Vormingen kunnen zeker weinig nut stichten en den
eerbied voor de Regeering niet verhoogen. Het is
dan ook een eerste vereischte bij het oplossen van
koloniale quaestiën rekening te houden met den aard
en de gewoonten van het volk. Open nieuwe hulp
bronnen van bestaan, verbeter de middelen van ver
keer, bevorder den aanleg van doelmatige irrigatie-
werken, onthef hem van gedwongen aanplant, dit alles
begrijpt en waardeert de inlander; maar het betalen
van geld in de plaats van dienstbewijzing van zijn
eigen hoofden strookt niet met zijne opvatting.
Maar al ware dit niet zoo, wie, zoo vroegen wij,
zal de zaak controleeren? En wij komen hiermee tot
een ander kwaad, door den heer Van Kesteren ge
noemd, namelijk dat Java te veel van uit de kantoren
der Europeesche ambtenaren wordt geregeerd.
Dit ontstaat niet uit gemakzucht maar uit de om
standigheid," dat de ambtenaren te veel met schrifte
lijk werk overladen zijn. Dit neemt jaarlijks toe en
het toezicht op de cultures, zoowel als het nagaan
van de al of niet naleving van voorschriften, lijden er
onder. De Europeesche ambtenaren weten niet wat
er in de dessas, zelfs niet wat er in de koffietuinen
gebeurtook niet hoe er gescharreld wordt met wet
tig en niet wettig te vorderen heeren- en cultuurdien
sten. Hun tijd wordt voor een groot deel ingeno
men door het opmaken van staten en rapporten, die,
omdat zij de bouwstoffen moeten ontvangen van per
sonen, van wier waarheidsliefde zij zich niet overtui
gen kunnen, ten eenenmale onbetrouwbaar zijn. Een
klein bewijs
Wij waren eens tegenwoordig op den wekelijkschen
rapportdag bij een wedhono (districtshoofd). De
petinggis (dorpshoofden, burgemeesters zaten in
lange rij gehurkt op den grond. Het districtshoofd
zat op een stoel aan een tafel en ondervroeg, onder
't genot van een strootje (een sigaartje van inlandsche
tabak in een gedroogd blad gewikkeld), beurtelings de
verschillende dessahoofden. Iets lager zat de schrijver
van den Wedhono, die de opgaven onmiddellijk op-
teekende.
De cholera heerschte en laatstgenoemde hoofden
moesten hef aantal aangetasten opgeven. Wij hoorden
zeer duidelijk, dat een der hoofden aan een ander vroeg:
«Hoeveel geeft gij er op".
«Ik zal maar zeggen dertigwas 't antwoord.
»Dan zal ik vijf-en-twintig opgeven", zei de ander,
wiens dessa wat kleiner was.
En toen de beurt aan onze beide burgemeesters
kwam werden de heide getallen opgegeven en voor
het officiëele rapport verzonden
Wij gelooven niet te veel te zeggen als wij beweren,
dat het zóo met vele van de statistische op
gaven gaat. De fout ligt in 't gebrek aan tijd tot
contröledie ook in meer praktische gevallen tekort
moet schieten. Iedere maand behooren de zoutpak
huizen in de binnenlanden door den betrokken con
troleur geïnspecteerd te wordenniet alleen met het
oog op de administratie en de gelden, maar ook om
zooveel mogelijk nategaan of den kleinen man ook in
dezen recht geschiedt. Het gouvernement verkoopt
namelijk zout, zij het wat zwart, aan de inlanders,
en de mantri-goedang-karim (waarvoor men in lndië
den gemakkelijken Hollandsehen titel van «zoutver-
kooppakhuisinecster" heeft uitgevonden) heeft, behalve
zijn traktement, een zeker spillage! De tijd voor doel
matige controle ontbreekt, en wij hoorden wel eens
mompelen van dubbele bodems
De mantris-goedang-koppie (inlandsche koffiepak-
huismeesters) hebben tot taak de door de cultuur-
plichtigen uit de gouvernements-kofBetuinen in de pak
huizen afgeleverd wordende koffie te onderzoeken, te
wegen en den inlander daarvoor naar het per picol
vastgesteld plantloon te betalen. Ons is een geval
bekend, dat zeker kofifiepakhuismeester in het binnen
land zóóveel «overwicht" had, dat hij, uit vrees voor
ontdekking, eene aanzienlijke partij koffie uit het pak
huis in eene rivier in de nabijheid liet werpen.
