bij Hoofdstuk I, Afd. I, art. (5: Jaarwedden van
de boden en den concierge van liet raadhuisrap
porteert de fin. commissie
«Onder dezen post is uitgetrokken de jaarwedde van
den concierge van het raadhuis, tevens bode der ge
meente, ad f450. Vroeger bedroeg deze post f575.
Bij de benoeming van den tegenwoordigen titularis
is niet alleen de jaarwedde van den bode van f325
op f250 teruggebracht, maar ook het conciergeschap
met f50 verminderd, liet is ons gebleken dat deze
laatste vermindering een bezwaar moet lieeten voor
den betrokken persoon, die, om het raadhuis te hou
den in den toestand waarin het verkeert, en om te
voldoen aan de verplichtingen, hem bij art. 3 zijner
instructie opgelegd, niet alleen de dagelijksclie diensten
van zijn vrouw en dochter vorderen, maar bovendien
wekelijks een gulden aan een werkvrouw betalen moet.
De belooning ad f200, vuur, licht en vrije wo
ning voor een en ander, uitgevoerd op zoo uitstekende
wijze als thans, en terwijl bovendien in verschillende
opzichten de betrekking een post van vertrouwen mag
heeten, komt ons te gering voor. Ook is zij dit in
vergelijk met de jaarwedde van den anderen bode, die
f325 'sjaars geniet, want feitelijk heeft dan debode-
concierge slechts f125 meer dan de bode alleen, het
geen, na aftrek van de kosten der benoodigde hulp
en van kleine benoodigdheden, tot een nog veel ge
ringer bedrag daalt. Het is daarom, dat wij, ook als
appreciatie van de wijze waarop de betrekking wordt
waargenomen, UEd. voorstellen den concierge in het
schoonhouden van het raadhuis te gemoet te komen
met het bedrag ongeveer van wat hem vreemde hulp
kost en zijn jaarwedde als zoodanig met f 50 te ver-
hoogen en dientengevolge art. 6 op f825 te brengen."
Burg. en weth. antwoorden
«Ook burg. en weth. zijn zeer tevreden over de wijze
waarop de concierge van het raadhuis zijne betrekking
waarneemt, en bij het ontwerpen der begrooting was
in hunne vergadering eveneens eene verhooging der
jaarwedden ter sprake gekomen.
De omstandigheid evenwel, dat de titularis nog zoo
kort in betrekking is, en ter vervulling der vacature,
voor de bepaalde belooning, zich zoovele sollicitanten
aanmeldden, onthield hen van een voorstel dienaan
gaande. Mocht de raad willen besluiten den titularis
eene tegemoetkoming te verleenen in de kosten van
hulp bij het schoonhouden (bijv. van f50 'sjaars)
dan zou die som niet bij de jaarwedde gevoegd moeten
worden, maar de post. Hoofdstuk I, afd. II, art. 10
kosten van onderhoudschoonmaken en meubileeren
van voor den huishoudelijken dienst bestemde gebouwen
en vertrekken) met f 50 behooren te worden verhoogd.
De heer mr. De Jonge van Ellemeet meentdat
burg. en weth. niet ongenegen zijn de belooning van
den concierge te verhoogen, maar dan in een anderen
vorm als door de fin. comm. is voorgesteld. Hij ge
looft niet, dat zijne medeleden in die verandering een
bezwaar zullen zien, omdat het hoofddoel (erkenning
van de uitnemende wijze, waarop de betrekking wordt
waargenomen) bereikt wordt.
De heer dr. Callenfels verklaart niet mede te kun
nen gaan met het voorstel der financiëele commissie,
daar hij met burg. en weth. moet erkennen, dat de
titularis nog zoo kort in functie is en ter vervulling
der vacature zich indertijd zoovele sollicitanten hebben
aangemeld.
De heer Ochtman gevoelt zich verplicht, den heer
mr. De Jonge van Ellemeet terug te moeten brengen
van zijne meening omtrent burg. en weth. De meer
derheid van het college is niet genegen mede te werken
tot verhooging der belooning van den concierge. Iemand,
die nauwelijks anderhalf jaar in functie is, en die men
mag veronderstellen, dat wist, wat aan de betrekking
verbonden is, nu reeds te verhoogen in zijne jaarwedde,
gaat niet aan. Dat burg. en weth. tevreden zijn over
den titularis is nog geene reden voor die verhooging.
Er is eene reeks van ambtenaren, die allen uitstekend
hun plicht doen, en die dan evenzeer zich om verhoo
ging zouden kunnen aanmelden.
