Buitenlandsch Overzicht.
Gemengde Beriehten.
koersverbetering kunnen uitoefenen. Een andere vraag
is het of verhooging dier aandeelen niet mag tegemoet
gezien worden met het oog op het verwacht wordende
drukke vervoer bij gelegenheid der Internationale ten
toonstelling te Amsterdam. Ja, zouden we bereid zijn
daarop te antwoorden, ware 't niet dat we ietwat
schuchter worden door de opmerking, dat de koers
thans reeds 102 pCt. bedraagt en ons eene andere
vraagzouden die goede vooruitzichten niet reeds in
den tegenwoordigen prijs geacht moeten worden be
grepen te zijn, geene reden tot bezorgdheid daarvoor
gaf. Wie zich overtuigen wil hoe veranderlijk de
grootte van zijn kapitaal, in actiën belegd, is, geve
zich even de moeite om een oog te slaan op de vol
gende getallen, die de hoogste koersen aangeven in
de maanden van het vorige jaar: Jan. 154, Febr. 156,
Maart 161, April 159, Mei 155, Juni 140, Juli 132,
Aug. 130, Sept. 112, Oct. 113, Nov. 102, Dec. 100.
Tegenover den hoogsten koers in '81 ad 161 pet. be
droeg de laagste (in November) 97 pet.De overige
Tramwaarden veranderden onbeduidendeen overzicht
van de variatiën der andere Tramwegmaatschappij-
aandeelen blijkt uit 't volgende staatje:
Koersen.
laagste.
hoogste.
Arnh.
Tramweg maatsch.
aand. 75
92
Zuider
80
97
Nederl.
70
95
Rotterd.
88%
400
Amsterd.
Omnibus
484
205.
In verband met hetgeen we den vorigen keer mee
deelden aangaande de nu wederom voorgenomene
Turksche schuldregeling zij nog berichtdat eene
nieuwe leening aan de unificatie (herleiding der ver
schillende soorten tot een zelfden vorm) niet gepaard
zal gaan. Op de circa 92% millioen gereduceerd
kapitaal hebben de houders van 80 millioen zich tot
vóór de conversie verklaard, die van 8 millioen hebben
hun obligatiën doen stempelen om ze in den ouden
vorm te behoudenterwijl de overige zich nog niet
hebben verklaard. Er is thans eene type ontvangen,
die in September bij de betaling van de coupon in
ruil voor de oude titels zal uitgegeven worden. Alsdan
zullen de houders, die zich nog niet verklaard hebben,
uitgenoodigd worden zulks te doen, op poene van geen
rente te kunnen ontvangen. Wat den interest betreft
worden de titels op een voet van volkomen gelijkheid
behandeld. De vier vijfden der afgestane inkomsten
buiten het aandeel, dat toegewezen is aan Bulgarije,
Servië, Griekenland en Montenegro, worden gelijkelijk
onder de houders der vier seriën verdeeld tot aan de rente
betaling eventueel van 4 pet., zijnde dit het maximum
van interest. In het overblijvende vijfde met het amor-
tiesatietonds deelen de verschillende serienwaarvan
er vier zijn naar gelang van den rang, die hun bij
vroeger decreet is aangewezen.
Houders van '65ger Turken worden nogmaals aan
geraden die tegen '69ger te verruilen.
Bij al hetgeen we den vorigen keer aanvoerden om
de soliditeit te bewijzen der Manitoba's, als
de 7 pets. oblig. St. Paul Minn. Manit. de hyp.
de 6 2e
de 6 Dak. extension,
willen we volledigheidshalve nog een geresumeerd over
zicht geven van de uitkomsten over de jaren
4880 4881 1882
aantal geëxpl. mijlen 656 865 4058
ontvangsten
passagiers. D. 672048 D. 849929 D. 4,587480
goederen 2,084742 2,694773 4,773006
diversen. 476348 489450 269508
totalen. D. 2,933408 D. 3,700852 D. 6,629694
exploit, kosten 1,399647 4,863035 3,545778
netto-ontv. D. 4,533461 D. 1,837817 D. 3,413916
Verhouding der ex
ploitatiekosten' tot
de bruto-ontvang-
sten in percenten 47,71 50,34 53,03
Een belangrijk punt is de verhouding van de exploi
tatiekosten tot de bruto-ontvangstdeze schijnt hierbij
klimmende te zijn. Schijnt slechts evenwel. Onder de
exploitatiekosten van het afgeloopen jaar toch zijn ook
begrepen de vervanging van ijzeren door stalen rails,
verbetering van aarden baan, vernieuwing van brug
gen enz. De weg van St. Paul naar St. Vincent (zeer
waarschijnlijk gaat eenigen lezers bij het hooren dier
namen, waardoor ze aan hunne vroegere verliezen her
innerd worden, toen ze ook den raad van de paasch-
eieren Diet opgevolgd hadden, een ijskoude rilling door
de leden) is thans, op slechts eenige mijlen na, geheel
van stalen rails voorzien.