Er is geen tijd om eens een goed onderzoek in te
stellen naar de waarheid van namen en cijfers in de
boeken. De controleurs kunnen hunne, dikwijls op
enorme afstanden gelegen, koffietuinen slechts zelden
bezoeken. Daardoor gaat veel koffie verloren, worden
de tuinen slecht behandeld, ontstaat veel willekeur
in de cultuurdiensten, kortom de overlading met
schriftelijke bezigheden werkt nadeelig op alles. Java
is geen land, de bevolking is geen volk om in ge
schrifte te worden bestuurd. De ambtenaren moeten
«er op uit" kunnen; moeten op verwachte en onver
wachte tijdstippen werkelijk controleeren kunnen en
dientengevolge een heilzame vrees bij de hoofden en
vertrouwen bij de minderen weten in te boezemen.
"Vooral dit laatste ontbreekt bijna geheel, eenvoudig
omdat er geen contact bestaat, omdat de Europeesche
ambtenaar buiten het werkelijke volk schijnt te staan.
Ons bestek gedoogt niet al de door den heer Van
Kesteren aangevoerde punten breedvoerig te behandelen.
Wat betreft verscherpte fiscaliteit, overmatige opvoe
ring van belastingen, gebleken uit de door hem opge
noemde sommen, die in vele gevallen het dubbele van
vroeger bedragen, mag niet uit het oog worden ver
loren, dat ook hier het toenemen van grondgebied van
invloed is, terwijl, wat speciaal de landrente aangaat,
hare vermeerdering tengevolge van de gedane opne
ming of opmeting, uit een oogpunt van billijkheid,
niet te veroordeelen is, wijl zij tot eene juistere ver
deeling dezer belasting heeft geleid.
De heer Van Kesteren zou daarover zeker even
min klagen als de Indo-Europeanen en de inlan
ders, als lndië er maar zelf de vruchten van plukte. Maar
met de hygiène is het allertreurigst gesteld. Bij épidi-
miën sterven duizenden inlanders aan gebrek aan hulp.
Zoo is het ook met den veestapel. En al moet men
hierbij veel op rekening stellen van den hardnekkigen
tegenzin der Javanen in Europeesche hulp en hun
eigen knoeien met allerlei kruiden, waarvan zij de
•wellicht geneeskundige kracht geheel misbruiken, een
feit is het, dat het aantal Javaansche dokters op eene
bevolking van ±19 millioen zielen ergerlijk gering is.
Het opiumbederf woekert steeds voortnog komen er
perioden van hongersnood voor op het zoo vruchtbare
Javanog hebben volksverloopen plaats tengevolge van
onoordeelkundigen en overmatigen heerendienst-druk.
Ea bovenal de industrie, die ware bron van volkswel
vaart en geluk, kwijnt. Voor herstel van dat allee
zal men in lndië niet opzien tegen het betalen van
rechtmatige belastingen.
Ofschoon de heer Van Kesteren geene bepaalde aan
wijzing doet van middelen tot verbetering, zoo blijkt
het toch genoegzaam uit de opsomming van de te
kortkomingen en uit de aanduiding van de ziektever
schijnselen, welken weg ter genezing de zaakkundige
schrijver uit wil. In 't algemeen schijnt het zijne be
doeling te zijn: juiste afbakening van de financiëele
verhoudingterugkomen op datgene, waarin de be
rekening of het oordeel van vroegere ministers van
koloniën blijkt gefaald te hebbenkrachtige voort
zetting en getrouwe uitvoering van wat zij goed s heb
ben begonnen en voorgestaan. Zijn daarvoor de ge
wone middelen niet voldoendemen schrome niet
leeningen aan te gaan, opdat zoo spoedig mogelijk
Java in het genot zij van datgene wat overal elders
welvaart bevordert.
De heer Van Kesteren heeft met de mededeeling
van zijn reisindruk dan ook een goed werk gedaan.
Al verschillen wij wellicht met den kundigen schrijver
in enkele opzichten, in de appreciatie der oorzaken,
dat de toestanden zijn zooals hij ze schildert, duldt
weinig tegenspraak. Het is goed daarop te wijzen
zooals hij gedaan heeft op waardigen toon, doch met
overtuiging en klem van redenen.
Dergelijke geschriften van vertrouwbare ooggetuigen
moeten de aandacht wekken, en aan plichtsbetrach
ting herinneren. Hopen wij, dat de indruk niet voor
bijgaande zij. Als men ons, Nederlanders, eens een
voor een afvroeg hoe het staat met onze belangstel
ling in lndiëhet resultaat zou bedroevend zijn.
