bij Hoofdstuk I, Afd. I, art. (5: Jaarwedden van de boden en den concierge van liet raadhuisrap porteert de fin. commissie «Onder dezen post is uitgetrokken de jaarwedde van den concierge van het raadhuis, tevens bode der ge meente, ad f450. Vroeger bedroeg deze post f575. Bij de benoeming van den tegenwoordigen titularis is niet alleen de jaarwedde van den bode van f325 op f250 teruggebracht, maar ook het conciergeschap met f50 verminderd, liet is ons gebleken dat deze laatste vermindering een bezwaar moet lieeten voor den betrokken persoon, die, om het raadhuis te hou den in den toestand waarin het verkeert, en om te voldoen aan de verplichtingen, hem bij art. 3 zijner instructie opgelegd, niet alleen de dagelijksclie diensten van zijn vrouw en dochter vorderen, maar bovendien wekelijks een gulden aan een werkvrouw betalen moet. De belooning ad f200, vuur, licht en vrije wo ning voor een en ander, uitgevoerd op zoo uitstekende wijze als thans, en terwijl bovendien in verschillende opzichten de betrekking een post van vertrouwen mag heeten, komt ons te gering voor. Ook is zij dit in vergelijk met de jaarwedde van den anderen bode, die f325 'sjaars geniet, want feitelijk heeft dan debode- concierge slechts f125 meer dan de bode alleen, het geen, na aftrek van de kosten der benoodigde hulp en van kleine benoodigdheden, tot een nog veel ge ringer bedrag daalt. Het is daarom, dat wij, ook als appreciatie van de wijze waarop de betrekking wordt waargenomen, UEd. voorstellen den concierge in het schoonhouden van het raadhuis te gemoet te komen met het bedrag ongeveer van wat hem vreemde hulp kost en zijn jaarwedde als zoodanig met f 50 te ver- hoogen en dientengevolge art. 6 op f825 te brengen." Burg. en weth. antwoorden «Ook burg. en weth. zijn zeer tevreden over de wijze waarop de concierge van het raadhuis zijne betrekking waarneemt, en bij het ontwerpen der begrooting was in hunne vergadering eveneens eene verhooging der jaarwedden ter sprake gekomen. De omstandigheid evenwel, dat de titularis nog zoo kort in betrekking is, en ter vervulling der vacature, voor de bepaalde belooning, zich zoovele sollicitanten aanmeldden, onthield hen van een voorstel dienaan gaande. Mocht de raad willen besluiten den titularis eene tegemoetkoming te verleenen in de kosten van hulp bij het schoonhouden (bijv. van f50 'sjaars) dan zou die som niet bij de jaarwedde gevoegd moeten worden, maar de post. Hoofdstuk I, afd. II, art. 10 kosten van onderhoudschoonmaken en meubileeren van voor den huishoudelijken dienst bestemde gebouwen en vertrekken) met f 50 behooren te worden verhoogd. De heer mr. De Jonge van Ellemeet meentdat burg. en weth. niet ongenegen zijn de belooning van den concierge te verhoogen, maar dan in een anderen vorm als door de fin. comm. is voorgesteld. Hij ge looft niet, dat zijne medeleden in die verandering een bezwaar zullen zien, omdat het hoofddoel (erkenning van de uitnemende wijze, waarop de betrekking wordt waargenomen) bereikt wordt. De heer dr. Callenfels verklaart niet mede te kun nen gaan met het voorstel der financiëele commissie, daar hij met burg. en weth. moet erkennen, dat de titularis nog zoo kort in functie is en ter vervulling der vacature zich indertijd zoovele sollicitanten hebben aangemeld. De heer Ochtman gevoelt zich verplicht, den heer mr. De Jonge van Ellemeet terug te moeten brengen van zijne meening omtrent burg. en weth. De meer derheid van het college is niet genegen mede te werken tot verhooging der belooning van den concierge. Iemand, die nauwelijks anderhalf jaar in functie is, en die men mag veronderstellen, dat wist, wat aan de betrekking verbonden is, nu reeds te verhoogen in zijne jaarwedde, gaat niet aan. Dat burg. en weth. tevreden zijn over den titularis is nog geene reden voor die verhooging. Er is eene reeks