. Zeegers op en besprak «het Mahomedanisme op Java". In korte trekken schetste hij het Maho medanisme, na het Christendom de grootste godsdienstige macht, die 200 millioen belijders telt, en waarmede het Christendom rekening behoort te houden. Deze godsdienst is ontleend aan Mahomed uit Arabië, die 12 eeuwen geleden met zijne roeping als van God gezonden om den heiligen oorlog te prediken, optrad. Verschillend is het oordeel over dien godsdienst. Sprekers oordeel is dat hij in de onverzoenlijkste houding tot het Christendom staat, en dat de tijd niet meer ver is, dat wij niet alleen met het geestelijk zwaard er tegenover zullen staan, omdat de belijders van het Mahomedanisme een zeer bedenkelijke macht zijn ook op staatkundig gebied. Sommigen oordeelen, dat de Mahomedanen denzelfden God belijden als de Christenen. Volgens spreker is dit niet zoo, wijl zij slechts een profeet van God, maar geen Zoon van God erkennen. Volgens de Mahomedanen is God een Ooster- sche vorst, die op zijn troon gezeten, de wereld be- heerscht, maar dat is niet de God der Christenen die zondaren opheft. Het hart van het Christendom ontbreekt. Volgens den Mahomedaan is het voldoende te zeggen«Allah is Allah en Mahomed is zijn profeet" en dat is hun genoeg om in den hemel hun hemel) te komen. Een wedergeboorte is bij hen niet noodig. De hoogmoedige «Zeker, maar niet zooals zij nu heet, maar zooals ze als jongmeisje heettein den tijd toen gij haar kamenier waart in de Vaucluse hij noemde ze Hortense, de witte roos van Bellaflor «En hij", riep Jeanneton driftig«heet hij niet Hector, burggraaf van Chatillon «Ja, hij heet Hector maar gij schijnt hem ook te kennen, vrouwtje, dien mooien officier Moet ik nu de laatste zes uren van mijn 'even nog ijverzuchtig worden?" «Och zwijg toch jou kleine domoordat moet de gravin dadelijk weten". En zij liep haastig naar Hor tense, die naast haar vader rustte. Zij sliep niet en was onmiddellijk bij Martinet, die haar alles nog eens uitvoerig moest mededeelen. «Het is buiten twijfel", riep zij ten slotte uit en drukte de band op haar kloppend hart, «Het is Hector Wat zeide hij verder? Spreek!" «Verder hoorde ik niets. Een derde officier kwam er bij en toen zwegen zij. Maar het was goed dat hij kwam want anders had ik niet uit mijn schuil plaats weg kunnen gaan, evemin als een muis uit een gat, waar de kat voor zit." «Hoe dat vroeg Jeanneton. «Wel, ik wist het parool niet voor den nacht en zonder dat laten ze niemand door. Mijnheer Froissard had de goedheid het mij, of eigenlijk, den burggraaf te zeggen. Toen sloop ik door de achterdeur uit ons huis en zoo kwam ik heelhuids aan de doorwaadbare plaats bij den heuvel met de braamstruiken. Daar had de oude Bertrand de wacht; ge weet wel, die cere moniemeester van daar straks in onze woning, hij liet mij op het parool doorgaan en toen hij zich omkeerde ging ik te water, zwom stil als een otter over en daar ben ik." «Vrienden", fluisterde Hortense, met eene gedachte vervuld die hare bleeke wangen deed gloeien, «ik zie een middel, dat ons allen redden kan; gij moet mij helpen, maar zwijgt t»gen mijn vader en tegen mijn zwager, tot alles gelukt is; zij zouden het mij nimmer toestaan." «Op ons kunt gij rekenen," antwoordden beiden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 2