De schuld der maatschappij bestaat uit
D. 8,000000, 4e 7 pet. hypoth., jaarl. inter. D. 560000
8,000000, 2e 6 480000
3,780000,6 pet. Dakota-ext.obl.» 240800
Samen jaarl. interest D. 4,280800
De netto opbrengst was over '82 3.413946
Overschot voor dividend D. 4.833110
zijnde ruim 42 pet. over het aand. kapitaal groot D.
45 millioen. We zien dus, dat slechts eene ondenk
bare groote vermindering der bruto ontvangst de in
terest-betaling op de obligatiën in gevaar zou brengen.
Op het belangrijke verband tusschen expl. kosten en
bruto-ontvangst wijzen we nader een volgende maal.
De aand. der Manitoba stonden 34 Januari'82 140%
pet., nu zijn ze 155 pet. genoteerd. De verbetering
der laatste dagen staat in verband met geruchten
aangaande een groote uitkeering scrip-dividend.
Op verdere koersvariatien hebben we niet te wijzen,
moge dit de volgende week wel 't geval zijn be
treffende koers ver hoogingen
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
Baad der gemeente Goes,
op VRIJDAG den 30 MAART 4883,
des namiddags te 2 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer.
Tegenwoordig alle leden en de Secretaris.
I. De notulen der vergadering van den 7 Maart
jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die alle, zooveel noodig met goedkeuring, voor ken
nisgeving worden aangenomen
lo. dat de schoonmaakwerken voor dit jaar zijn
aanbesteed op Zaterdag den 40 Maart jl. en zijn
gegund
het 4 e perceel (raadhuis, politiewacht en leen
bank) aan A. Smit voor f450;
het 2e perceel (overige gemeentegebouwen) aan
J. Plazier voor f154;
het 3e perceel (school A en C) aan A. Smit voor
f464;
het 4e perceel (bewaarschool) aan J. Plazier
voor f52;
2o. dat de rekening van het fonds van kazerneering
over 4882 door burg. en weth. is goedgekeurd in
ontvang op f208,82, in uitgaaf op f 4 23,47%, alzoo
met een goed slot van f 85,34 welke rekening voor
de leden van den raad is ter visie gelegd
3o. dat ten behoeve van den kweekeling aan school
B, J. M. Bartelse de bij de verordening bepaalde toe
lage ad f50 is beschikbaar gesteld, gerekend te zijn
ingegaan den 4 Januari 4883;
4o. dat de kiezerslijsten voor 1883/84 den 24 Maart
jl. zijn gesloten met een getal van 270 kiezers voor
de leden der Tweede kamer en Provinciale Staten en
421 kiezers voor leden van den gemeenteraad
5o. dat van de commissie van toezicht op de in
richtingen voor middelbaar onderwijs bericht is inge
komen, dat de heer mr. J. W. C. De Jonge van El-
lemeet als herbenoemd lid is geïnstalleerd
6o. dat de heer G. J. Besseling wegens vertrek
naar elders met 4 April a. s. heeft bedankt voor de
betrekking van schatter der localiteiten, waarin de
kleinhandel in sterkedrank wordt uitgeoefend, en dat
als zoodanig is benoemd J. De Vos, tot dusver plaats
vervanger en herschatter; in wiens plaats is aange
wezen W. Jansen, ambtenaar bij 's rijks belastingen
7o. dat aan den heer L. G. Kakebeeke is vergund
eene haag te planten tusschen zijn zomerhuis en het
erf van »de Prins van Oranje" aan den Westwal
III. Nog zegt de Voorzitter, dat door de provin
ciale commissie voor de tentoonstelling van voorwer
pen van oude kunst, in Amsterdam te houden, is
verzocht om tijdelijken afstand van eenige voorwerpen
uit de gemeentelijke verzameling voor geschiedenis
enz., waarom burg. en weth. machtiging vragen, om
aan dit verzoek, onder de vereischte voorwaarden, te
voldoen.
