1882. N°. 63.
Zaterdag 27 Mei.
69stc jaargang.
Bij deze eouranl bcliooi'l een bijvoegsel.
Wèl-doen of kwaad-doen?
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent voor het buitenland- A. STEINER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct?.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Maandagavond zal om liet Pink
sterfeest geen nomtucr van ons blad
verschijnen.
De man ging geregeld huis aan huis om zoo ge
makkelijk mogelijk en op een eigenaardige slenter
manier elke woning te begiftigen met een moord-
vertelling of een treilend verhaal van deze of gene
waarachtig gebeurde geschiedenis, waarvan de onmo
gelijke toestanden, erin geschetst, zeker wel het tref
fendst waren.
Na aldus zijne morgenwandeling gemaakt te hebben,
deed hij den anderen dag dezelfde tournee om dan
het gebrachte terug te vragen, of wat hem welge-
valüger was een door hem gesteld geldelijk bedrag
in ontvang te nemen.
Of de in een blauw omslag vervatte blaadjes de
bedongen som waard waren, behoeven wij niet te be-
oordeelendit kunnen wij overlaten aan lien, die
beter op de hoogte zijn van de waarde van dergelijke
producten.
Tot zoover ging alles nog in den haak. De man
bood iets te koop aan, en wie daarvan niet gediend
bliefde, kon bedanken en het niet verlangde teruggeven.
Maar de man werd brutaal.
Als men niet kocht was zijn vraag, of er dan voor
het lezen van dat mooie verhaal niets kon overschie
ten, en zoo men niet geneigd was aan dat zonderlinge
verzoek te voldoen, werd men op grove wijze bejegend,
in bewoordingen, die wij niet willen herhalen.
Toen kreeg het feit, dat nog onlangs in onze om
geving plaats had, geheel het karakter van bedelarij,
die, ruw en grof gepleegd, toch nog in een vorm
geschiedde, dat er volgens de wet niets tegen gedaan
kon worden.
Van zulke speculanten wemelt het.
De z. g. handeldrijverij in alle mogelijke en on
mogelijke artikelen levert een bron op van inkomsten
voor allerlei slag van volk, dat dit de gemakkelijkste
wijze vindt, om zich een bestaan te verschaffen.
Tel eens het aantal lucifers-handelaars, de z. g.
negocianten in garen, band of wat voor artikelen al
niet, die in overvloed vlak naast uw deur te be
komen zijn
Wij zien er geen kans voor.
En steeds neemt dat aantal toe.
Dit is een kanker, die aan ons maatschappelijk
leven knaagt en een demoraliseerenden invloed uit
oefent op groot en klein. Want het is een bepaald
feit dat deze wijze van handeldrijven een allerge
makkelijkst middel is om kinderen, met tekortdoening
aan hun verstandelijk en zedelijk welzijn, wat thuis
te laten brengen.
En let op, hoe weinig ernst het is met het doen
van handel, want van de 10 gevallen zijn er zeker
9, waarbij de betrokken persoon als er geen po
litie in de buurt is niet eens denkt om de negotie,
maar u wel degelijk durft vragen om een aalmoes.
Allerlei kunstmiddelen worden dus gebezigd om het
wakend oog der politie te ontsnappen en te zorgen,
dat deze geen vat op de daders en daderessen heeft.
Voor de kinderen, die men dit laat doen en
voorbeelden zijn er in onze omgeving van, dat men
dezen uitzendt, en verbiedt thuis te komen vóór zij
een behoorlijk aangegeven hoeveelheid aalmoezen, in
natura of in geld, ontvangen hebben is dit, wie
zal het tegenspreken? allerverderfelijkst.
Dit bedekt bedelen geschiedt op jeugdigen leeftijd,
en van schoolgaan dus geen sprake.
Dan wordt reeds vroeg bij hen gemakzucht en het
slechte beginsel aangekweekt, dat het niet slecht is
om geen goed ambacht te leeren of op die wijze te
trachten zijn brood te verdienen.
Het Comité tot wering van schoolverzuim zou in
dezen nog voorbeelden kunnen aanwijzen, die treurig
welsprekend zijn en leeren hoe weinig begrip sommige
ouders hebben van zedelijkheid en van hetgeen tot
welzijn strekt voor het volgend leven hunner kleinen.
Er is slechts bij hen quaestie van materieel belang.
