Vormingen kunnen zeker weinig nut stichten en den eerbied voor de Regeering niet verhoogen. Het is dan ook een eerste vereischte bij het oplossen van koloniale quaestiën rekening te houden met den aard en de gewoonten van het volk. Open nieuwe hulp bronnen van bestaan, verbeter de middelen van ver keer, bevorder den aanleg van doelmatige irrigatie- werken, onthef hem van gedwongen aanplant, dit alles begrijpt en waardeert de inlander; maar het betalen van geld in de plaats van dienstbewijzing van zijn eigen hoofden strookt niet met zijne opvatting. Maar al ware dit niet zoo, wie, zoo vroegen wij, zal de zaak controleeren? En wij komen hiermee tot een ander kwaad, door den heer Van Kesteren ge noemd, namelijk dat Java te veel van uit de kantoren der Europeesche ambtenaren wordt geregeerd. Dit ontstaat niet uit gemakzucht maar uit de om standigheid," dat de ambtenaren te veel met schrifte lijk werk overladen zijn. Dit neemt jaarlijks toe en het toezicht op de cultures, zoowel als het nagaan van de al of niet naleving van voorschriften, lijden er onder. De Europeesche ambtenaren weten niet wat er in de dessas, zelfs niet wat er in de koffietuinen gebeurtook niet hoe er gescharreld wordt met wet tig en niet wettig te vorderen heeren- en cultuurdien sten. Hun tijd wordt voor een groot deel ingeno men door het opmaken van staten en rapporten, die, omdat zij de bouwstoffen moeten ontvangen van per sonen, van wier waarheidsliefde zij zich niet overtui gen kunnen, ten eenenmale onbetrouwbaar zijn. Een klein bewijs Wij waren eens tegenwoordig op den wekelijkschen rapportdag bij een wedhono (districtshoofd). De petinggis (dorpshoofden, burgemeesters zaten in lange rij gehurkt op den grond. Het districtshoofd zat op een stoel aan een tafel en ondervroeg, onder 't genot van een strootje (een sigaartje van inlandsche tabak in een gedroogd blad gewikkeld), beurtelings de verschillende dessahoofden. Iets lager zat de schrijver van den Wedhono, die de opgaven onmiddellijk op- teekende. De cholera heerschte en laatstgenoemde hoofden moesten hef aantal aangetasten opgeven. Wij hoorden zeer duidelijk, dat een der hoofden aan een ander vroeg: «Hoeveel geeft gij er op". «Ik zal maar zeggen dertigwas 't antwoord. »Dan zal ik vijf-en-twintig opgeven", zei de ander, wiens dessa wat kleiner was. En toen de beurt aan onze beide burgemeesters kwam werden de heide getallen opgegeven en voor het officiëele rapport verzonden Wij gelooven niet te veel te zeggen als wij beweren, dat het zóo met vele van de statistische op gaven gaat. De fout ligt in 't gebrek aan tijd tot contröledie ook in meer praktische gevallen tekort moet schieten. Iedere maand behooren de zoutpak huizen in de binnenlanden door den betrokken con troleur geïnspecteerd te wordenniet alleen met het oog op de administratie en de gelden, maar ook om zooveel mogelijk nategaan of den kleinen man ook in dezen recht geschiedt. Het gouvernement verkoopt namelijk zout, zij het wat zwart, aan de inlanders, en de mantri-goedang-karim (waarvoor men in lndië den gemakkelijken Hollandsehen titel van «zoutver- kooppakhuisinecster" heeft uitgevonden) heeft, behalve zijn traktement, een zeker spillage! De tijd voor doel matige controle ontbreekt, en wij hoorden wel eens mompelen van dubbele bodems De mantris-goedang-koppie (inlandsche koffiepak- huismeesters) hebben tot taak de door de cultuur- plichtigen uit de gouvernements-kofBetuinen in de pak huizen afgeleverd wordende koffie te onderzoeken, te wegen en den inlander daarvoor naar het per picol vastgesteld plantloon te betalen. Ons is een geval bekend, dat zeker kofifiepakhuismeester in het binnen land zóóveel «overwicht" had, dat hij, uit vrees voor ontdekking, eene aanzienlijke partij koffie uit het pak huis in eene rivier in de nabijheid liet werpen. Er is geen tijd om eens een goed onderzoek in te