Buitenlandsch Overzicht. Gemengde Berichten. ebracht worden de voortbrengselen van elkanders bedrijf leeren kennen, en bet goede dat ieder beeft, leeren waardeeren en overnemen. En hij, die zijn bedrijf reeds zoo heeft ontwikkeld, dat hij gerust de concurrentie met den buitenlander onder de oogen durft zien, de Nederlandsche landbou wer die op internationale tentoonstellingen in den vreemde de eer van onzen Nederlandschen landbouw wist te handhaven, hem worde eindetijk ook eens de gelegenheid gegeven om onder gunstiger voorwaarden, binnen de grenzen van zijn eigen land, zich te meten met den vreemdeling. Jaar op jaar worden in naburige landen internatio nale landbouwtentoonstellingen georganiseerd, waarbeen de Nederlander met veel moeite en kosten zijn vee, zijn zuivel en landbouwproducten heen zendtmaar nog nooit noodigde Nederlandhet landbouwland bij uitnemendheid, den vreemdeling tot een edelen wed strijd op landbouwgebied binnen eigen grenzen uit. En dat men in het buitenland er prijs op steltden Nederlandschen landbouw te leeren kennendat be wijzen de commissiën, die Amerika en Engeland met dat doel reeds tot ons afzond. Die kennismaking van het buitenland met wat wij op landbouwgebied vermogendie voor onzen handel de beste vruchten zal afwerpen, zij wordt door niets krachtiger in de hand gewerkt dan door een goed geslaagde internationale tentoonstelling, die door dat internationale karakter leerrijk kan zijn in hooge mate voor den Nederlander. Ook dat overwogen de besturen onzer landbouw- maatschappijen, toen zij tot het houden eener inter nationale landbouwtentoonstelling zich vereenigden. Groote nationale belangen, de ontwikkeling van onzen vaderlandschen landbouw en de uitbreiding van onzen landbouwhandel staan dus in nauw verband tot het tot stand komen en het welslagen dezer tentoonstelling. Nederlanders! ook de eer van ons volk is er bij betrokken. Ik vraag het uzou het geen schande wezen als het landbouwende Nederland niet zooveel geld kon bijeenbrengen, dat althans eindelijk ook eens in ons land gebeure, wat wij telken jare bij onze naburen op zoo uitnemende wijze zien tot stand komen? Zou het Nederlandsche volk aan het comité voor de Inter nationale landbouwtentoonstelling zijn bijdragen ont houden? Ik kan het niet gelooven. Niet in de eerste plaats groote giften vraagt het comité, ook al zullen die natuurlijk met dankbaarheid worden aangenomen. Maar het vraagt voor een echt nationale onderneming bovenal aller medewerking, dan behoeven de giften niet groot te zijn Met vol vertrouwen roep ik bij dezen allen op, die onzen Ne derlandschen landbouw liefhebben en wien onze natio nale eer ter harte gaat, om ons bij het niet gemak kelijke werk, dat ons werd opgedragen, te steunen en door woord en daad het welslagen der eerste Inter nationale landbouwtentoonstelling in Nederland te hel pen bevorderen. De weg daartoe is aangewezen. Wij verzochten reeds den hoofden der gemeentebesturen, om, geholpen door de verschillende landbouwvereenigingen, waar die mochten bestaanóf zelf gelden te willen doen inzamelen voor ons doel, óf commissiën daartoe te vormen. Waar zulke commissiën reeds zijn gecon stitueerd of onze lijsten op andere wijze circuleeren, daar vraag ik veler bijdragen. In die gemeenten, waar voor de bevordering van ons doel nog niets werd ge daan, daar roep ik alle welgezinden op, om door het vormen eener commissie tot het inzamelen van gelden hen, die ons hunne bijdragen willen schenken, daartoe in staat te stellen. Moge mijn vertrouwen op veler medewerking niet worden beschaamd Huize de Cloese bij Lochem, 11 Aug. 1882. C. J. SICKESZ, "Voorzitter van het Uitvoerend Comité der Internationale Landbouwtentoon stelling in 1884 te Amsterdam. Generaal Wolseley, de bevelhebber van de Engelsche expeditie in Egypteheeft de eigenaardige