Deze machtiging wordt zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming verleend.
IV. Als ingekomen stukken worden tertafelgebracht
a. Missive van Ged. Staten, houdende bericht der
goedkeuring van het raadsbesluit, o. atot verkoop
van boomen aan den Westhavendijk
b. Bericht van mevrouw Van CampenBooy, dat
zij hare betrekking als regentes van het weeshuis
nederlegt. (De Voorzitter deelt tevens mede, dat hier
van is kennis pegeven aan het Burgerlijk Armbestuur,
met verzoek eene aanbeveling ter vervulling der vaca
ture intezenden.)
c. Verslag van den toestand der gasfabriek te
Middelburg over 1882, dat in de bibliotheek zal worden
geplaatst.
Alles voor notificatie aangenomen.
V. Thans is aan de orde de vaststelling van het
kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1883.
De heer Massee zegt, in tegenstelling van het vo
rig jaar, vóór het kohier te zullen stemmen. Toch
wil hij niet ontveinzen, dat het hem toeschijnt, dat men
bij het opmaken van het kohier wel wat vrijgevig is
geweest met de toepassing van alinea f-g van art. 5,
wat betreft uitkeeringen aan wien ook verstrekt en
de huiselijke omstandigheden, terwijl te weinig is
toegepast het 3e gedeelte van art. 9, namelijk wat
betreft uiterlijken stand, levenswijze enz. Het gevolg
daarvan is, dat noodwendig de meest eerlijke burger
het meest betaalt of de meeste draagkracht op zich
neemt. Spreker hoopt, dat de commissie hiervan nota
zal willen nemen en hem in deze bezwaren zoo mo
gelijk zal tegemoet komen.
Voorts meent spr. het niet te onpas te wijzen op
de omstandigheid, dat de regeering toelaat, dat hare
ambtenaren buiten de gemeente wonen en daardoor
ontwijking der gemeentelasten in de hand werkt.
De regeering zou oorzaak kunnen zijn, dat de beste
draagkrachten daardoor willens of onwillens het dragen
zouden ontduiken. Hij zou wel wenschen, dat er stappen
werden gedaan om dat te voorkomen. De Bosch Kemper
heeft eens gezegd, dat ontduiking van belasting gelijk
iB aan diefstalis dit zoo, dan zou de hooge regeering
diefstal in de hand werken, wanneer zij ten minste
in niet-noodzakelijke gevallen dispensatie geeft.
In de derde plaats vraagt Spr. inlichting waarom
de geestelijke zusters, die het onderwijs aan de R./K.
bijz. school geven, niet op het kohier voorkomen.
De Voorzitter beantwoordt den heer Massee in zijne
opmerkingen
4 o. wat betreft de toepassing van art. 5 lett.
en g huiselijke omstandigheden en uitkeeringen),
door burg. en weth., als zoude deze min juist zijn.
Had de spr. minder algemeen gesproken en eenige
voorbeelden aangegeven, dan zou het gemakkelijker
zijn om die toepassing toetelichten. Toch kan de
Voorzitter verklaren, dat als de heer M., evenals de
leden van het dag. bestuur en de commissie, soms eens
achter de schermen kon zien, hij wellicht omtrent den
aanslag van sommige belastingschuldigen anders zou
denken, dan hij nu doet;
2o. den vrijdom voor ambtenaren, die dispensatie
van inwoning hebben. Ook de Voorzitter betreurt,
dat sommige Rijksambtenaren buiten de gemeente wo
nen, maar evenals het vorige jaar, moet hij zeggen,
dat hij geene stappen weet te doen, om daarin ver
andering te brengen;
3o. de vrijstelling der religieuses. Zoolang niets
anders van deze bekend is, dan dat zij in een gesticht
wonen, maar er niets van hun inkomen bekend is,
terwijl zij de aangiftbiljetten terugzenden met de ver
klaring, dat zij geen inkomen, of minder, dan het bij
de verordening belastbaar gestelde, hebben, kan men
niet, zonder nader bewijs dat zij aanslagbaar zijn, ze
op het kohier brengen.
