1883. N°. 10. Dinsdag 23 Januari. D. HILDEIWSSSID. DE BROEDERS. Nationale Militie. Wij herinneren onzen kiesbevoegden lezers in Goes aan de herstemming, die morgen, Dinsdag 23 Januari, alhier moet plaatshebben. Eene nadere aanbeveling van onzen candidaat achten wij overbodig. Alleen sporen wij nogmaals aan tot getrouwe opkomst van allen, die overtuigd zijn, dat de heer Hildernisse verre de voor keur verdient boven den heer De Wilde. Het kan op eene enkele stem aankomenDat men dan alle persoon lijke consideratiën ter zijde stelle, en in het belang der gemeente zijne stem uitbrenge op den heer BEWAARSCHOLEN. 18) MENGELWERK. Huidenzoulerij en verzameling van lompen. Mededeelingen op verschillend gebied. GOES, 22 JANUARI 1883. -<f£*C2s<nP<2-C**-- GOESC De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met hijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Vele dier inrichtingen staan nog zeer laag. Mevr. Eli8e v. Calcar. Nog steeds staat op de agenda onzer Wetgevende macht de regeling van het voorbereidend lager onder wijs, of, als men wil, die der bewaarscholen. Reeds in 1857 bij de behandeling der onderwijswet deed zich het verlangen naar wettelijke regeling der zaak hooren. De Regeering meende, dat die niet be hoorde te geschieden bij eene wet, regelende het lager onderwijsmaar dat eene afzonderlijke wet vereischt werd. Deze zienswijze leidde haar ertoe, om de in het wetsvoorstel-Van Reenen voorkomende bepalingen, be treffende de bevoegdheid tot het geven van onderwijs aan kinderen beneden de zes jaren uit het ontwerp te lichten. Het standpunt, waarop de Regeering zich stelde, schijnt ons juist toe. Afzonderlijke regeling is noodig, omdat het karakter der lagere school en dat van de bewaarschool, «hetwelk nog altijd zeer dobbert tusschen dat van een berg- en bewaarplaats te zijn en het gevaar van eene leerschool te worden hemelsbreed van elkander verschilt. Tal van Ministers zijn sedert het tot standko- men der wet van 1857 opgetreden en «onder dankbe tuiging voor de vele en gewichtige den lande bewezen diensten" heengegaan. De in genoemd jaar in het leven geroepen onderwijs-wet heeft alrée voor eene andere moeten plaatsmaken, doch eene wet op het bewaarschool-onderwijs is tot den huidigen dag uit gebleven. Wel bood de heer Fock in 1870 der volksvertegen- De dubbele roeping der vrouwdoor mevr. Elise Van Calcar. Naar het Hoogduitsch van Adolf Wilbrandt, door A. Bij het hooren van dien val vloog Annette terug. In haar oogen las men hare ontzetting over 't geen zij gedaan had. Zij staarde Karei aan, en beiden stonden luisterend tegenover elkaar. Eindelijk, daar het buiten stil bleef, ging Karei naar de deur, en vroeg: »wie is daar?" Er kwam geen antwoord. Hij opende de deur, maar er was niets te zien. Hij kwam terug; Annette, doodsbleek, zag hem vragend aan. «Niets", antwoordde hij en schudde het hoofd. »Ik dacht daar buiten iets te hooren. O, Annette, hoever is het nu met ons gekomen? Moest deze dag, waarop ik mijne rust hoopte weer te vinden, zoo ein digen! Maar stel u gerust; alles is nu voorbij alles is beslist. Gij zult mij niet terugzien, ik zal weer de wereld ingaaneen voorwendsel is licht te vinden. Zeg hem niets, Annette, laat hem wat hij nog heeft. Wat helpt het, de handen te wringen, herstel u en vergeef mij!" Hij staarde haar vol vertwijfeling aan; hij wilde voor haar neerknielen, maar een gevoel van schaamte hield hem terug. Voor de deur, die tot de andere vertrekken toegang verleende, meende hij voetstappen te hooren; zwijgend smeekte hij Annette, wier trekken nog hare aandoening verrieden, tot zichzelf te komen. Hij trad aan het venster terug en zag in het duister van den inmiddels ingetreden nacht. Na eenige oogen- blikken opende Willem de binnendeurachter hem in de groote zaal was het helder. Hij droeg iri iedere woordiging een ontwerp aan, doch dit werd door den loop der staatkundige gebeurtenissen op zijn weg naar het Staatsblad gestuit en het bewaarschool-onderwijs bleef ongeregeld. Toch geldt het hier een volksbelang van het hoogste gewicht. Groot is de invloed, dien het eerste onderwijs uitoefent op de vorming van 't jonge kind, dat, voor het eigenlijke leeren nog niet