Rechtzaken.
Buitenlandse!) Overzicht.
Gemengde Berichten.
Bi] terugkomst zegt de heer flamimdt, dat de stuk
ken zijn onderzocht en dat daarvan een rapport is
opgemaakt, dat door den secretaris zal worden voor
gelezen.
Uit dat rapport blijkt, dat de verkiezing zonder
stoornis is afgeloopen en daartegen geene bezwaren
zijn ingebracht; dat de gekozene blijkens de stukken
is meerderjarig, Nederlander, ingezetene der gemeente
en geene met het lidmaatschap van den raadonver-
eenigbare betrekkingen bekleedt. De commissie con
cludeert dan ook, dat de heer H. De Wilde zal worden
toegelaten als lid van den raad der gemeente Goes.
Deze conclusie, door den Voorzitter in een voorstel
veranderd, wordt zonder beraadslaging met algemeene
stemmen aangenomen, van welk besluit aan Ged. Staten
en aan den gekozene zal worden kennis gegeven.
IV. Aan de orde is de reorganisatie van de meis
jesschool voor middelbaar onderwijs.
Achtereenvolgens worden gelezen:
o. Eene missive van de directrice der school aan
de commissie van toezicht, waarin zij mededeelt, dat
eene zesjarige ondervinding heeft geleerd, dat leerlin
gen in vier jaren tijds onmogelijk dien graad van
ontwikkeling kunnen verkrijgen, dien men op 16 a 17
jarigen leeftijd kan verwachten, te meer daar er hier
ter stede geen overgang van het lager naar het middel
baar onderwijs bestaat. Zij wil daarom verdeeling
van leerstof over meer jaren, niet uitbreiding daarvan,
en wenscht den vierjarigen cursus te verlengen tot
een vijfjarigen.
b. Eene missive van de commissie van toezicht aan
burg. en weth. waarin zij het denkbeeld der directrice
ondersteunt en de veranderingen aangeeft, die de be
trokken verordeningen zouden behooren te ondergaan.
c. Een schrijven van den heer inspecteur van het
middelbaar onderwijs, waarin hij zijne ingenomenheid
met de voorgedragen reorganisatie kenbaar maakt.
d. Een voorstel van burg. en weth., waarin zij, na
te kennen gegeven te hebben, dat, behalve eene kleine
verandering aan het gebouw, die uit de gewone onder
houdskosten kan gekweten worden, alleen eene uitgave
van tweehonderd gulden 's jaars zal benoodigd zijn
voor een tweeden leeraar in de wiskunde, ten behoeve
van de laagste klassen, welke uitgave, zooals zich
laat voorzien, zal gedekt worden door de meerdere
opbrengst van schoolgeld, tot de reorganisatie te
besluiten.
e. Het rapport der financiëele commissie, vermel
dende, dat de meerderheid geen bezwaar tegen het
voorstel heeft, maar dat de minderheid, van oordeel
zijnde, dat de uitgaven voor het onderwerp worden
verhoogd, zich er niet mede kan vereenigen.
De Voorzitter brengt nu het voorstel van burg. en
weth. in behandeling.
De heer Quist vraagt of het niet gewenscht is, nu
de minderheid der financiëele commissie (de heer den
Boer) niet tegenwoordig is, de behandeling der zaak
uittestellen
De Voorzitter antwoordt, dat de minderheid der
financiëele commissie haar argument heeft kenbaar
gemaakt en er dus zijns bedunkens geene redenen
voor uitstel, tengevolge van de niet-tegenwoordigheid,
zijn. Het is waar dat er ƒ200 meer gevorderd wordt,
doch daartegenover staat, dat ook de ontvangsten
zullen vermeerderen.
De heer Quist voert nog aan, dat de heer Den Boer
in de vergadering mogelijk meerdere argumenten zou
aanvoeren.
De heer Ochtman vraagt aan de tegenwoordig zijnde
leden der financiëele commissie of er soms meerdere ar
gumenten door den heer Den Boer aangevoerd zijn, die
hem nopen tegen het voorstel te zijn, zoo niet,
dan acht hij eene beslissing urgent, niet alleen omdat
weldra het programma voor den volgenden cursus
moet worden opgemaakt, maar ook omdat de methode
van onderwijs in de hoogste klasse afhankelijk is van
de wetenschap of er een vijfde leerjaar al dan niet
volgt.
