Buitenlandsch Overzicht.
Gemengde Berichten.
ebracht worden de voortbrengselen van elkanders
bedrijf leeren kennen, en bet goede dat ieder beeft,
leeren waardeeren en overnemen.
En hij, die zijn bedrijf reeds zoo heeft ontwikkeld,
dat hij gerust de concurrentie met den buitenlander
onder de oogen durft zien, de Nederlandsche landbou
wer die op internationale tentoonstellingen in den
vreemde de eer van onzen Nederlandschen landbouw
wist te handhaven, hem worde eindetijk ook eens de
gelegenheid gegeven om onder gunstiger voorwaarden,
binnen de grenzen van zijn eigen land, zich te meten
met den vreemdeling.
Jaar op jaar worden in naburige landen internatio
nale landbouwtentoonstellingen georganiseerd, waarbeen
de Nederlander met veel moeite en kosten zijn vee,
zijn zuivel en landbouwproducten heen zendtmaar
nog nooit noodigde Nederlandhet landbouwland bij
uitnemendheid, den vreemdeling tot een edelen wed
strijd op landbouwgebied binnen eigen grenzen uit.
En dat men in het buitenland er prijs op steltden
Nederlandschen landbouw te leeren kennendat be
wijzen de commissiën, die Amerika en Engeland met
dat doel reeds tot ons afzond.
Die kennismaking van het buitenland met wat wij
op landbouwgebied vermogendie voor onzen handel
de beste vruchten zal afwerpen, zij wordt door niets
krachtiger in de hand gewerkt dan door een goed
geslaagde internationale tentoonstelling, die door dat
internationale karakter leerrijk kan zijn in hooge mate
voor den Nederlander.
Ook dat overwogen de besturen onzer landbouw-
maatschappijen, toen zij tot het houden eener inter
nationale landbouwtentoonstelling zich vereenigden.
Groote nationale belangen, de ontwikkeling van onzen
vaderlandschen landbouw en de uitbreiding van onzen
landbouwhandel staan dus in nauw verband tot het
tot stand komen en het welslagen dezer tentoonstelling.
Nederlanders! ook de eer van ons volk is er bij
betrokken. Ik vraag het uzou het geen schande
wezen als het landbouwende Nederland niet zooveel
geld kon bijeenbrengen, dat althans eindelijk ook eens
in ons land gebeure, wat wij telken jare bij onze naburen
op zoo uitnemende wijze zien tot stand komen? Zou
het Nederlandsche volk aan het comité voor de Inter
nationale landbouwtentoonstelling zijn bijdragen ont
houden? Ik kan het niet gelooven.
Niet in de eerste plaats groote giften vraagt het
comité, ook al zullen die natuurlijk met dankbaarheid
worden aangenomen. Maar het vraagt voor een echt
nationale onderneming bovenal aller medewerking,
dan behoeven de giften niet groot te zijn Met vol
vertrouwen roep ik bij dezen allen op, die onzen Ne
derlandschen landbouw liefhebben en wien onze natio
nale eer ter harte gaat, om ons bij het niet gemak
kelijke werk, dat ons werd opgedragen, te steunen en
door woord en daad het welslagen der eerste Inter
nationale landbouwtentoonstelling in Nederland te hel
pen bevorderen. De weg daartoe is aangewezen. Wij
verzochten reeds den hoofden der gemeentebesturen, om,
geholpen door de verschillende landbouwvereenigingen,
waar die mochten bestaanóf zelf gelden te willen
doen inzamelen voor ons doel, óf commissiën daartoe
te vormen. Waar zulke commissiën reeds zijn gecon
stitueerd of onze lijsten op andere wijze circuleeren,
daar vraag ik veler bijdragen. In die gemeenten, waar
voor de bevordering van ons doel nog niets werd ge
daan, daar roep ik alle welgezinden op, om door het
vormen eener commissie tot het inzamelen van gelden
hen, die ons hunne bijdragen willen schenken, daartoe
in staat te stellen.
Moge mijn vertrouwen op veler medewerking niet
worden beschaamd
Huize de Cloese bij Lochem, 11 Aug. 1882.
C. J. SICKESZ,
"Voorzitter van het Uitvoerend Comité
der Internationale Landbouwtentoon
stelling in 1884 te Amsterdam.
