1883. N°. 16.
Dinsdag 6 Februari.
Nationale Militie.
Grondwetsherziening.
Ai\Mv<; VAN scHoEiiiEiTEftf.
Vrijwilligers bij de Land- of Zeemacht
PvlededeeSingen op verschillend gebied.
GOES, 5 FEBRUARI 1883.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs dei' gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—8 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Reeds sedert eenige jaren doet zich de behoefte aan
grondwetsherziening dringend bij de natie gevoelen.
Niet het minst bij de liberale partij.
Kan dit verwondering baren, waar onze constitutie
een remschoen blijkt te worden tegen den vooruitgang
een onoverkomelijke slagboom tusschen de bestaande
toestanden en die, welke men wenscht?
De gebreken die het kiesrecht en zijn uitoefening
aankleven, kunnen het is in confesso niet zonder
grondwetsherziening uit den weg geruimd worden.
Het defensiewezen isvolgens het oordeel van tal
van in militaire zaken doorknede mannen, niet voor
deugdelijke regeling vatbaar, indien het 8e hoofdstuk
van de Grondwet ongewijzigd blijft.
Zonder eene dergelijke herziening schijnt eene bil
lijke regeling der financièele verhouding tusschen kerk
en staat niet verkrijgbaar.
In eene Zaterdagavond te Arnhem gehouden ver
gadering werd o. a. duor het lid der Tweede Kamer
voor Arnhem, de heer A. Kool, gewezen op het vraag
stuk van de troonopvolgingdie, na de slagen welke
ons vorstenhuis troffen, dringend nadere grondwettelijke
regeling behoeft. Immers er dreigt tweeërlei gevaar:
«partijschap door pretendenten naar de kroon of eene
«inmenging van den kant des buitenlands die min-
«stens onze onafhankelijkheid zou kunnen schaden!"
Organisatie der administratieve rechtspraak, blijkens
de ervaring zoo dringend noodig, is mede een belang
rijk onderwerp, dat op grondwetsherziening wacht.
Vele belangrijke onderwerpen kunnen alzoo zonder
wijziging van de fundamenteele wet niet naar den
eisch geregeld wordengewichtige volksbelangen lijden
daarbij nadeel, dringende behoeften der natie vinden
geen bevrediging.
Welke oorzaken zijn aanleiding, dat niet een krach
tiger streven tot grondwetsherziening, vooral bij de
liberale partij, zich geopenbaard heeft?
Een der hoofdoorzaken is, dat vele liberalen meenen
ontrouw te zullen worden aan hun plicht, zoo zij het
onveranderde behoud van art. 194 der Grondwet niet
blijven beschouwen als een der voornaamste bestand-
deelen van hun staatkundig programma.
Liever geen grondwetsherziening, dan eene waarbij
dit artikel de minste verandering ondergaat, is de
wensch van vele onzer geestverwanten.
Deze opinie kunnen wij niet geheel deelen. Het
onderwijs is een gewichtig volksbelang, maar uit vrees
voor eenige wijziging daarin, mogen niet andere drin
gende volksbelangen achtergesteld worden.
Zelfs mr. Kerdijk, een der meest verklaarde voor
standers van ons openbaar onderwijs, laat zich in dezen
geest uit.
Men zal ook de Goesche Courant niet verdenken
van niet met de meeste liefde voor het openbaar on
derwijs bezield te zijn.
Steeds heeft zij voor dit gewichtig volksbelang ge
streden, en zij zal dit blijven doen met al de kracht,
die in haar is. Blijven doen; immers jaren zullen
er nog voorbijgaan, eer men de openbare school kan
missenwellicht heeft zelfs de heer Van Zuylen
van Nyevelt gelijk als hij beweertdat het stelsel
dat de bijzondere school regel en de staatsschool
aanvulling zou behooren te zijn, in Nederland nimmer
zal gehuldigd worden. Vele jaren zullen er moeten
verloopen vóór de staat het onderwijs aan parti
culiere krachten kan overlaten, gesteld dat die tijd
eens aanbreekt.