Men is er trotsch op eene koloniale mogendheid te
heeten, maar hoe weinigen hebben er besef van, dat
dit nog iets anders in zich sluit, dan zoo'n land als
een welkome bron van inkomsten voor het moederland
te beschouwen.
Het doet daarom goed uit den mond van den tegen-
woordigen Minister van koloniën te hooren, (kamer
zitting van 16 Nov. jl.)
«De roeping, die in de toekomst voor Nederland is
«weggelegd, zal moeten vervuld worden in het Oosten.
«Daar in den Oosterschen Archipel regeert Nederland
«het rijke Java; daar heeft het de onverdeelde heer
sschappij over het groote Sumatra, driemaal grooter
«dan Java en twaalfmaal grooter dan Nederland
«De wereldgeschiedenis laat alleen het licht vallen
»op het resultaatEn zoo zal het kunnen gebeu-
«ren, dat zelfs de nakomelingen van hen, die nu mor-
«ren en zuchten en klagen over verdwenen baten
«er zich eens op zullen verhoovaardigen, dat ook zij
«behooren tot het volk dat in de tweede helft der
«negentiende eeuw zijne krachten heeft gewijd aan
«de verdere ontwikkeling van Java en aan de be-
«vestiging van Neêrland's heerschappij overons
«prachtig rijk van Insulinde, dat moet worden ge-
«regeerd en niet geëxploiteerd."
Moge deze Excellentie daartoe het zijne doen
Mededeelingen op verschillend gebied.
GOES, 22 NOVEMBER 1882.
Benoemd tot plaatsverv. dijkgr. van den ZUid-
vlietpolder E. P. Lenshoek.
Eervol ontslag verleend, op zijn verzoek, aan
P. Barentsen als le luit. adj. bij het 4e bat. der
rust. schutterij in Zeeland.
Bij het examen voor commies der posterijen heeft
ook voldaan de heer W. C. Callenfels.
Het Paasch-verlof der adelborsten zal niet meer
voor 14 dagen worden verleend, maar daarentegen
wordt dit jaar 14 dagen verlof gegeven, beginnende
éen week voor en eindigende éen week na Kerstmis,
zoodat de Oudejaarsavond en de Nieuwjaarsdag ook
door hen bij de familie wordt doorgebracht.
Het plan om aan de overgebleven verdedigers
van de Citadel van Antwerpen op 30 Nov. a. s. te
Amsterdam een feest aan te bieden, is door Z. M. den
Koning goedgekeurd. Allen, die tot het dragen der
citadel-medaille gerechtigd zijn, worden opgeroepen
daaraan deel te nemen.
De Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij zal de
onbemiddelde oud-strijders (dragers van de citadel
medaille), welke deelnemen aan het feest, gratis over
hare lijn vervoeren.
Te Amsterdam werd Zaterdag de jaarlijksche
huishoudelijke vergadering der Nederlandsche Dierkun
dige Vereeniging gehouden. Als voorzitter werd her
kozen de heer A. A. Van Bemmelen, directeur der
diergaarde te Rotterdam, als penningmeester gekozen
de heer C. J. Bottemanne te Bergen-op-Zoom.
Wetenschappelijke mededeelingen werden o. a. ge
daan door den heer Bottemaune over zalmsoorten of—-
verscheidenheden in Nederlandsche wateren gevangen,
en door dr. Hoek over de voortplantingsorganen van
de oester.
De heer T. Van der Zee, burgemeester van Mon
nikendam, bekend door zijn Atjeh-meeting, en dr. H. C.
Muller, leeraar aan het gymnasium te Amsterdam,
beiden bestuursleden van de vereeniging «De Dageraad"
(voorzitter dr. II. Hartogh Heys Van Zouteveen), zullen
Zaterdag a. s., des avonds te 8 uren, in Odéon te
Amsterdam een voordracht houden, ook voor niet-
leden van «De Dageraad" toegankelijk. Vrij entrée.
De heer Van der Zee zal spreken «Over eenige grepen
uit het Buddhisme en het Nieuwe Testament." Het
onderwerp der rede van dr. Muller is «Een woord
over Multatuli." Dit is de eerste openbare vergadering,
door voorstanders van het vrije denken aldaar belegd.
Naar men nog verneemt, moet het voornemen bestaan
in alle andere groote gemeenten van ons land dezen
winter publieke lezingen op het gebied der vrije ge
dachte te houden.