Generaal Wolseley, de bevelhebber van de Engelsche
expeditie in Egypteheeft de eigenaardige gewoonte
om overal te doen rondbazuinen welke campagne
plannen hij heeft. Niemand zal bij een veldheer aan
ernst gelooven, wanneer hij zoo iets doet, maar Arabi-
Bey schijnt zich toch even in den strik, hem gespan
nen, te hebhen laten vangen.
Hij verkeerde n. 1. in het geloof, dat de posten der
Engelschen te Meks ten gevolge van 't zenden van
troepen naar Aboekir en Ramleh ontbloot warenhij
liet ze aanvallen, doch is met ernstige verliezen te
ruggeslagen.
Wie weet, welke verrassingen de Britsche generaal
zijn vijand nog meer bereidt: niet zonder bluf voor
zeker verklaart hij, dat binnen zes weken de geheele
zaak zal zijn afgeloopen.
Als het maar niet gaat als in Transvaal!
Spoedig wordt nu een beslissende slag tegemoet
gezien.
Te Port-Saïd zijn Zondagochtend Engelsche ma
trozen aan land gegaan, die de inboorlingen ontwapen
den, welke geen weerstand boden. Verscheiden trans
portschepen en oorlogsbodems zijn op de reede en een
vloot van zeven schepen is binnen de haven gekomen.
Twee schepen zijn het kanaal .binnengevaren. Men
verzekert, dat de admiraal de scheepvaart op het ka
naal heeft doen staken.
Dit laatste zou zeker nog al een heftig protest uit
lokken van de overige mogendheden. Daarom komt
dit ons nog al onwaarschijnlijk voor, te meer wijl,
volgens een bericht, Zaterdag te voren de onderteeke-
ning is verkregen door de Porte en de ambassadeurs
van het protocol betreffende het Suez-kanaal.
Overeenkomstig dat protocol zouden marine-officieren
van Turkije en de mogendheden te Port Said eene
commissie vormen om maatregelen te nemen tot be
scherming van 't kanaal.
Toch behield Engeland zich de quaestie van over
macht voor.
De conferentie zou waarschijnlijk heden weer eens
bijeenkomen. Tusschen Engeland en Turkije moet
thans eene overeenkomst zijn tot stand gebracht.
Daarin gouden de volgende punten voorkomen
Een Engelsch generaal zou als gedelegeerde in het
Turksche kamp zijn om de communicatie tusschen beide
legers te vergemakkelijkende legers zouden zoo ma
noeuvreeren, dat zij elkander niet belemmeren en een
tijdstip zou vastgesteld zijn voor ontruiming van Egypte
door het Engelsche leger.
Bij den sultan schijnt de paleis-partij de anti-
Engelschgezinde thans wéér de bovenhand te hebben.
Men weet uit ons vorig nommer hoe de Russische
hladen ook oorlogzuchtig worden. Over het geheel
slaat men in Rusland den gang van zaken in Egypte
met belangstelling gade.
Aan de Petersburgsche departementen van vloot en
leger heerscht groote bedrijvigheid. In militaire krin
gen is men bijzonder op oorlog gesteld.
Wat in geen tijd in Frankrijk is gebeurd had den
vijftienden Augustus te Parijs weder plaats. Op dien
dag was men onder het laatste Keizerrijk te Parijs
gewoon een schitterende illuminatie te ontsteken ter
eere van den Keizer. Die feestdag werd een gedenk
dag, toen het Bonapartisme in Frankrijk zulk een
zware slag werd toegebracht in de vestiging der te
genwoordige republiek. Toch hielden de Bonapartis-
ten den vijftienden Augustus in eere door de leden
der partij alsdan zooveel mogelijk op een meeting
te vereenigen. Sedert den dood van den Keizerlijken
Prins in Zoeloeland hadden ook deze partijvergade
ringen niet meer plaats, totdat men in de tegenwoor
dige omstandigheden aanleiding meende te vinden, om
den vijftienden Augustus even als voorheen te vieren.
Een groote partij vergadering heeft nu weder te Parijs
plaats gehad. Enkele personen voerden het woord.
Grove uitvallen tegen de republiek ontbraken in de
overigens vrij onbeduidende redevoeringen niet De
strekking van het gesprokene was intusschen de be
wering, dat de dagen der republiek zijn geteld en
een Bonaparte haar zal dooden. Prins Victor, ver
klaarde de Cassagnac, was gereed om onder den naam
van Napoleon V het derde keizerrijk te vestigen. Een
bewijs voor de nadering van dat kezerrijk zagen de
sprekers vooral in den tegenwoordigen toestand van
Frankrijk, dat een toestand van malaise doorleeft.
