1882. N°. 138.
Dinsdag 21 November.
69ste jaargang,
GOESCIl
De uitgive dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen ais buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent voor het buitenland- A. STE1NER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal bcre kend.
Geboorte-, huwelijks-en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Een reisindruk, van Java meegebracht,
door C. E. Van Kesteren.
Amsterdam J. H. De Bussij.)
door R.
I.
Te midden der discussiën over de Indische begroo
ting voor 1883 verschijnt bovengenoemd geschriftdat
in alle opzichten de belangstelling van Regeering en
Staten-Generaalja van het gansche Nederlandsehe
volk verdient. Tengevolge van den sedert eenige jaren
met Atjeli gevoerden oorlog en de daarop gevolgde
quaestie: „burgerlijk of militair beheer" is de belang
stelling in de overige Indische huishouding ingeslui
merd. De heer Van Kesteren schudt ons wakker uit
den dommel. Hij heeft «bestek opgemaakt", d. i. bij
heelt onderzocht en opgemaakt hoe we staan, wat de
oogenblikkelijke toestand op Java is. En dan blijkt
het, dat we in geen gunstig vaarwater zijndat de
toestand zorgbarend iser blij kt
dat het leger in Indië niet is opgewassen voor
zijne taak
dat de maritieme defensie niet voldoende gewaar
borgd is
dat de koloniale quaestiën niet opgelost zijn;
dat de Europeesche landbouw-industrie in streken
met communaal grondbezit zonder conniventie met de
hoofden niet bestaan kan;
dat ons beheer niet aan orde, ons gezag niet aan
vastheid gewonnen heeft;
dat de onveiligheid toeneemt;
dat de inlander willekeurig en overmatig wordt
belast
dat het transport evenals het irrigatiewezen
hoogst gebrekkig is
dat het opiumgebruik zich uitbreidt en dat de be
volking verarmt.
Ziedaar een bestek, eene middaghoogte, evenmin
bevredigend ten opzichte van den afgelegden weg als
bemoedigend ten opzichte van den te nemen koers.
Wij hebben geene redenen om aan de juistheid van
het bestek te twijfelen. De berekening is er bij in
cijfers en feiten, die de geloofwaardigheid van dat be
stek aantoonen.
Toch veroorloven wij ons een paar bedenkingen,
niet om den geachten schrijver op de hoofdzaak te
bestrijden, want met geringe uitzondering moet erkend
worden dat de toestand is, zooals hij ons voorgesteld
wordt. Maar waar de schrijver in zijn naschrift het
hinderlijke uit van de gedachte, dat die toestand
«onder ons bestuur" is ontstaan, daar zou men allicht
kunnen denken, dat «ons bestuur" van dat alles de
schuld is. Dat dit nu niet in allen deele het [geval
is, achten wij door den heer Van Kesteren niet vol
doende gereleveerd.
En al erkennen wij nu, dat het heerlijke Java met
zijn meerendeels goede bevolking in de laatste jaren
achteruitgaat, zoo eischt de billijkheid tevens te er
kennen, dat die achteruitgang ook ontstaan is door
omstandigheden, die, al ware meer voor Indie gedaan
dan het geval is, haren invloed op de welvaart des
volks en op de ontwikkeling van handel en nijverheid
toch zouden hebben uitgeoefend.
De achteruitgang van de koffieprijzen, de concurren
tie van Brazilië in dezen zijn omstandigheden, waar
tegen weinig te doen valt, maar die noodlottig moeten
werken, zoowel op het voortbestaan van verschillende
particuliere koffieondernemingen, die, wegens de daling
der prijzen hare uitgaven moesten inkrimpen, als op
de inkomsten der gouvernements-cultuur, welker be
houd ook door den heer Van Kesteren wordt voor
gestaan.
