1882. N°. 98. Zaterdag 19 Augustus. 69slc jaargang. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. Agent voor bet buitenland- A. STEINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Gebooj-te-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Mensch- en dierlievendlieid. Wij hebben onzen lezers niet veel vermoeid met de duivenschieting te Bussum, en meenen daarom met meer recht daarop terug te mogen komen om eens te wijzen op enkele versch-jnselendie zich bij deze beweging openbaardenen daarmee in verband te brengen een paar omstandigheden, thans aan de orde. Bij al de overdrijving, waarvan ook de tegenstanders van dit moorddadig, nog wel z. g. aristocratisch, ge noegen lang niet vrij te pleiten waren, was er toch in die algemeene beweging iets dat ons aantrok. Er sprak hart uit al de betuigingen van afschuw, uit al die protesten. En nu is het lang niet altijd te verdedigen, wanneer men het hart over het verstand laat heersclien, maar in dit geval hadden wij er volkomen vrede mee. Wie weet, als men geen protest had doen hooren, of wij nog niet eens vereerd zouden geworden zijn met publieke hanengevechten, ja zelfs of men ons de Spaansche stierengevechten niet eens zou laten hebben aanschouwen als het ultimatum van genot! Ziekelijke philantropie of belachelijke dierlievend lieid noemt men ook uitingen van afschuw over zulke zaken. Zulke groote woorden zijn even onverstandig als de overdrijving, die er aan den anderen kant be staat om ziekelijken of afgeleefden dieren een goed onder komen te verschaffen. Een ziekelijk en afgeleefd beest behoeft men waarlijk niet voor diens eigen genoegen in het leven te houden. Met een zachten en pijnloozen dood doet men het grooter dienst dan door zulk een overdreven zorg. Maar men wachte zich ook voor noodelooze mishandeling, die te afkeuringswaardiger is, wanneer genoegen slechts eraan ten grondslag ligt. De mensch kan macht genoeg uitoefenen over de dieren, daartoe is niet veel noodigallerminst waar het zwakke beesten zooals duiven betreft. Als een sterke een zwakken vertegenwoordiger van het menschelijk geslacht mishandelt, wordt dit terecht laag geheeten. Hoeveel te meer is het aftekeuren, als wij onze macht misbruiken om weerlooze wezens noodeloos en doelloos te kwellen Dat velen zoo weinig gevoel toonen voor de dieren komt, dunkt ons, daaruit voort, dat er niet genoeg zorg wordt besteed om bij de jeugd dat gevoel op te wekken. Er wordt daarop niet eens geletintegendeel alsof het zoo behoort en van niet de minste beteeke- nis is, laat men de lieve jeugd haar hart ophalen aan allerlei spelletjes, waarvan torren, kevers, kapellen, krabben enz. tot speelbal dienen. Dien beesten de poo- ten uittrekken, ze eens flink laten ronddraaien, hun spel den door het lijf steken, het heeft allemaal niets te be- teekenenla jeunesse s' amuse en ziedaar alles. Jongens, die bij den minsten speldenprik een keel op zetten alsof zij worden vermoord, begrijpen niet dat de dieren evenzeer gevoelen. Ouders, die dit niet tegengaan, verstikken het mede gevoel, de zachtere aandoeningen in het gemoed der kleinen, die ten slotte, verstompt en gevoelloos als zij zijn, ook om anderer menschenleed niets zullen geven. Daaromlaat ons op dat punt vooral eens het bart laten spreken en meehelpen, om ook bij de klei nen die betere gevoelens op te wekken. Want als die slechts betere begrippen krijgen omtrent dat punt, zullen zij ook als volwassenen beter handelen dan duivenschieters en tutti quanti. Zoolang die ideëen echter nog niet algemeen zijn doorgedrongen bij het tegenwoordige groote geslacht trouwens er zullen op dat punt nog altijd genoeg personen blijvendie hieromtrent de zonderlingste begrippen koesteren zijn buitengewone maatrege len noodig om de dieren te beschermen. Wij hebben eerst ook verbaasd gestaan over de handelwijze van onzen Minister van Justitie, toen hij het duivenschieten verbood. Eerst dachten wij, dat het goede hart van Zijn Excellentie zijn koel verstand een part had gespeeld, maar gelukkig bleken er termen te wezen voor zijne handelwijze. Wij willen niet eens vragen, of er lang gezocht is naar die wetsbepalingen, waarop zijn verbod was ge