Niettegenstaande het buitengewoon talrijke bezoek, dat
aan de bijeenkomst ten deel viel, werd er de orde
geen oogenblik verstoord.
De vrouwen op IJsland hebben thans stemrecht.
De koning van Denemarken schonk aan de daarop
betrekking hebbende wet zijne goedkeuring, maar hij
onthield die aan een ontwerp van wet, dat de vrou
wen ook verkiesbaar wilde stellen voor raadslid.
De Coreanen hebben het vooral gemunt op de
Japanners.
Corea is cynsbaar èn aan China én aan Japan.
Thans wil laatstgenoemd land de belangen van zijne
onderdanen op genoemd schiereiland verdedigen, maar
daartegen verzet China zich weer, dat alleen de orde
wil herstellen. Hierdoor is tusschen China en Japan
weer een zeer gespannen verhouding ontstaan.
Zondag geraakte het dochtertje van C. Den B.,
op den Molendijk alhier, door het omvallen van een
petroleumtoestel in brand. Men had de tegenwoor
digheid van geest het kind spoedig een zak om het lijf
te werpen, en zoodoende de vlam uit te dooven. De
door het meisje bekomen brandwonden zijn gelukkig
niet van ernstigen aard.
Yerseke. Een vijfjarig knaapje alhier, alleen te
huis zijnde, maakte daarvan gebruik door de gordij
nen in brand te steken. Tijdig toegesnelde buren
konden den brand nog blusschen en alzoo grooter
onheil afweren.
In den nacht van 5 op 6 Augustus moeten uit de
bakken, liggende in de Oosterschelde onder deze ge
meente, 10 a 15000 zaaioesters ontvreemd zijn.
HaNsweert. Door de rijkspolitie alhier is tegen
zekeren A. v. D., werkman, proces-verbaal opgemaakt
wijl hij bij een bakker brood haalde op naam van
C. N., winkelier. De politie nam het brood in be
slag, waaraan echter 4 H. L. ontbraken, die verbruikt
waren. Daar bewezen is, dat gemelde A. v. D. ge
durende eentgen tijd een flink weekgeld verdiende,
zal zijn voorwendsel als zou armoede hem tot die op
lichterij gedreven hebhen, niet veel tot verschooning
kunnen bijdragen.
Zaterdag is een jongman in de fabriek der
ïCommercie-compagnie" te Middelburg, bij het omhoog-
werpen van een drijfriem, met de machine in aanra
king gekomen.
Hij werd eenige malen rondgeslingerd. Behalve dat
hij eenige minder beteekenende kwetsuren bekwam,
is een zijner armen op drie plaatsen gebroken.
Onze vroegere stadgenoot de leerling-machinist
De B., die de vorige week bij het rangeeren van
treinen te Breda werd overreden, heeft eene amputatie
van den rechterarm en het rechterbeen moeten
ondergaan. Zijn toestand is sedert niet verergerd.
Mej. Humel, die bij het spoorwegongeluk te
Vogelenzang zoo ernstig gekwetst werd, is aan de
gevolgen bezweken.
De toestand van de familie Staleman blijft gunstig.
Woensdag, terwijl er boven Texel een zwaar
onweder woedde, deed een boer zijn paarden van den
wagen, om hen in de weide te laten loopen. Nauwe
lijks waren zij eenige schreden van hem verwijderd,
of beide dieren werden door den bliksem gedood.
Vrijdag werd tusschen Bussum en Hilversum de
waggon van een in beweging zijnden trein van den
Oosterspoorweg door een kogelnaar men althans
vermoedde, getroffen. Het raampje werd verbrijzeld;
het projectiel werd echter niet gevonden en is dus
waarschijnlijk teruggesprongen. De reizigers bleven
ongedeerd. Het vermoeden, dat het een kogel was,
vindt zijn grond in het schijfschieten op de naburige
heide.
Bij het graven van fundamenten heeft men te
Delft een geraamte gevonden, waarbij een looden
kogel lag.
Zaterdag, even voor dat de sneltrein van Breda
te Tilburg den overweg zou passeeren, en de slagboo-
men reeds nedergelaten waren, kwam de stoomtram
van de Veldhoven en reed door den eenen slagboom,
die verbrijzeld werd. Gelukkig dat de machinist van
de stoomtram nog tijdig terugstoomde, waardoor wel
licht groote ongelukken zijn voorkomen. Aan wien de
schuld ligt, zal uit een onderzoek moeten blijken.