van ambtenaren, die allen uitstekend hun plicht doen, en die dan evenzeer zich om verhoo ging zouden kunnen aanmelden. De heer Ramondt constateert, dat de vroegere con- cierge-bode f125 meer genoot en vraagt, wat aanlei ding heeft gegeven, om bij de vacature de belooning zooveel lager te stellen dan vroeger het geval was? De Voorzitter antwoordt, dat naar het oordeel van burg. en weth. de vroegere titularis te ruim betaald werd, en dit heeft het college ertoe gebracht, de belooning op het gestelde bedrag te bepalen, Maar nu bij onderzoek is gebleken, dat de concierge aan werkloon f50 moet missen van zijne jaarwedde, was spr. geneigd hem die in den vorm van tegemoetkoming in de kosten van schoonmaken van het raadhuis te restitueeren. Men zou kunnen zeggen, dat hij bij zijne sollicitatie had moeten weten, wat er aan de betrek king verbonden was, doch hij heeft waarschijnlijk niet op die noodige hulp gerekend en spr. moet met de fin. comm. verklaren, dat hij zijne betrekking goed vervult. De heer Ven Boer voert aan, dat het raadhuis op uitstekende wijze in orde wordt gehouden, en waai de concierge 's wekelijks f 1 moet uitgeven voor het I '-oouhouden, acht spr. het billijk, dat hem die uit- wordt vergoed. I,/ 3 heer Alassee schenkt zijne adhaesie aan het voor- der fin. comm. Men moet de ambtenaren goed oetalen, vooral wanneer zij hun plicht doen zooals de concierge van het raadhuis. Indertijd is aangedrongen op bezuiniging ter secretarie, maar dat sloot niet in, dat men de ambtenaren tekort moet doen. De heer jhr. Ve Marees van Swinderen zegt tegen het voorstel der financiëele commissie te zullen stem men. De uitdrukking hi het antwoord van burg. en weth. kan de leden van den raad op een dwaalspoor gebracht hebben, alsof zij de verhooging wilden. Dit is niet zoo. Burg. en weth. zijn homogeen, dat waar tal van sollicitanten naar de betrekking dongenin het voldoen van zijn plicht geene reden is gelegen om de belooning nu reeds te verhoogen. Andere ambte naren, die eveneens hun plicht doenzouden gelijke aanspraak kunnen doen gelden. Bovendien heeft de titularis geweten of kunnen weten, wat er aan de betrekking verbonden was. De heer mr. De Jonge van Ellemeet wil nog wijzen op de verantwoordelijkheid, die de concierge heeft, daar hij niet gelijk te stellen is met andere ambte naren. Hij is een element van de secretarie en aai! zijne zorg is veel toevertrouwd. Spr. vindt het daarom wenschelijk, dat hem eene tegemoetkoming in de te doene uitgaven worde verleend. Hij geniet eene be looning van f8.65 's weeks en als daarvan nu fl aan werkloon moet worden betaald, acht spr. dit te gering. De heer Ochtman zegt nog, dat de heer De Jonge van Ellemeet vergeet, dat de concierge ook geniet vrije woning, vuur en licht, hetgeen op f200 kan geschat worden. De heer Massec wil niets tekort doen aan de waar heid van die f200, maar hij moet toch opmerken, dat de concierge zich nergens anders dan ten raadhuize kan ophouden. Indien hij elders woonde, had hij die f200 niet noodig. Ook kan spr. niet onderschrijven, wat de heer Van Swinderen zegt omtrent de vele sollicitanten naar de betrekking. Al zijn er vele sol licitanten, daarom zijn zij allen niet geschikt. Velen laten zich verleiden door den vroegeren zuurdeesem van emolumenten, zonder te bedenken, wat aan de betrekking verbonden is. Het voorstel der financiëele commissie, gewijzigd, zooals in het antwoord van burg. en weth. is aange geven, wordt nu in omvraag gebracht en aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren dr. Callenfels, Ochtman, jhr. De Marees van Swinderen en Steketee. Bij Hoofdstuk III, Afd. I, Art. 6Jaarwedde der vaste arbeiders, rapporteert de fin. comm. De post voor de vaste arbeiders is begroot als 't vorig jaar. Aangezien dus geen voorstel wordt ge daan om een derden vasten arbeider aan