stellen naar de waarheid van namen en cijfers in de boeken. De controleurs kunnen hunne, dikwijls op enorme afstanden gelegen, koffietuinen slechts zelden bezoeken. Daardoor gaat veel koffie verloren, worden de tuinen slecht behandeld, ontstaat veel willekeur in de cultuurdiensten, kortom de overlading met schriftelijke bezigheden werkt nadeelig op alles. Java is geen land, de bevolking is geen volk om in ge schrifte te worden bestuurd. De ambtenaren moeten «er op uit" kunnen; moeten op verwachte en onver wachte tijdstippen werkelijk controleeren kunnen en dientengevolge een heilzame vrees bij de hoofden en vertrouwen bij de minderen weten in te boezemen. "Vooral dit laatste ontbreekt bijna geheel, eenvoudig omdat er geen contact bestaat, omdat de Europeesche ambtenaar buiten het werkelijke volk schijnt te staan. Ons bestek gedoogt niet al de door den heer Van Kesteren aangevoerde punten breedvoerig te behandelen. Wat betreft verscherpte fiscaliteit, overmatige opvoe ring van belastingen, gebleken uit de door hem opge noemde sommen, die in vele gevallen het dubbele van vroeger bedragen, mag niet uit het oog worden ver loren, dat ook hier het toenemen van grondgebied van invloed is, terwijl, wat speciaal de landrente aangaat, hare vermeerdering tengevolge van de gedane opne ming of opmeting, uit een oogpunt van billijkheid, niet te veroordeelen is, wijl zij tot eene juistere ver deeling dezer belasting heeft geleid. De heer Van Kesteren zou daarover zeker even min klagen als de Indo-Europeanen en de inlan ders, als lndië er maar zelf de vruchten van plukte. Maar met de hygiène is het allertreurigst gesteld. Bij épidi- miën sterven duizenden inlanders aan gebrek aan hulp. Zoo is het ook met den veestapel. En al moet men hierbij veel op rekening stellen van den hardnekkigen tegenzin der Javanen in Europeesche hulp en hun eigen knoeien met allerlei kruiden, waarvan zij de •wellicht geneeskundige kracht geheel misbruiken, een feit is het, dat het aantal Javaansche dokters op eene bevolking van ±19 millioen zielen ergerlijk gering is. Het opiumbederf woekert steeds voortnog komen er perioden van hongersnood voor op het zoo vruchtbare Javanog hebben volksverloopen plaats tengevolge van onoordeelkundigen en overmatigen heerendienst-druk. Ea bovenal de industrie, die ware bron van volkswel vaart en geluk, kwijnt. Voor herstel van dat allee zal men in lndië niet opzien tegen het betalen van rechtmatige belastingen. Ofschoon de heer Van Kesteren geene bepaalde aan wijzing doet van middelen tot verbetering, zoo blijkt het toch genoegzaam uit de opsomming van de te kortkomingen en uit de aanduiding van de ziektever schijnselen, welken weg ter genezing de zaakkundige schrijver uit wil. In 't algemeen schijnt het zijne be doeling te zijn: juiste afbakening van de financiëele verhoudingterugkomen op datgene, waarin de be rekening of het oordeel van vroegere ministers van koloniën blijkt gefaald te hebbenkrachtige voort zetting en getrouwe uitvoering van wat zij goed s heb ben begonnen en voorgestaan. Zijn daarvoor de ge wone middelen niet voldoendemen schrome niet leeningen aan te gaan, opdat zoo spoedig mogelijk Java in het genot zij van datgene wat overal elders welvaart bevordert. De heer Van Kesteren heeft met de mededeeling van zijn reisindruk dan ook een goed werk gedaan. Al verschillen wij wellicht met den kundigen schrijver in enkele opzichten, in de appreciatie der oorzaken, dat de toestanden zijn zooals hij ze schildert, duldt weinig tegenspraak. Het is goed daarop te wijzen zooals hij gedaan heeft op waardigen toon, doch met overtuiging en klem van redenen. Dergelijke geschriften van vertrouwbare ooggetuigen moeten de aandacht wekken, en aan plichtsbetrach ting herinneren. Hopen wij, dat de indruk niet voor bijgaande zij. Als men ons, Nederlanders, eens een voor een afvroeg hoe het staat