De heer Ramondt constateert, dat de vroegere con-
cierge-bode f125 meer genoot en vraagt, wat aanlei
ding heeft gegeven, om bij de vacature de belooning
zooveel lager te stellen dan vroeger het geval was?
De Voorzitter antwoordt, dat naar het oordeel van
burg. en weth. de vroegere titularis te ruim betaald
werd, en dit heeft het college ertoe gebracht, de
belooning op het gestelde bedrag te bepalen, Maar
nu bij onderzoek is gebleken, dat de concierge aan
werkloon f50 moet missen van zijne jaarwedde, was
spr. geneigd hem die in den vorm van tegemoetkoming
in de kosten van schoonmaken van het raadhuis te
restitueeren. Men zou kunnen zeggen, dat hij bij zijne
sollicitatie had moeten weten, wat er aan de betrek
king verbonden was, doch hij heeft waarschijnlijk niet
op die noodige hulp gerekend en spr. moet met de
fin. comm. verklaren, dat hij zijne betrekking goed
vervult.
De heer Ven Boer voert aan, dat het raadhuis op
uitstekende wijze in orde wordt gehouden, en waai
de concierge 's wekelijks f 1 moet uitgeven voor het
I '-oouhouden, acht spr. het billijk, dat hem die uit-
wordt vergoed.
I,/ 3 heer Alassee schenkt zijne adhaesie aan het voor-
der fin. comm. Men moet de ambtenaren goed
oetalen, vooral wanneer zij hun plicht doen zooals de
concierge van het raadhuis. Indertijd is aangedrongen
op bezuiniging ter secretarie, maar dat sloot niet in,
dat men de ambtenaren tekort moet doen.
De heer jhr. Ve Marees van Swinderen zegt tegen
het voorstel der financiëele commissie te zullen stem
men. De uitdrukking hi het antwoord van burg. en
weth. kan de leden van den raad op een dwaalspoor
gebracht hebben, alsof zij de verhooging wilden. Dit
is niet zoo. Burg. en weth. zijn homogeen, dat waar
tal van sollicitanten naar de betrekking dongenin
het voldoen van zijn plicht geene reden is gelegen om
de belooning nu reeds te verhoogen. Andere ambte
naren, die eveneens hun plicht doenzouden gelijke
aanspraak kunnen doen gelden. Bovendien heeft de
titularis geweten of kunnen weten, wat er aan de
betrekking verbonden was.
De heer mr. De Jonge van Ellemeet wil nog wijzen
op de verantwoordelijkheid, die de concierge heeft,
daar hij niet gelijk te stellen is met andere ambte
naren. Hij is een element van de secretarie en aai!
zijne zorg is veel toevertrouwd. Spr. vindt het daarom
wenschelijk, dat hem eene tegemoetkoming in de te
doene uitgaven worde verleend. Hij geniet eene be
looning van f8.65 's weeks en als daarvan nu fl aan
werkloon moet worden betaald, acht spr. dit te gering.
De heer Ochtman zegt nog, dat de heer De Jonge
van Ellemeet vergeet, dat de concierge ook geniet vrije
woning, vuur en licht, hetgeen op f200 kan geschat
worden.
De heer Massec wil niets tekort doen aan de waar
heid van die f200, maar hij moet toch opmerken, dat
de concierge zich nergens anders dan ten raadhuize
kan ophouden. Indien hij elders woonde, had hij die
f200 niet noodig. Ook kan spr. niet onderschrijven,
wat de heer Van Swinderen zegt omtrent de vele
sollicitanten naar de betrekking. Al zijn er vele sol
licitanten, daarom zijn zij allen niet geschikt. Velen
laten zich verleiden door den vroegeren zuurdeesem
van emolumenten, zonder te bedenken, wat aan de
betrekking verbonden is.
Het voorstel der financiëele commissie, gewijzigd,
zooals in het antwoord van burg. en weth. is aange
geven, wordt nu in omvraag gebracht en aangenomen
met 7 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren dr. Callenfels,
Ochtman, jhr. De Marees van Swinderen en Steketee.
Bij Hoofdstuk III, Afd. I, Art. 6Jaarwedde der
vaste arbeiders, rapporteert de fin. comm.