De schrijver toont aan, dat sinds 1848 de uitgaven
in Indië van 77 tot 147 millioen 'sjaars zijn gestegen,
en ofschoon deze vermeerdering van 70 millioen groo-
tendeels ontstond door uitbreiding van grondgebied
en door oorlogskosten, zoo erkent hij toch dat aan
de verbetering der gemeenschapsmiddelen, aan de uit
breiding van het onderwijs, aan de ontwikkeling van
landbouw, nijverheid en beschaving in Indië belang
rijke sommen ten koste zijn gelegd. Volkomen juist
is het, dat dit alles met Indisch geld is geschied en
dat Nederland in de goede jaren het leeuwenaandeel
in de baten heeft gehad, vooral als men in een ver
gelijk van de behoeften en toestanden der beide landen
treedt. Maar bij de meer en meer veldwinnende mee
rling ook in Nederland, dat, al ware het slechts uit
zucht tot zelfbehoud, meer voor Indië moet gedaan
worden en dat het geld van Indië ook voor Indie
moet besteed worden, valt het niet te ontkennen, dat
èn de oorlog met Atjeh èn de teruggaande koffie
prijzen eene ernstige belemmering aan het betere stre
ven van den laatsten tijd in den weg leggen.
Bovendien mag niet over het hoofd worden gezien
de eigenaardige moeielijkheid, dat al voteerde men
nog zooveel in 't belang van Indië, b. v. op het ge
bied der openbare werken, de daarvoor toegestane
sommen niet altijd zouden kunnen verwerkt worden
zonder in conflict te komen met de toch reeds zwaar
gedrukte werkkrachten der bevolking in verband met
de bestaande heeren- en cultuurdiensten en de parti
culiere nijverheid. Dit is natuurlijk geen reden om
het noodige op de lange baan te schuiven, of om zich
te verschuilen achter niet sluitende begrootingen, maar
bewijst het onvermijdelijke om geleidelijk te werk
te gaan.
Een tweede oorzaak van achteruitgang is het teniet
gaan of kwijnen van de tabakscultuur, die op Java
aan velen. welvaart bezorgde. De tabaksmarkt is iu
de laatste jaren zoo gedrukt, dat de tabakscultuur in
verscheidene residentiën nagenoeg geheel verdwijnt, ter
wijl de bestaande ondernemingen op verminderden voet
moeten leven. Het gevolg ervan is afneming van welvaart
zoowel onder Europeanen als inlanders, en in 't alge-
gemeen «depressie en achteruitgang op commerciëel
en industriëel gebied." Een beduidend getal Europea
nen is daardoor zonder betrekking geraakt en sleept
een kommervol bestaan voort. Hoe menigeen, vol
moed en lust op Java gekomen, zag zich in zijne
verwachtingen bedrogen door oorzaken buiten hem.
Langzamerhand vormt deze categorie personen eene
breede schaar, wier teleurstelling zeer gemakkelijk tot
ontevredenheid leidt. De mindere welvaart, door het
geheel of gedeeltelijk missen van de inkomsten eener
cultuur, ook onder de inlandsche bevolking onstaande,
veroorzaakt minder omzet door Chineesche en Arabische
kooplieden, die vooral hun clieënteele in het binnenland
hebben. Tekortkomingen van deze vreemde Oosterlin
gen tegenover de grootere huizen vloeien daaruit weder
voort; de achteruitgang grijpt verder en verder om
zich en zoo heeft men ook hier weder verschillende
bronnen, waaruit de ontevredenheid voedsel krijgt. En
dat de verminderde welvaart van den inlander hare
oorzaak voor een groot deel aan de kwijning dezer
zoo belangrijke industrie te wijten heeft, blijkt o. a.
ook uit eene mededeeling op pag. 56 der brochure
omtrent de landrente in Bagelen, waar deze slechts
in de door de tabakscultuur welvarende afdeeling Ledok
zou kunnen worden opgebracht. In 't algemeen is
het dan ook waar, dat de landrente het gemakkelijkst
betaald wordt waar de particuliere industrie bloeit.
En nu moet ten opzichte van de ontevreden stem
ming der Europeanen in Indië, waarvan de heer
Van Kesteren gewaagt, worden opgemerkt het ver
schijnsel dat Europeanen in Indië, als zij achter
uitgang ondervinden in hunne zaken of zonder be
trekking geraken, weieens de oorzaak daarvan aan
den regeeringsvorm wijten of het luide verkondigen,
dat het gouvernement niet genoeg voor de industrie
doet. En al is het nu waar, dat er meer voor ge
daan behoort te worden, zoo wordt wel eens de ware
oorzaak van oogenblikkelijken nood voorbij gezien.