gewoonte om overal te doen rondbazuinen welke campagne plannen hij heeft. Niemand zal bij een veldheer aan ernst gelooven, wanneer hij zoo iets doet, maar Arabi- Bey schijnt zich toch even in den strik, hem gespan nen, te hebhen laten vangen. Hij verkeerde n. 1. in het geloof, dat de posten der Engelschen te Meks ten gevolge van 't zenden van troepen naar Aboekir en Ramleh ontbloot warenhij liet ze aanvallen, doch is met ernstige verliezen te ruggeslagen. Wie weet, welke verrassingen de Britsche generaal zijn vijand nog meer bereidt: niet zonder bluf voor zeker verklaart hij, dat binnen zes weken de geheele zaak zal zijn afgeloopen. Als het maar niet gaat als in Transvaal! Spoedig wordt nu een beslissende slag tegemoet gezien. Te Port-Saïd zijn Zondagochtend Engelsche ma trozen aan land gegaan, die de inboorlingen ontwapen den, welke geen weerstand boden. Verscheiden trans portschepen en oorlogsbodems zijn op de reede en een vloot van zeven schepen is binnen de haven gekomen. Twee schepen zijn het kanaal .binnengevaren. Men verzekert, dat de admiraal de scheepvaart op het ka naal heeft doen staken. Dit laatste zou zeker nog al een heftig protest uit lokken van de overige mogendheden. Daarom komt dit ons nog al onwaarschijnlijk voor, te meer wijl, volgens een bericht, Zaterdag te voren de onderteeke- ning is verkregen door de Porte en de ambassadeurs van het protocol betreffende het Suez-kanaal. Overeenkomstig dat protocol zouden marine-officieren van Turkije en de mogendheden te Port Said eene commissie vormen om maatregelen te nemen tot be scherming van 't kanaal. Toch behield Engeland zich de quaestie van over macht voor. De conferentie zou waarschijnlijk heden weer eens bijeenkomen. Tusschen Engeland en Turkije moet thans eene overeenkomst zijn tot stand gebracht. Daarin gouden de volgende punten voorkomen Een Engelsch generaal zou als gedelegeerde in het Turksche kamp zijn om de communicatie tusschen beide legers te vergemakkelijkende legers zouden zoo ma noeuvreeren, dat zij elkander niet belemmeren en een tijdstip zou vastgesteld zijn voor ontruiming van Egypte door het Engelsche leger. Bij den sultan schijnt de paleis-partij de anti- Engelschgezinde thans wéér de bovenhand te hebben. Men weet uit ons vorig nommer hoe de Russische hladen ook oorlogzuchtig worden. Over het geheel slaat men in Rusland den gang van zaken in Egypte met belangstelling gade. Aan de Petersburgsche departementen van vloot en leger heerscht groote bedrijvigheid. In militaire krin gen is men bijzonder op oorlog gesteld. Wat in geen tijd in Frankrijk is gebeurd had den vijftienden Augustus te Parijs weder plaats. Op dien dag was men onder het laatste Keizerrijk te Parijs gewoon een schitterende illuminatie te ontsteken ter eere van den Keizer. Die feestdag werd een gedenk dag, toen het Bonapartisme in Frankrijk zulk een zware slag werd toegebracht in de vestiging der te genwoordige republiek. Toch hielden de Bonapartis- ten den vijftienden Augustus in eere door de leden der partij alsdan zooveel mogelijk op een meeting te vereenigen. Sedert den dood van den Keizerlijken Prins in Zoeloeland hadden ook deze partijvergade ringen niet meer plaats, totdat men in de tegenwoor dige omstandigheden aanleiding meende te vinden, om den vijftienden Augustus even als voorheen te vieren. Een groote partij vergadering heeft nu weder te Parijs plaats gehad. Enkele personen voerden het woord. Grove uitvallen tegen de republiek ontbraken in de overigens vrij onbeduidende redevoeringen niet De strekking van het gesprokene was intusschen de be wering, dat de dagen der republiek zijn geteld en een Bonaparte haar zal dooden. Prins Victor, ver klaarde de Cassagnac, was gereed om onder den naam van Napoleon V het derde keizerrijk te vestigen. Een bewijs voor de nadering van dat