De post voor de vaste arbeiders is begroot als
't vorig jaar. Aangezien dus geen voorstel wordt ge
daan om een derden vasten arbeider aan te stellen
met het oog op het plantsoen en in den geest als
vroeger besproken is, rijst de vraag of de door burg. en
weth. na het verbreken van het contract met den
vroegeren aannemer van het plantsoen gfenomen proef
om dit laatste in daggeld te doen onderhouden, vöor-
deeliger voor de gemeente blijkt. In verband daarmede
trok onze aandacht, afd. 2 art. 7 van dit hoofdstuk,
waar wij, zonder eenige toelichting, f 690, zijnde f325
meer dan 't vorig jaar geraamd vinden voor het plant
soen. Voor inlichtingen in dezen bevelen wij ons aan,
terwijl wij dan tevens gaarne vernemen of en zoo
ja op welke gronden burg. en weth. de voorkeur
blijven geven aan de tegenwoordig gevolgd wordende
wijze in plaats van een derden arbeider speciaal met
het oog op het plantsoen aan te stellen, wat niet
zou uitsluiten, dat alsdan de 3 vaste arbeiders elk
ander in het gemeentewerk zouden kunnen behulp
zaam zijn, waardoor nu betaald wordende tijdelijke
hulp van de 2 vaste arbeiders wellicht zou kunnen
worden uitgewonnen.
De Voorzitter leest nu een rapport van den bouw
meester, waaruit blijkt dat van 7 Mei 1881 (de dag
waarop de vroegere aannemer werd ontslagen) tot 7
Mei 1882 aan arbeidsloon voor genoemde werkzaam
heden minder werd uitgegeven dan een vaste arbei
der aan de gemeente zou kosten f155,28. Voorts,
dat dit verschil nog grooter wordt, omdat 1 o. dit jaar
door verschillende omstandigheden meer arbeid heeft
gevorderd, dan in den regel zal noodig zijn, tenzij
het plantsoen belangrijk werd uitgebreid, of hoogere
eischen dan in het afgeloopen jaar werden gesteld en
2o. op sommige tijden van het jaar of bij aanleg of
verandering van eenig terrein het al eens noodzakelijk
is twee of meer mannen tegelijk aan het werk te
hebben, zoodat dan nog extra daggelden betaald zou
den moeten worden. Eindelijk, aannemende, dat voor
hetzelfde loon van de vaste arbeiders een bekwaam
tuinman werd verkregen, genegen om op tijden, dat
er niets aan het plantsoen te doen valt, allerlei sjou-
werwerk te verrichten, zou het te betwijfelen zijn,
niet of er dan ook werk voor hem «te vinden," maar
of zijne hulp dan juist xmoodig" zou wezen.
Daarna wordt gelezen het antwoord van burg. en
weth., luidende
Onder overlegging van het rapport van den bouw
meester omtrent het verschil tusschen de tegenwoor
dige wijze van onderhoud der plantsoenen en bij het
aanstellen van een derden vasten arbeider, gelooven
burg. en weth. die aanstelling vooralsnog te moeten
ontraden.
Onder het uitgetrokken bedrag van f698 zijn mede
begrepen de kosten van het eventueel aanleggen van
plantsoen.
4 Dhr. dr. Callenfels zegt, dat het ook zijne aandacht
getrokken had, dat er zulk een hooge som voor het
onderhoud van het plantsoen uitgetrokken was, doch
nu volkomen te zijn ingelicht. Tegen het aanstellen
van een derden vasten arbeider moet hij zich verklaren
uit aanmerking van het rapport van den bouwmeester.
De heer mr. De Jonge van Ellemeet bedankt voor
de gegeven inlichtingen, die hem zeer afdoende voor
komen.
De post blijft onveranderd.
Bij Hoofdstuk III, Afd. II, Art. 1 onderhoud van
openbare gebouwen, vraagt de heer Massee, wat er al
zoo aan den toren gebeurt? Niet zoo zeer de zucht
van inmenging in de taak van het dagelijksch bestuur,
als wel nieuwsgierige belangstelling legt hem die vraag
op de lippen.
De heer Ochtman zegt, dat bij de herstelling van
een balk is gebleken, dat het koperwerk van den toren
op onderscheidene plaatsen los was, en dat men toen
is overgegaan tot herstelling van het geheel, dewijl
er nu toch een stelling noodig was. De kosten zullen, voor
zoover uit de nu reeds ingeleverde weekstaten der
werklieden kon worden nagegaan f 1500 a f 2000
zijn.
De heer Massee bedankt voor de bekomen inlich
tingen.