In de Maandag door de Ned. Zuid-Afrikaansche ver
eeniging gehouden vergadering werd, behalve door de
aanneming, metgroote meerderheid, der motie van afkeu
ring over de onedele oppositie, die tegen de zending van
dr. Jonkman was gevoerd, een ernstiger démenti ge
geven aan de heeren Kuijper, Lion Cachet en Fabius
door de keuze voor bestuursleden, in hunne plaats,
van de heeren Van Santen, Bergsma en Calisch. De
heeren opposanten, die niet eens waren opgekomen om
aan een eerlijk debat deel te nemen, verkregen niet
éen stem.
Dr. Jonkman had kennis gegeven, dat hij zelfs zonder
eenig bezwaar voor de vereeniging geheel voor eigen
rekening zijne zending naar Transvaal wilde volbrengen.
De groote jaarvergadering der schippersvereeni-
ging «Schuttevaêr" zal in 't begin van 1883 te Hoo-
geveen gehouden worden.
Volgens den Haagschen correspondent der «Zutph.
Crt." liet sinds lang de verstandhouding tusschen den
Commissaris des Konings in Zuid-Holland en Gedepu
teerde Staten veel te wenschen over, maar vóór eenige
weken is het tot een openlijke breuk gekomen. Alle
leden van Ged. Staten en met hen de griffier hebben
aan den Minister van Binnenlandsche Zaken geschreven,
dat zij eenstemmig van meening waren, onder leiding
van mr. Fock niet meer met vrucht in het belang der
provincie werkzaam te kunnen zijn, en dat zij daarom
in de eerstvolgende vergadering van de Provinciale
Staten hun ontslag zouden nemen. Hun voornaamste
grief tegen den Commissaris was hierin gelegen, dat
deze het gezag van Gedeputeerde Staten ondermijnde
door de gemeentebesturen tegen d« besluiten der Staten
op te zetten.
Deze crisis is door tusschenkomst van den Minister
van Binnenlandsche Zaken weder bezworen. Deze toch
heeft den Commissaris weten te bewegen tot verkla
ringen, waarmede Gedaputeerde Staten en hun griffier
genoegen konden nemen, en dientengevolge is aan het
plan om ontslag te vragen geen uitvoering gegeven. Dat
echter na een dergelijk voorval de toestand gespannen
blijft en elk oogenblik een nieuwe crisis kan uitbre
ken, spreekt wel van zelf.
Blijkens «De Locomotief' zal op Maandag 28 dezer
te Breda in het hotel «De Kroon" eene bijeenkomst
gehouden worden van tramwegdirecteuren, teneinde te
beraadslagen over de oprichting van eén onderling fonds
ter verzekering tegen ziekte, ouderdom en invaliditeit
van het personeel.
Op Dinsdag 29 dezer zal tezelfder plaatse een alge-
raeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging voor
locaalspoorwegen en tramwegen gehouden worden, in
welke het door de heeren N. H. Nierstrasz, C. M.
Vaillant en H. A. Perk opgemaakt concept-reglement
voor den aanleg en de exploitatie van locaalspoorwegen
en straatspoor- of tramwegen zal behandeld worden.
In diezelfde vergadering zullen voordrachten gehou
den worden door den heer W. Te Gempt, te Hoede-
kenskerke, over een veiligheidstoestel, waardoor men-
schen, steenen, balken enz. van de spoorstaven worden
verwijderd, en door den heer D. Van der Linden te
Hoorn over een door hem uitgevonden nieuwen ram
toestel.
Staten-Generaal.
De EERSTE KAMER is thans bijeengeroepen tegen
Maandag 4 December, des avonds te 8 uren
In de Dinsdag gehouden zitting der TWEEDE
KAMER bleef bij het voortgezet debat over de In
dische begrooting de heer Keuchenius afkeuren de
Billiton-overeenkomst als verwaarloozing van 's lands
belang. De Minister van koloniën wachtte met ver
trouwen een onpartijdig oordeel der kamer-commissie
af. Zeer uitvoerig werd bij den Minister aangedrongen
om geen beslissing te nemen over de wijze van ex
ploitatie der haven te Batavia zonder voorbehoud van
wettelijke goedkeuring. De Minister verzekerde, dat
de Kamer over die zaak haar oordeel zou kunnen
uitspreken zonder aan eene verrassing bloottestaan.
Daarna is de discussie aangevangen over een amen
dement om te schrappen 5 ton voor den aanleg der
lijn Soerabaija-Oedjong.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Beroepen te Baarland en te 's-Heerenhoek en
bedankt voor Schore en VlakeGapinge, Moercapelle
en Bruinisse door den heer B. J. Van Heijningen,
cand. te 's-Gravendeel.