met onze belangstel ling in lndiëhet resultaat zou bedroevend zijn. Men is er trotsch op eene koloniale mogendheid te heeten, maar hoe weinigen hebben er besef van, dat dit nog iets anders in zich sluit, dan zoo'n land als een welkome bron van inkomsten voor het moederland te beschouwen. Het doet daarom goed uit den mond van den tegen- woordigen Minister van koloniën te hooren, (kamer zitting van 16 Nov. jl.) «De roeping, die in de toekomst voor Nederland is «weggelegd, zal moeten vervuld worden in het Oosten. «Daar in den Oosterschen Archipel regeert Nederland «het rijke Java; daar heeft het de onverdeelde heer sschappij over het groote Sumatra, driemaal grooter «dan Java en twaalfmaal grooter dan Nederland «De wereldgeschiedenis laat alleen het licht vallen »op het resultaatEn zoo zal het kunnen gebeu- «ren, dat zelfs de nakomelingen van hen, die nu mor- «ren en zuchten en klagen over verdwenen baten «er zich eens op zullen verhoovaardigen, dat ook zij «behooren tot het volk dat in de tweede helft der «negentiende eeuw zijne krachten heeft gewijd aan «de verdere ontwikkeling van Java en aan de be- «vestiging van Neêrland's heerschappij overons «prachtig rijk van Insulinde, dat moet worden ge- «regeerd en niet geëxploiteerd." Moge deze Excellentie daartoe het zijne doen Mededeelingen op verschillend gebied. GOES, 22 NOVEMBER 1882. Benoemd tot plaatsverv. dijkgr. van den ZUid- vlietpolder E. P. Lenshoek. Eervol ontslag verleend, op zijn verzoek, aan P. Barentsen als le luit. adj. bij het 4e bat. der rust. schutterij in Zeeland. Bij het examen voor commies der posterijen heeft ook voldaan de heer W. C. Callenfels. Het Paasch-verlof der adelborsten zal niet meer voor 14 dagen worden verleend, maar daarentegen wordt dit jaar 14 dagen verlof gegeven, beginnende éen week voor en eindigende éen week na Kerstmis, zoodat de Oudejaarsavond en de Nieuwjaarsdag ook door hen bij de familie wordt doorgebracht. Het plan om aan de overgebleven verdedigers van de Citadel van Antwerpen op 30 Nov. a. s. te Amsterdam een feest aan te bieden, is door Z. M. den Koning goedgekeurd. Allen, die tot het dragen der citadel-medaille gerechtigd zijn, worden opgeroepen daaraan deel te nemen. De Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij zal de onbemiddelde oud-strijders (dragers van de citadel medaille), welke deelnemen aan het feest, gratis over hare lijn vervoeren. Te Amsterdam werd Zaterdag de jaarlijksche huishoudelijke vergadering der Nederlandsche Dierkun dige Vereeniging gehouden. Als voorzitter werd her kozen de heer A. A. Van Bemmelen, directeur der diergaarde te Rotterdam, als penningmeester gekozen de heer C. J. Bottemanne te Bergen-op-Zoom. Wetenschappelijke mededeelingen werden o. a. ge daan door den heer Bottemaune over zalmsoorten of—- verscheidenheden in Nederlandsche wateren gevangen, en door dr. Hoek over de voortplantingsorganen van de oester. De heer T. Van der Zee, burgemeester van Mon nikendam, bekend door zijn Atjeh-meeting, en dr. H. C. Muller, leeraar aan het gymnasium te Amsterdam, beiden bestuursleden van de vereeniging «De Dageraad" (voorzitter dr. II. Hartogh Heys Van Zouteveen), zullen Zaterdag a. s., des avonds te 8 uren, in Odéon te Amsterdam een voordracht houden, ook voor niet- leden van «De Dageraad" toegankelijk. Vrij entrée. De heer Van der Zee zal spreken «Over eenige grepen uit het Buddhisme en het Nieuwe Testament." Het onderwerp der rede van dr. Muller is «Een woord over Multatuli." Dit is de eerste openbare vergadering, door voorstanders van het vrije denken aldaar belegd. Naar men nog verneemt, moet het voornemen bestaan in alle andere groote gemeenten van ons land dezen winter publieke lezingen op het gebied der vrije ge dachte te houden. In de Maandag door de Ned. Zuid-Afrikaansche ver eeniging gehouden vergadering werd, behalve door de aanneming, metgroote