rijp, in de periode verkeert, dat ziin leeren nog spelen, zij het dan ook een leerzaam spelen, is. In die levensjaren worden de grondslagen voor de verdere ontwikkeling gelegd en de gesteldheid van deze kan voor het volgende leven beslissend zijn. «Maar, zeggen sommigen, het is bij uitnemendheid de taak der moeder om het kind in zijne vroegste jeugd te leiden neemt de bewaarschool die taak over, dan wordt de band tusschen moeder en kind losser." Houdt men, dus sprekende, rekening met de wer kelijkheid Koevele moeders uit de volksklasse ontbreekt het zeiven aan voldoende ontwikkeling, om de zorg eener behoorlijke leiding van haar kinderen op zich te nemen Onderwijzers aan armenscholen zullen kunnen getuigen, dat de ontwikkeling, die uit moeders huis medegebracht wordt, dikwijls zeer gering is, wellicht te gering, om van het lager onderwijs genoegzaam te profiteeren. Maar bovendien, onze maatschappelijke toestand dwingt de vrouw uit de volksklasse tot arbeid meestal buitenshuis maakt het haar onmogelijk zich aan haar kroost te wijden. Dit moge er onder lijden, de behoeften van het huishouden vorderen, dat de vrouw, zal het gezin voor hongerlijden bespaard blijven, iets inbrengt. Men moge dezen toestand betreuren, de tijd schijnt nog verre verwijderd, waarin het ideaal van De Girardin verwezenlijkt wordt, dat de moeder die een kind zoogen, een kind oppassen, een kind onderrichten moet, zich geheel aan de vervulling dezer taak, voor welke het onmogelijk is, haar te vervangen, kan wijden. Daarom is bewaarschoolonderwijs onmisbaar en moet het algemeen gegeven worden. De heer A. Jansen, directeur van de kweekschool tot opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen te Rotterdam, schreef eenigen tijd geleden, dat «er al thans in iedere plaats een bewaarschool behoort te zijn voor die kinderen, wier moeders ongeschikt of onbekwaam zijn voor de opleiding van hare kleinen", en met deze meening vereenigen wij ons ten volle. Er zal echter, vreezen wij, nog veel moeten gebeuren, vóór wij zoo ver zijn. Op het gebied van wetgeving zijn wij, Nederlanders, traag. Met erkentelijkheid moet echter getuigd worden, dat sommige gemeentebesturen, waaronder ook Goes, en particuliere vereenigingen, o. a. de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zich de zaak der bewaarscholen hebben aangetrokken. Doch wij mogen niet berusten bij de verbeteringen, die zijn aangebracht, want nog veel is er te doen over, zelfs in de grootere steden. Wij namen onlangs kennis van het rapport, door eene commissie uit den Geneeskundigen Raad van Noord-Holland over het bewaarschoolwezen in Amster- hand een paar flesschen. Zijn bleek gezicht vertoonde een gedwongen vroolijkheid, en hij zag Annette en Karei aan, alsof hij hen op een oogenblik van verve ling betrapt had. «Het onderhoud tusschen u schijnt niet te vlotten, zeide hij luid, «waarschijnlijk" en hij hief de flesch op «omdat het beste nog ontbrak Maar nu aan het souper; ik heb in de muziekkamer laten klaar zetten, misschien zal Karei ons nog wel eens iets op de oude piano voorspelen, voor zij afgedankt wordt. Kom!" zeide hij, zonder hen aantezien, en ging vooruit, door de helder verlichte zaal, naar de muziekkamer. Annette volgde hem langzaam; Karei kwam zwij gend achteraan. Op de kleine tafel stond alles, wat er in eene landelijke provisiekamer te krijgen was de oude huishoudster en de meiden liepen af en aan; het zag er uit, alsof er een groot feest moest gevierd worden. Nu zette Willem ook de flesschen op tafel, en op dit oogenblik vielen een paar roode droppels op het witte tafelkleed. «Wat is dat?" vroeg Karei, teiwijl hij verschrikt nader kwam, «wijn of bloed?" «Bloed, bloed!" antwoordde Willem, terwijl hij zijn zakdoek tegen het hoofd hield; «broederbloed, Karei Ik ben gevallen in den kelder. Ik moest er zelf ingaan, omdat ik de beste wijnsoorten achter slot houden op den vochtigen, glibberigen grond gleed ik uit «Ge moet u wasschen", antwoordde Karei, «en in ieder geval moet ge mij de wond laten zien." «Het is niets" riep Willem, met moeite lachend, en ging verder. «Een schram, anders niets. Het best is de roode droppels dadelijk door andere te vervan gen." Hij