De heer Ramondt verklaart, als rapporteur der
financiëele commissie, dat de zaak schriftelijk behan
deld is en de heer Den Boer daarbij geen ander argu
ment heeft kenbaar gemaakt dan de verhooging van
uitgaven. Hij gelooft dan ook dat er, uithoofde van
niet-bekendheid van de bezwaren van den heer Den
Boer, geen redenen voor uitstel van de behandeling der
zaak zijn.
De Voorzitter vraagt den heer Quist of hij ook
een voorstel van zijn denkbeeld tot uitstel maakt?
De heer Quist antwoordt: «neen, mijnheer de Voor
zitter, want ik begrijp, dat het toch niet aangenomen
zal worden".
De heer Massee geeft te kennen, dat als er soms
gemoedsbezwaren in het spel mochten zijn, hij wel
geneigd zou zijn vóór het uitstel te stemmen, maar
dan moeten die worden medegedeeld. Is 't alleen het
bezwaar van eene meerdere uitgaaf van ƒ200,
dan merkt hij op, dat als er 10 meisjes de 5e klasse
bijwonen, de gemeente er nog voordeel bij heeft.
De Voorzitter brengt nu de zaak zelve in behandeling.
De heer Van Asperen Vervenne verklaart tegen
het voorstel te zullen stemmen, daar hij de vrees niet
kan verbergen, dat de uitgaven voor het onderwijs
door de aanneming van het voorstel aanmerkelijk
zullen verhoogen.
De heer Quist zegt, dat hij, nu de zaak in behan
deling is, eenige bezwaren wil mededeelen en leest
een betoog, geput uit de geschiedenis der school en
de in de gemeente-verslagen jaarlijks gegeven mede-
deelingen, om aantetoonen, dat de uitkomst geenszins
aan de verwachting heeft voldaan, waaruit hij de
gevolgtrekking maaktdat ook deze reorganisatie
weder niet zal opleveren wat er van verwacht wordt.
Bij het plan tot oprichting werd het vooruitzicht ge
opend, dat er 40 scholieren zouden zijn. Zij werd
geopend met 28 leerlingen; aan het einde van i877
waren er 29, in 1879 34, in 1880 27, in 1881 30
en in 1882 25, behalve de leerlingen voor enkele
vakken. Getuigschriften van volbrachten cursus wer
den uitgereikt in 1879, 1880 en 1881 telkens aan
twee leerlingen. Daarom vraagt hij, of de behoefte
aan een vijfjarigen cursus zoo blijkbaar is, dat de
meerdere uitgaven gerechtvaardigd zouden worden.
Hoe burg. en weth. aan de illusie komen, om te mee-
nen dat 5 meisjes van dat laatste leerjaar zullen pro-
üteeren is hem onverklaarbaar. Maar er is nog iets.
Toen wijlen mr. Blaaubeen bij de opening der school
het woord voerde, zeide deze, dat thans zijn einddoel
bereikt wasen Goes in het bezit was van alle in
richtingen van onderwijs, die noodig geacht kunnen
wordenwaarom wil men nu, in strijd met het gevoe
len van een zoodanig deskundige, nog weer uitbreiding
aan de bestaande inrichtingen geven En ook in het
financiëele heeft de uitkomst niet aan de voorspiegelingen
beantwoord. Bij de reorganisatie der Fransche meis
jesschool werd verklaarddat voor het middelbaar
onderwijs slechts eene verhooging van 140 aan uit
gaven zou gevorderd wordende uitgaven zijn thans
reeds gestegen tot 3000. Welk vertrouwen kan men
dan stellen in de verzekering, dat slechts 200 ver
hooging het gevolg der reorganisatie van thans zal zijn?
En bovendien boezemt de school nog vrees in, om de
denkbeelden, die er kunnen verkondigd worden. Hij
verklaart zich daarom tegen elke verhooging van uit
gaven voor eene inrichting die slechts geriefelijk is
voor hen, welke bedeeld wenschen te worden uit de
gemeentekas, ten koste der belastingplichtigen.
De heer Ochtman betuigt zijn leedwezen over het
geen hij gehoord heeft, vooral over het slot der op
schrift gebrachte rede van den heer Quist, die dus
doordacht en overwogen mag genoemd worden. Hij
moet verklaren dat dit betoog geheel ter kwader trouw
is en acht het onvergefelijk, dat dergelijke redenen
zonder straf kunnen geuit worden. Meermalen heeft
spr. den heer Quist verzocht, met hem het kohier van
den hoofdelijken omslag nategaan, teneinde te logen
straffen, dat zij, die gebruik maken van de inrichtingen
van middelbaar onderwijs, dit doen ten koste van andere
belastingplichtigen en spr. is bereid dit nog te doen.