kezerrijk zagen de sprekers vooral in den tegenwoordigen toestand van Frankrijk, dat een toestand van malaise doorleeft. Niettegenstaande het buitengewoon talrijke bezoek, dat aan de bijeenkomst ten deel viel, werd er de orde geen oogenblik verstoord. De vrouwen op IJsland hebben thans stemrecht. De koning van Denemarken schonk aan de daarop betrekking hebbende wet zijne goedkeuring, maar hij onthield die aan een ontwerp van wet, dat de vrou wen ook verkiesbaar wilde stellen voor raadslid. De Coreanen hebben het vooral gemunt op de Japanners. Corea is cynsbaar èn aan China én aan Japan. Thans wil laatstgenoemd land de belangen van zijne onderdanen op genoemd schiereiland verdedigen, maar daartegen verzet China zich weer, dat alleen de orde wil herstellen. Hierdoor is tusschen China en Japan weer een zeer gespannen verhouding ontstaan. Zondag geraakte het dochtertje van C. Den B., op den Molendijk alhier, door het omvallen van een petroleumtoestel in brand. Men had de tegenwoor digheid van geest het kind spoedig een zak om het lijf te werpen, en zoodoende de vlam uit te dooven. De door het meisje bekomen brandwonden zijn gelukkig niet van ernstigen aard. Yerseke. Een vijfjarig knaapje alhier, alleen te huis zijnde, maakte daarvan gebruik door de gordij nen in brand te steken. Tijdig toegesnelde buren konden den brand nog blusschen en alzoo grooter onheil afweren. In den nacht van 5 op 6 Augustus moeten uit de bakken, liggende in de Oosterschelde onder deze ge meente, 10 a 15000 zaaioesters ontvreemd zijn. HaNsweert. Door de rijkspolitie alhier is tegen zekeren A. v. D., werkman, proces-verbaal opgemaakt wijl hij bij een bakker brood haalde op naam van C. N., winkelier. De politie nam het brood in be slag, waaraan echter 4 H. L. ontbraken, die verbruikt waren. Daar bewezen is, dat gemelde A. v. D. ge durende eentgen tijd een flink weekgeld verdiende, zal zijn voorwendsel als zou armoede hem tot die op lichterij gedreven hebhen, niet veel tot verschooning kunnen bijdragen. Zaterdag is een jongman in de fabriek der ïCommercie-compagnie" te Middelburg, bij het omhoog- werpen van een drijfriem, met de machine in aanra king gekomen. Hij werd eenige malen rondgeslingerd. Behalve dat hij eenige minder beteekenende kwetsuren bekwam, is een zijner armen op drie plaatsen gebroken. Onze vroegere stadgenoot de leerling-machinist De B., die de vorige week bij het rangeeren van treinen te Breda werd overreden, heeft eene amputatie van den rechterarm en het rechterbeen moeten ondergaan. Zijn toestand is sedert niet verergerd. Mej. Humel, die bij het spoorwegongeluk te Vogelenzang zoo ernstig gekwetst werd, is aan de gevolgen bezweken. De toestand van de familie Staleman blijft gunstig. Woensdag, terwijl er boven Texel een zwaar onweder woedde, deed een boer zijn paarden van den wagen, om hen in de weide te laten loopen. Nauwe lijks waren zij eenige schreden van hem verwijderd, of beide dieren werden door den bliksem gedood. Vrijdag werd tusschen Bussum en Hilversum de waggon van een in beweging zijnden trein van den Oosterspoorweg door een kogelnaar men althans vermoedde, getroffen. Het raampje werd verbrijzeld; het projectiel werd echter niet gevonden en is dus waarschijnlijk teruggesprongen. De reizigers bleven ongedeerd. Het vermoeden, dat het een kogel was, vindt zijn grond in het schijfschieten op de naburige heide. Bij het graven van fundamenten heeft men te Delft een geraamte gevonden, waarbij een looden kogel lag. Zaterdag, even voor dat de sneltrein van Breda te Tilburg den overweg zou passeeren, en de slagboo- men reeds nedergelaten waren, kwam de stoomtram van de Veldhoven en reed door den eenen slagboom, die verbrijzeld werd. Gelukkig dat de machinist van de stoomtram nog tijdig terugstoomde, waardoor wel licht groote ongelukken zijn voorkomen. Aan