Wij moeten erkennen, dat de heer Van Kesteren
zoowel de verminderde koffieprijzen als den achter
uitgang der tabakscultuur zelf releveerde, echter,
naar onze bescheiden meeningzonder genoeg
zaam te doen uitkomen hoeveel gewicht deze omstan
digheden bij eene juiste opmaking van het bestek in
de schaal leggen. Maar al kan men eenige oor
zaken van malaise opnoemendie uit den aard der
zaken niet aan »or.s bestuur" kunnen geweten worden,
dat de toestanden zoo zijn, kan daardoor niet wegge
cijferd worden. Het ligt dan ook allerminst in onze
bedoeling die toestanden te ontkennen. "Veeleer willen
wij er toe meewerken om door een nauwkeurig con-
stateeren van oorzaken den aard der kwaal duidelijker
te doen zien, waardoor wellicht ook de weg tot ge
nezing duidelijker wordt.
Het is dan ook met die bedoeling, dat wij nog op
enkele andere punten onze meening wenschen te zeggen.
Dat de onveiligheid toeneemt kunnen wij niet zoo
onvoorwaardelijk toegeven. Vergeleken bij 20 jaren
geleden, zouden wij gedeelten van Java kunnen opnoe
men, waar de veiligheid veel verbeterd is. Voor een
groot deel is dit te danken aan de meerdere welvaart
die door den vrijen arbeid in die streken ontstaan is
en ook aan de meerdere zorg bij 't verkiezen van
dessahoofdenmaar een feit is het, dat, terwijl 20
jaren geleden diefstallen bij inlanders en Europeanen
in die streken aan de orde van den nacht waren, er
daar tegenwoordig in veel mindere mate gestolen
wordt. Men moet hierbij niet vergeten dat ook de
publiciteit in de laatste 25 jaren zeer is toegenomen
en dat dus vroeger die diefstallen minder algemeen
bekend werden. Ook van de beruchte ketjoepartijen
hoort men in den batsten tijd niet veei meer.
Volgt hieruit, dat de politie en de reclitsbedeeling zoo-
veel,beter zijn geworden Neen, vooral in het binnenland
is de politie nog altijd even onbeteekenend als vroeger,
en het hangt voornamelijk van de welvaart en de geaard
heid der bevolkingalsmede van de meer of mindere
aanwezigheid van aan opium verslaafden en bepaalde
boeven af, of eene streek in dit opzicht al of niet rust
genieten het is onbetwistbaar wat de heer Van Kes-
1 leren zegt, dat, waar men weinig bezit, een diefstal
van dat weiinpje het verlies is van een vermogen.
Ook alles wat de schrijver releveert omtrent het
«zoeken" van recht door bestolenen of door hen, die
ander onrecht hebben geledt-n, is volkomen waar. De
vrees voor wraak de veelal omslachtige en tijdroo-
vende wijze van getuigenverhoor; de verre afstanden
welke vaak tusschen den klager en den rechter liggen,
het zijn allen oorzakendat men het nog maar het
voovdeeligst vindt de zaak te laten rusten en zich
zeiven op een of andere wijze recht of wraak
te verschaffen.
Men behoeft dus niet juist toeneming van onvei
ligheid te constateer_n om te besluiten dat verbete
ring van politie en van rechtsbedeeling eene liooge
noodzakelijkheid is. Deze quaestie hangt niet af van
een zeker aantal diefstallen, maar blijft een onafwijs
bare plicht der Regeering, die voor de veiligheid van
persoon en goederen voortdurend waken moet.
Mededeelingen op verschiüend gebied.
GOES, 20 fiOVEMBER 1382.
Het concertZaterdagavond door het strijk
orkest van het muziekkorps van het Regiment infan
terie uit Bergen-op-Zoom, onder directie van den beer
N. A. Bouwmangegeven was door de leden der
sociëteit «Van Ongenuetiten Vrij" met hunne dames,
als gewoonlijk, niet druk bezocht.
Op uitstekende wijze werden de verschillende nom
mers van het programma uitgevoerden het genot
zoo zeldzaam in onze gemeente om eens een flink
strijkorkest te hooren, bleek op zulk een hoogen prijs
te worden gestelddat men bij de pianissimo's een
speld zou hebben kunnen* hooren vallen als
Doch hierover zullen wij liever het zwijgen bewaren.