Bij Hoofdstuk III, Aid. II Art.2Onderhoud der
havenwerken, zegt de heer dr. Callenfels, dat vroeger
de wijdte van het Sas van tijd tot tijd gemeten werd,
doch dat hij daarvan in den laatsten tijd niet gehoord
heeft; hij vraagt of dit niet meer geschiedt?
De Voorzitter antwoordt, dat die meting altijd in
Mei en in November plaatsheeft, en dat het resultaat
van Mei aan den Raad is medegedeeld.
De heer dr. Callenfels zegt nog, dat hem klachten
zijn ter oore gekomen over de ondiepte der haven
tusschen de Kweokhoeve en het Sas.
De heer Ochtman antwoordt, dat hij zoodanige
klachten nog nimmer vernomen heeft, wel over ondiep
ten meer naar de zijde der stad> doch dat daarin bij
tfé laatste aflating van water is voorzien door belang
rijke uitgravingen, zooals de grond bij de H. B. S.
aantoont. Hij wil echter naar het aangevoerde een
onderzoek instellen.
De heer dr. Callenfels zegt, dat die grond ook
zijne aandacht getrokken heeft, en vraagt, wat er
mede gedaan wordt?
De heer Ochtman antwoordt, dat die grond is afge
staan aan het Burgerlijk Armbestuur, 't welk dien zal
bezigen voor demping der Brakke Vest enhetophoo-
gen van een weg.
(Slot volgt.)
Buitenlandsch Overzicht.
Het is nu mogelijk een vrij volledig overzicht te
geven van den uitslag der verkiezingen voor leden
van den Pruisischen landdag. Eenige herstemmingen,
die nog moeten plaatshebben, zullen geene verande
ring daarin brengen.
Men rekent dat er in genoemd huis zullen zijn
conservatieven 129, vrije conservatieven 55, centrum
en Wellen te zamen 100, nationaal-liberalen 70, se-
cessionisten 20, Fortschritts-garti) 39, Polen en De
nen 20.
De liberalen hebben een nederlaag geleden, die te
zwaarder valt omdat zij op eene overwinning hadden
gerekend. De meerderheid is nu in handen van conser
vatieven en clericalengaan die samen, dan kunnen
de liberalen niets uitvoeren, en het is hun toch zeker
niet geraden om den steun der clericalen te bedelen.
Stelt, dat zij dien nog zouden verwerven, er zou toch
nooit op gerekend kunnen worden.
Zondag herdacht de bekende veldmaarschalk Von
Moltke den dag, waarop hij voor 25 jaar aan het
hoofd van den generalen staf werd geroepen. Op zijn
verzoek is dit feit zonder eenige feestelijkheid her
dacht. Hij zelf was in Berlijn niet aanwezig.
De oproerige bewegingen in Erankrijk duren voort
al is de toestand in Lyon iets beter en dreigbrieven
zijn aan de orde van den dag. Terwijl o. a. de Pa-
rijsche gemeenteraad Vrijdag eene zitting hield, ont
vingen de leden een brief, waarin hun aangekondigd
werd dat men de vergaderzaal in de lucht zal laten
springenals de stedelijke accijnzen niet spoedig af
geschaft worden.
Den volgenden dag vond de politie in den Faubourg
Saint-Germain, in den omtrek der beurs en in andere
gedeelten der stad aanplakbiljetten, die eindigden met
de volgende woorden: «Dood aan de volksuitzuigers!
Leve de sociale revolutie."
Zij werden natuurlijk afgescheurd.
Het Elysée en andere openbare gebouwen worden
streng bewaakt.
Verder zal de regeering een besluit publiceeren,
waarbij regelen zullen worden voorgeschreven op het
gebruik van dynamiet. Er zullen formaliteiten te
vervullen zijn om aan de fabriek dynamiet afgeleverd
te krijgen, en de formaliteiten zullen verder voortge
zet worden tot aan de plaats, waar men het gebrui
ken wil.
De regeering heeft verder besloten een blijvende
bezetting te honden te Montceau-les-Mines.
De Bey van Tunis is plotseling overleden, en zijn
wettige opvolger Ali-bey is Zaterdag plechtig met het
oppergezag bekleed.
De Fransche minister-president heeft hem de gevoe
lens van toewijding en eerbied der Fransche regeering te
kennen gegeven. Hij verklaarde dat hij er op rekende,
dat de nieuwe bey van zijn kant ook gehecht zou zijn
aan Frankrijk. Dit wederkeerig vertrouwen zal het
tot stand brengen der vereischte hervormingen ver
haasten, die hij zal helpen bevorderen zonder op het
onderscheid van nationaliteit te letten.