Wij keuren het dan ook in den Minister Hordijk
af, dat, waar zijne plannen in zake het onderwijs
gevraagd werden en hij zich mitsdien tot de naaste
toekomst te bepalen had, hij zich ging verdiepen in
idealen, welker vervulling in een verwijderde toekomst
wellicht bereikbaar is.
Zonder dat wij in den Minister, omdat hij een
ideaal-toestand schetste, een bedekten tegenstander
van het openbaar onderwijs kunnen zien, hadden
wij liever gewenscht, dat hij zich tot de praktijk van
het oogenblik had bepaald en de gedragslijn, welke
hij denkt te volgen, had uiteengezet.
Zooals wij hierboven zeidenook wij w.llendat
het openbaar onderwijs een onderwerp van Rijkszorg
blijve.
Een geheel onveranderd behoud van art. 194 schijnt
ons daartoe niet per se noodig te zijn. Komt het
artikel in behandeling, dan vertrouwen wij en de
bewijzen zijn er reeds voor dat de liberalen voor
het beginsel van het openbaar onderwijs pal zullen
staan. Maar indien het artikel zoo geredigeerd kon
worden dat, met handhaving van het beginsel, de
strijd over het onderwijs uit den weg kon worden
geruimd, dan gelooven wij dat een wijziging haar nut
hebben kon, zonder dat de zaak van het onderwijs
daardoor op losse schroeven wordt gesteld.
Den grond, dien wij voor dit gevoelen hebben, ont-
leenen wij aan het wezen, aan het karakter van de
Grondwet zelve.
Eene Grondwet moet zich bepalen tot het stellen
van algemeene regelen omtrent den regeeringsvorm
moet de organisatie van den staat aangeven. Zij schrijft
voor, welke onderwerpen de wet moet regelen, niet
hoe de regeling behoort te geschieden. Dit laatste
doende, treedt zij in de plaats van de wetgevende macht.
»De Grondwet", zegt de heer G. G. R. Hoetink,
«moet nooit komen op het terrein van de politiek
Terecht. Het haar aangewezen gebied is dat van
het staatsrecht.
Moeielijk kan men meenen, dat de Grondwetgever
van 1848 een voor alle volgende tijden dienstige wet
heeft geleverd. Bovendien, wat wordt er eigenlijk van
ons kiesrecht, wanneer wij niet door den invloed, dien
wij daardoor op de samenstelling der Kamer uitoefe
nen, eene wetgeving zouden kunnen bekomen, zooals
de meerderheid die verlangt? De eerlijkheid gebiedt
het recht der meerderheid te erkennen, evenzeer wan
neer deze vóór als tegen ons is. De uitoefening nu
van dit recht is onmogelijk, wanneer eene eventueele
meerderheid zoodanig door eene Grondwet gebonden
is, dat zij hare beginselen niet in praktijk zou kunnen
brengen. Zoo men vreest voor groote afwisseling in
dezen ten nadeele van het land, dan meenen wij daar
tegenover te kunnen stellen, dat wat werkelijk goed
is, door de natie, door middel van hare keuzen voor
de volksvertegenwoordiging, zal behouden worden. Maar
meer bezwaar zou het zeker toch wel hebben, om tel
kens eene Grondwet naar den zin eener meerderheid
te wijzigen.
Daarom sta bij de samenstelling der Grondwet zoo
veel mogelijk onpartijdigheid op den voorgrond.
Het is gebleken uit de vele bezwaren, in de laatste
20 jaren tegen de Grondwet ontstaan, dat hare samen
stellers in 1848 zich nog te veel op het gebied dei-
gewone wetgevende macht hebben geplaatst en dat
men voor menige door de natie gewenschte verande
ring door de Grondwet gebonden is.
Neemt de Grondwetgever den gewonen wetgever de
taak teveel uit handen, treedt hij in regeling en inrich
ting eener materie, dan zal de meerderheid, die in
een grondwetsartikel belemmering in de toepassing
harer beginselen vindt, door eene kunstmatige interpre
tatie, in strijd met de bedoeling van den Grondwetge
ver, dit doel trachten te bereiken, of wel zij zet de
Grondwet of althans de belemmerende bepaling op zijde.
Het eerste, averechtsche uitleg van de Grondwet, is
erger dan het tweede. Doch ook het maken van een
wassen neus van de stabliteit der Grondwet moet
voorkomen worden.