Het was een concert voor de leden der sociëteit en
hunne liuisgenootenzij waren in hunne zaalergo
dient een verslaggever alles te vermijden wat hein
misschien onbescheiden zou doen schijnen.
Wat die zaal betreft, zij zag er zeer net uit, maar
in haar nieuw gewaad moge zij veel deftiger schij
nen ter wille van die deftigheid offerde zij veel
van haar vroolijkheid en van het grootsche van haar
vroeger voorkomen op.
De witte wanden deden de sehoone lijnen van het
gebouw beter uitkomen.
Doch dit daargelaten maken de zalen een aange-
namen indruk en mag een woord van hulde niet ont
houden worden aan den schilder, den heer Th. Budde,
te Dusseldorff, voor de keurig en flinke afwerking
van het geheel.
Ter voorkoming van verkeerde gevolgtrekkingen
melden wij, op verzoek, dat de volksvoorlezingen, die
uitgaan vanwege de werkliedenvereeniging «Eigen
Hulp" alhier, zonder eenig bezwaar voor de kas dier
vereeniging plaatshebben. De onkosten, welke deze
voordrachten veroorzaken, worden geheel belangeloos
door anderen gedragen.
Door Gedeputeerde Staten zijn bij circulaire van
9 dezer no. 6239/108 inlichtingen gevraagd omtrent
een door de burgemeesters van meest alle gemeenten
in Nederland onlangs tot den Koning gericht adres
waarin werd verzocht het aanleggen of althans subsi-
diëeren van Staatswege van een systematisch net van
stoomtramwegen.
Deze zaak wordt, en terecht, door het bestuur der
Vereening van burgemeesters en secretarissen in Zuid
en Noord-Beveland van zooveel gewicht geacht, dat
hét de leden heeft opgeroepen tot eene buitengewone
vergadering, tegen Donderdag den 23 November a. s.,
des middags te half een uurin het lokaal der so
ciëteit «Eensgezindheid" te Goes.
Een onderwerp, zoo belangrijk voor de gemeenten,
eischt eenstemmigheid van advies van de besturen, en
daarom wordt dan ook eene algemeene opkomst der
leden verwacht.
Het kan misschien voor anderen zijn nut hebben
als wij vermelden, dat volgens de statuten der ver
eeniging personen, buiten Zuid- en Noord-Beveland
woonachtig, die hoofden of leden van gemeentebesturen
zijn, ter vergadering kunnen worden geïntroduceerd.
Hansweert. De heer J. De Beer, commies 4e klasse
bij 's-Eijks-belastingen, wordt van hier naar Zierikzee
verplaatst, terwijl tot commies-verificateur alhier be
noemd is de heer J. Van der Lindencommies 3e
klasse te Schiedam.
Voor de verkiezing voor een lid van de Kamer
van Koophandel te Middelburg moet eene herstemming
plaatshebben tusschen de hli. J. F. Van Leeuwen, P.
L. De Bruijne en C Verhage.
Herkozen zijn de aftredende leden: mr. W. C. Bor-
sius, J. Luteyn, F. G. Sprenger, J. A. Tak en J. P.
Fokker.
F.en fout in het ons gezonden telegram is oor
zaak dat wij op het nieuwe rapport der Tweede
Kamer-commissie in zake het adres van generaal Van
der Heijden moeten terugkomen. Het is niet de meer
derheid maar de minderheid, die voorstelt te verkla
ren datmet medewerking van generaal Van der
Heijden, rottingstraf op Atjeh is toegepast zonder in
acht te nemen het wettelijk voorschrift, hetwelk voor
komen wil, dat die straf de gezondheid der veroor
deelden in gevaar brenge. Als eene soort pleister op
de wonde verklaart diezelfde minderheid, dat zij ove
rigens de eer en den gouden naam van generaal Van
der Heijden onaangetast blijft achten.