meerderheid, der motie van afkeu ring over de onedele oppositie, die tegen de zending van dr. Jonkman was gevoerd, een ernstiger démenti ge geven aan de heeren Kuijper, Lion Cachet en Fabius door de keuze voor bestuursleden, in hunne plaats, van de heeren Van Santen, Bergsma en Calisch. De heeren opposanten, die niet eens waren opgekomen om aan een eerlijk debat deel te nemen, verkregen niet éen stem. Dr. Jonkman had kennis gegeven, dat hij zelfs zonder eenig bezwaar voor de vereeniging geheel voor eigen rekening zijne zending naar Transvaal wilde volbrengen. De groote jaarvergadering der schippersvereeni- ging «Schuttevaêr" zal in 't begin van 1883 te Hoo- geveen gehouden worden. Volgens den Haagschen correspondent der «Zutph. Crt." liet sinds lang de verstandhouding tusschen den Commissaris des Konings in Zuid-Holland en Gedepu teerde Staten veel te wenschen over, maar vóór eenige weken is het tot een openlijke breuk gekomen. Alle leden van Ged. Staten en met hen de griffier hebben aan den Minister van Binnenlandsche Zaken geschreven, dat zij eenstemmig van meening waren, onder leiding van mr. Fock niet meer met vrucht in het belang der provincie werkzaam te kunnen zijn, en dat zij daarom in de eerstvolgende vergadering van de Provinciale Staten hun ontslag zouden nemen. Hun voornaamste grief tegen den Commissaris was hierin gelegen, dat deze het gezag van Gedeputeerde Staten ondermijnde door de gemeentebesturen tegen d« besluiten der Staten op te zetten. Deze crisis is door tusschenkomst van den Minister van Binnenlandsche Zaken weder bezworen. Deze toch heeft den Commissaris weten te bewegen tot verkla ringen, waarmede Gedaputeerde Staten en hun griffier genoegen konden nemen, en dientengevolge is aan het plan om ontslag te vragen geen uitvoering gegeven. Dat echter na een dergelijk voorval de toestand gespannen blijft en elk oogenblik een nieuwe crisis kan uitbre ken, spreekt wel van zelf. Blijkens «De Locomotief' zal op Maandag 28 dezer te Breda in het hotel «De Kroon" eene bijeenkomst gehouden worden van tramwegdirecteuren, teneinde te beraadslagen over de oprichting van eén onderling fonds ter verzekering tegen ziekte, ouderdom en invaliditeit van het personeel. Op Dinsdag 29 dezer zal tezelfder plaatse een alge- raeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging voor locaalspoorwegen en tramwegen gehouden worden, in welke het door de heeren N. H. Nierstrasz, C. M. Vaillant en H. A. Perk opgemaakt concept-reglement voor den aanleg en de exploitatie van locaalspoorwegen en straatspoor- of tramwegen zal behandeld worden. In diezelfde vergadering zullen voordrachten gehou den worden door den heer W. Te Gempt, te Hoede- kenskerke, over een veiligheidstoestel, waardoor men- schen, steenen, balken enz. van de spoorstaven worden verwijderd, en door den heer D. Van der Linden te Hoorn over een door hem uitgevonden nieuwen ram toestel. Staten-Generaal. De EERSTE KAMER is thans bijeengeroepen tegen Maandag 4 December, des avonds te 8 uren In de Dinsdag gehouden zitting der TWEEDE KAMER bleef bij het voortgezet debat over de In dische begrooting de heer Keuchenius afkeuren de Billiton-overeenkomst als verwaarloozing van 's lands belang. De Minister van koloniën wachtte met ver trouwen een onpartijdig oordeel der kamer-commissie af. Zeer uitvoerig werd bij den Minister aangedrongen om geen beslissing te nemen over de wijze van ex ploitatie der haven te Batavia zonder voorbehoud van wettelijke goedkeuring. De Minister verzekerde, dat de Kamer over die zaak haar oordeel zou kunnen uitspreken zonder aan eene verrassing bloottestaan. Daarna is de discussie aangevangen over een amen dement om te schrappen 5 ton voor den aanleg der lijn Soerabaija-Oedjong. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen te Baarland en te 's-Heerenhoek en bedankt voor Schore en VlakeGapinge, Moercapelle en Bruinisse door den heer B. J. Van Heijningen, cand. te 's-Gravendeel. Maandag is de najaars-vergadering van de al- gem Syn. Commissie der Ned. Hervormde Kerk ge sloten. Beroepen te Almelo dr. F. Van Gheel Gildemeester pred. te Dalfsen. Yerseke. Maandag heeft ook de heer Z. Bouwens, hoofd der school op het dorp, zijnen leerlingen door het oprichten eener schoolspaarbank eene gemakkelijke gelegenheid tot sparen geopend. Een vijftigtal heeft al aanstonds daarvan gebruik gemaakt. Op de school bij den Dam is dit getal tot 77 geklommen. Voor de drie vacante onderwijzers-betrekkingen in deze gemeente hebben zich na eenige oproepingen slechte drie sollicitanten aangemeld. Twee hunner kunnen om goede redenen niet in aanmerking komen en de derde heeft deze week wegens benoeming op eene andere plaats zijne sollicitatie ingetrokken. Onmiddellijk daarop heeft men opnieuw geadverteerd, maar al mocht men nu gelukkiger zijn (waartoe weinig hoop bestaat natuur lijk), vóór 1 December zal geen benoeming, veel minder indiensttreding kunnen plaatshebben. De nood is daardoor, vooral voor de school op het dorp, hoog gestegen, want op genoemden datum zal de heer Bouwens, het hoofd dier school, geheel alleen staan voor 230 kinderen, in 2 lokalen. Daar deze taak eenvoudig onmogelijk is, als er van werkelijk onderwijzen sprake mag zijn, is het te hopen en te wachten, dat het plaatselijk schooltoezicht, ook in het belang der jeugd, om beurten slechts éen lokaal tegelijk zal doen onderwijzen. Zaamslag. Van de drie heeren, die zich hadden aangemeld om deel te nemen aan het op a. s. Zater dag alhier te houden vergelijkend onderzoek voor hoofd der nieuw opgerichte openbare lagere school in den grooten Huissenspolder onder deze gemeente, heeft zich, te elfder ure, de heer Severijn te Amsterdam terug getrokken. Genoemd onderzoek kan nu op den bepaalden dag niet plaatshebben omdat daarvoor ingevolge de wet op het openbaar lager onderwijs minstens drie mede dingers gevorderd worden. Bij gevolg kan ook van de opening Vatt genoefnde school op 2 Januari 1883 niets komen. Naar men verneemt zijn bij Gedeputeerde Sta ten van Zeeland bezwaren ingebracht tegen de be noeming van twee onderwijzers aan de openbare school te Axel, als zou die geschied zijn in strijd met art. 28 der wet op het lager onderwijs. (M. Ct.) Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen. Ten behoeve der (Economische sp ij suit de cling al hier is aangenomen de levering van de benoodigde gort door den heer Johs. De Jonge voor f16, en van rijst door den heer G. Yan der Hoek voor f 12,90. Rechtzaken. Arrondissementsrechtbank te Middelburg. Dinsdag zijn door de rechtbank gewezen de volgende vonnissen, tegen lo. J. De K., 53 j., landman te Middelburg, wegens weigering van een garnisair veroordeeld tot drie dagen cell, gev.straf c. e. 2o. C. S., 41 j te Middelburg, wegens diefstal veroordeeld tot drie dagen cell, gev.straf c. e. 3o. C. L. M., 39 j., zonder vaste woonplaats, thans gedetineerd, wegens landlooperij veroordeeld tot acht dagen gev.straf en om na het uiteinde dier straf naar een bedelaarsgesticht te worden overgebracht. 4o. A. M. B., 46 j., riemenmaker te Vlissingen, wegens rebellie veroordeeld tot acht dagen cell, gev. straf en drie boeten éen van f 8, éen van f 3 en éen van f5,50 c. e. 5o. A. J., 32 j., werkman te Zoutelande, thans gedetineerd, wegens diefstal en landlooperij veroordeeld tot 183 dagen cell, gev.straf c. e. 6o. C. J. De G., 22 j., arbeider te Breskens, wegens mishandeling veroordeeld tot 4 maanden cell, gev.straf en f8 boete c. e. Omtrent de zaak contra dr. A. W. Van R., te Goes, meldt men ons het navolgende: Dr. A. W. Van R. volgt de oude Goesehe gewoonte der geneesheeren om, wanneer plattelandsbewoners, die geen vaste apotheker hebben, hem komen consulteeren, het voor hen bestemde recept aan