opende een der flesschen, schonk de glazen in en dronk het zijne in éen teug leeg. «Op ge lukkige dagenvoegde hij er bij en vulde zijn glas dam opgemaakt. Daaruit blijkt, dat de in Amsterdam bestaande bewaarscholen geenszins aan matig gestelde sanitaire eisclien voldoenmaar vooral bestaat er een gewichtige grief tegen die inrichtingen, waarin het zoogenaamde kinder-bewaren als bedrijf wordt uit geoefend. De commissie deelt daaromtrent mede, dat met betrekking tot het voorgeschreven maximum van kin deren, die in de lokalen tegenwoordig mogen zijn, grove en onbeschaamde overtredingen in de kinder- bevjaarplaatsen verre van zeldzaam zijn. Onze ruimte gedoogt niet een meer gedetailleerde beschrijving van bovenbedoelde lokalen te leveren, maar er blijkt volkomen uit de noodzakelijkheid, dat de wetgever tusschenbeide kome om aan zulk een treu- rigen staat van zaken een einde te maken. Het is de plicht van de overheid om te zorgen voor het geestelijk en lichamelijk welzijn der kinderen vooral in de periode hunner prille jeugd. De grondslagen, waarop eene eventueele wet zou moeten rusten, zijn naar onze meening de navolgende lo. Zorg voor de gezondheid der kleinen door het inrichten van lokalen, die aan de eisclien der gezond heidsleer beantwoorden 2o. Het eischen van waarborgen voor de geschikt heid van de bewaarsclioolhouderessen en van de helpsters 3o. Oprichting tot dit doel van kweekscholen, als te Rotterdam en te Leiden bestaan. Maar dit zal geld kosten en wij staan voor eene schatkist, welker bodem zichtbaar isluider en luider klinkt de roepstem der gemeenten om financiëelen steun door hut Rijk of door de Provincie! Zou er, vragen wij, op sommige posten van het lager- en middelbaar-onderwijs, speciaal op die voor gebouwen, niet bezuinigd kunnen worden om een lang verwaarloosden tak van onderwijs, of juister gezegd de kiem van alle onderwijs tot ontwikkeling te brengen Scholen als paleizen worden voor 't lager- en mid delbaar-onderwijs gebouwd; maar het voorbereidend lager onderwijs wordt in lokalen, dikwijls uit een sanitair oogpunt volstrekt afkeurenswaardig, gegeven. Naar geschiktheid voor de taak van bewaarschoolhouderessen wordt loffelijke uitzonderingen daargelaten niet gevraagd. Mogen weldra door eene doelmatige wetgeving de woorden, die wij als motto bezigden, alleen op het ver leden van toepassing zijn. OPENBARE VERGADERING van den Uaad der gemeente öoes, op WOENSDAG den 24 JANUARI 1883, des namiddags te 2 uren. Goes, den 22 Januari 1883. De Secretaris, HARTMAN. Punten van behandeling: I. Mededeelingen, ingekomen stukken. II. Tweede suppletoir kohier der belasting op de honden. opnieuw, om met Annette en zijn broeder te klinken «Op onze prettige buurschap, KareiHij dronk zijn glas leeg, schonk het weer in, dronk het nog eens leeg en zette het toen zoo hard op tafel neer, dat het brak. Zijt gij bijgeloovig 7" vroeg hij en lachte, terwijl hij den weggaanden bediende toeriep, hem een ander glas te brengen. Eet en drink KareiVersterk je, je ziet er niet goed uit, de lange reis heeft je vermoeid. We zullen je vandaag niet lang hier houdenge moet uitslapen, maar eten en drinken ookHij moedigde hem aan, om van ieder gerecht iets te gebruiken en dronk zelf het eene glas na het andere leeg. Annette zag hem angstig aan. Eindelijk, toen het maal afgeloopen was en de be dienden alles opgeruimd hadden, liep Willem haastig de kamer op en neer, trachtte te zingen, lachte dan weer luid en pakte op eens Karei zoo bij den arm, dat hij ineen kromp, om hem zonder iets te zeggen naar de piano te brengen. Hij sloeg eenige oude muziekboeken, waaruit Karei hem in zijn kindsheid zoo dikwijls iets voorgespeeld had, open, en verzocht hem te gaan zitten. Karei ging zitten, en met eenigszins onzekeren aanslag begon hij te spelen. Zoodra hij begonnen was, ging Willem de kamer uit. Annette hoorde hem zacht en langzaam op en neer gaan. Zij was aan het raam gaan zitten, zag in den donkeren nacht en luisterde, keek naar Karei, die haren blik vermeed. Een smartelijk ge voel maakte zich van haar meester en bittere tranen rolden haar langs de wangen. Zoo hadden zij eenigen tijd tegenover elkaar geze ten, toen Karei op eens