Terwijl van alle kanten, van de zijde der lands-
regeering, vanwege gemeentebesturen door goed onder
wijs, door rijkspostspaarbanken veel gedaan wordt in het
belang van het zedelijk en stoffelijk welzijn, staan wij
hier nog altijd voor een groot vraagstuk, dat ten
dringendste om oplossing vraagt.
Het eerste voorbeeld kozen wij met opzet als een
uiterste grens van slim overlegde bedelarij, die, trots
de brutaliteit welke er bij gepleegd werd, geheel buiten
de wet valt. Tussclien de gevallen, waarin de straf
fende hand der. wet zich kan doen gevoelen en dat
nu, staan een aantal andere, waarvan de vorm niet
is aan te geven, omdat deze in elk geval afzonder
lijk zich gewijzigd voordoet.
De wet kan hierbij dus niets doen. Haar schuld
is het niet, dat zij op die wijze ontdoken wordt.
Maar wie kan daaraan dan wel iets veranderen?
Het publiek zelf.
Geheel terecht werd onlangs in het Nieuws van den
Dag beweerd, dat de particuliere liefdadigheid doo-
delijk krank is, dat zij schatten verspilt en onder den
naam van weldoen veel kwaad sticht.
Dat is de zuivere waarheid.
Velen zullen wraak roepen over een, die een arme
de deur wijst, omdat dit, o, zoo hardvochtig is! Er
zijn er, die geen enkelen quasi-koopman de deur zullen
wijzen en aan de eischen van den brutaalste het eerst
zullen voldoen.
Zij doen echter veel meer kwaad aan het algemeen
welzijn dan die z. g. hardvochtigen.
Dat men goede kennissen, behoeftigen met wier toe
stand men door familie-relatie of andere betrekking
van nabij bekend is, ondersteunt, wie zal dit kunnen
laken! Maar het, onder welken anderen vorm ook,
aalmoezen geven, ieder op eigen gelegenheid, zonder
deugdelijke kennis van de behoeften der vragenden en
zonder eenige controle, is allerverderfelijkst.
J uist dat werkt mee, om het getal dier speculanten
te doen toenemen,
En wij gelooven, dat Beveland daarvan kan mee
spreken.
Wie hen steunt, wie aan huis op zijn manier lief
dadigheid betracht, doet niet wèl, maar kwaad; en nu
mogen sommigen zich verschuilen achter hunne be
wering dat zij het deden, bewogen door hun goed hart,
het praktische verstand zal toch zeggen dat men zeer
veel bederft en eene goede armenverzorging belemmert..
Men kweekt luiheid. Zij, die durven vragen, heb
ben het niet het ergsten de speculanten, die wij op
het oog hebben, weten ook te goed wat zij doen, om
naar een degelijker broodwinning om te zien.
In onze omgeving gaf de nieuwe burgemeester van
Yerseke reeds een goed voorbeeld door eens eene schif
ting te houden onder het soort van leven om niet
te zeggen muziek makende bedelaars.
Zeker zou reeds veel gewonnen zijn als men
met het toestaan van vergunningen op dat punt
ook wat kariger werd. Niet, dat wij alle muziekkorp
sen of alle draaiorgels onherroepelijk zouden willen
weren. Verre van dien! Maar een weinig beperking
van totaal niets beteekenende muziekmakers, liedjes-
verkoopers, berenleiders en vertooners van dierlijke
gedrochten enz. enz. is toch zeker wel gewenscht.
Een tweede punt, dat volgens ons wel overweging
verdient, betreft wat H. ook in het Nieuws van
den Dag schreef omtrent hetgeen in den Harz bestaat.
Daar is eene vereeniging voor armverzorging. Ieder
lid daarvan heeft op een in het oogvallend plaatje
aan zijn huis de letters A. V.
Elke bedelaar weet, dat hij daar niet wezen moet
en kan zich wenden tot het bestuur der vereeniging,
die hem helpen zal, als het noodig is.
Elk lid geeft zijne bijdrage aan dat bestuur.
Als men alle centen, die in Zuid- en Noord-Beveland
wekelijks zoo los weg worden weggegeven aan rond-
loopende bedelaars, bij elkaar had, men zou een aar
dige som hebben, waarmee oneindig meer nut zou
kunnen gesticht worden, als zij doelmatig werd besteed.