te stellen met het oog op het plantsoen en in den geest als vroeger besproken is, rijst de vraag of de door burg. en weth. na het verbreken van het contract met den vroegeren aannemer van het plantsoen gfenomen proef om dit laatste in daggeld te doen onderhouden, vöor- deeliger voor de gemeente blijkt. In verband daarmede trok onze aandacht, afd. 2 art. 7 van dit hoofdstuk, waar wij, zonder eenige toelichting, f 690, zijnde f325 meer dan 't vorig jaar geraamd vinden voor het plant soen. Voor inlichtingen in dezen bevelen wij ons aan, terwijl wij dan tevens gaarne vernemen of en zoo ja op welke gronden burg. en weth. de voorkeur blijven geven aan de tegenwoordig gevolgd wordende wijze in plaats van een derden arbeider speciaal met het oog op het plantsoen aan te stellen, wat niet zou uitsluiten, dat alsdan de 3 vaste arbeiders elk ander in het gemeentewerk zouden kunnen behulp zaam zijn, waardoor nu betaald wordende tijdelijke hulp van de 2 vaste arbeiders wellicht zou kunnen worden uitgewonnen. De Voorzitter leest nu een rapport van den bouw meester, waaruit blijkt dat van 7 Mei 1881 (de dag waarop de vroegere aannemer werd ontslagen) tot 7 Mei 1882 aan arbeidsloon voor genoemde werkzaam heden minder werd uitgegeven dan een vaste arbei der aan de gemeente zou kosten f155,28. Voorts, dat dit verschil nog grooter wordt, omdat 1 o. dit jaar door verschillende omstandigheden meer arbeid heeft gevorderd, dan in den regel zal noodig zijn, tenzij het plantsoen belangrijk werd uitgebreid, of hoogere eischen dan in het afgeloopen jaar werden gesteld en 2o. op sommige tijden van het jaar of bij aanleg of verandering van eenig terrein het al eens noodzakelijk is twee of meer mannen tegelijk aan het werk te hebben, zoodat dan nog extra daggelden betaald zou den moeten worden. Eindelijk, aannemende, dat voor hetzelfde loon van de vaste arbeiders een bekwaam tuinman werd verkregen, genegen om op tijden, dat er niets aan het plantsoen te doen valt, allerlei sjou- werwerk te verrichten, zou het te betwijfelen zijn, niet of er dan ook werk voor hem «te vinden," maar of zijne hulp dan juist xmoodig" zou wezen. Daarna wordt gelezen het antwoord van burg. en weth., luidende Onder overlegging van het rapport van den bouw meester omtrent het verschil tusschen de tegenwoor dige wijze van onderhoud der plantsoenen en bij het aanstellen van een derden vasten arbeider, gelooven burg. en weth. die aanstelling vooralsnog te moeten ontraden. Onder het uitgetrokken bedrag van f698 zijn mede begrepen de kosten van het eventueel aanleggen van plantsoen. 4 Dhr. dr. Callenfels zegt, dat het ook zijne aandacht getrokken had, dat er zulk een hooge som voor het onderhoud van het plantsoen uitgetrokken was, doch nu volkomen te zijn ingelicht. Tegen het aanstellen van een derden vasten arbeider moet hij zich verklaren uit aanmerking van het rapport van den bouwmeester. De heer mr. De Jonge van Ellemeet bedankt voor de gegeven inlichtingen, die hem zeer afdoende voor komen. De post blijft onveranderd. Bij Hoofdstuk III, Afd. II, Art. 1 onderhoud van openbare gebouwen, vraagt de heer Massee, wat er al zoo aan den toren gebeurt? Niet zoo zeer de zucht van inmenging in de taak van het dagelijksch bestuur, als wel nieuwsgierige belangstelling legt hem die vraag op de lippen. De heer Ochtman zegt, dat bij de herstelling van een balk is gebleken, dat het koperwerk van den toren op onderscheidene plaatsen los was, en dat men toen is overgegaan tot herstelling van het geheel, dewijl er nu toch een stelling noodig was. De kosten zullen, voor zoover uit de nu reeds ingeleverde weekstaten der werklieden kon worden nagegaan f 1500 a f 2000 zijn. De heer Massee bedankt voor de bekomen inlich tingen. Bij Hoofdstuk III, Aid. II Art.2Onderhoud der havenwerken, zegt de heer dr. Callenfels, dat vroeger