midden in zijn spel opsprong. Hij wierp het verwilderde haar naar achteren, legde de rechterhand op zijne oogen, en de linker op zijn hart. Hij scheen erg ontroerd te zijn. «Annette, zeide hij zacht, «vaarwel 1" Een laatste blik, die haar door de ziel ging, vergezelde deze woorden; toen dekeer III. Verzoek van den heer R. D. Nauta om onthef fing van de opdracht der lessen in het Engelsch en Duitsch aan de Iloogere Burgerschool en be noeming van een opvolger. ltURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat het REGISTER van INSCHRIJVING voor de NATIONALE MILITIE over 1882 voor de lichting van 1883 van heden tot en met 31 Januari e. k. ter inzage zal liggen; alsmede dat gedurende dien tijd tegen register en lijst bezwaren kunnen worden ingebracht bij den heer Commissaris des Konings in dit gewest, door tnsschenkomst van den burgemeester dezer ge meente, zulks op ongezegeld papier, maar door de noo- dige bewijsstukken gestaafd. Goes, den 22 Januari 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat door M. Van der Reit vergunning is verzocht om in het perceel wijk C no. 177 aan den Keizersdijk, eene VERZAMELPLAATS van LOMPEJN te maken en de HUIDENZOUTEIUJ uittebrei- den; voorts dat dit verzoek met de bijlagen ter secretarie is ter visie gelegd en dat op Zaterdag den 3 Februari 1883, des namiddags te éen uur, ter hunner vergader kamer in het Raadhuis gelegenheid zal worden gege ven tot het kenbaar maken en toelichten van bezwaren tegen de inrichting. Goes, den 22 Januari 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De heer W. J. Van Gorkom door de vereeniging «Eigen Hulp" uitgenoodigd om eene spreekbeurt te houden, had tot onderwerp zijner rede gekozen Zuid- Afrikahet land dat hij door een driejarig verblijf van nabij heeft leeren kennen. Na het nut en het genot, dat reizen oplevert, in het licht gesteld en dengenen, wier omstandigheden het niet toelaten door eigen waarneming land en volkenkunde te verkrijgen, den raad gegeven te heb ben, zich door het lezen van goede reisbeschrijvingen voor dit gemis eenigszins schadeloosstellen, ving spre ker zijne belangwekkende medeelingen over Zuid-Afrika, hoofdzakelijk over Transvaal, aan. De geschiedenis en het volkskarakter der Boeren, de eigenaardigheden hunner taal, hun maatschappelijke toestand, de bij genoemd volk heerschende zeden en gewoonten dit alles gaf den heer Van Gorkom rijke stof tot eene alleraange naamste en leerzame causerie. hij zich om en ging in de andere zaal. «Willem riep hij luid. De lichten waren uitgedoofd maar in het half duister zag hij, dat de kamer leeg was. Hij ging de kamer door, kwam in den gang, riep zijn broeder bij den naam, en daar hij niets van hem zag of hoorde, en er ook geen ander in zijn plaats kwam, ging hij de trap op, om, een voorgevoel vol gend, hem in zijn kamer op te zoeken. Ilij kwam aan de deur en meende eenig getuisch, eenige half luid gesprokene woorden te hooren. Met bevende vin gers klopte hij aanmaar niemand riep «binnen Nu probeerde hij de deur te openen, maar zij was gesloten. «Willem!" riep hij, «Willem!" Er kwam geen antwoord. «Willem!" herhaalde hij met luide, angstige stem. Eindelijk riep men nu van binnen «Wat wilt gij «Ik bid u, doe open antwoordde Karei. «In 's he melsnaam, doe open, Willem Op deze woorden volgde eenige beweging in de ka mer, de deur werd geopend, en Karei trad haastig binnen. Het was dezelfde kamer, waar zij als kinde ren gewoond haddenhet portret hunner moeder hing nog op dezelfde plaais als vroeger, nog stonden de oude, verschotene stoelen in de hoeken. Op een er van zat Willem bewegingloos en zag den broeder aan. Een pistool lag naast hem op de tafel. Hij had een blad papier voor zich, een pen in de hand, alsof hij van plan was te schrijven. Al deze toebe reidselen, de aanblik van zijn broeder, de herinnerin gen, die de kamer bij hem opwekten, ontroerden Ka- rel. Alles draaide hem voor de oogen. Hij leunde tegen de deur. «Wat wilt ge beginnen, Willem?" bracht hij met moeite uit. «Wat beduidt dat pis tool Wilt ook gij zondigen, zooals ik tegen u ge zondigd heb (Slot in ons volgend No.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1883 | | pagina 1