1882. N°. 89. Zaterdag 29 Juli. 69sle jaargang. Een eeuwfeest. S L. G. KASiEBEEKE, C. RISSEEIJW. -<£<SfGg:<S<S<- gome De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 et., niet bijblad 10 et. Agent voor liet buitenland- A. STEINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. courant. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 et., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijfe slechts tweemaal berekend. Gebooi-te-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Voor «le verkiezing, op Dinsdag J Augustus, van tvvee leden voor den Goeschen gemeenteraad beve len wij met aandrang bij «le kie zers de volgende lieeren aau WIT STEMBRIEFJE ROOD STEMBRIEFJE Wij verzoeken den kiezers voor al be«lacht te wezeu op de goede in- vulliug «Ier verschillende biljetten. De stembus is tot 5 uren des namiddags geopend. OPENBARE VERGADERING van den Raad der gemeente Goes, op ZATERDAG den 29 JULI 1882, des namiddags te 2!4 uren. Goes, den 27 Juli 1882. De Secretaris, H A R T M A N. Punten van behandeling: I. Mededeelingen, ingekomen stukken. II. Aanvrage van het Burg. Armbestuur om machti ging tot af- en overschrijving op de begrooting der instelling voor 1881. III. Remissiën van aanslag in den H. O. over 1882. IV. Staten van restanten en oninbare posten van den Hoofdelijken omslag en van de belasting op de honden over 1880 en 1881. V. Aanbieding der verantwoording van burgemeester en wethouders, wegens hun beheer der geldmid delen over 1881, onder overlegging der rekening van den gemeente-ontvanger. VI. Aanwijzing van twee leden voor het stembureau bij de verkiezing op 1 Augustus a. s. VII. Voordracht ter benoeming van twee leden in het college van zetters tengevolge van periodieke aftreding. Het geldt hier een zeldzaam feest, dat, zij het ook nog een paar jaren in het verschiet, niet angstvallig behoeft te worden tegemoetgezien uit vrees dat het niet gevierd zal kunnen worden, want de jubilaris is krachtig genoeg en enkele ernstige stormen, die er in de laatste jaren woedden, hebben haar van haar kracht nog niets ontnomen. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zal nog wel langer leven blijven dan 100 jaar. Mochten hier haar aanhangers verminderen, ginds won zij nieuwe, zoodat zij dit gemeen heeft met al het ondermaansche. In onze naaste omgeving mogen wij gelukkig van voorspoed getuigen. In 1876 was de belangstelling te Goes in het departement dier Maatschappij gering en moesten wij mededeeling doen van eene vergade ring diebuiten de bestuursledenslechts door twee leden werd bijgewoond. Dit is gelukkig tegenwoordig anders. De vergaderingen worden drukker bezochtde be langstelling meer opgewekt door de meerdere be moeiingen van het departement betreffende verschil lende zaken, openbaart zich door drukker bezoek van de bijeenkomsten en door het doen en de bespreking van verschillende meer of min belangrijke voorstellen. Zulke gunstige verschijnselen zijn er ook elders waar te nemen, en over het geheel is er ook daarom grond tot eene opgewekte feestviering in 1884. Toch blijft natuurlijk de hoofdbron van vreugde het nut, dat de Maatschappij van hare stichting, in 1784, af tot stand heeft gebracht. Een eerekroon zou daarvoor haar kunnen geschon ken worden, en geen beter parelen zouden daartoe te ■rinden zijn dan de werken, door haar zelve opgericht. In de op 8 Aug. te Amsterdam te houden al- ;emeene vergadering zal de bespreking van dit a. s. feestgetij plaatshebben. De departementen Rotterdam m Dordrecht hebben daarop de aandacht gevestigd, -ij overwogen terecht, dat het 100-jarig bestaan der Vfaatschappij niet onopgemerkt mag voorbijgaan maar ip een alleszins waardige wijze moet worden gevierd, ;n dat met het oog op de groote verdiensten der faatschappij, vooral ten opzichte van het onderwijs, hetgeen op dien feestdag zal worden opgericht, tot stand gebracht of in het leven geroepen, zoowel iets buitengewoons behoort te zijn als te strekken tot eere van de Maatschappij of van haar stichter. Niemand zal