De cijfers door den heer Quist aangevoerd zijn waar
heid en uit de verslagen getrokken, maar de gevolg
trekkingen en de insinuatiën daarop gebouwd, zijn
onjuist. De noodzakelijkheid der voorgestelde reorga
nisatie is gebleken door de ervaring van een zestal
jaren. Aan de zaak van het onderwijs wordt niets
veranderd, er wordt slechts eene regeling voorgesteld,
waardoor men van het onderwijs meer vrucht kan
verwachten. En dan die bewering, dat er stellingen
kunnen verkondigd worden, die vrees inboezemen,
spr. moet dit noemen een bedekte en door niets ge
rechtvaardigde, maar integendeel zeer misplaatste be
schuldiging, die men niet weerleggen kan, omdat zij
in bedekte termen geschiedt. Wat de opmerking van
den heer Van Asperen Vervenne aangaat, die alleen
het financiëele betreft, spr. moet dien heer op
merken, dat dit financiëel bezwaar geenszins opweegt
tegen de belangrijke verbetering der inrichting.
Niemand meer het woord verlangende, wordt het
voorstel van burg. en weth. in omvraag gebracht en
aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren
Steketee, Quist en Van Asperen Vervenne.
V. Thans komt in behandeling de wijziging der
ontwerp-begrooting van ontvangsten en uitgaven der
gemeente over 1883, tengevolge van eenige opmer
kingen van Ged. Staten en wenken van dit college
in hunne missive, begeleidende de goedgekeurde reke
ning over 1881.
Het voorstel van burg. en weth. dienaangaande
wordt gelezen en zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen, waardoor de gewijzigde ont
werp-begrooting opnieuw wordt vastgesteld, in ontvang
en uitgaaf op 99263,27%.
VI. De specificatie der kosten van de gemeente
apotheek over 1882 tot een bedrag van ƒ1463,44
wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
VII. Thans komt in behandeling de verantwoording
der directie van de leenbank harer administratie over
1883 met begeleidende missive, houdende a. aanbod
om het fondskapitaal der bank weder met ƒ1500 te
verminderen en dit bedrag in de gemeentekas te stor
ten; b. mededeeling, dat voorloopig tot b'ewaarster
der panden is aangesteld de weduwe van den over
leden boekhouder, tegen genot van ƒ50 's maands en
vrij woning, en de onderboekhouder is belast met het
beheer, tegen genot eener jaarwedde van ƒ700 en c.
dat de directie zich voorstelt spoedig eene definitieve
regeling aan den Raad intezenden.
De heeren Ochtman en Ramondtleden der direc
tie van de leenbank, verlaten de vergadering.
Een voorstel van burg. en weth. wordt gelezen en
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange
nomen, waardoor:
a. de rekening wordt goedgekeurd, met machtiging
op burg. en weth., om het te kort ad ƒ118,86 uit
den post van onvoorziene uitgaven der begrooting voor
1882 aan te vullen;
b. het aanbod tot storting van ƒ1500 in de ge
meentekas met dankzegging wordt geaccepteerd, zul
lende van burg. en weth. voorstellen worden inge
wacht voor de bestemming dezer som
c. de mededeeling en toezegging hierboven omschre
ven, voor notificatie worden aangenomen.
"VIII. Nog wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aan D. Klemkerk op zijn ver
zoek in erfpacht afgestaan voor 90 jaren tegen zeven
gulden 's jaars, de oppervlakte van 2 aren 80 centi
aren gemeentegrond, gelegen aan de Adolf van Wes
terwij ksbuurt, naast de pasgebouwde woning van A.
Okkee.
De vergadering is daarna op de gewone wijze ge
sloten.
Kantongerecht te Goes.
In de zitting van heden zijn de volgende vonnissen
gewezen, tegen
lo. C. B. te Wemeldinge, beklaagd van iemand
uitteschelden, veroordeeld in eene geldboete van f 1
subs. 1 dag gev.straf c. e.
2o. L. L. W. te Goes en J. Van II. te Lokeren,
de eerste wegens 't openhouden zijner herberg, de
tweede wegens 't daarin fterblijven, beiden na het uur
van sluiting, veroordeeld de eerste in eene boete van
f 3, de tweede in eene boete van f 1beide subs. 1
dag gev.straf c. e.