wien de schuld ligt, zal uit een onderzoek moeten blijken. Te Doetinchem sloeg bij een hevig onweder, dat daar Zaterdagavond woedde, de bliksem in een huis zonder echter brand te veroorzaken. De bliksem sloeg boven in het dak bij den schoorsteen in, keerde een ijzeren deksel, hangende op een pot boven het vuur, om, doch van de negen in de kleine woning aanwezige personen, bekwam niemand eenig letsel. Door een of ander toeval sprong een bij de in aanbouw zijnde nieuwe studenten-sociëteit te Groningen gebruikt wordende groote bak tot het blusschen van kalk uit elkander, waardoor vier der werklieden onder en tusschen planken en kalk geraakten. Toen men hen uit die benarde positie had geholpen, bleek, dat éen van hen eenige kneuzingen had bekomen, zoodat hij onder geneeskundige behandeling werd gesteld. De drie overigen waren wel van 't hoofd tot de voeten vol kalk, maar kwamen met den schrik vrij. Bij het schijfschieten der grenadiers te 's-IIage werd Vrijdag een korporaal in den observatiepost in het rechteroog getroffen door een splinter van een kogel, die tegen de ijzeren stang van de schijf uit- eensprong. Een luitenant heeft zich, bij het vernietigen van kardoezen te Houten, het aangezicht deerlijk gebiand, waardoor ernstige wonden zijn ontstaan. Terwijl twee kanonniers, miliciens der lichting 1880, welke voor herhalingsoefeningen onder de wa penen zijn gekomen, Donderdag in het kamp bij 01- debroek bezig waren de granaat in den vuurmond te brengen, sprong bij het aanzetten eensklaps het projectiel, waardoor genoemde manschappen ernstig werden gewond. Den een werden de rechtervoorarm en de toppen der vingers van de linkerhand wegge nomen, terwijl de ander drie vingers aan de linker hand kwijt raakte. De vergiftigingshistorie uit Tubbergen, waarvan wij in ons nommer van 17 Aug. melding maakten, schijnt geheel bezijden de waarheid geweest te zijn. Wel gevoelde de familie zich niet lekkermaar van vergiftiging was geen sprake en allerminst heeft het brood daaraan schuld gehad. Als vervolg op het medegedeelde uit Zwartsluis omtrent een Frieschen schipper wordt gemeld, dat hij anderhalf uur was doorgevaren, maaigeen rust heb bende bij zijn snood bedrijf, den volgenden morgen te voet naar Zwartsluis is teruggekeerd om het kind te halen. Hij moest echter eerst voor het hoofd der politie verschijnen en kon toen met het knaapje ver trekken. Op de vraag, of hij de boot dicht en sterk genoeg achtte om er mee van Hasselt naar Zwartsluis te varen, gaf hij ten antwoord, dat hij er op rekende, dat zijn zoontje achter een ander vaartuig zou mee varen, want dat de oude boot zoo slecht was, dat hij haar reeds had weggegeven. De vraag, of hij dacht dat er dan altijd maar gelegenheid was om met een ander vaartuig mede te varen, bracht hem in verle genheid en het antwoord bleef hij schuldig. (Hbl.) Te Mulaghadruma in Ierland werd Vrijdagnacht door eene troep gewapenden een gansch huisgezin uitgemoord. Man, vrouw, moeder en dochter zijn dood en twee knapen zullen vermoedelijk aan hunne won den bezwijken. Deze misdaad is weder van agrarischen aard. Men vermoedt namelijk dat de slachtoffers aan het gerecht aanwijzingen verstrekt hadden omtrent het vermoorden van een paar deurwaarders. William Westgate, die te Puerto Cabello werd aangehouden wegens medeplichtigheid aan den moord op lord Cavendish en Burke, is te Jamaica aangeko men. Men meldt nu, dat er overtuigende bewijzen van zijn schuld voorhanden zijn en dat zijn beken tenis geen streek van een zinnelooze is. Cetewayo bevalt het in Londen uitstekend. Hij staat tusschen zes en zeven uur op en ontbijt te 9 uur. Dit ontbijt bestaat uit twee kilo ossenvleesch en de noodige aardappelen. Te een uur eet hij nog zulk een kleinigheid en te zeven uur dineert hij. Het menu is steeds hetzelfde, alleen bestaat er