De Grondwet zij en blijve bolwerk der volksvrijheid,
een band der nationale eenheid.
Dit zal zij zijn, indien onder hare hoede de verschil
lende partijen, wier beeld de vertegenwoordiging moet
afspiegelen, hunne beginselen kunnen verwezenlijken
en de op het oogenblik der grondwetsherziening onder
liggende niet vóór den strijd buiten het gevecht gesteld
worde.
In tegenovergesteld geval wordt zij een middel van
dwang, of wel zij wordt gelijk een blad papier, door
den politieken wind her- en derwaarts gedreven. Een
band van nationale eenheid, een nationale kracht kan
zij dan nimmer zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat van Maandag
5 tot en met Donderdag 15 Februari a.s. ter secretarie
gelegenheid zal gegeven worden tot het inschrijven
van leerlingen voor al de scholen van het openbaar
lager onderwijs en de bewaarschool voor on- en min
vermogenden.
Goes, den 3 Februari 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
H A R T M A N.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van GOES,
gezien art. 6 van Zijner MajeBteits besluit van den
17 December 1861 (Staatsblad no 127);
gelet op art. li en volgende van de wet van 19
Augustus 1861 (Staatsblad no 72);
roepen bij dezen op, die genegen zijn als
voor deze gemeente op te treden, om zich daartoe in
den loop dezer maand op eiken werkdag tusschen des
voormiddags 9 en des namiddags 2 nren ter gemeente
secretarie aan te geven, wordende door het gemeente
bestuur 25 als premie voor ieder man uitgeloofd,
welke premie dadelijk, na de goedkeuring door den
militieraad, kan'woiden ontvangen.
Wordende de belanghebbenden voorts opmerkzaam
gemaakt dat zij, die zich als vrijwilliger aanmelden,
behooren te zijn ongehuwd of weduwnaar zonder kin
deren, ingezetene, lichamel ik voor den dienst geschikt,
ten minste 1.56 meter lang, tusschen 19 en 35 jaren
oud, terwijl alleenlijk vroeger gediend hebbenden tot
het volbrengen van hun 40ste jaar kunnen worden toe
gelaten. Zij moeten voorts tot op het tijdstip der op-
treding ami de militie voldaan hebben en een goed
zedelijk gedrag bobben geleid, terwijl de ingeschreve
nen voor de militie alleen worden i'oegelaten voor die
gemeente, in welke zij ingeschreven zijn, tenware zij
geene verplichtingen ten aanzien der militie meer te
vervullen hebben.
De door de vrijwilligers over te leggen stukken zijn
lo. een getuigschrift van den burgemeester der woon
plaats, tot afgifte waarvan ter sectretarie alhier
znl worden gevaceerd op Woensdag den 14 dezer,
des namiddags te éen uur;
2o. het bewijs van aan de verplichtingen ten aanzien
der militie voldaan te hebben;
3o. voor gediend hebbende personen het bewijs van
ont-d-'g en het getuigschrift van goed gedrag,
afgegeven do,»r den bevelhebber van het korps,
bij 'twelk zij laatst gediend hebben, en
4o. voor min ierjarigen een bewijs van toestemming
van hun vader of voogd.
Goes, den 3 Februari 1883.
i urgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HART MA N.
Overeenkomstig de toezegging door de Regeering
gedaan bij de behandeling van hoofdstuk V der Staats-
begrooting (na aanneming van het amendement-Bic/ww
c. s.,) is door de Regeering thans een wetsontwerp in
gediend, 0111 den termijn van 5 jaren, in art. 126 dei-
wet van het 11. O. gesteld voor het vervallen van alle
leerstoelen aan de Rijks-Universiteitente verlengen
tot 10 jaar.
De commissie uit de Tweede Kamerin wiel
banden de stukken betreffende de overeenkomst met
de Billiton-maatscliappij gesteld zijnheeft volledig
heidshalve in extenso bij haar rapport van 6 Dec.
overgelegd de verschillende adviezen der directeuren
en van den Raad van Indië, w aarop door den Minister
in diens nota een beroep werd gedaan.
De N. R. Ct. noemt dit eene goede gedachte van
de commissie.