De heer Massee repliceert nog, dat hij meent, dat
burg. en weth. met de toepassing van littera en g
te veel hechten aan de letter der bepaling van de ver
ordening. Spr. komt op voor de kleine burgerij, die
de kennis niet heeft om te zeggen of te berekenen,
dat zij uitkeering aan betrekkingen doet. Wat de
geestelijke zusters aangaat, heeft hij de vraag gedaan
om ook hare draagkracht in de belastingen der ge
meente te winnen. Spr. geeft der commissie in over
weging om ook hierop te letten en vraagt, of de be
doelde personen niet op den eed gebracht kunnen
worden.
De heer Ramondt merkt op, dat bij de verordening
de eed niet is toegelaten en deze dus niet kan ge
vorderd worden. Overigens gelooft hij, dat, wanneer
men buiten de opmaking van het kohier staat, zoo
lang de bepalingen omtrent huiselijke omstandigheden
vigeeren, men allicht terecht of ten onrechte tot de
onderstelling van verkeerde toepassing daarvan zal ko
men. Spr. meent echter, dat de heer Massee eene poging
in zijne macht heeft om met dit stelsel te breken.
Ook Ged. Staten hebben reeds bezwaar gemaakt in
de bewuste bepaling en, als de heer Massee meent
dat zij tot onbillijkheden leidt, kan hij een voorstel
indienen om haar optehelfen en bijvoorbeeld te vervangen
door de bepaling dat een zeker gedeelte van het in
komen onbelastbaar is.
De heer Massee antwoordt, dat hij tot dit laatste
gaarne zou overgaan als hij rekenen kon op onder
steuning.
De heer Van Swinderen verklaart, dat hij van
meetaf, dat de verordening is vastgesteld, de bepaling
van littera g heeft betreurd. Ilij waardeert de bedoe
ling, die bij de vaststelling heeft voorgezeten, namelijk,
om ieder zooveel mogelijk overeenkomstig zijn draag
kracht in de belasting te doen dragen. Het is echter
in dezen gegaan, als 't helaas zoo dikwijls gaatjuist door
rechtvaardig te willen zijn wordt men onrechtvaardig.
De bepaling, zoo algemeen gesteld, geeft tot willekeu
rige toepassing aanleiding, hoezeer burg. en weth.,
de commissie en de Raad ook naar eene juiste toepas
sing streven. In eene belasting-verordening behoort
eene bepaling, die voor zulk een verschillenden uitleg
vatbaar is, niet te huis. Hij wil op deze gronden den
heer Massee volgaarne steunen, wanneer deze voorstelt
de bepaling opteheffen.
De heer Den Boer herinnert dat de religieuses
vroeger in de eerste klasse waren aangeslagen, maar
toen de 2 laagste klassen vervielen, door de commissie
genoegen genomen is met de verklaring van minder
vermogen of inkomen.
De Voorzitter bevestigt dit.
De heer Massee meent, dat hetgeen de dames ge
nieten aan vrije woning, kost, goede verzorging, een
belastbaar inkomen representeert. Hij meent, dat het
niet te verwachten is, dat deze dames met hare intel-
lectueele ontwikkeling een lager belooning zouden
genieten.
De debatten worden hiermee gesloten en het kohier,
waarvan de factor 4,0209 is, met algemeene stemmen
goedgekeurd.
VI. Daarna wordt het kohier der belasting op de
honden voor 1883 vastgesteld met 473 honden van
vermaak en 95 honden van nijverheid, opleverende een
totaal van f 644.
VII. Wordt gelezen een voorstel van burg. en weth.
om hen te machtigen tot af- en overschrijving op de
begrooting voor 1882, tengevolge van het overschrij
den van sommige posten door onvoorziene omstandig
heden, met het daarop ingewonnen gunstig advies van
de financiëele commissie.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
VIII. In behandeling komt de rekening van den
gemeente-ontvanger wegens zijn beheer over 4882 van
de revenuen der fondsen van de vernietigde gilden,
met het advies tot goedkeuring van de financiëele
commissie.
De rekening wordt goedgekeurd in ontvang op
f 679,92, in uitgaaf op f 677,05, alzoo met een batig
saldo van 2.87, en de ontvanger, onder dankzegging,
gedechargeerd.
De vergadering is daarna gesloten.