grond; wij verheugen ons te zeer, dat zij zijn gevonden. Maar er zijn nog andere dieren die bescherming verdienen. Een algemeene wet op dierenbescherming ontbreekt nog. De voor den landbouw nuttige vogels hebben een voorkeur boven andere dieren. En wanneer er eene algemeene wet tot dierenbe scherming was, zou men ook meer nog de jeugd kun nen tegengaan in hare vermaken in die richting, en zou de Minister niet lang behoeven te zoeken om ook den ouderen te beletten zich den tijd te dooden met zulke menschonteerende genoegens. De Minister van Justitie wil dus het dierenmis- handeleu tegengaan. Hij spreekt zeker wel zijn collega van oorlog en hij zou een goed werk kunnen doen door dezen eens te vragen of het niet goed ware om de jaarlijksche oefe ningen in het kamp bij Milligen te wijzigen Die oefeningen hebben toch al zooveel op haar rekening, wijl zij steeds de beste krachten weghalen op oogenblikken, dat zij zoo dringend noodig zijn, dat men waarlijk wel eens mag oppassen, willen zij nog niet meer tegenzin wekken. Nu weten wij wel dat van pruttelen bij de mannen van het zwaard allerminst notitie wordt genomen, dat bij den dienst geen tijd en gelegenheid is voor be spiegelingen, dat men daarbij slechts gehoorzaamheid eischt en anders genoeg middelen heeft om die te verkrijgen. Maar er is eene macht, waarvoor de ruwste militair zich vaak buigt, en die ismenschlievendheid. Al brengt zijne roeping vaak mee, dat hij wonden moet slaan, hij zal ze, zit zijn hart op de rechte plaats, niet noodeloos toebrengen en ze helpen le nigen. Welnu, de Minister van Oorlog en wie er nog meer daarover wat te zeggen heeft, zal daarop geen uit zondering maken. En daarom deze vraagkan er niet gezorgd wor den, dat bij het erbarmelijk slechte weer, dat telken jare gedurende dat kampeeren heerschtde man schappen des nachts beter onder dak komen? Wij geven volgaarne toe, dat wij op dit punt vol slagen leek zijn. Het is dus mogelijk, dat er gelachen wordt om of de mannen van het vak zich ergeren aan die vraag, maar dat deed menigeen ook bij het zoeken van den Minister van Justitie, toen hij de duiven beschermdeen niettegenstaande men beweerde, dat hij dit niet kon doen, is het hem toch gelukt. Wij wenschen menschen, onze jongens in de kracht van hun leven, beschermd te zien. Wanneer men eens naging hoevelen door die exer citiën, door dat 's nachts slapen bij den kouden, natten grond geknakt worden voor hun leven, zou men een statistiek bekomen, waaraan men zich met grond ergeren zou. Nu weer komt de tijding dat er 50 zieken zijn, d. w. z. ziek genoeg om verpleegd te worden. Toen het erg nat en koud was kregen de mannen, als groote gunst nog wel, een deken meer. Wat beteekende zoo'n gunst? Voor de marine zijn nog onlangs noodeloos flinke, knappe mannen omgekomen; voor onze landsverdedi ging houdt men oefeningen, waarbij men noodeloos de mannen aan ziekte, koude en ongemak blootstelt. Laat men gerust over dag de manschappen de oefeningen doen houden, mits men zorge dat zij 's nachts goed beschermd zijn tegen dergelijke ongezonde ongemakken. Het geld, dat men met handen vol weggooit aan ransels, die niet deugen, aan veranderingen aan sabels, broeken en knoopen of wat niet al meer, kon beter besteed worden aan het nemen van maatregelen in het belang van een goed onderkomen der kampeerenden. Kon men het kamp niet opslaan dicht bij een gar nizoensplaats, waar men zoo noodig 's nachts de man schappen onder dak kan brengen Maar dan ontneemt men het gansche doel aan het kampeeren, zal men zeggen. Het is best mogelijkmaar dat is volgens ons niet zoo erg, als dat men aan plus minus zooveel krachtige jongens hun gezondheid ontneemt. De verdediging van ons land hangt toch niet af van verdedigingen in het open veld. En wil men de forten eens beproeven met voor vriend en vijand te spelen, dan brenge men die beiden 's nachts rustig onder éen dak. En kan dat niet, dan make men slechts wat meer kosten om het doel te bereiken, waarheen wij wen schen dat de oogen eens gericht worden. Een kamp is machtig «interessant" voor dametjes in elegant toilet, voor heeren, die's avonds rustig hun partijtje maken, en beiden slechts eens even er naar