1883. N°. 45. Dinsdag 17 April. 70sle jaargang. "V OBG Burgemeesters en Secretarissen GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. VBBEBlTiailTCS- van in ZUID- en NOORD-BEVELAND. Vergadering op Maandag den 16 April 1883 in het lokaal der Sociëteit „Eensgezindheid" te Goes. Voorzitter de heer «J. Vereeke, Burgemeester van Waarde. Tegenwoordig liet geheele bestuur, de heer J. H. Bybau, eerelid, benevens 31 leden I. De Voorzitter opent de vergadering te 11 uren met de raededeeling van een brief van den president der Vereeniging, dat deze wegens ambtsbezigheden verhinderd is de vergadering bijtewonen Hij beet de leden welkom, vooral dewijl bet beden juist vijf jaren geleden is, dat de vereeniging werd opgericht en uit den wensch dat deze bijeenkomst zicli weder zal kenmerken door vruchtbare be spreking van de aan de orde zijnde onderwerpen. II. Vervolgens wordt medegedeeld, dat de beer A. Fon- tein, burg. van Ellewoudsdijk tot de vereeniging is toege treden, welke beer, ter vergadering aanwezig, door den voorzitter met zijne betrekking wordt gelukgewenscht. III. De Voorzitter vraagt vervolgens of ook een der leden eenige op- of aanmerking beeft omtrent de ver slagen der vergaderingen van 28 September en 23 No vember 1882, welke in druk aan de leden zijn toegezonden Hierop wordt ontkennend geantwoord. IV. Nu wordt door den secretaris H. G. Hartman Jz een kort overzicht geleverd van de geschiedenis der ver eeniging. Spr. begon met de herinnering, boe op uitnoodiging van een 15tal burgemeesters en secretarissen in Zuid- en Noord- Beveland, een aantal mede-ambtenaren op den 16 April 1878 bijeenkwamen en de vereeniging gegrondvest werd. Al dadelijk traden 15 anderen toe en de statuten, ont worpen door eene commissie, bestaande uit de heeren Z. D. Van der Bilt La Motthe, G. J Van den Bosch en spr., werden in eene bijeenkomst, den 16 Mei 1878 gehou den, besproken en vastgesteld, waarna zij bij K. B. van 3 Juni 1878 no 32 werden goedgekeurd en de vereeni ging als rechtspersoon werd erkend. Sedert is bet aantal leden steeds toenemende geweest, zoodat de lijst der vroe ger en later toegetredenen thans bet cijfer 99 aanwijst. Van dit getal zijn er 5 overleden, 4 vertrokken en hebben 7 om verschillende redenen bedankt Het aantal leden be draagt nu 83 Drie leden van het bestuur, die bij de op richting werden gekozen, hebben daarin nog zittingte weten de heeren J. Vereeke, Z. D. Van der Bilt La Motthe en Spr. De twee overige zetels zijn door anderen ingeno men niet omdat de uitgevallenen geen lust meer in de waarneming hunner betrekking hadden, maar om andere redenen. De beer J. H. Bybau, die bet voorzittersschap bekleedde, meende na zijne benoeming tot lid van Ged. Staten van Zeeland te moeten bedanken. Ofschoon men zijn gevoelen moest eerbiedigen, zag men den waardigen man noode beengaan en hoezeer zijn ijver en zijne verdiensten werden op prijs gesteld bewees zijne benoeming tot eerelid der vereeniging. Spr. moest bierbij constateeren, dat de beer Bybau bet woord beeft gestand gedaan, waarmede hij zijne betrekking in bet bestuur nederlegde, te weten, dat hij met hart en ziel de belangen der vereeniging zou blijven voorstaan, en ook bet andere woord waarmede bij bet eere lid maatschap aanvaardde, dat deze aangename en vereerende onderscheiding hein te nauwer aan de vereeniging ver bond. Indien bet den heer Bybau dan ook maar eenigszins mogelijk was, heeft hij de vergaderingen der vereeniging steeds getrouw bijgewoond. Spr. weiischt den heer Bybau een lang en gelukkig leven toe, en hoopt, waaraan hij niet twijfelt, dat hij, in zijne betrekking als lid van bet gewestelijk bestuur, bestendig gelegenheid moge vinden om van zijne genegenheid voor het hem dierbare Zeeland te doen blijken, en zooals tot hiertoe, een gunstig oor moge blijven leenen, aan de billijke wenschen en wenken, die uit den boezem van de vereeniging tot Ged. Staten worden gericht. De heer G. J. Van den Bosch was van oordeel, dat een bestuurslid niet bestendig als zoodanig zitting moet hebben, maar ook eens plaats moet maken voor een ander. Toen bij aan de beurt van aftreding was, verzocht hij niet herkozen te worden. Maar, zoo iemand, dan was bet de beer V. d. Bosch, die eene warme belangstelling bleef toonen in de vereeniging. Zijne adviezen en rapporten, die tot zulke gunstige resultaten hebben geleid (zooals spr. nog hoopt aan te toonen) getuigen er van. Spr twijfelt dan ook niet of de beer