een apotheker te zenden, die het gereed maakt en aflevert, voorzien van het adres van den patiënt, ten huize van den geneesheer waar het door den patiënt wordt afgehaald. De geneesheer verrekent dan het geneesmiddel met den patiënt, die hem èn geneesmiddel èn consult be taalt, en de apotheker dient aan den geneesheer op gezette tijden of eens op een jaar zijne rekening in van de verschillende aan de patiënten geleverde medi cijnen, welke rekening hem door den geneesheer vol daan wordt. Op vordering van den inspecteur op het geneeskun dig staatstoezicht werd er tegen bovengenoemden arts te dier zake eene strafvervolging ingesteld. De vraag was dusof art. 9 der wet, regelende de uitoefening der geneeskunst, van 1 Juni 1865 (Stbl. no. 60) was overtreden, welk artikel het afleveren van geneesmiddelen verbiedt aan allen die de genees kunst uitoefenen, behalve in plaatsen waar geen apothe ker gevestigd is of slechts éen apotheek, in welk laatste geval Gedeputeerde Staten tot de aflevering nog verlof moeten geven. Mr. De Witt Hamer, uit Middelburg, die voor den beklaagde als verdediger optrad, betreurde het dat het Openbaar Ministerie bij het onderzoek naar de feiten op zulk een onkiesche wijze was te werk gegaan. Het is bekend, dat in het arrondissement onbezoldigde rijksveldwachters, tegenwoordig als mouehardsjgebezigd worden om te onderzoeken, of er geheime bordeelen gehouden worden en of er drankwetovertredingen plaatshebben. Moge dat verklaarbaar zijn, waar het geheime volks zonden geldt, minstens bevreemdend is het dat men op gelijke wijze handelt tegenover personen, wier opof ferende toewijding aan de belangen der menschheid, eerlijk karakter en hoog wetenschappelijk standpunt terecht wordt gewaardeerd. Had men eenvoudig aan den betrokken geneesheer en apotheker gevraagd, of die oude Goesehe gewoonte nog gevolgd werdzonder twijfel zouden zij u-uiterlijk die vraag bevestigend beantwoord hebben. Nu werden op éen dag uit verschillende gemeenten van het platteland onbezoldigde rijksveldwachters naar den geneesheer afgezonden met comedie-buikpijn, come- die-keeipijn of dito duizeligheid, om den geneesheer er op te betrappen dat hij de welwillendheid had het geneesmiddel voor hen bij den apotheker te doen be stellen. De verdediger achtte een dergelijke handelwijze beneden de waardigheid van het staatstoezicht, bene den de waardigheid der justitie, die in de oogen van hare subalterne ambtenaren een waardigen stand in de maatschappij op die wijze prostitueerde. Bovendien achtte de verdediger het feit niet straf baar. Blijkens de geschiedenis in den geest der wet wordt met aflevering van geneesmiddelen niet het ter hand stellen van het geneesmiddel bedoeld, gelijk het Openbaar Ministerie beweerde. Het woord afleveren werd in de wet opgenomen, in tegenstelling met apotheek-houden, omdat men niet alleen het open apotheek-houden maar ook het zelf dispenseeren wilde uitsluiten, waarvan onze vroegere geneeskundige wetten gewaagden. Het Openbaar Ministe rie was natuurlijk van een geheel tegenovergestelde opinie en beriep zich op de bepaling van art. 10 der wet, dat de levering van geneesmiddelen bij geheime ziekten door den geneesheer aan den patient toestaat, mits die middelen in den vorm, waarin zij gebruikt worden, aan den geneesheer door een apotheker afge leverd en van diens zegel voorzien zijn. Juist bij de behandeling van dat artikel in de Tweede Kamer had volgens den substituit-officier van justitiedie het Openb. Ministerie waarnam, Minister Thorbecke te kennen gegeven dat met «afleveren" en «leveren" hetzelfde bedoeld werd en dat dus iedere ter handstelling door den geneesheer verboden werd. De verdediger wees juist op dezelfde toelichting van Minister Thorbeeke en meende, dat die in het voordeel van des verdedigers uitlegging was.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 2