de wijdte van het Sas van tijd tot tijd gemeten werd, doch dat hij daarvan in den laatsten tijd niet gehoord heeft; hij vraagt of dit niet meer geschiedt? De Voorzitter antwoordt, dat die meting altijd in Mei en in November plaatsheeft, en dat het resultaat van Mei aan den Raad is medegedeeld. De heer dr. Callenfels zegt nog, dat hem klachten zijn ter oore gekomen over de ondiepte der haven tusschen de Kweokhoeve en het Sas. De heer Ochtman antwoordt, dat hij zoodanige klachten nog nimmer vernomen heeft, wel over ondiep ten meer naar de zijde der stad> doch dat daarin bij tfé laatste aflating van water is voorzien door belang rijke uitgravingen, zooals de grond bij de H. B. S. aantoont. Hij wil echter naar het aangevoerde een onderzoek instellen. De heer dr. Callenfels zegt, dat die grond ook zijne aandacht getrokken heeft, en vraagt, wat er mede gedaan wordt? De heer Ochtman antwoordt, dat die grond is afge staan aan het Burgerlijk Armbestuur, 't welk dien zal bezigen voor demping der Brakke Vest enhetophoo- gen van een weg. (Slot volgt.) Buitenlandsch Overzicht. Het is nu mogelijk een vrij volledig overzicht te geven van den uitslag der verkiezingen voor leden van den Pruisischen landdag. Eenige herstemmingen, die nog moeten plaatshebben, zullen geene verande ring daarin brengen. Men rekent dat er in genoemd huis zullen zijn conservatieven 129, vrije conservatieven 55, centrum en Wellen te zamen 100, nationaal-liberalen 70, se- cessionisten 20, Fortschritts-garti) 39, Polen en De nen 20. De liberalen hebben een nederlaag geleden, die te zwaarder valt omdat zij op eene overwinning hadden gerekend. De meerderheid is nu in handen van conser vatieven en clericalengaan die samen, dan kunnen de liberalen niets uitvoeren, en het is hun toch zeker niet geraden om den steun der clericalen te bedelen. Stelt, dat zij dien nog zouden verwerven, er zou toch nooit op gerekend kunnen worden. Zondag herdacht de bekende veldmaarschalk Von Moltke den dag, waarop hij voor 25 jaar aan het hoofd van den generalen staf werd geroepen. Op zijn verzoek is dit feit zonder eenige feestelijkheid her dacht. Hij zelf was in Berlijn niet aanwezig. De oproerige bewegingen in Erankrijk duren voort al is de toestand in Lyon iets beter en dreigbrieven zijn aan de orde van den dag. Terwijl o. a. de Pa- rijsche gemeenteraad Vrijdag eene zitting hield, ont vingen de leden een brief, waarin hun aangekondigd werd dat men de vergaderzaal in de lucht zal laten springenals de stedelijke accijnzen niet spoedig af geschaft worden. Den volgenden dag vond de politie in den Faubourg Saint-Germain, in den omtrek der beurs en in andere gedeelten der stad aanplakbiljetten, die eindigden met de volgende woorden: «Dood aan de volksuitzuigers! Leve de sociale revolutie." Zij werden natuurlijk afgescheurd. Het Elysée en andere openbare gebouwen worden streng bewaakt. Verder zal de regeering een besluit publiceeren, waarbij regelen zullen worden voorgeschreven op het gebruik van dynamiet. Er zullen formaliteiten te vervullen zijn om aan de fabriek dynamiet afgeleverd te krijgen, en de formaliteiten zullen verder voortge zet worden tot aan de plaats, waar men het gebrui ken wil. De regeering heeft verder besloten een blijvende bezetting te honden te Montceau-les-Mines. De Bey van Tunis is plotseling overleden, en zijn wettige opvolger Ali-bey is Zaterdag plechtig met het oppergezag bekleed. De Fransche minister-president heeft hem de gevoe lens van toewijding en eerbied der Fransche regeering te kennen gegeven. Hij verklaarde dat hij er op rekende, dat de nieuwe bey van zijn kant ook gehecht zou zijn aan Frankrijk. Dit wederkeerig vertrouwen zal het tot stand brengen der vereischte hervormingen ver haasten, die hij zal helpen bevorderen zonder op het onderscheid van nationaliteit te letten. Generaal