Maandag is de najaars-vergadering van de al-
gem Syn. Commissie der Ned. Hervormde Kerk ge
sloten.
Beroepen te Almelo dr. F. Van Gheel Gildemeester
pred. te Dalfsen.
Yerseke. Maandag heeft ook de heer Z. Bouwens,
hoofd der school op het dorp, zijnen leerlingen door
het oprichten eener schoolspaarbank eene gemakkelijke
gelegenheid tot sparen geopend. Een vijftigtal heeft
al aanstonds daarvan gebruik gemaakt. Op de school
bij den Dam is dit getal tot 77 geklommen.
Voor de drie vacante onderwijzers-betrekkingen in
deze gemeente hebben zich na eenige oproepingen slechte
drie sollicitanten aangemeld. Twee hunner kunnen
om goede redenen niet in aanmerking komen en de
derde heeft deze week wegens benoeming op eene andere
plaats zijne sollicitatie ingetrokken. Onmiddellijk daarop
heeft men opnieuw geadverteerd, maar al mocht men
nu gelukkiger zijn (waartoe weinig hoop bestaat natuur
lijk), vóór 1 December zal geen benoeming, veel minder
indiensttreding kunnen plaatshebben.
De nood is daardoor, vooral voor de school op het
dorp, hoog gestegen, want op genoemden datum zal
de heer Bouwens, het hoofd dier school, geheel alleen
staan voor 230 kinderen, in 2 lokalen. Daar deze
taak eenvoudig onmogelijk is, als er van werkelijk
onderwijzen sprake mag zijn, is het te hopen en te
wachten, dat het plaatselijk schooltoezicht, ook in
het belang der jeugd, om beurten slechts éen lokaal
tegelijk zal doen onderwijzen.
Zaamslag. Van de drie heeren, die zich hadden
aangemeld om deel te nemen aan het op a. s. Zater
dag alhier te houden vergelijkend onderzoek voor hoofd
der nieuw opgerichte openbare lagere school in den
grooten Huissenspolder onder deze gemeente, heeft zich,
te elfder ure, de heer Severijn te Amsterdam terug
getrokken.
Genoemd onderzoek kan nu op den bepaalden dag
niet plaatshebben omdat daarvoor ingevolge de wet
op het openbaar lager onderwijs minstens drie mede
dingers gevorderd worden. Bij gevolg kan ook van
de opening Vatt genoefnde school op 2 Januari 1883
niets komen.
Naar men verneemt zijn bij Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland bezwaren ingebracht tegen de be
noeming van twee onderwijzers aan de openbare school
te Axel, als zou die geschied zijn in strijd met art. 28
der wet op het lager onderwijs. (M. Ct.)
Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen.
Ten behoeve der (Economische sp ij suit de cling al
hier is aangenomen de levering van de benoodigde
gort door den heer Johs. De Jonge voor f16, en van
rijst door den heer G. Yan der Hoek voor f 12,90.
Rechtzaken.
Arrondissementsrechtbank te Middelburg.
Dinsdag zijn door de rechtbank gewezen de volgende
vonnissen, tegen
lo. J. De K., 53 j., landman te Middelburg, wegens
weigering van een garnisair veroordeeld tot drie dagen
cell, gev.straf c. e.
2o. C. S., 41 j te Middelburg, wegens diefstal
veroordeeld tot drie dagen cell, gev.straf c. e.
3o. C. L. M., 39 j., zonder vaste woonplaats, thans
gedetineerd, wegens landlooperij veroordeeld tot acht
dagen gev.straf en om na het uiteinde dier straf naar
een bedelaarsgesticht te worden overgebracht.
4o. A. M. B., 46 j., riemenmaker te Vlissingen,
wegens rebellie veroordeeld tot acht dagen cell, gev.
straf en drie boeten éen van f 8, éen van f 3 en éen
van f5,50 c. e.
5o. A. J., 32 j., werkman te Zoutelande, thans
gedetineerd, wegens diefstal en landlooperij veroordeeld
tot 183 dagen cell, gev.straf c. e.
6o. C. J. De G., 22 j., arbeider te Breskens, wegens
mishandeling veroordeeld tot 4 maanden cell, gev.straf
en f8 boete c. e.