3o. 0. P. S. en J. J. V., beiden te Goes, beklaagd
van 't gaan over iemands in den oogst staanden grond
zonder daartoe eenig recht te hebben, veroordeeld
ieder in eene boete van f 3 subs. 1 dag gev.straf c. e.
4o. P. S. te Kruiningen, beklaagd van het uitoefe
nen van de visscherij met het vaartuig op de Schelde,
zonder duidelijk nummer op den achtersteven, veroor
deeld in eene boete van f 10 subs. 1 dag gev.straf c. e.
5o. J. W. te Kruiningen, beklaagd van het zich
bevinden met een wildstrik in het veld buiten
openbare wegen of voetpaden, veroordeeld in eene boete
van f' 10 subs. 3 dagen gev.straf c. e.
6o. J. De K. te Wissekerke, beklaagd van 't her
stellen van een wildstrik, veroordeeld in eene boete
van f 30 subs. 7 dagen gev.straf c. e.
7o. C. Van der M. en E. C., beiden te Cats, be
klaagd van't maken van nachtelijk burengerucht, ver
oordeeld ieder in eene boete van f 5,50 subs. 1 dag
gev.straf c. e.
8o. M. B. en E. V., beiden te Camperland, be
klaagd van als voren, veroordeeld in gelijke boeten
en gelijke subs, gev.straf c. e.
9o. J. B. te Kwadendamme, beklaagd als voren,
veroordeeld in gelijke boete en gelijke subs, gev.straf c. e.
lOo. R. T., A. T., N. S., A. S., C. S., P. DeB.
en P. D., allen te 's-Heer Arendskerke, beklaagd de
eerste van 't openhouden zijner herberg, de overigen
van 't daarin verblijven na het uur voor de sluiting
bepaald, veroordeeld de eerste in eene boete van f 5,50,
de overigen ieder in eene boete van f 1 subs. 1 dag
gev.straf c. e.
110. P. V. te 's-Heer Arendskerke, J. L., J. M.
en J. C., allen te Wilhelminadorp, J. M., J. B.,
M. De B., A. Van H., P. B„ J. L., S. L., J. S.,
E. B., D. L., R. W., P. W., J. Van B., P. R.,
S. Den H. en A. S. C. Den H., allen te Goes, be
klaagd als voren, de eerste ontslagen van alle rechts
vervolging, de overigen ieder veroordeeld in eene boete
van f 5 subs. 2 dagen gev.straf c. e.
12o. G. Van N. te 's-Heer Arendskerke, beklaagd
van het daaruit weghalen van in de vereischte afzon
dering gebracht rundvee, veroordeeld in eene boete
van f 20 subs. 2 dagen gev.straf c. e.
S. M. S. te Sluis is Donderdag door het gerechts
hof te 's-Gravenhage ter zake van kindermoord tot 5 jaar
tuchthuisstraf veroordeeld.
In de Duitsche kamer van afgevaardigden is be
raadslaagd over het voorstel, waarbij een crediet van
46 millioen wordt aangevraagd voor het maken van
een kanaal om van uit Dortmund den Rijn met de
Beneden-Ems en de zeehaven Emden te verbinden.
Na uitvoerige bespreking werd dit voorstel naar een
commissie van 28 leden verzonden. In de parlemen
taire kringen vindt het algemeene ondersteuning.
Het bericht van de Kreuz-Zeitungwaarvan wij
in ons vorig nommer melding maakten, dat de gene
raal "Von Kameke zijn ontslag als Minister van Oor
log zou nemen, wordt in de Allgem. Nordd. Zeit.
tegengesproken. Zij verwondert zich dat het conser
vatieve blad een dergelijk bericht in de wereld ge
bracht heeft. Men wil weten, dat de bedoeling van
de uitstrooiing van dit bericht geene andere is dan op
het parlement eenige pressie uitteoefenen in zake
het wetsontwerp op de pensioenen voor ontslagen mi
litairen.
Woensdag heeft de derde lezing der begrootings-
wetten in het Duitsche parlement plaats gehad. De
heer Eugen Richter heeft den in Duitschland over
wegenden geest van het militairisme bestreden. Hij
deed een scherpen aanval op het krijgswezen in het
algemeen, en op den Minister van Oorlog in het bijzonder
Zijn redevoering was vol bijtenden spot en sarcasme.
De rechterzijde heeft deze rede niet zonder protest
laten voorbijgaan. Het centrum, onder leiding van
den heer Windhorst, bewaarde het stilzwijgen.