tegen deze considerans bezwaar hebben. Toch verschillen de voorstellen van beide departe menten in den aard en de wijze van feestelijke her denking van dit heuglijk feit. Rotterdam wenscht in hoofdzaak dat er bij die ge legenheid eene stichting totstand kome, die niet alleen tot de leden, maar tot de gansche natie, ook nog jaren nadat het eeuwfeest verstreken zal zijn, spreekt van den- aard en de bedoelingen der Maatschappij en van den geest van haar stichter. Om dat te beramen stelt zij voor eene commissie te benoemen, die in 1883 op de algemeene vergade ring verslag uitbrengt. Dordrecht wenscht hoofdzakelijk een standbeeld voor den stichter op te richten, daarvoor f 30,000 uit de fondsen der Maatschappij ter beschikking van het hoofd bestuur te stellendit standbeeld te Amsterdam te plaatsen en het 16 November 1884 te onthullen. Beslist echter de vergadering, dat er eene stichting in het leven worde geroepen, dan stelt Dordrecht voor dat het hoofdbestuur daaromtrent nadere voorstellen doe in de algemeene vergadering van 1883. Van enkele departementen o. a. Goes ver namen wij reeds met genoegen een protest tegen de oprichting van een standbeeld. Zoo iets kan men nooit «iets buitengewoons noe mendat tot eere van de Maatschappij of van haar stichter strekken kan." Duidelijker dan bet fraaiste standbeeld spreekt som den stichter de Maatschappij zelve in al haar werken en in gansch haar streven. Uit eene latere toelichting van het departement Dordrecht blijkt ecliter dat het dit plan voor een standbeeld handhaaft, omdat het geene enkele stichting zou weten aantewijzen. Wij willen niet beweren dat wij met ons idee de quaestie van eene stichting, die ook nog al moeieüjk is, een stap nader tot hare oplossing zullen brengen, maar toch is er onder de punten van behandeling op de a s. vergadering éen, dat ons eene vingerwijzing was in de richting, die naar ons gevoelen zou kunnen leiden tot iets flinks, iets degelijks, dat de Maatschappij zelve tot eer en de groote maatschappij tot zegen zou kunnen worden. Wij bedoelen de quaestie van een Algemeen Neder- landsch pensioenfonds voor werklieden. De wenschelijkheid van dat fonds is meer dan een maal door de algemeene vergadering van de Maatschappij uitgesproken, en stappen zijn gedaan tot samenwerking met de vereeniging ter bevordering van fabriek- en handwerksnqverheid in Nederland, de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van nijverheid en het Algemeen Nederlandscli werklieden-verbond. In de algemeene vergadering van het vorig jaar werd het hoofdbestuur gemachtigd een persoon aan te wijzen, die als commissaris, met de overige commissarissen, de noodige stappen zou doen tot het oprichten en het in werking brengen van zulk een pensioenfonds, en tevens ter bestrijding van de administratiekosten voor 18811882 uit de algemeene kas f 1000 beschikbaar te stellen, onder voorwaarde dat de drie andere maat schappijen harerzijds naar vermogen tot dat einde zouden bijdragen. Van die opdracht nu wenscht het hoofdbestuur ontslagen te worden. Wij willen niet in den breede onzen lezers de motieven blootleggen, waarop het besluit van dat bestuur steunt om van het geheele plan af te zien. Enkele punten stippen wij slechts aan. De pogingen der commissie om de voor liet admini stratiefonds vereischte gelden bijeen te brengen slaagden niet naar wensch. De commissie was verder niet homogeen omtrent de quaestie, of men de oprichting van zulk een fonds afhankelijk moest stellen van het bijeenbrengen van een waarborgkapitaal. Een minderheid besliste die quaestie in bevestigenden zin, wat naar ons gevoelen zeer juist is. Maar het gevoelen der commissie om de zaak te laten rusten grondde zich vooral op de meening van een harer leden, den bekenden heer J. C. Van Mar ken Jr. te Delft, vroeger een eerste voorstander van die oprichting, die thans in anderen zin adviseerde. Hij,-was tot die veranderde gedachte gekomen om dat de belangstelling der werkgevers zich zoo weinig had geopenbaard, maar vooral omdat soliede