komen kijkenvoor de gansche rij van hoogere en lagere militaire autoriteiten, voor wie het eene levens- quaestie is, en voor nog hoogeren, die er een zeker vermaak in vindenmaar nuttig is het nooit, als het moet worden gehouden ten nadeele van man nen, die geknakt worden in hunne gezondheid en daardoor later, in dagen van wezenlijk gevaar, geen diensten kunnen verleenen. Mededeelingen op verschillend gebied. GOES, 18 AUGUSTUS 1882. De kiezers te Wissekerke herinneren wij aan de ver kiezing voor een raadslid, die Maandag 21 Aug. moet plaatshebben. Tot 5 uren is de stembus geopend. In de Donderdag gehouden algemeene vergade ring van de vereeniging voor Volksbelangen te Goes is besloten die vereeniging te ontbinden. De commies 3e klasse A. Hoevenagel wordt met ingang van 1 September verplaatst van Hansweert naar Middelburg. Wolfaartsdijk. Toen Dinsdagmorgen door offici eel bericht de tijding bevestigd werd, dat de keuze van Z. M. op den heer 11. Van Strien 11 Wz. tot bur gemeester dezer gemeente gevallen was, zag men zich niet weinig verrast daarbij te vernemen dat reeds twee dagen later zijne beëediging en installatie zou plaatshebben. Maar hoe kort dit tijdsbestek ook was, met vereende krachten en met een algemeenen geestdrift kwam, onder de leiding van eene feestcom missie, eene luisterrijke versiering, zoo hier als op Oud-Sabbinge, tot stand, niettegenstaande de weers gesteldheid daartoe geenszins opwekkend was. De aangewende moeite is intusschen goed beloond. Een prachtige zomerdag heeft niet weinig bijgedragen om de zoo goed georganiseerde feestviering tot een genoe- gelijken dag te maken, welke lang in herinnering zal blijven. Toen Donderdagnamiddag de nieuwe burge meester uit Middelburg terugkeerde, werd hij op de grensscheiding der gemeente door den gemeenteraad en den Secretaris in twee open rijtuigen derwaarts gereden en door een fraai uitgedoste eerewacht van 140 paarden opgewacht en gecomplimenteerd. In statigen optocht nu herwaarts gekomen, sloot aan den ingang van het dorp ook het daartoe uitgenoodigde fanfarengezelschap van Cortgene zich bij den trein aan, welke nu onder de opwekkende tonen der muziek en het gejuich eener groote volks menigte het door vlaggen en eerepoorten versierde dorp binnentrok. Na eenig oponthoud in het ge meentehuis voor de installatie, bracht men de school een bezoek. Daarna hield men halt voor de versierde woning van den burgemeester, waar tegenover eene estrade voor de muziekuitvoering was opgericht, en ging de tocht naar Oud-Sabbingewaar almede de school bezocht werd. Van daar teruggekeerd, was de feestelijke inhaling hiermede in de beste orde afge- loopen, doch nog geenszins de vroolijke feestviering, waaraan oud en jong zoo blijmoedig deelnamen. Intusschen werden allen, die aan den optocht deel genomen en tot de feestelijkheden bijgedragen hadden, zoomede al de schoolkinderen, op eene onbekrompene wijze onthaald. Eene gepaste vroolijkheid heerschte er tot laat in den avond, en ieder verlustigde zich, zoowel in de verlichting der fraaie eerepoorten als in de keurige muziek-uitvoering voor 's burgemeesters smaakvol geïllumineerde woning. Het zoo ruimschoots gesmaakte genoegen weid door geene wanklanken ver stoord terwijl ieder zich verblijddein den burge meester een inboorling dezer gemeente te mogen be groeten, voor wien de bede gekoesterd werdwelke in de volgende bewoordingen werd uitgedrukt Weil zij U, bij uw ambt, in ruime maat gegeven rtoor het bevorderen van ons gemeenteleven: ceteeds daartoe strekke uw zorg, in al uw doen en (streven Vlissingen. Hedenmorgen (Vrijdag) te 5,40 uur kwam alhier ter reede aan het Koninklijk Engelsch jacht »Osborne", commandant Hose. Aan boord be vonden zich de Prins en de Prinses van Wales met hun gevolg. Te 8,15 uur kwam het jacht op de haven. Een extra trein, bestaande uit twee galarij tuigen, Donderdagmiddag uit Antwerpen hier aange komen, vertrok te 11,20 uur met de vorstelijke rei zigers naar Keulen. Het jacht vertrok weer te 3 uren naar Portsmouth. De ijzeren gasboeiop de voor de scheepvaart zoo gevaarlijke zandbank de «Wandelaar", zal met September worden vervangen door een vuurschip, het welk voor