De door den Franschen Senaat aangenomen preten
denten-wet vindt algemeene afkeuring in den lande.
Niet alleen de radicale bladen, zooals de door Henri
Rochefort geredigeerde alntransigeant", maar ook de
meer gematigde republikeinsche organen keuren het
ontwerp af. Er bestaat reden voor. Deze wet heeft
een tweeslachtig karakter. Zooals wij reeds mededeelden
zal of het Hof van Assises öf wel de Senaat over de
verbanning van een onruststokenden pretendent beslis
sen. Het gevaar dreigt, dat waar dit laatste lichaam
te beslissen heeft, de politieke zienswijze, die bij het
zelve domineert, richtsnoer zal zijn. Niet alleen in
het land, ook in de kamer bij het onderzoek der
commissie heeft genoemde wet de vuurproef niet kun
nen doorstaan, zoo min als in de bijeenkomsten, die
verschillende parlementaire groepen Woensdag hebben
gehouden.
Gisteren is in de Kamer het rapport over de pre
tendenten-wet voorgelezen. De conclusie strekt tot
aanneming van het voorstel-Floquet. De heeren Madier'
de Montjau en Marcou verdedigden de conclusie.
Door andere leden en door den Minister Devès werd
aanneming van Barbey's ontwerp aangeraden. Dit
laatste is in zijn geheel aangenomen, nadat Bisschop
Freppel, door uit naam van den Elzas en Lotharingen
tegen de uitzetting van de afstammelingen van Lo-
dewijk XIX te protesteeren, de algemeene hilariteit
opgewekt had.
Als chef van het nieuwe kabinet wordt de heer De
Freycinet genoemd. Woensdagavond hield deze staats
man een conferentie met den President. Ravas meldt
echter, dat toen' geen voorstel omtrent het vormen van
een kabinet door den heer De Grévy is gedaan en dat
deze eerst de voorzitters der beide Kamers wenscht te
consulteeren.
De Rappel meent, dat de Ministers zullen blijven
totdat de pretendenten-wet is afgedaan. Gedurende
dien tijd zou de heer De Grévy naar nieuwe ministers
omzien. Men verzekert, dat de President zijn leedwe
zen te kennen gegeven heeft over de weigering van
Jules Ferry om zich met de vorming van een minis
terie te belasten.
In de handelswereld wenscht men zeer De Freycinet
aan het roer te zien komen, omdat men in hem den
man ziet, die de bekwaamheid en de energie bezit, om
de in het belang Van handel en nijverheid gewenschte
maatregelen totstandtebrengen.
Eene commissie van gedelegeerden uit den Parijschen
groothandel heeft gisteren het Elysée bezocht, om het
hoofd van den staat een verzoekschrift te overhandigen
waarin zij zich over de instabiliteit der ministeriën
beklaagt, die op den economischen toestand van in
vloed is. De welvaart van het land moet onder die
eeuwige crisissen lijden betoogen zij in hun adres.
De voorzitter der Republiek ontving de commissie met
de meeste voorkomendheid en verzekerde, dat hij alles
zou doen wat hij vermag, om nieuwe crisissen te
voorkomen. De wil van den president is goed doch
langs welken weg kan Frankrijks ministerie meer
stabiliteit verzekerd worden? Een ministerie-Freyci-
net zoowel als een kabinet-Ferry schijnt, in de gegeven
omstandigheden, zijn leven slechts bij maanden te
kunnen tellen.
De meerderheid der Spaansche kamer van afgevaar
digden heeft besloten het voorstel van de republikein
sche linkerzijde tot wederinvoering van het burgerlijk
huwelijk niet in overweging te nemen. Het werd
bestreden door den Minister van Justitie. Het was
Alfonzo XII, die het burgerlijk huwelijk heeft afgeschaft.
In de gisteren bij de opening van het Engelsche
parlement uitgesproken troonrede wordt in de eerste
plaats gewezen op de vriendschappelijke betrekking
met de buitenlandsche mogendheden. De rust in Egypte
is hersteld en de Engelsche troepen worden zoo spoe
dig als met een behoedzame overweging der omstan
digheden is overeen te brengen uit het land terug
geroepen. Het herstel der Egyptische Regeering, de
reorganisatie der zaken onder 't gezag van den Khe
dive, is, zegt de troonrede, gedeeltelijk totstand-
gebracht, en zal de aandacht verder bezighouden.
Afdoende maatregelen zullen worden genomen om de
orde te handhaven en een vertegenwoordiging te ver
krijgen, die aan de billijkheid, de behoeften en wenschen
der bevolking, de eerbiediging der internationale
verbintenissen beantwoordt.