V. d. Bosch zal zijne genegenheid aan de vereeniging blijven schenken, al neemt hij thans slechts zitting onder de leden. Zijne plaats in het bestuur werd ingenomen door wijlen den beer jhr. mr. C. Van Citters, wiens nagedachtenis in eere zal blijven al mocht bij slechts kort als bestuurslid werkzaam zijn. De beer jhr. M. J. De Marees van Swinderen werd ter zijner vervanging gekozen. Na deze herinneringen stelde spreker de vraag„of de Vereeniging reeds vruchten heeft afgeworpen Hij meende die vraag volmondig met j a te kunnen beantwoorden en twijfelde niet aan de instemming zijner medeleden. Getrouw aan bet doel, omschreven in art. 2 harer Statuten beeft de Vereeniging steeds getracht, en is het haar gelukt, onder bare leden meerdere kennis van het administratief recht aan te kweeken, den werkkring te vergemakkelijken door inlichting omtrent en bespreking van de voorschriften, die van re geering en autoriteiten tot de gemeentebesturen kwamen, en voorts de belangen der leden te behartigen. Als voor beelden van bet eerste wijst spr. op zoo menig stuk in het archief der Vereeniging aanwezig, dat van grondige studie getuigt, o. a over de bevolkingstaten A. I., de eeds-quaestie, het politie-toezicht op woningen, de toepassing van art. 126 en 127 der gemeentewet, bij verzuim van naleving van art. 178 enz. Ten bewijze van bet 2e haalde bij aan de bespreking van de tenuitvoerlegging van dwang bevelen in andere gemeenten; de toepassing van art. 18 van bet prov. regl. op de veeartsenijkundige politiebet beffen van leges voor den burg. stand de werkzaamheden voor de schutterij, enz. En voor bet laatste herinnerde bij aan de adressen in zake de beloouing voor de militie en schutterij, de gelijktijdige vervulling der betrekkingen van secret, en waarn.-griffier bij het kantongerecht, de jaar wedden van burg. en secret, in Zeeland enz. En zijn dit meer, om bet zoo eens uittedrukken, theoretische vruchten, ook op andere, die de werking der Vereeniging naar buiten hebben doen kennen en waardeeren, kon Spr. wijzen. Door zusterverenigingen werden afdrukken barer statuten en voorlichting omtrent sommige punten van gemeentebelang gevraagdde Ned. vereeniging van gemeente-ambtenaren wenschte bare zienswijze te kennen, omtrent een intevoeren examen over gemeenterechtvan baar ging uit, op bet initiatief van den heer V. d. Bosch, de verordening tegen de verstoring van vogelnesten en bet vangen, dooden en verkoopen van vogels, die later bijna woordelijk is overge nomen in de wet van 25 Mei 1880 (Stbl. no. 89) tot bescherming van diersoorten, nuttig voor landbouw en vee teelt; bet reglement op de veeartsenijkundige politie in Zeeland werd in den geest van haar advies gewijzigd bet model der geineentebegrooting werd, overeenkomstig baren wensch, in overeenstemming gebracht met de staten A. en B. der geldmiddelenhet ontwerp der zoogenaamde ko- hierenwet werd in den geest der gehouden besprekingen om gewerkt; de aandacht van de regeering is gevestigd opliet noodzakelijke eener wet tot afkoop van den eigendom, die ambacbtslieeren hebben aan zijkanten van wegen bij bet landhuishoudkundig congres is de opmaking van bet land- bouwverslag door anderen dan de gemeentebesturen aan bangig gemaaktomtrent den aanleg van tramwegen zijn inlichtingen verstrekt, enz. Zijn betoog resuineerende, gelooft spr. dat de Vereeniging, al viert zij beden baar eerste balt' lustrum, dankbaar en voldaan den blik achterwaarts, en inet moed eu vertrouwen den blik voorwaarts mag wenden. Wanneer dezelfde lust en ijver voor de goede zaak den leden blijft bezielen, wan neer dezelfde mannen van invloed en zaakkennis baar blijven ondersteunen, dan zal ten volle bewaarheid worden, wat bij de oprichting werd gehoopt, te weten, dat de 16 April 1878 eens met gulden letteren in de gemeente-geschiedenis van Zuid en Noord-Beveland zal geschreven worden. V. Alsnu wordt overgegaan tot de verkiezing van twee leden in het bestuur, ten gevolge der periodieke aftreding van de heeren D. P. Dominions eu H. G. Hartman Jz. De Voorzitter noodigt de heeren C. Risseeuw en H. J. Augustijn uit, als stemopnemers te fungeeren. Bij de eerste verkiezing, waarvoor zijn aanbevolen de heeren D. P. Dominicus, A. De Vulder van Noorden en mr. L. A. Bybau, worden uitgebracht 21 stemmen op den beer D. P. Dominicus, 5 op den beer A. De Yuldey Van Noorden en 2 op mr L. A. Bybau. Bij de tweede verkiezing, waarvoor zijn aanbevolen de heeren H. G. Hartman Jz., J. P. G. Tiinans