Te Doetinchem sloeg bij een hevig onweder, dat
daar Zaterdagavond woedde, de bliksem in een huis
zonder echter brand te veroorzaken. De bliksem sloeg
boven in het dak bij den schoorsteen in, keerde een
ijzeren deksel, hangende op een pot boven het vuur,
om, doch van de negen in de kleine woning aanwezige
personen, bekwam niemand eenig letsel.
Door een of ander toeval sprong een bij de in
aanbouw zijnde nieuwe studenten-sociëteit te Groningen
gebruikt wordende groote bak tot het blusschen van
kalk uit elkander, waardoor vier der werklieden onder
en tusschen planken en kalk geraakten. Toen men
hen uit die benarde positie had geholpen, bleek, dat
éen van hen eenige kneuzingen had bekomen, zoodat
hij onder geneeskundige behandeling werd gesteld. De
drie overigen waren wel van 't hoofd tot de voeten
vol kalk, maar kwamen met den schrik vrij.
Bij het schijfschieten der grenadiers te 's-IIage
werd Vrijdag een korporaal in den observatiepost in
het rechteroog getroffen door een splinter van een
kogel, die tegen de ijzeren stang van de schijf uit-
eensprong.
Een luitenant heeft zich, bij het vernietigen van
kardoezen te Houten, het aangezicht deerlijk gebiand,
waardoor ernstige wonden zijn ontstaan.
Terwijl twee kanonniers, miliciens der lichting
1880, welke voor herhalingsoefeningen onder de wa
penen zijn gekomen, Donderdag in het kamp bij 01-
debroek bezig waren de granaat in den vuurmond
te brengen, sprong bij het aanzetten eensklaps het
projectiel, waardoor genoemde manschappen ernstig
werden gewond. Den een werden de rechtervoorarm
en de toppen der vingers van de linkerhand wegge
nomen, terwijl de ander drie vingers aan de linker
hand kwijt raakte.
De vergiftigingshistorie uit Tubbergen, waarvan
wij in ons nommer van 17 Aug. melding maakten,
schijnt geheel bezijden de waarheid geweest te zijn.
Wel gevoelde de familie zich niet lekkermaar van
vergiftiging was geen sprake en allerminst heeft het
brood daaraan schuld gehad.
Als vervolg op het medegedeelde uit Zwartsluis
omtrent een Frieschen schipper wordt gemeld, dat hij
anderhalf uur was doorgevaren, maaigeen rust heb
bende bij zijn snood bedrijf, den volgenden morgen
te voet naar Zwartsluis is teruggekeerd om het kind
te halen. Hij moest echter eerst voor het hoofd der
politie verschijnen en kon toen met het knaapje ver
trekken. Op de vraag, of hij de boot dicht en sterk
genoeg achtte om er mee van Hasselt naar Zwartsluis
te varen, gaf hij ten antwoord, dat hij er op rekende,
dat zijn zoontje achter een ander vaartuig zou mee
varen, want dat de oude boot zoo slecht was, dat hij
haar reeds had weggegeven. De vraag, of hij dacht
dat er dan altijd maar gelegenheid was om met een
ander vaartuig mede te varen, bracht hem in verle
genheid en het antwoord bleef hij schuldig.
(Hbl.)
Te Mulaghadruma in Ierland werd Vrijdagnacht
door eene troep gewapenden een gansch huisgezin
uitgemoord. Man, vrouw, moeder en dochter zijn dood
en twee knapen zullen vermoedelijk aan hunne won
den bezwijken. Deze misdaad is weder van agrarischen
aard. Men vermoedt namelijk dat de slachtoffers aan
het gerecht aanwijzingen verstrekt hadden omtrent
het vermoorden van een paar deurwaarders.
William Westgate, die te Puerto Cabello werd
aangehouden wegens medeplichtigheid aan den moord
op lord Cavendish en Burke, is te Jamaica aangeko
men. Men meldt nu, dat er overtuigende bewijzen
van zijn schuld voorhanden zijn en dat zijn beken
tenis geen streek van een zinnelooze is.