Bismarck is, zooals men weet, in het algemeen geen
voorstander van het parlementair stelsel. Hij heeft
dan ook steeds getracht de macht van het Duitsche
parlement te beperken. Het kan trouwens geen ver
wondering baren, dat' een man van krachtig en door
tastend handelen als de Duitsche Rijkskanselier, slechts
matige sympathie kan gevoelen voor een regeerings-
stelsel, waaraan de ondervinding in verschillende
landen heeft dit in de laatste jaren genoegzaam ge
leerd groote gebreken kleven en welks vruchten
maar al te vaak, in stede van daden, woorden en
nog eens woorden zijn.
De »Nordd. Allg. Zeit.", die geacht moet worden
de tolk van de gevoelens van prins Bismarck te zijn,
behelst eene klacht over de traagheid der wetgeving
en het wijt deze aan het parlement.
Het geneesmiddel voor de kwaal, die, volgens Bis-
mareks orgaan, het staatsorganisme ondermijnt, zou
gelegen zijn in de weder-instelling van den Raad van State,
het lichaam, dat vóór 4848 met zooveel vrucht op
het gebied der wetgeving is werkzaam geweest. De
Raad van State zou dan het karakter krijgen van een
commissie, belast met het onderzoek van de wetsont
werpen, welke dan wellicht, wat vorm en inhoud be
treft, zouden winnen. De Ministerraad zou dan alleen
de politieke punten te behandelen hebben.
Het mag betwijfeld worden, of het doeleene sneller
afdoening van zaken te verkrijgen, langs dezen weg
te bereiken is. De oorzaak van het verschijnsel, waarop
de »Norddeutsche" de aandacht vestigt, moet gezocht
worden in de te groote spraakzaamheid van het par
lement. Doch al moge men deze afkeuren en al is het
waar, dat ministers en geheimraden veel last daarvan
hebben, zoo blijft het toch de vraag, hoe men door
weder-invoering van den Staatsraad daartegen zou kun
nen waken.
Zij het ook waar dat de ontwerpen, die van den
Staatsraad uitgaan, meesterstukken van legislatieven
arbeid zouden zijn, het valt evenmin te ontkennen,
dat door de aanbevolen uitbreiding der taak van
den Staatsraad, tot dusverre bloot een ad viseer end
college, het recht van wetgeving, den Landdag en den
Rijksdag toegekend, besnoeid zoude worden en dat door
vermeerdering der macht van de kroon het democra
tisch beginsel zou worden geschonden.
Uit dit oogpunt meenen wij dat het middel door
de Norddeutsche voorgeschreven een paaschei wordt
het door een correspondent der Kölnische genoemd
erger dan de kwaal is.
Het denkbeeld door het officieuse orgaan geopperd
vindt in de pers geen sympathie, zelfs de hypercon
servatieve Kreuzzeitung heeft bezwaar om tegen dein
4848 tot stand gekomen hervorming te rengeeren.
Mocht het opwerpen van het balletje door de Nord
deutsche de afgevaardigden aansporen om meer den
plicht der zelfbeheersching en dien der spaarzaamheid
met den nationalen tijd te betrachten, dan heeft men
reden zich te verheugen, dat zij getracht heeft het betoog
te leveren, dat de Regeering zich in den staatsraad
een tegenwicht tegenover het parlement moet ver
schaffen.
Naar uit Berlijn gemeld wordt, heeft de Pruisische
regeering op het memorandum van kardinaal Jacobini
geantwoord, dat aan de vordeiingen van het Vaticaan,
•wat betreft de geestelijke opvoeding en het herster der
verbannen geestelijke orden, geen gehoor kan gegeven
worden, zoolang het Vaticaan niet toegegeven heeft
aan het verlangen der Pruisische regeering om den
naam van iederen priester, vóór zijne benoeming, aan
de overheid mede te deelen.
De Keizer, wiens gezondheid in de laatste dagen te
wenschen overliet, begint te herstellen.
De Fransche regeering onderhandelde met het
Crediet-foncier, over de door dit lichaam te verleenen
voorschotten voor het bouwen van arbeiderswoningen.
De grondslagen, waarop deze onderhandelingen gevoerd
worden of volgens de Temps reeds geslaagd zijn, ko
men hierop neer, dat genoemde financiëele instelling
50 millioen francs voor den woningaanbouw zal be
schikbaar stellen, waarvoor hypotheek zal genomen
worden tot een bedrag van 65pct. der waarde van de
huizen, waarvan de stichtingskosten op 5000 fr. ge
raamd worden en waarvan de huur 5 pet. van deze
som zal bedragen. Ook het Parijsche gemeentebestuur
zal eene dergelijke transactie aangaan. Door dezen
maatregel, die verlaging der huishuren ten gevolge
zal hebben, meent men verbetering van den toestand
der arbeidende klasse, die juist door de hoog opge
voerde huren het meest gedrukt wordt, te zullen ver
krijgen. Dit laatste wenscht de regeering ook te ver
krijgen door vermindering der lasten van den staat
en van de gemeente.