onderscheid in de vruchten, die hij nuttigt. Sherry en champagne laten zich door den zwarten vorst uitstekend sma ken. Brood is iets, dat voor hem geheel vreemd is, en hij eet er dan ook slechts zeer weinig van. Daar entegen rookt hij veel en schijnt hij ook een lief hebber van een goede sigaar te zijn. Het huis, dat hij te Melbury-road bewoont, is goed gemeubileerd, de bedden heeft men echter uit de kamers genomen, daar de heeren hiervan een zeer zonderling gebruik maakten. In de eerste dagen wisten de zwarte bewo ners niet, hoe zij van de bovenverdiepingen naar be neden moesten komen. Van trapaffoopen hadden zij geen begrip en op een goeden keer zag men allen langs de leuning naar beneden glijden Toen men hun vertelde, dat dit niet paste, zonnen zij op een ander middel en nu gaan ze op de boventree zitten om dan zoo naar beneden te glijden. Cetewayo bracht een bezoek aan den Prins en de Prinses van Wales. Toen hij binnenkwam, schudde de Prins hem de hand. Cetewayo gaf aan de zonen van den prins stokken, gesneden uit hout, door hem uit het Zulu-land meegebracht. De Kaffer-hoofden hebben lord Kimberley de geschenken gezonden, welke zij uit hun land voor de Koningin medebrachten. Ook Cetewayo heeft wat voor de Koningin medege bracht, namelijk fijn mandenwerk, door Zoeloes ver vaardigd. Hij zal nog 14 dagen te Londen blijven en dan naar het Zululand terugkeeren. In Natal heeft de tijding van Engeland's voornemen om Cetewayo in zijn koninkrijk te herstellen groote verbazing gewekt. Een dergelijke maatregel zal, vreest men, noodlottig zijn voor den vrede en de welvaart onder kolonisten en inlanders. Petities en meetings worden Voorbereid. De terugkeer van den ex-koning wordt algemeen als een zekere voorlooper van een oorlog beschouwd, waarvoor de Engelsche regeering verantwoordelijk zal zijn. Eene nieuwe stoomboot, bestemd voor de vaart tusschen Dover en Calais, maakte dezer dagen den overtocht in 70 minuten; en nog eene andere, door de South-Eastern-maatschappij in de vaart gebracht, legde ondanks ruwe zee en ongunstigen wind den af stand van Folkestone tot Boulogne met eene snelheid van 19 knoopen in den tijd van 106 minuten af. Op deze wijze worden de kansen voor den Kanaal-tunnel mee al niet beter, want men zal sneller óver dan ónder de zee van Engeland naar Frankrijk kunnen komen. De schietwedstrijd op duiven, die^ hier te lande verboden werd, zal, naar de «Sport" bericht, Woens dag 23 Aug. a. s., om half twee 's namiddags, gehouden worden op het terrein van de «Société de tir aux pigeons de Hoboken-lez-Anvers", op het landgoed van den heer F. Moretus de Bouchout, 20 minuten buiten Antwerpen gelegen. Het oorspronkelijk programma zal in zijn geheel opgevolgd worden. De heer Girard, directeur van de gemeentelijke inrichting te Parijs tot scheikundig onderzoek der levensmiddelen, heeft een brief gericht aan de ver- eeniging der «Médecine publique" aldaar, waarin hij de aandacht vestigt op eene nieuwe wijze van melk- vervalsching, die tegenwoordig wordt toegepast. Een aantal veehouders te Parijs en omstreken, schrijft hij, hebben afgezien van liet ouderwetsche «wasschen" van de melk. Zij leveren de melk onvermengd, zooals zij van de koe komt. Door eene bijzondere wijze van voeding bewerken zij namelijk, dat hunne beesten veel meer melk voortbrengen dan gewoonlijk, maar de melk, die zij geven, is waterachtig en voedt niet. De koeien worden bovendien op deze wijze alle tering achtig en sterven na weinige maanden, doch zij heb ben intusschen reeds zooveel melk geleverd, dat de eigenaar er nog winst bij behaalt en bovendien niet achterhaald kan worden door de wet. Hij «wascht" de melk, om zoo te zeggen, niet na, maar vóórdat de koe gemolken is. Er is echter geen twijfel aan, of de nieuwe wijze van vervalsching is erger dan de vroegerevroeger werd