Generaal Wolseley is Zaterdag te Londen aangeko
men en onder daverende toejuichingen ontvangen.
Het verhoor der getuigen d charge tegen Arabi-bey
is geëindigd, en heeft natuurlijk de medeplichtigheid
van Arabi aan het plunderen en verbranden van Alexan
dre bewezen.
Wat nu de getuigen a décharge te vertellen zullen
hebben
Volgens bericht uit genoemde stad zullen voor vier
millioen obligatiën van geunifieerde Egyptische fondsen
worden uitgegeven, teneinde de verliezen te dekken,
veroorzaakt door den brand en de plundering te
Alexandrië.
Gemengde Berichten.
Borssele. Alhier heeft een zwerm honigbijen zijn
winterkwartier opgeslagen in den schoorsteen van
eene hooge woning.
Tot postbode tusschen deze gemeente en 's Heeren-
hoek is, met ingang van 1 November a. s., benoemd
J, Van den Berge, thans in dezelfde betrekking te
Zoutelande en voorheen te Nieuwdorp.
Verleden Vrijdag viel hier een suikerpeendrager door
het kantelen van een loopplank in da haven.
Door spoedig aangebrachte hulp werd hij echter
onmiddellijk gered, zoodat hij met den schrik en een
nat pak vrij kwam.
Op denzelfden dag vierde een werkman het feest
van zijn 40jarig huwelijk en van zijn even langdurige
dienstbetrekking bij een en denzelfden man, die hem
daarvoor een zeer geschikt cadeau ten geschenke gaf.
's-Heer Adtskerke, De zangvereeninging «Nooit ge
dacht" heeft hare oefeningen, die gedurende de win
termaanden plaats hebben, weder hervat met hetzelfde
aantal leden als den vorigen winter
Wissekerke. De kuip van den Sophiapolder is
Zondagnamiddag ingeloopen.
Mwdelburq. De vermoedelijke dader van de be
kende oplichting van den horlogemaker V., ten name
van den stationchef alhier, is te Kampen aangehouden
en zal morgen herwaarts worden overgebracht. Hij
heet R. S., en is herkomstig uit Dordrecht. Ver
moedelijk is hij dezelfde persoon die zich toelegt op
het zich doen afgeven van overjassen ten nadeele der
eigenaars.
De beer L. C. Hondius herdenkt beden zijn 25
jarige betrekking als vendumeester alhier. Heden
morgen vóór den aanvang eener verkooping in zijn
lokaal werd hem, bij monde van den heer F. C. M.
Boenders, namens eenige kooplieden een fraai aan
denken aangeboden als bewijs van waardeering der
wijze, waarop de heer Hondius zijne betrekking vervult.
Zaterdag is van de werf «de Volharding" van de
firma Den Bouwmeester, Borsius en Van der Leijé
alhier met goed gevolg te water gelaten het bark
schip «Prinses Wilhelmina".
Door de politie te Nijmegen zijn eenige gouden
sieraden aangehouden, welke eenige dagen geleden te
Vlissingen waren gestolen. Den vermoedelijken dader
zekeren T. M. te 's Bosch, die deze voorwerpen te
gelde heeft gemaakt, is men reeds op het spoor.
Mevrouw S., wier beenen bij het spoorwegon
geluk bij Vogelzang gebroken werden en die 24 Oct.
van daar naar Haarlem overgebracht was, is Woensdag
in laatstgenoemde plaats plotseling overleden.
Te St. Pieter, nabij Maastricht, is van twee kin
deren van 4 en 5 jaar door het vuur vatten van het
bed, waarin zij sliepen het eene verbrand en het andere
gestikt. Onvoorzichtigheid en nalatigheid schijnen
de aanleiding tot dit ongeluk.
Te Niederdorp bij Venloo, werd een landbouwer
die op zijn land werkzaam was, doodelijk met een
geweerschot getroffen door een jager, die meende eene
ree voor zich te hebben.
Uit verschillende deelen van Europa komen be
richten omtrent hevige regens, die de vorige week
gevallen zijn.
In Engeland moet het zeer erg geweest zijn. Ver
scheidene streken in het dal van liet Theemsgebied
werden overstroomd.
In Karinthe veroorzaakten die regens overstroo
mingen, welke grooter afmeting hebben dan die van
September. De valleien van Moëll en Gail zijn over
stroomd en de gemeenschap is afgebroken.