parti culiere maatschappijen speciale tarieven voor pensioen- verzekering van werklieden hadden gepubliceerd, welke tarieven zóo billijk waren gesteld, van de voor het fonds bewerkte ten deele zóo weinig afweken ten deele waren zij zelfs gunstiger dan deze dat de oprichting van een afzonderlijk fonds hem niet langer noodig noch gerechtvaardigd scheen. Te minder, omdat de waarborgkapitalen, waarover, in tegenstelling van het fonds in quaestie, de particuliere maatschappijen te beschikken hadden, den deelnemers een zekerheid boden, welker beteekenis hij niet miskennen kon. Een betaekenis, zijns erachtens zóo groot, dat hij, als direc teur der Nederlandsche gist- en spiritusfabriek te Delft, ten belioeve zijner werklieden reeds van het aanbod eener Rotterdamsche maatschappij had gebruik gemaakt, en verklaarde tot verzekering van zijn per soneel bij het ontworpen fonds, al kwam dit tot stand, niet te zullen overgaan. Vooral dat optreden van die particuliere maatschap pijen laat ook het hoofdbestuur sterk wegen. Toen die maatschappijen in het belang van een werklieden-pensioenfonds niets deden was daaraan behoefte thans is dit, volgens het hoofdbestuur, niet meer het geval. Wij verschillen daarmee in gevoelen op gronden, die onlangs in eene vergadering van de leden der Nuts-afdeeling Goes reeds aangegeven werden, en die vooral in de Vragen des Tijds van Juli door den heer J. Th. Mouton worden ontvouwd. Wij haasten ons echter te melden, dat het hoofd bestuur vau het Nut zelf toch aan het slot van hare memorie van toelichting bij haar voorstel om de zaak te laten rusten iets schrijft, wat voor de toekomst nog eenig licht geeft dat die weg niet zal worden inge slagen. Het bestuur schrijft daar «Weliswaar heeft, weinige dagen vóór het vast stellen van de punten ter beschrijving, een feit plaats gehad, waardoor de stand der zaak niet onbelangrijk gewijzigd kan wordende openbare bijeenkomst nl., die op 24 April jl. door een zeer groot aantal belang stellenden te Amsterdam gehouden is, en die een commissie uit haar midden belast heeft met de taak voor het oprichten van een zelfstandig werklieden - pensioenfonds nadere plannen te ontwerpen. Nogmaals erop drukkend, dat al de bedenkingen, in den loop dezer memorie uiteengezet, ten nauwste samenhangen èn met de verantwoordelijkheid der Maatschappij én met de ontstentenis van een waarborgkapitaalbe twist het hoofdbestuur niet de mogelijkheiddat, tengevolge van den arbeid der genoemde commissie, het denkbeeld verwezenlijkt worde op eene wijze, die voor zijn bezwaren geen ruimte overlaat. Mocht het daartoe komen, dan zeker zullen nieuwe maatregelen in ovetwegiug genomen kunnen worden." Er zijn dus twee bezwaren, die nog al wegen het optreden van particuliere maatschappijen en het gebrek aan een waarborgkapitaal. Over liet gemis aan medewerking van werkgevers kunnen wij zwijgen. Als er eenmaal eene soliede flinke maatschappij in het leven is geroepen, heeft het Nut onder zijne leden ge noeg personen om propaganda onder de werklieden te maken. Maar daarvooi staat op den voorgrond, dat de so liditeit der maatschappij in het oog dier werklieden boven alle bedenking zij. En dit zal zonder op de soliditeit van een der particuliere maatschappijen iets aftedingen—toch zeker wel het meest het geval wezen bij eene afzonderlijke inrichting, uitgaande van eene maatschappij als het Nut. Daarbij maakt de heer Mouton in zijn artikel de zeer gegronde opmerking, dat volgens de door die particuliere maatschappijen openbaar gemaakte staten deze nieüwe tak van levensverzekering geen winst ople vert. Zullen de aandeelhouders daarmee dan voortgaan Die vraag doet aan het voortbestaan van die nieuwe gele genheden twijfelen. Komen er later winstenuitvoort, dan zouden zulke winsten bij een afzonderlijke inrichting ten bate komen der verzekerden. Bij verlies staat dus verhooging van premie te wachten, terwijl winst een sterk pleidooi wordt voor een eigen fonds. De heer Van Marken zou, blijkens een nader rap port, zelfs over