en M. Noordijke, erlangden de heeren Hartman 22, Tiinans 2 stemmen, Noordijke en De Vulder Van Noorden 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco waren. De heer Hartman verklaart de herbenoeming aan te nemen. Aan den beer Dominicus zal worden kennis gegeven. VI. Thans doet de beer Z D. Van der Bilt La Motthe, namens bet bestuur rekening en verantwoording van zijn beheer als penningmeester over 1882, welke rekening wordt gesteld in banden eener commissie, bestaande uit de heeren A. De Vulder van Noorden, J. Risseeuw en W. C. Lenshoek, om die te onderzoeken, en na de pauze een rapport uit - tebrengen. VII. Op voorstel van het bestuur wordt goed gevonden, thans te behandelen no. 5 der gedrukte rap porten, bevattende de stelling Het is wenschelijk dat de kostenvallende op de vevoordeeling in strafzaken, komen ten laste van den staat verdedigd door den beer J. Risseeuw, burg. van 's-Gravenpolder, en zulks naar aanleiding van bet betoog in bet „Vaderland" van 20 Februari 1882 en de vervolgingen tot betaling der justitiekosten in vele gemeenten van Zuid- en Noord Be veland, tegen verschillende veroordeelden ingesteld. Deze vervolgingen zijn een gevolg van de inlichtingen door de burgemeesters van de woonplaatsen der betrokken veroordeelden verstrekt, op de staten 61 en 62, die onge veer oin de 2 jaren, ter uitvoering van administratieve voor schriften, door de burgemeesters worden ontvangen. Tegen deze vervolgingen vijzen bij den referent na rijpe overweging vele bezwarenin de eerste plaats uit een billijk en menscbelijk oogpunt en in de tweede plaats uit een juridisch oogpunt. Het is bekend dat bij onvermogen van den delinquent, de invordering der justitiekosten wordt uitgesteld tot tijd en wijle diens financiën iets beter worden en dat die vordering volgens de bestaande leer eerst met 30, zegge dertig, jaren verjaart. Is er reeds veel voor te zeggen dat de maat schappij, welke in baar belang strafvervolging verlangt, de daarop vallende kosten, als uitsluitend in baar belang ge maakt voor eigen rekening behoort te neinen die wenschelijkheid wordt bijna plicht, waar in bet algemeen de onkosten in eene treurige wanverhouding staan tot de beteekenis der meeste strafzaken (de politie-overtredingen en zeer geringe wanbedrijven) die toch zeker 80pct. der voorkomende zaken uitmaken Het moge juridisch onjuist zijn, in werkelijk beid leveren die kosten in al die gevallen zoodanig strafverzwariug op, als door de strafwet, zoo min als door de beleedigde maatschappij verlangd kan worden en ook niet verlangd wordt. Gedurende eene reeks van jaren dertig lange jaren ligt de fiscus op den loer! Waagt de arine eene harde, on vermoeide poging tot lotsverbeteringspant bij en geheel zijn gezin alle krachten in tot vooruitgang, past de veroor deelde op als de beste burger, rijst bij in achting en aan zien is de maatschappij, zijn gezin (misschien was dit nim mer bekend met de voormalige veroordeeling van man en vader,) ja in de meeste gevallen bij zelf zijn veelal onbe duidende fout of tekortkoming vergeten; niet zoo de fiscus niet zoo liet landsbestuur dat uitsluitend met zijne vordering rekening houdt. Opengereten worden oude wonden, teruggestooten in het verleden wordt de arme zondaar; vervolging, executie met al bare onkosten staan hem voor de deur, zoo bij niet betaalt en de fiscus hem voor betaling in staat acht en dat alles om enkele ellendige guldens, die de maatschappij geen bate, hein (den veroordeelde) ellende en verbittering brengen. Tallooze vervolgingen en invorderingen, ieder onzer weet liet, van zoodanige posten tot ongeveer 30 jaren oud, kwamen in den laatsten tijd voor en brachten droefheid eu ergernis. Uit een juridisch oogpunt wijst de referent op de artt. 457 eu volg. van bet Wetboek van Strafvordering, volgens welke de straffen, bij vonnissen opgelegd, verjaren naar ge lang van den omvang der overtredingen en misdrijven. Vol gens de toegepaste beschouwingen van bet landsbestuur echter verjaren de justitiekosten, zijnde de kosten op de veroordee ling gevallen, geenszins naar gelang van de beteekenis van de hoofdzaakmaar als eene gewone burgerlijke schuld eerst na 30 lange jaren. Thans komen reeds voor rekening van den Staat en worden door hem alleen gedragende kosten der rechter lijke macht, de voeding, het onderhoud, de bewaring der gevangenen, en vele anderen te dezer zake. Een enkele:

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 8