In Zuid-Tyrol is tengevolge van den regen het
spoorwegverkeer op vele plaatsen gestremd. Uit alle
berichten blijkt, dat men vreest voor nog erger rampen
dan bij de overstrooming van onlangs, daar de wer
ken ter voorloopige voorziening zwak ztaan, en de
grond overal wegbrokkelt.
Te Londen heeft niet weinig opspraak verwekt
de zekerheid nopens het noodlottig einde van Palmer,
Gill en Charringtondie Suez verlieten tot aankoop
van Arabische kameelen, waarvan een telegram in een
vorig no. melding maakte. Het blijkt dat de gou
verneur van Nakhlo het drietal, nadat ze geplunderd
warenvoor den rand van een afgrond liet brengen
en hun de keus liet om erin te springen en alzoo
den dood te ondergaan, of om doodgeschoten te wor
den. Palmer sprong daarop in den afgrond: de beide
anderen verkozen doodgeschoten worden. Men vond
de verminkte lijken van de beide laatstenniet dat
van Palmer.
Zekere Charles Soutar werd Dinsdag door het
Edinburger gerechtshof tot eene tuchthuisstraf van
vijf jaren veroordeeld wegens het stelen van Lord
Crawford's lijk uit den grafkelder te Dunecht. De
Daily News acht deze straf buitensporig zwaar, te
meer, omdat lijkroof volgens de Engelsche en de
Schotsche wet geen diefstal is, aangezien een lijk
geacht wordt niemands eigendom te zijn. Soutar moest
dus gevonnisd worden wegens «heiligschennis", uit
crimineel oogpunt eene vrij nevelachtige overtreding-
Dat Soutar medeplichtigen heeft gehad, staat, met
het oog op de toedracht van het gepleegde feit, zoo
goed als boven twijfel. Hij weigerde echter ze te ver
raden, en men kwam hen tot dusver niet op het spoor.
Afpersing van geld was vermoedelijk het oogmerk
van dezen lijkroof. Dit werd dan echter niet bereikt:
want Lady Crawford heeft van den beginne af ge
weigerd den dief of dieven de handen te vullen, zoo
dat men vooreerst van soortgelijke schelmstukken wel
niet meer hooren zal.
Te Parijs is een in aanbouw zijnd huis, dat
reeds tot de vierde verdieping was opgetrokken, in
gestort. Van de twintig werklieden werden acht on
der het puin begraven. Allen werden zwaar gewond
eronder uit gehaald.
De voortvluchtige notaris S. De Haan van Am
sterdam moet zich, naar het Utr. Dbl meldt, nog in
Duitschland ophouden. Men meent hem zooverre op
het spoor te zijn, dat hij weldra weder naar Neder
land teruggevoerd zal worden. Naar globale bere
kening bedraagt het passief pl. m. f80,000.
Dinsdagnacht zijn te Epe, bij Gronau, 22 huizen
met schuren en het bovenste gedeelte der R. C. Kerk
afgebrand. De brand was bij een bakker ontstaan.
Oberdank, de bedrijver van den bekenden bom-
men-aanslag te Triest, is ter dood veroordeeld, maar
wegens de onthullingen, door hem gedaan omtrent
het geheime Italiaansche genootschap waartoe hij
behoorde, zal hem waarschijnlijk gratie worden ge
schonken.
Een telegram uit New-York, dat tusschen 28
en 30 October stormachtig weder uit het Oosten tot
NW. voorspelde op de Engelsche, Noordsche en Fran
sche kust bracht tevens de aangename tijding dat
het weder vermoedelijk tot 2 Nov. onbestendig zal zijn.
Telegrammen van den kapt.-gen. der Philippijn-
sche eilanden, te Madrid ontvangen, behelzen ontzettende
bijzonderheden omtrent den storm op Manilla. Zestig
duizend personen zijn zonder dak. Binnen een uur
tijds waren de inlandsche houten huizen vernield; ook
steenen gebouwen werden van de daken beroofd; kazer
nen, hospitalen, hoofdkantoren, werkplaatsen en maga
zijnen werden verwoest; vele schepen strandden. De
typhoon woedde niet alleen te Manilla, maar strekte
zich ook uit over den geheelen archipel. De kapitein-
generaal raamt de geruïneerde gezinnen alleen te Lucon
op (5000^ Buiten de hoofdstad leden de tabaksplan-
-iagee-groete schade. Het verlies van menschenlevens
is betrekkelijk gering. Gelijktijdig met den typhoon
hield de cholera op te woeden. De kapt.-gen. riep
den raad bijeen tot het nemen van. maatregelen tot
leniging van den nood.