de goede melk slechts verdund. Thans ontvangt men voor zijn geld een ongezond vocht, waarvan het niet uitgemaakt is, of het niet tubercu lose bij den gebruiker kan veroorzaken. De bovenbedoelde vereeniging heeft de zaak opge dragen aan eene vereeniging om haar te onderzoeken. De Fenayrou's hebben zich in cassatie begeven de advocaat Massenat-Deroche zal voor het hoogge rechtshof als hun verdediger optreden. Het geheele dorp Lindebuden, in West-Pruisen, is afgebrand. Slechts éen woonhuis en de school bleven gespaard, overigens werd letterlijk alles ver nietigd. Conrad, de moordenaar te Berlijn, heeft inge zien, dat hij het leven niet houden kan zonder te eten en neemt nu dagelijks zijn gewone portie. Het on derzoek zal zeer veel moeielijkheden opleveren, daar Conrad alles ontkent, zelfs zaken die niet het minst in verband staan met den vreeselijken moord. Hij heeft verklaard, dat het oudste kind het zijne was, de drie anderen waren niet van hem. Toen hij zijn vrouw van ontrouw verdacht had, nu vier jaren ge leden, was hij uit het huis gegaan en sedert dien tijd leefde zij met een ander. Hij is in de stellige over tuiging dat men hem niet straffen zal, daar hij den moord niet heeft bedreven. Op de jacht van Vorst Von Bismark. Iemand, die eens met Bismarck op de berenjacht ging, vertelt daarvan in een der Duitsche bladen het volgende Ik was rentmeester van het schoone landgoed Gade- busch in Ingermannland, dat aan de vrijheeren van Ueiküll behoorde en door zijn rijkdom aan allerlei wild een waar Dorado voor jagers en jachtliefhebbers was. Vóór alles waren het de talrijke beren, welke de dichte, uitgestrekte wouden van het goed bewoon den, die den strijdlust der jagers prikkelden en mij talrijke bezoeken uit Petersburg bezorgden. In dien tijd was de heer Von Bismarck-Schönhausen gezant van Pruisen aan het Keizerlijk Hof. Ook hij hield veel van de jacht en kreeg van mijnen meester vol macht om zoo dikwijls als hij wilde op Gadebusch te gaan jagen, terwijl mij opgedragen werd hem dan zoo goed en gastvrij als dit op een goed, dat de eigenaar zelf niet bewoont, mogelijk was, te ontvangen. Op een dag deelde een der jachtopzichters mij mede, dat men een prachtigen beer omsingeld had, ik haastte mij dit aan den heer Von Bismark te doen weten en reeds den volgenden morgen het was op Hemelvaartsdag en ik lag nog te bed stond de toe komstige Duitsche Rijkskanselier voor mij, om met mij op de berenjacht te gaan. Dit kwam juist dien dag niets in mijn kraam te pas, daar ik de commune in de naastbijgelegen kerk zou gaan bijwonen. Ik zeide dit ronduit, doch de heer Von Bismarck ant- weordde«Och wat, wees toch niet zoo scrupuleus, ik neem 't voor mijn rekeningDe wouden van zulke beesten te zuiveren is ook een Gode welgevallig werk". Wat bleef mij over, dan mij ter beschikking van mijn bezoeker te stellen? Zoo spoedig mogelijk werden de noodige voorbereid selen gemaakt. De heer v. Bismarck hield er niet van met een talrijk personeel op de jacht te gaan, dus liet ik mij door de jachtopzieners het oponthoud van den beer 7.00 nauwkeurig mogelijk aanduiden en ging alleen de oudste rentmeester met ons mede. Na een kort maar krachtig ontbijt stapten we op, door den rentmeester met een klein maar dapper hondje en twee jachthonden vergezeld; deze twee groote hon den wilden echter, zoodra zij het spoor van den beer geroken hadden, niet meer van onze zijde wijken. De heer Von Bismarck drong zoo driftig, dat we hem bijna niet konden bijhouden, in het dichte bosch, en het duurde niet lang of de beer kwam uit het hout te voorschijn, om terstond een saluutschot uit het geweer van den heer Von Bismarck in zijn poot te ontvangen. Het dier trok zich in het dichtste van het woud terug; we volgden zijn bloedig spoor, doch

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 2