Cetewayo bevalt het in Londen uitstekend. Hij
staat tusschen zes en zeven uur op en ontbijt te 9
uur. Dit ontbijt bestaat uit twee kilo ossenvleesch
en de noodige aardappelen. Te een uur eet hij nog
zulk een kleinigheid en te zeven uur dineert hij. Het
menu is steeds hetzelfde, alleen bestaat er onderscheid
in de vruchten, die hij nuttigt. Sherry en champagne
laten zich door den zwarten vorst uitstekend sma
ken. Brood is iets, dat voor hem geheel vreemd is,
en hij eet er dan ook slechts zeer weinig van. Daar
entegen rookt hij veel en schijnt hij ook een lief
hebber van een goede sigaar te zijn. Het huis, dat
hij te Melbury-road bewoont, is goed gemeubileerd,
de bedden heeft men echter uit de kamers genomen,
daar de heeren hiervan een zeer zonderling gebruik
maakten. In de eerste dagen wisten de zwarte bewo
ners niet, hoe zij van de bovenverdiepingen naar be
neden moesten komen. Van trapaffoopen hadden zij
geen begrip en op een goeden keer zag men allen
langs de leuning naar beneden glijden Toen men hun
vertelde, dat dit niet paste, zonnen zij op een ander
middel en nu gaan ze op de boventree zitten om dan
zoo naar beneden te glijden.
Cetewayo bracht een bezoek aan den Prins en de
Prinses van Wales. Toen hij binnenkwam, schudde
de Prins hem de hand. Cetewayo gaf aan de zonen
van den prins stokken, gesneden uit hout, door hem
uit het Zulu-land meegebracht. De Kaffer-hoofden
hebben lord Kimberley de geschenken gezonden, welke
zij uit hun land voor de Koningin medebrachten.
Ook Cetewayo heeft wat voor de Koningin medege
bracht, namelijk fijn mandenwerk, door Zoeloes ver
vaardigd. Hij zal nog 14 dagen te Londen blijven en
dan naar het Zululand terugkeeren.
In Natal heeft de tijding van Engeland's voornemen
om Cetewayo in zijn koninkrijk te herstellen groote
verbazing gewekt. Een dergelijke maatregel zal, vreest
men, noodlottig zijn voor den vrede en de welvaart
onder kolonisten en inlanders. Petities en meetings
worden Voorbereid. De terugkeer van den ex-koning
wordt algemeen als een zekere voorlooper van een
oorlog beschouwd, waarvoor de Engelsche regeering
verantwoordelijk zal zijn.
Eene nieuwe stoomboot, bestemd voor de vaart
tusschen Dover en Calais, maakte dezer dagen den
overtocht in 70 minuten; en nog eene andere, door
de South-Eastern-maatschappij in de vaart gebracht,
legde ondanks ruwe zee en ongunstigen wind den af
stand van Folkestone tot Boulogne met eene snelheid
van 19 knoopen in den tijd van 106 minuten af. Op
deze wijze worden de kansen voor den Kanaal-tunnel
mee al niet beter, want men zal sneller óver dan
ónder de zee van Engeland naar Frankrijk kunnen
komen.
De schietwedstrijd op duiven, die^ hier te lande
verboden werd, zal, naar de «Sport" bericht, Woens
dag 23 Aug. a. s., om half twee 's namiddags, gehouden
worden op het terrein van de «Société de tir aux
pigeons de Hoboken-lez-Anvers", op het landgoed van
den heer F. Moretus de Bouchout, 20 minuten buiten
Antwerpen gelegen. Het oorspronkelijk programma
zal in zijn geheel opgevolgd worden.
De heer Girard, directeur van de gemeentelijke
inrichting te Parijs tot scheikundig onderzoek der
levensmiddelen, heeft een brief gericht aan de ver-
eeniging der «Médecine publique" aldaar, waarin hij
de aandacht vestigt op eene nieuwe wijze van melk-
vervalsching, die tegenwoordig wordt toegepast. Een
aantal veehouders te Parijs en omstreken, schrijft hij,
hebben afgezien van liet ouderwetsche «wasschen"
van de melk. Zij leveren de melk onvermengd, zooals
zij van de koe komt. Door eene bijzondere wijze van
voeding bewerken zij namelijk, dat hunne beesten
veel meer melk voortbrengen dan gewoonlijk, maar
de melk, die zij geven, is waterachtig en voedt niet.
De koeien worden bovendien op deze wijze alle tering
achtig en sterven na weinige maanden, doch zij heb
ben intusschen reeds zooveel melk geleverd, dat de
eigenaar er nog winst bij behaalt en bovendien niet
achterhaald kan worden door de wet. Hij «wascht"
de melk, om zoo te zeggen, niet na, maar vóórdat
de koe gemolken is. Er is echter geen twijfel aan,
of de nieuwe wijze van vervalsching is erger dan de
vroegerevroeger werd de goede melk slechts verdund.