Een der belangrijkste punten, waarvan de troonrede
gewaagt, is de toezegging van een wet waarbij ver
goeding wordt vastgesteld ten behoeve der Engelsche
en Schotsche pachters voor verbeteringen, door hen
op de landerijen aangebracht. Lord Hartington heeft
verklaard, dat weldra een voorstel betrekkelijk den
parlementairen eed door de Regeering zal worden in
gediend. Te éen uur heeft gisteren de Bradlaugh-
meeting in Travalgar-square plaats gehad. Er heersclite
veel opgewondenheid. Bradlaugli verklaarde zelf zijn
zetel in het parlement te zullen eischen. Hij begaf
zich daarop naar het Lagerhuis.
Ijzingwekkend zijn de berichten, die de telegraaf
ons omtrent de overstroomingen in Amerika brengt.
De Ohio is steeds wassende. In Indiania is de toe
stand verschrikkelijk. New-Albany en Jeffersonville zijn
geïnundeerd duizenden zijn zonder dak en velen ver
dronken.
Toen Dinsdagochtend de trein van Utrecht te
Eindhoven aankwam, bemerkte men dat in een waggon
met paarden, bestemd voor Frankrijk, een der schoonste
paarden den nek gebroken had. Het dier had bij leven
eene waarde van ƒ450 en werd nu inde haast voor
ƒ10 van de hand gedaan.
Te Hommerts is een man gestorven, die 2 jaren
op den zolder had doorgebracht en enkel bij nacht dien
eens verliet. Door list had men hem daarvan weten
te lokken. Hij werd toen flink gereinigd, doch stierf
kort daarna, oud 50 jaren. Zijn baard was 4 dM. lang.
Volgens de »Mepp. Ct." werd bij de jongste
verkiezing voor leden van het kiescollege bij de Ned.
Herv. gemeente te Kolderveen een levendige handel
gedreven in stemmen, waarbij orthodoxe stemmen
ƒ0.35, liberale stemmen tot ƒ0.75 per stuk golden.
Het stoomschip «Drenthe," van Rotterdam naar
Java, vertrok Zaterdagmiddag om langs den nieuwen
waterweg naar zee te gaan.
Voorbij Maassluis keerde de «Drenthe" terug naar
Ilellevoetsluis, 's avonds kwam de boot te Nieuwesluis,
maar stoomde dien dag niet verder.
Dinsdagmorgen kwam zij te Ilellevoetsluis, schutte,
en stoomde naar buiten't water was misschien nog
niet gewassen, toen zij reeds terug kwam om te trachten
langs Zieriksee het ruime sop te kiezen. Het schip is
Woensdagochtend in zee gekomen.
Van Rotterdam naar zee heeft de «Drenthe" dus vijf
loodsen gehad het schip had 55 dM. diepgang.
(Handelsblad.)
De overblijfselen van de «Cimbria" en het schip
de «Sultan" zijn deze week door de autoriteiten
bezichtigd. Volgens de verklaringen van deskundigen
kwamen de schepen in botsing toen beiden reeds
wendden, het een ter rechter- het ander ter linker
zijde. De vaart, die beide schepen hadden, wordt op
8 a 10 knoopen geschat.
Trichinen in uienProf. Botkin van Peters
burg werd bij een gezin ontboden, waarvan de 3
leden, man, vrouw en zoon, tegelijk typheuse koorts
hadden gekregen. In hun braaksel vond Botkin een
soort van trichine en het bleek hem, dat de zieken
spijzen, met uien toebereid, gegeten hadden en dat
miscroscopische diertjes oorspronkelijk in de uien
voorhanden waren geweest. De zieken zijn thans her
steld. Botkin heeft aan de door hem ontdekte trichinen
den naam van «contorta" gegevenalle dieren, welke
hij zulk een trichine toediende, werden hevig ziek.
Te Genéve zijn drie personen naar het krank
zinnigenhuis gebracht. Volgens geneeskundige rap
porten is hunne krankzinnigheid een gevolg van hunne
deelneming aan de exercitiën van het reddingsleger.
Mej. Booth is naar Bern gegaan om door tus-
schenkomst van den Engelschen gezant tegen haar
verbanning uit Genéve te protesteeren. Het schijnt,
dat zij, evenals mej. Charlesworth, werd verbannen
alleen omdat zij een bidstond in een particulier huis
hadden bijgewoond.