Wolseley is Zaterdag te Londen aangeko men en onder daverende toejuichingen ontvangen. Het verhoor der getuigen d charge tegen Arabi-bey is geëindigd, en heeft natuurlijk de medeplichtigheid van Arabi aan het plunderen en verbranden van Alexan dre bewezen. Wat nu de getuigen a décharge te vertellen zullen hebben Volgens bericht uit genoemde stad zullen voor vier millioen obligatiën van geunifieerde Egyptische fondsen worden uitgegeven, teneinde de verliezen te dekken, veroorzaakt door den brand en de plundering te Alexandrië. Gemengde Berichten. Borssele. Alhier heeft een zwerm honigbijen zijn winterkwartier opgeslagen in den schoorsteen van eene hooge woning. Tot postbode tusschen deze gemeente en 's Heeren- hoek is, met ingang van 1 November a. s., benoemd J, Van den Berge, thans in dezelfde betrekking te Zoutelande en voorheen te Nieuwdorp. Verleden Vrijdag viel hier een suikerpeendrager door het kantelen van een loopplank in da haven. Door spoedig aangebrachte hulp werd hij echter onmiddellijk gered, zoodat hij met den schrik en een nat pak vrij kwam. Op denzelfden dag vierde een werkman het feest van zijn 40jarig huwelijk en van zijn even langdurige dienstbetrekking bij een en denzelfden man, die hem daarvoor een zeer geschikt cadeau ten geschenke gaf. 's-Heer Adtskerke, De zangvereeninging «Nooit ge dacht" heeft hare oefeningen, die gedurende de win termaanden plaats hebben, weder hervat met hetzelfde aantal leden als den vorigen winter Wissekerke. De kuip van den Sophiapolder is Zondagnamiddag ingeloopen. Mwdelburq. De vermoedelijke dader van de be kende oplichting van den horlogemaker V., ten name van den stationchef alhier, is te Kampen aangehouden en zal morgen herwaarts worden overgebracht. Hij heet R. S., en is herkomstig uit Dordrecht. Ver moedelijk is hij dezelfde persoon die zich toelegt op het zich doen afgeven van overjassen ten nadeele der eigenaars. De beer L. C. Hondius herdenkt beden zijn 25 jarige betrekking als vendumeester alhier. Heden morgen vóór den aanvang eener verkooping in zijn lokaal werd hem, bij monde van den heer F. C. M. Boenders, namens eenige kooplieden een fraai aan denken aangeboden als bewijs van waardeering der wijze, waarop de heer Hondius zijne betrekking vervult. Zaterdag is van de werf «de Volharding" van de firma Den Bouwmeester, Borsius en Van der Leijé alhier met goed gevolg te water gelaten het bark schip «Prinses Wilhelmina". Door de politie te Nijmegen zijn eenige gouden sieraden aangehouden, welke eenige dagen geleden te Vlissingen waren gestolen. Den vermoedelijken dader zekeren T. M. te 's Bosch, die deze voorwerpen te gelde heeft gemaakt, is men reeds op het spoor. Mevrouw S., wier beenen bij het spoorwegon geluk bij Vogelzang gebroken werden en die 24 Oct. van daar naar Haarlem overgebracht was, is Woensdag in laatstgenoemde plaats plotseling overleden. Te St. Pieter, nabij Maastricht, is van twee kin deren van 4 en 5 jaar door het vuur vatten van het bed, waarin zij sliepen het eene verbrand en het andere gestikt. Onvoorzichtigheid en nalatigheid schijnen de aanleiding tot dit ongeluk. Te Niederdorp bij Venloo, werd een landbouwer die op zijn land werkzaam was, doodelijk met een geweerschot getroffen door een jager, die meende eene ree voor zich te hebben. Uit verschillende deelen van Europa komen be richten omtrent hevige regens, die de vorige week gevallen zijn. In Engeland moet het zeer erg geweest zijn. Ver scheidene streken in het dal van liet Theemsgebied werden overstroomd. In Karinthe veroorzaakten die regens overstroo mingen, welke grooter afmeting hebben dan die van September. De valleien van Moëll en Gail zijn over stroomd en de gemeenschap is afgebroken. In Zuid-Tyrol is tengevolge van den regen het spoorwegverkeer op vele plaatsen gestremd. Uit alle berichten blijkt, dat men