Belgische rekening gebouwd is. De be manning, ongeveer 10 man sterk, benevens hare huis gezinnen, werden gisternamiddag alhier aangebracht per Belgische gouvernementssleepboot. De gasboei zal waarschijnlijk op een ander gevaar lijk punt van de Hollandsche kust geplaatst worden. De St Ct. bevat de bij kon. besluit goedgekeurde statuten der naainlooze vennootschap Stoomtramweg maatschappij Bergen-op-ZoomTholen te Bergen- op-Zoom. Het kapitaal der vennootschap is bepaald op f 125,000, verdeeld in 250 aandeelenelk van f 500, alle ge nomen. De conclusie van het verslag der Commissie uit de Tweede Kamerin wier handen gesteld is de nota van inlichtingen des Ministers van Koloniën be treffende het adres van den gepensioneerden luitenant- generaal Van der Heijdenluidt als volgt 1 o. den Minister dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen 2o. zich onthoudende van het vellen van een oordeel aangaande de geschiktheid van den luitenant-generaal Van der Heijden voor het voeren van civiel bestuur, of aangaande het hem verleende ontslag voorts niet aannemende, dat de Minister de bedoe ling gehad heeft om den adressant te grieven of in de schatting van anderen te doen dalen; doch haar leedwezen te kennen gevende over de voorlezing van het verslag eener strafzaak, zonder ge lijktijdige mededeeling van hetgeen ten voordeele van den luitenant-generaal was aan het licht gekomen alsmede over de openlijke mededeeling van geheime klachten van ambtenaren tegen hunnen surperieur zonder dezen daarop te hooren als haar gevoelen uit te sprekendat de verkregen inlichtingen in de overgelegde stukken niet6 aan het licht gebracht hebben, dat recht geeft, hetzij tot eene beschuldiging van wreedheid tegen het Atjehsche le gerbestuur, hetzij tot het in verdenking brengen van adressants eer en goeden naam. De Commissie bestaat uit de heerenIleydenrijck, Rutgers Van RozenburgDe Vos van Steenwijk, W, K. Van Dedem en De Savornin Lohman. Twee hunner, hoewel instemmende met bovenstaande conclusie, hebben echter in het uitvoerig rapport eenige afwijkende beschouwingen van die der meerderheid op eenige bepaalde punten doen opnemen. De vergadering der Vereeniging tegen kwak zalverij, deze week te Amsterdam gehouden, was vrij druk bezocht. De toestand der kas is gunstig; het ledental is toenemendedit bedraagt thans 473. Aan een commissie van vijf leden, waaronder een rechts geleerde, is het ontwerpen der statuten opgedragen. De bepaling van de grenzen der kwakzalverij bleek onmogelijk. Wegens gebrek aan stof en uithoofde van de groote onkosten werd het niet geraden geacht het maandblad in een weeklad te veranderen. In de Woensdag te Rotterdam gehouden koffie veiling van de Nederl. Handelmaatschappij zijn de prijzen allen boven taxatie geloopen. O.-Indie. Ontslagen, eervol, de loods der 3e klas bij het loodswezen te Soerabaija K. F. J. Sauer. Verplaatst van Tjiandjoer naar Soekaboemie de landm. 3e kl. D. L. Warnsinck. Overgeplaatst van Soerakarta naar Batavia de verif. 3e kl. W. C. Pickévan Prodjot (Tagal) naar Sa- mavang de verif. 5e kl. \V. Van Dam van Poerwa- karta naar Tjiparang de opz. 3e kl. J. K. C. Fehr. Misschien herinneren onze lezers zich hoe wij steeds tot voorzichtigheid aanspoorden met plannen tot emigratie naar Transvaal. Eene pas opgerichte Zuid-Afrikaansche courant, de Voorlichter, schrijft daaromtrent het navolgende, geheel in onzen geest «Wij gevoelen ons verplicht om tegen eene ondoor- drachte emigratie te waarschuwen. Men is in Neder land nog niet genoeg bekend met de verschillende toestanden en behoeften van het land onzer inwoning en vooral niet met de pas herstelde republiek. Velen denken daar thans een goudmijn te zullen vinden, en zeker weten de meesten niet met hoevele zwaï iglieden het reizen in de binnenlanden van ons werelddeel ver bonden is. Het is dus wenschelijk, dat men in Holland goed bekend zij met alle omstandigheden en welke soort van menschen hier het meest gewenscht worden. Ook dient men wel in het oog te houden, dat men hier niet met eene ledige beurs behoeft te komen, daar er vtel voor eene eerste vestiging vereischt wordt".

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 1