Verder zijn bij de meubelfabrieken te Parijs van
staats- en van gemeentewege een aantal meubelen be
steld, om daardoor de armoede tegen te gaan.
Tegen dezen maatregel hebben wij, al waardeeren
wij de goede bedoeling die eraan ter grondslag ligt,
bedenking. Het stelsel, op groote schaal toegepast
door Napoleon III, dat op het »arbeid om den arbeid"
gebaseerd was, zou, meenen wij, niet opnieuw zijn
intrede in Frankrijk moeten doen. Bovendien is het
een palliatief, een afdoend geneesmiddel is het niet.
De heer Grévy zit verlegen met het verzoek om
gratie voor Prins Krapotkine. Er is reden voor. Wil
ligt de president dit verzoek in, waartoe hij niet
ongenegen schijnt, dan moet hij eveneens de mede
plichtigen in vrijheid doen stellen. Het verwijt zou
hem anders, en niet zonder grond, kunnen treffen, dat
voor Krapotkine een uitzondering wordt gemaakt,
omdat hij prins is.
De mannen, die voor Krapotkine in de bres springen,
hebben in het belang van den man van wetenschap
stappen gedaan. De vraag rijst echtermag de groote
ontwikkeling van Krapotkine eene reden zijn, om
hem ongestraft te laten, indien hij inderdaad straf
verdient 7 Hoogere ontwikkeling verhoogt ook de ver
antwoordelijkheid, en waar men een mijnarbeider straft,
mag men een geleerd en beschaafd man geen amnestie
verleenen, indien deze een strafbaar feit heeft gepleegd.
Men verzekert, dat Krapotkine de gratie niet zal aan
nemen, omdat hij der Fransche regeering het recht
ontzegt over zijne vrijheid te beschikken.
De President van de Republiek heeft de besluiten
geteekend, waarbij de rechterlijke ambtenaren voor
Tunis worden benoemd. Reeds is een president van de
Fransche rechtbank aldaar aangesteld.
Zooals wij in een vorig nommer meldden heeft op
last van den Keizer van Rusland een onderzoek plaats
naar de oneerlijkheden, door de ambtenaren gedurende
de laatste tien jaren bedreven. Dit onderzoek is niet
overbodig.
Aan het departement van binnenlandsche zaken
komen, dus schrijft men uit Petersburg, steeds nieuwe
dieverijen aan het licht.
De vroegere Minister van binnenlandsche zaken,
Timascheff, zou in verband daarmede naar het bui
tenland zijn gevlucht en de oud-Minister der domeinen
Walujeff door den Czaar persoonlijk zijn aangemaand
om buitenslands te gaan. Alleen aan de posterijen
moet 400,000 R. zijn verduisterd.
In het Engelsche Lagerhuis is de tweede lezing
over de Affirmation-bill aangevangen.
Deze week heeft de doopplechtigheid plaats gehad van
het dochtertje van den hertog van Albany, die gehuwd
is met een zuster van de Koningin der Nederlanden.
Het kind kreeg den naam van Alice Mary Victoria
Auguste Pauline. De aartsbisschop van Canterbury
verrichtte de plechtigheid in tegenwoordigheid van
vele leden der koninklijke familie.
Ovezand. Als vervolg op het bericht in ons vorig
no. omtrent den hier gepleegden diefstal kunnen wij
nader mededeelen, dat de verdachte Van G. zijne mede
plichtigheid aan den diefstal heeft erkend en dat op
zijne aanwijzing als hoofddader in hechtenis is genomen
de persoon van A. B., een oud bekende van de justitie.
Bij de arrestatie van dezen door den brigadier-majoor
Verdouw schijnt een aanzienlijke geldsom gevonden
te zijn.
Heden heeft de Justitie zich met den persoon van
V. G. uit Middelburg herwaarts begeven ten einde een
verder onderzoek in te stellen en aanwijzing te laten
doen waar de gestolen voorwerpen verborgen zijn.