alle door hem genoemde bezwaren zijn heengestapt, als het geld voor een administratie fonds was toegestroomd en daardoor de verwachting gewettigd, dat ook bijdragen voor een waarborgfonds niet te vergeefs zouden worden gevraagd. Zoo'n waar borgfonds staat dan ook op het programma van de commissie, die 24 April de hierboven genoemde ver gadering bijeenriep. Zoo'n waarborgfonds verhoogt de zekerheid van het geheel, en zal den werklieden aansporen hun vertrou wen eraan te schenken. Op al die gronden zou ons voorstel wezen om, ter eere van het lOOjarig bestaan der Maatschappij, in plaats van f30000 voor een standbeeld te besteden, die som geheel of gedeeltelijk uit de kas der Maatschappij of uit bijdragen van de departementen, als feestgave, als waarborgfonds te deponeeeren vooreen «Algemeen Nederlandscli pensioenfonds voor werklieden." Uit de rente van dat kapitaal kunnen dan tevens ge deeltelijk administratie-kosten worden gedekt, zoodat ook die kosten minder worden. Het kapitaal zelf zou, mocht de zaak niet opnemen, weer aan de Maatschappij terugkomen. Dat zou in onze oogen eene flinke, degelijke wijze van herdenking van de stichting der Maatschappij wezen. Door het gansche land heen zou men door zulk een fonds een weldaad bewijzen aan eene klasse, die zeker wel het grootste deel vormt van dat algemeen, voor welks nut de Maatschappij werkzaam is. Doch over het nut van dat pensioenfonds behoeven wij niet verder te schrijven. Dat is genoeg algemeen erkend. En over het plan, dat wij opperden, willen wij niet verder uitweiden. Wij geven het voor beter aan allen, die de viering van het eeuwfeest willen dienstbaar maken aan het wezenlijk goede streven van de hon derdjarige: het geluk der menschheid. Mededeelingen op verschillend gebied. GOES, 28 JULI 1882. Het programma voor de Zondag door het mu ziekgezelschap Apollo van Ter Neuzen te geven ma tinee luidt als volgt Eerste gedeelte 1. «Marche Triompliale." 2. «Pot pourri de l'opéra Roméo et Juliette," de Ch. Gounod. 3. «Ouverture Festival," Von Küstner. 4. «Dani- tassen Walzer". 5. «Romauce et Cavatine de l'opéra Casa Nova", Von Lortzing. Tweede gedeelte: 6. Fantaisie sur l'opéra «La Straniera", de Bellini. 7. Potpourri de l'opéra «Le Calif de Bagdad", de A. Boieldieu. 8. «Alla stella confidente", Homanz, di F. Robaudi. 9. Potpourri Populaire. Vau den catalogus der tentoonstelling zal spoedig een nieuwe uitgaaf verschijnen. Deze is eenvoudiger dan de vorige, bevat echter de bekroningen en kost slechts 10 cents. Tegen Dinsdag a. sdes avonds te 8 uren worden de leden vau de vereeniging tot het regelen en bevorderen van Volksvermaken te Goes opgeroepen tot het kiezel van een nieuw bestuurslid. IIeinkenszand. Woensdag had alhier de verkiezing plaats van voor een lid van den gemeenteraadin plaats van wijlen jhr. mr. C. Van Citters. Van de 101 kiezers waren er 78 opgekomen. Een briefje was blanco en een van onwaarde; de volstrekte meerderheid was dus 39. Gekozen is de heer P. Van den Dries met 46 stemmen. Verder waren op de navolgende heeren nog het achter hun naam gemeld aantal stemmen uitgebracht: J. Slink 18, Karseboom 7De Vulder van Noorden 2, C. Langebceke 2 en Job Van den Dries 1. Woi.faartsdijk. Donderdagmiddag werd op plech tige wijze het stoffelijk overschot van wijlen den heer mr. C. P. Lenshoek naar de begraafplaats heenge voerd, om het te doen rusten nevens de grafstede zijns vaders. De lijkkist werd gevolgd door ceu vier tal rijtuigen, zoo voor de zoons en verdere famieleden, als voor enkele notabelen der ingezetenen, waarbij sommigen, uit belangstelling, zich ook nog te voet aansloten. Toen aan den ingang der begraafplaats de lijkkist op de baar geplaatst was, wer.1 deze grafwaarts gedragen door de gemeenteraadsleden, de j kerkvoogden en de hoofden der polderbesturen. Aldus genaderd, nam nu ds. llage het woord, en sprak on geveer het volgende «Indien de overledene bij deze treurige plechtigheid tot ons spréken kon, zou hij ons

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 1