Er zijn armen speculanten en bedelaars sluiten
wij geheel uit die hulp noodig hebben, en buiten
de armbesturen vallen. Er zijn reeds vereenigingen
die hen helpen op verschillende wijzen, maar zou nu
nog niet over geheel Zuid- en Noord-Beveland een rits
van mannen, die met armenzaken bekend zijn, zich
kunnen vereenigen, om aan dat brutaal bedelen paal
en perk te stellen, maar dan ook de zorg voor boven
bedoelde armen op zich te nemen
Als uit de voornaamste gemeenten desnoods uit
e^k éen en dan het hoofd ervan zich mannen ver
bonden met het doel zoo'n vereeniging op te richten
als dan ieder, die nu zijn centen losweg maar uit z. g.
liefdadigheid weggeeft, besloot aan hen die te geven,
om daarmee goed wel-te-doen, wij gelooven dat er
dan in onze omgeving veel nut gesticht zou kunnen
worden.
Het geldt thans nog slechts een los daarheen ge
worpen gedachte onzerzijds.
Wij geven die ter overweging aan mannen van het
initiatief, waar het geldt de bevordering eener goede
armverzorging en wering der bedelarij.
Misschien kan daaruit dan later iets nuttigs voort
komen.
GOES, 26 MEI 1882.
Mededeelingen op verschillend gebied.
Volgens de N. II. Ct. heeft de commissaris van
politie te Goes proces-verbaal opgemaakt tegen een
koffiehujshouder, die o. a. ook vergunning had voor
de stoep zijner inrichting en daar zoowel het afschrift
als een exemplaar der wet bad hangen, doch deze
beide bad verwijderd, ingevolge de beslissing van den
Minister van justitie dat dit onnoodig was.
Het zou ons spijten, als de man ervoor beboet
werd, want nadat eerst de Minister laconiek alle her
bergiers noodeloos op kosten heeft gejaagd, zou nu
een van ben nog eens, omdat deze n.b. nog wel in
's Ministers geest handelt, gevaar loopen ook nog boete
te moeten betalen. Als de kracht der wet gezocht
moet worden in zulke kleingeestigheden, dan is het
toch al heel treurig en wij willen hopen dat de rechters
zich met de opvatting van den Minister zullen vereenigen.
Evenals toch bij de quaestie der sluiting is uitgemaakt,
dat onder localiteit het geheele gebouw wordt verstaan,
evenzoo kan men datzelfde wel toepassen op art. 13
der drankwet.
Bij het comité tot ondersteuning der vervolgde
en hulpbehoevende Joden in Rusland alhier is nog
ontvangen de som van f39,47 zijnde de opbrengst
eener te Kloetinge gehouden collecte. Mogen andere
gemeenten het voorbeeld van Kloetinge, waar de
wakkere burgemeester het initiatief nam, volgen!
Deze gelden zijn naar Amsterdam overgemaakt.
Het Amsterdamsche comité tot ondersteuning van
de vervolgde en hulpbehoevende Israëlieten in Rusland
heeft zich nl., ingevolge den wensch van de comité's
te Rotterdam en elders, bereid verklaard de hier te
lande ingekomen gelden in ontvangst te nemen en ten
behoeve van het gemeenschappelijk doel, naar beste
wetenschap, ten nuttigste aantewenden. Genoemd comité
heeft tot voorzitter den heer J. C. Van Marken, tot
secretaris den heer J. C. Matthes, en tot penningmeester
den heer A. C. Wertheim.
Hoëdekenskerke. Reeds terstond na de benoeming
van den heer J. Welleman tot burgemeester onzer
gemeente, werden er toebereidselen gemaakt voor eene
gepaste hulde na afloop der installatie, die Donderdag
plaatshad. Woensdag nog tot diep in den nacht
waren in schuren en werkplaatsen de klopgeesten be
zig met het in elkander zetten van eerebogen, terwijl
anderen groote manden met groen en bloemen aan
voerden en de vrouwen in stilte bijeenzaten om eene
verrassing voor te bereiden, 't Was merkwaardig te
zien hoe zich ieder met toewijding kweet van zijne
taak.
Toen echter de benoemde burgemeester in den vroegen
morgen naar Middelburg vertrok, om den eed te gaan
afleggenbegon het werk in het openbaar. Twee
groote eerebogen met kronen en lampions versierden
den in- en uitgang der kerkstraat, terwijl natuurlijk
het gemeentehuis en de woning van den heer Welle
man rijkelijk werden bedacht.
Overal bovendien vlaggen en groen en zelfs op een
zame, afgelegen plaatsen zag men geheel uit de verte
nog vlaggen wapperen.