vreest voor nog erger rampen dan bij de overstrooming van onlangs, daar de wer ken ter voorloopige voorziening zwak ztaan, en de grond overal wegbrokkelt. Te Londen heeft niet weinig opspraak verwekt de zekerheid nopens het noodlottig einde van Palmer, Gill en Charringtondie Suez verlieten tot aankoop van Arabische kameelen, waarvan een telegram in een vorig no. melding maakte. Het blijkt dat de gou verneur van Nakhlo het drietal, nadat ze geplunderd warenvoor den rand van een afgrond liet brengen en hun de keus liet om erin te springen en alzoo den dood te ondergaan, of om doodgeschoten te wor den. Palmer sprong daarop in den afgrond: de beide anderen verkozen doodgeschoten worden. Men vond de verminkte lijken van de beide laatstenniet dat van Palmer. Zekere Charles Soutar werd Dinsdag door het Edinburger gerechtshof tot eene tuchthuisstraf van vijf jaren veroordeeld wegens het stelen van Lord Crawford's lijk uit den grafkelder te Dunecht. De Daily News acht deze straf buitensporig zwaar, te meer, omdat lijkroof volgens de Engelsche en de Schotsche wet geen diefstal is, aangezien een lijk geacht wordt niemands eigendom te zijn. Soutar moest dus gevonnisd worden wegens «heiligschennis", uit crimineel oogpunt eene vrij nevelachtige overtreding- Dat Soutar medeplichtigen heeft gehad, staat, met het oog op de toedracht van het gepleegde feit, zoo goed als boven twijfel. Hij weigerde echter ze te ver raden, en men kwam hen tot dusver niet op het spoor. Afpersing van geld was vermoedelijk het oogmerk van dezen lijkroof. Dit werd dan echter niet bereikt: want Lady Crawford heeft van den beginne af ge weigerd den dief of dieven de handen te vullen, zoo dat men vooreerst van soortgelijke schelmstukken wel niet meer hooren zal. Te Parijs is een in aanbouw zijnd huis, dat reeds tot de vierde verdieping was opgetrokken, in gestort. Van de twintig werklieden werden acht on der het puin begraven. Allen werden zwaar gewond eronder uit gehaald. De voortvluchtige notaris S. De Haan van Am sterdam moet zich, naar het Utr. Dbl meldt, nog in Duitschland ophouden. Men meent hem zooverre op het spoor te zijn, dat hij weldra weder naar Neder land teruggevoerd zal worden. Naar globale bere kening bedraagt het passief pl. m. f80,000. Dinsdagnacht zijn te Epe, bij Gronau, 22 huizen met schuren en het bovenste gedeelte der R. C. Kerk afgebrand. De brand was bij een bakker ontstaan. Oberdank, de bedrijver van den bekenden bom- men-aanslag te Triest, is ter dood veroordeeld, maar wegens de onthullingen, door hem gedaan omtrent het geheime Italiaansche genootschap waartoe hij behoorde, zal hem waarschijnlijk gratie worden ge schonken. Een telegram uit New-York, dat tusschen 28 en 30 October stormachtig weder uit het Oosten tot NW. voorspelde op de Engelsche, Noordsche en Fran sche kust bracht tevens de aangename tijding dat het weder vermoedelijk tot 2 Nov. onbestendig zal zijn. Telegrammen van den kapt.-gen. der Philippijn- sche eilanden, te Madrid ontvangen, behelzen ontzettende bijzonderheden omtrent den storm op Manilla. Zestig duizend personen zijn zonder dak. Binnen een uur tijds waren de inlandsche houten huizen vernield; ook steenen gebouwen werden van de daken beroofd; kazer nen, hospitalen, hoofdkantoren, werkplaatsen en maga zijnen werden verwoest; vele schepen strandden. De typhoon woedde niet alleen te Manilla, maar strekte zich ook uit over den geheelen archipel. De kapitein- generaal raamt de geruïneerde gezinnen alleen te Lucon op (5000^ Buiten de hoofdstad leden de tabaksplan- -iagee-groete schade. Het verlies van menschenlevens is betrekkelijk gering. Gelijktijdig met den typhoon hield de cholera op te woeden. De kapt.-gen. riep den raad bijeen tot het nemen van. maatregelen tot leniging van den nood.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 2