Omtrent de zaak contra dr. A. W. Van R., te Goes,
meldt men ons het navolgende:
Dr. A. W. Van R. volgt de oude Goesehe gewoonte
der geneesheeren om, wanneer plattelandsbewoners, die
geen vaste apotheker hebben, hem komen consulteeren,
het voor hen bestemde recept aan een apotheker te
zenden, die het gereed maakt en aflevert, voorzien
van het adres van den patiënt, ten huize van den
geneesheer waar het door den patiënt wordt afgehaald.
De geneesheer verrekent dan het geneesmiddel met
den patiënt, die hem èn geneesmiddel èn consult be
taalt, en de apotheker dient aan den geneesheer op
gezette tijden of eens op een jaar zijne rekening in
van de verschillende aan de patiënten geleverde medi
cijnen, welke rekening hem door den geneesheer vol
daan wordt.
Op vordering van den inspecteur op het geneeskun
dig staatstoezicht werd er tegen bovengenoemden arts
te dier zake eene strafvervolging ingesteld.
De vraag was dusof art. 9 der wet, regelende de
uitoefening der geneeskunst, van 1 Juni 1865 (Stbl.
no. 60) was overtreden, welk artikel het afleveren
van geneesmiddelen verbiedt aan allen die de genees
kunst uitoefenen, behalve in plaatsen waar geen apothe
ker gevestigd is of slechts éen apotheek, in welk
laatste geval Gedeputeerde Staten tot de aflevering
nog verlof moeten geven.
Mr. De Witt Hamer, uit Middelburg, die voor den
beklaagde als verdediger optrad, betreurde het dat het
Openbaar Ministerie bij het onderzoek naar de feiten
op zulk een onkiesche wijze was te werk gegaan.
Het is bekend, dat in het arrondissement onbezoldigde
rijksveldwachters, tegenwoordig als mouehardsjgebezigd
worden om te onderzoeken, of er geheime bordeelen
gehouden worden en of er drankwetovertredingen
plaatshebben.
Moge dat verklaarbaar zijn, waar het geheime volks
zonden geldt, minstens bevreemdend is het dat men
op gelijke wijze handelt tegenover personen, wier opof
ferende toewijding aan de belangen der menschheid,
eerlijk karakter en hoog wetenschappelijk standpunt
terecht wordt gewaardeerd.
Had men eenvoudig aan den betrokken geneesheer
en apotheker gevraagd, of die oude Goesehe gewoonte
nog gevolgd werdzonder twijfel zouden zij u-uiterlijk
die vraag bevestigend beantwoord hebben.
Nu werden op éen dag uit verschillende gemeenten
van het platteland onbezoldigde rijksveldwachters naar
den geneesheer afgezonden met comedie-buikpijn, come-
die-keeipijn of dito duizeligheid, om den geneesheer er
op te betrappen dat hij de welwillendheid had het
geneesmiddel voor hen bij den apotheker te doen be
stellen.
De verdediger achtte een dergelijke handelwijze
beneden de waardigheid van het staatstoezicht, bene
den de waardigheid der justitie, die in de oogen van
hare subalterne ambtenaren een waardigen stand in
de maatschappij op die wijze prostitueerde.
Bovendien achtte de verdediger het feit niet straf
baar. Blijkens de geschiedenis in den geest der wet
wordt met aflevering van geneesmiddelen niet het ter
hand stellen van het geneesmiddel bedoeld, gelijk het
Openbaar Ministerie beweerde.
Het woord afleveren werd in de wet opgenomen,
in tegenstelling met apotheek-houden, omdat men niet
alleen het open apotheek-houden maar ook het zelf
dispenseeren wilde uitsluiten, waarvan onze vroegere
geneeskundige wetten gewaagden. Het Openbaar Ministe
rie was natuurlijk van een geheel tegenovergestelde
opinie en beriep zich op de bepaling van art. 10 der
wet, dat de levering van geneesmiddelen bij geheime
ziekten door den geneesheer aan den patient toestaat,
mits die middelen in den vorm, waarin zij gebruikt
worden, aan den geneesheer door een apotheker afge
leverd en van diens zegel voorzien zijn.
Juist bij de behandeling van dat artikel in de
Tweede Kamer had volgens den substituit-officier van
justitiedie het Openb. Ministerie waarnam, Minister
Thorbecke te kennen gegeven dat met «afleveren" en
«leveren" hetzelfde bedoeld werd en dat dus iedere
ter handstelling door den geneesheer verboden werd.
De verdediger wees juist op dezelfde toelichting van
Minister Thorbeeke en meende, dat die in het voordeel
van des verdedigers uitlegging was.