«Zii heeft willen voorkomen zegt het blad
«dat bij de openbare beraadslaging de zaak over en
weer met een beroep op onvolledige aanhalingen zou
worden verdedigd. Des te meer bevreemdt het ons,
dat zij half werk heeft verricht, en geen adviezen van
een vroeger tijdstip dan 5 Dec. 187C heeft overgelegd.
Onpai-tijdigheidshalve had met name het advies van
den Raad van Indië van 16 Sept. '1875, waarop de
Minister zich in zijne nota beroept, niet mogen ont
breken zoomin als de missives der directeuren van
Eeredienst, Onderwijs en Nijverheid en van Justitie
van 13 Juli en 17 Augustus 1875, waarin liet ver
zoek der Billiton-maatschappij om verlenging werd
ondersteund."
Het door de Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen geëxploiteerde net is thans verdeeld
in zes districten. Tot liet vijfde district behooren de
sectiën EindhovenRotterdam BredaVlissingen
RoosendaalZwaluwe, ZwaluweMoerdijk en Utrecht-
Boxtel.
Bij de Maatschappij is benoemd tot sectie-ingenieur,
standplaats Middelburg, de heer H. E. Beunke, thans
adj.-ingenieur.
Jl. Zaterdagavond werd te Arnhem door het
bestuur van de Kiesvereeniging Arnhem een vergade
ring gehouden met het doel om te spreken over grond
wetswijziging. Verschillende sprekers voerden het woord
voor een talrijk opgekomen publiek.
Te slotsom der besprekingen was de volgende:
Met algemeene stemmen werd de noodzakelijkheid
van grondwetsherziening uitgesproken voor de regeling
van de troonsopvolging en wat de samenstelling van
de Volksvertegenwoordiging betreft.
Over de vraag, of grondwetsherziening noodzakelijk
is voor de organisatie der landsverdediging, staakten
ongeveer de stemmen, waarna evenwel de wenschelijk-
heid der herziening op dat punt met algemeene stem
men werd ui'gesproken.
Met algemeene stemmen werd beslist, dat grondwets
herziening niet wenschelijk is voor de regeling van
het volksonderwijs, willende men alzoo artikel 194
ongerept behouden.
Met bijna algemeene stemmen sprak voorts de ver
gadering als haar oordeel uit, dat het oogenblik voor
grondwetsherziening gunstig is.
De vraag of een zelfstandig voorstel tot grondwets
herziening moet vooiafgaan, werd ontkennend beant
woord.
Naar aanleiding van het verzoek der beide
Nederlandsche vrouwenverenigingen «Tesselschade" en
«Arbeid adelt", aan den Minister van Binnenl. Zaken
gedaan, om een inrichting in het leven te roepen tot
opleiding van vrouwen en meisjes, die zich op kunst
naaldwerk willen toe leggen, op welk verzoek genoemde
Minister in beginsel gunstig heeft geadviseerd, op voor
waarde dat de vereenigingen het eerste jaar de kosten
dezer inrichting zouden dragen, vernemen wij nader,
dat de hoofdbesturen van «Tesselschade" en «Arbeid
adelt" thans een beroep doen op den weldadigheidszin
hunner landgenooten, teneinde uit vrijwillige giften,
groote of kleine, de benoodigde ƒ4000 bijeen te bren
gen, daar hare eigen fondsen niet toestaan zelf die
kosten te dragen. Wij bevelen deze goede zaak gaarne
aan onze lezers en inzonderheid aan onze lezeressen
aan en verzoeken liuu, hetgeen zij voor dit doel willen
afzonderen, te doen toekomen aan de correspondente
van «Tesselschade" te Kapelle.
Het Ned. Gymnastiek-verbond zal zijn interna
tionaal turnfeest te Amsterdam houden op 4—8 Au
gustus a. s.; op het terrein, groot 5000 vierk. meter, zal
men 125 gymnastiek-toestellen plaatsen. Kransen van
eikenloof zullen, op zijn Olympisch, de hedendaagsche
medailles, getuigschriften enz. vervangener zijn dus
in die wedstrijden waarlijk lauweren te meer te ver
dienen.