De rijksgestichten Ommersehans en Veenhuizen
blijken hoe langer zoo meer een Eldorado te wezen voor
luiaards, bedelaars eu zelfs voor gezinnen. Voor de
rechtbank te Zierikzee stond Vrijdag een zekere A.
d. L., geboren te Oud-Vosmeer, terecht, die den 20sten
Oct. pas uit Veenhuizen was ontslagen. Omdat hij het
er zoo prettig vond hij had er niets te doen had
hij zijne affaire weer opgenomen en verzocht hij nu de
rechtbank hem «asjeblieft weer zoo spoedig mogelijk
naar de kolonie te sturen."
De Minister van justitie ontdekte bij de inspectie,
door hem onlangs in die gestichten gehouden, dat in
de vrouwengestichten onderscheidene moeders met kin
deren ver boven de twee jaren worden aangetroffen,
welke kinderen ook bij hunne aankomst geen bijzon
dere zorg vorderden. Langs dien weg wordt de Staat
belast met armenzorg, geheel in strijd met de armen
wet, terwijl er geen de minste reden bestaatwaarom
met de kinderen van gearresteerde bedelaars ofland-
loopers op andere wijze zou gehandeld moeten wor
den dan met die van andere gevangenen. Ook is het
verblijf in een bedelaarsgesticht allerminst aan een
goede opvoeding van jonge kinderen bevorderlijk.
De Minister noodigt daarom de officieren van jus
titie uit streng toe te zien, dat, bij de aanhouding
van ouders met kinderen boven den gezegden leeftijd
wegens bedelarij of landlooperij, deze, voor zoover zij
zeiven zich daaraan niet hebben schuldig gemaakt en
van hunne ouders kunnen worden gescheidenaan
de betrokken arm- of gemeentebesturen overgegeven
worden.
De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen den
27en dezer.
Z. M. de Koning is thans weer zoo goed als
hersteld.
Er worden toebereidselen gemaakt, zegt men, voor
een tijdelijk verblijf van HH. MM. den Koning en de
Koningin in het Groothertogdom Luxemburg.
Het wetsontwerp betreffende de indeeling van
bet Rijk in kiesdistricten is bij den Raad van State
ingekomen. Naar men verneemtis het stelsel van
enkele kiesdistricten door de Regcering aangenomen,
met uitzondering van de districten Amsterdam, Rot
terdam, 's-Gravenhage en Utrecht.
Nu het onderzoek naar de vraag, of afdamming
van de Mosselkreek en.de Eendracht misschien de
voorkeur zou verdienen boven die van het Slaak, is
afgeloopen, blijft de Regeering voornemens het Slaak
af te dammen, behoudens latere afdamming van de
Eendracht, als deze wenschelijk mocht blijven.
Voor de afdamming van het Slaak is op de Domein-
begrooting voorl883 f275000 uitgetrokken.
Opheffing van de bezwaren tegen de bedijking van
bet Sassche gat mag weldra worden tegemoet gezien.
Tot anti revolutionair candidaat voor de Tweede
Kamer te Zutfen is gesteld mr. W. G. baron Brantsen
Van der Zijp.
Van liberale zijde wordt genoemd jhr. mr. H. B.
Van Tets.
De beg' ooting van het domeinfonds voor -1883,
dezer dagen bij de Tweede Kamer ingekomen, wordt
geraamd op f 665,240. Het vermoedelijk saldo van
.den dienst 1882 bedraagt f 168,840.
Ook het Hoofdbestuur van de Vereeniging tot
bevordering van fabriek- en liandwerksnijverheid in
Nederland heeft bij de Tweede Kanier aangedrongen
op de aanneming van het wetsontwerp tot tegengaan
van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kin
deren.
Naar het I). D. verneemt, heeft de directeur-
generaal der Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen, zoodra hem de voorstellen der Nederland
sehe Rijnspoorwegmaatschappij zijn medegedeeld, aan
de commissie van aandeelhouders der Nederlandsehe
Ceutraalspoorweginaatschappij te kennen gegeven ge
negen te zijn de exploitatie van den Conti aalspoorweg
over te nemen op geheel gelijke grondslagen, als
waarop de directie der Rijnspoorwegmaatschappij dat
zou willen doen, daar hij na berekening tot de con
clusie was gekomen jaarlijks minder huur en alleen
meer voorschot te zullen behoeven ta betalen. Hij
verklaarde echter tevens verre de voorkeur te blijven
hechten aan de op solieder basis rustende oorspronkelijke