Thans ontvangt men voor zijn geld een ongezond vocht,
waarvan het niet uitgemaakt is, of het niet tubercu
lose bij den gebruiker kan veroorzaken.
De bovenbedoelde vereeniging heeft de zaak opge
dragen aan eene vereeniging om haar te onderzoeken.
De Fenayrou's hebben zich in cassatie begeven
de advocaat Massenat-Deroche zal voor het hoogge
rechtshof als hun verdediger optreden.
Het geheele dorp Lindebuden, in West-Pruisen,
is afgebrand. Slechts éen woonhuis en de school
bleven gespaard, overigens werd letterlijk alles ver
nietigd.
Conrad, de moordenaar te Berlijn, heeft inge
zien, dat hij het leven niet houden kan zonder te eten
en neemt nu dagelijks zijn gewone portie. Het on
derzoek zal zeer veel moeielijkheden opleveren, daar
Conrad alles ontkent, zelfs zaken die niet het minst
in verband staan met den vreeselijken moord. Hij
heeft verklaard, dat het oudste kind het zijne was,
de drie anderen waren niet van hem. Toen hij zijn
vrouw van ontrouw verdacht had, nu vier jaren ge
leden, was hij uit het huis gegaan en sedert dien tijd
leefde zij met een ander. Hij is in de stellige over
tuiging dat men hem niet straffen zal, daar hij den
moord niet heeft bedreven.
Op de jacht van Vorst Von Bismark. Iemand,
die eens met Bismarck op de berenjacht ging, vertelt
daarvan in een der Duitsche bladen het volgende
Ik was rentmeester van het schoone landgoed Gade-
busch in Ingermannland, dat aan de vrijheeren van
Ueiküll behoorde en door zijn rijkdom aan allerlei
wild een waar Dorado voor jagers en jachtliefhebbers
was. Vóór alles waren het de talrijke beren, welke
de dichte, uitgestrekte wouden van het goed bewoon
den, die den strijdlust der jagers prikkelden en mij
talrijke bezoeken uit Petersburg bezorgden. In dien
tijd was de heer Von Bismarck-Schönhausen gezant
van Pruisen aan het Keizerlijk Hof. Ook hij hield
veel van de jacht en kreeg van mijnen meester vol
macht om zoo dikwijls als hij wilde op Gadebusch te
gaan jagen, terwijl mij opgedragen werd hem dan zoo
goed en gastvrij als dit op een goed, dat de eigenaar
zelf niet bewoont, mogelijk was, te ontvangen.
Op een dag deelde een der jachtopzichters mij
mede, dat men een prachtigen beer omsingeld had,
ik haastte mij dit aan den heer Von Bismark te doen
weten en reeds den volgenden morgen het was op
Hemelvaartsdag en ik lag nog te bed stond de toe
komstige Duitsche Rijkskanselier voor mij, om met
mij op de berenjacht te gaan. Dit kwam juist dien
dag niets in mijn kraam te pas, daar ik de commune
in de naastbijgelegen kerk zou gaan bijwonen. Ik
zeide dit ronduit, doch de heer Von Bismarck ant-
weordde«Och wat, wees toch niet zoo scrupuleus,
ik neem 't voor mijn rekeningDe wouden van zulke
beesten te zuiveren is ook een Gode welgevallig werk".
Wat bleef mij over, dan mij ter beschikking van mijn
bezoeker te stellen?
Zoo spoedig mogelijk werden de noodige voorbereid
selen gemaakt. De heer v. Bismarck hield er niet
van met een talrijk personeel op de jacht te gaan,
dus liet ik mij door de jachtopzieners het oponthoud
van den beer 7.00 nauwkeurig mogelijk aanduiden en
ging alleen de oudste rentmeester met ons mede. Na
een kort maar krachtig ontbijt stapten we op, door
den rentmeester met een klein maar dapper hondje
en twee jachthonden vergezeld; deze twee groote hon
den wilden echter, zoodra zij het spoor van den beer
geroken hadden, niet meer van onze zijde wijken.
De heer Von Bismarck drong zoo driftig, dat we hem
bijna niet konden bijhouden, in het dichte bosch, en
het duurde niet lang of de beer kwam uit het hout
te voorschijn, om terstond een saluutschot uit het
geweer van den heer Von Bismarck in zijn poot te
ontvangen. Het dier trok zich in het dichtste van het
woud terug; we volgden zijn bloedig spoor, doch