In den loop van September a. s. zal te 's-Hage
worden gehouden het congres van het Internationaal
Verbond tot bestrijding der prostitutie. Het regelings
comité is thans samengesteld als volgtA. baron
Sehimmeipenninck van der Oye van Nijenbeek, pre
sident; mr. O. W. Star Numan, vice-president; mr. H.
graaf Van Hogendorp, secretarismr. C. M. A. Hart
man, jhr. mr. G. J. Th Beelaerts van Blockland, ds.
C. J. G. Van Hoogstraten, F. Domela Nieuwenhuis,
J R. Steinmetz, J. C. Van Schermbeek, L. W. C.
Keuchenius, dr. H.-J. Vinkhuyzen, F. N. De Charro
en W. A. Beschoor. De kosten zijn op 3000 a 5000
geraamd. De Nederl. Vereeniging heeft daarvoor f 500
toegestaan.
Door Gedeputeerde Staten van N-Brabant is mede
e ai adres van hulde en dank gericht aan den Minister
van Waterstaat voor zijne talentvolle en volhardende
bemoeiingen, in zake liet totstandkomen der wet tot
heropening van de Oude Maas.
Benoemd bij de Rijkstelegraaftot onderdirecteur
J. Leverland, thans telegrafist le kl.tot telegrafist
le kl. W. K. Kuiler, en R. J. A. Rust, thans tele
grafisten 2e kl.
De volksvoorlezing door den heer H. G. Hartman,
gisteravond alhier in het Café-Hartman gehouden, was
schaars bezocht. i>Twee middelen van openbaarheid,
tevens twee middelen om wat te leerenwas de stof
zijner voordracht.
Als zoodanig noemde spreker «de advertentiën in de
dagbladen en de kennisgevingen op aanplakborden, die,
bij eenig nadenken, soms meer stof tot leering geven,
dan men oppervlakkig denkt, tot staving waarvan
spreker eenige voorbeelden aanhaalde.
Aan een advertentie betreffende den verl oop van
panden eener leenbank knoopte spr. een beschouwing
over deze instellingen vast, terwijl hij, naar aanleiding
van een advertentie omtrent de staatsloterij, deze
bevordering van het spel van staatswege bestreed.
Tenslotte las de heer Hartman de fabel van lleijntje
de Vos voor.
IIansweert. De nieuwe dienst HulstVlake is
thans op alleszins voldoende wijze geregeld.
Tusschen Hulst en Walsoorden en tusschen Hans-
weert en Vlake wordt hij verricht met goed ingerichte,
aan alle eischen van het publiek beantwoordende om
nibussen.
Door lieeren concessionarissen zal te IIansweert een
ponton gebouwd worden, teneinde liet aanleggen van
de booten, die de vaart tusschen die plaats en Wal
soorden verrichten, bij het groot verschil van water
stand te vergemakkelijken.
Tevens zal door het rijk een straatweg van deze
ponton tot aan den kant worden aangelegd, zoodat
de omnibus de boot kan bereiken, zonder dat hij door
het zand behoeft te rijden.
Nisse. In de Zaterdag gehouden raadsvergadering
is, ter vervanging van wijlen dhr. G. H. Kakebeeke,
tot gemeente-ontvanger en tot Sec.-penningmeester van
het Burgerlijk Armbestuur benoemd de wethouder J.
Nieuwenhuijse, waardoor natuurlijk eene vacature in
den gemeenteraad ontstaat.
's-IIeer Abtskerke. Door de ijverige bemoeiingen
van de rijksveldwachters Pover en Van der Meere
is het gelukt de daders op te sporen van den diefstal
der twee tamme lokganzen, gepleegd in den nacht
van 27 op 28 Januari onder Si.ioutskerke. De ganzen
waren reeds gedood, en verkocht aan een poelier te
Goes. De daders, de gebroeders De W. te Goes, hebben
den diefstal bekend. Bovendien werd ten hunnen
huize gevonden een nieuwe blauw geverfde polsstok,
welken zij ook in denzelfden nacht van den ganzen-
vanger hadden ontvreemd.
Yerseke. Gedurende de maand Januari 11. heeft
alhier geen enkel geval van overlijden plaatsgehad.
De bevolking bedroeg op 31 Doe. jl. 2305 zielen.