Te 2.21 stonden met een rijtuig aan het spoor te
Goes de heerenJ. Steinwethouder, C. Boonman,
lid van den raad en W. Te G-empt, predikant, om
den burgemeester Welleman den eersten groet aan te
bieden en hem naar de gemeente te geleiden. Op de
scheiding der gemeenten 's-Gravenpolder en Hoede-
kerke bevonden zich niet minder dan 84 ruiters, allen
evenals hunne paarden rijk met nationale kleuren
versierd, onder commando van den heer P. De Broc
ket-1, die hier eene toespraak hield, welke onmiddellijk
werd beantwoord.
Een zware regenbui barstte toen plotseling los,'
die allen de meeste zorg deed koesteren voor den
goeden afloop van het feest.
Men trok toen verder naar Kwadendamme, waar
in het zijlokaal der herberg van P. Timmerman eene
commissie gereed stond, met den heer pastoor Kerre-
mans aan het hoofd, om den burgemeester te verwel
komen
Na hier eenigen tijd vertoefd te hebben, vervolgde
de stoet zijn weg herwaarts. Allen keken steeds
met bezorgdheid naar de lucht, maar deze helderde
gelukkig langzamerhand op, en den geheelen verderen
dag had men met bedompte lucht toch uitstekend
weder. Men hield stil aan de woning van den bur
gemeester.
Nog een optocht door het dorp en daarna halt ge
maakt aan het gemeentehuis, waar de installatie in
den volledig aanwezigen raad, onder voorzitting van
den wethouder Joh. De Schipper, met gepaste toe
spraken plaats had.
Nauwelijks waren de hamer en de insignie overge
geven, of de nieuwe voorzitter sloot de vergadering en
eene onnoemlijke reeks van toespraken door corpora-
tien en bijzondere personen volgde, die later onder
liet gebruik van een glas wijn en een collation in
toosten zou overgaan, waaraan eerst met het vooraf
vastgestelde uur een einde werd gemaakt.
Wij leveren zelfs geen korten inhoud van al die woor
den maar geven om de bijzonderheid die van de
presidente der vrouwen-groenmaaksters, vrouw Ant.
Van Delsen, geb. Goud, in haar geheel terug.
«Edelachtbare heer burgemeester
Mag het gebruik niet meebrengen, dat de vrouwen
zich uitspreken bij de installatie van een burgemees
ter, wij staan boven het vooroordeel, waar het hart
ons dringt. Wij hebben zoo goed als onze mannen
belang bij het welzijn der gemeente, en wij wilden
daarvan doen blijken. De toekomst onzer kinderen is,
voor een aanmerkelijk deel, afhankelijk van hen, die
de leiding der openbare zaken in handen hebben en
u, die in het vervolg aan hun hoofd zult staan, dra
gen wij met vrijmoedigheid en ernst, maar gelukkig
ook met het volste vertrouwen, onze belangen op. Wij
vereenigen ons van harte met het adres onzer man
nen om uwe benoeming te bevorderen, en ten be
wijze daarvan hebben wij, gemeenschappelijk hande
lende met de geheele burgerij, kronen opgehangen aan
de geplaatste eerebogen.
Krone uw werk in de toekomst den meester
Leef lang en gelukkig met uw huisgezin, en moge
het u gegeven worden veel goeds in onze gemeente
totstand te brengen, wat zeker ook bevorderlijk zal
zijn tot uw eigen geluk
Die woorden werden zoo kranig uitgesproken, dat
niemand er meer over lachte zooals op het oogenblik,
toen het plan daartoe ruchtbaar werd.
Intusschen bracht de burgemeester met zijne vrouw
en de autoriteiten der gemeente een bezoek aan de
thans verlichte versiering en onder den grooten eere-
boog bracht hij aan den president der mannen-groen-
makers, J. Van Belsen, zijn warmen dank voor de
nette en smaakvolle wijze, waarop alles door allen
gemeenschappelijk was ingericht.
In de 4 herbergen te Kwadendamme en de 3 al
hier was vanwege den burgemeester op ruime schaal
gezorgd voor wijn, met het dringend verzoek, dat
niemand zich zou te buitengaan. En hieraan is ge
lukkig gevolg gegeven iedereen was vroolijk, zelfs op
gewonden, maar niemand in den eigenlijken zin dronken.
Ongelukken hadden ook niet plaats, dank zij de
leiding van den kommandant, den onder-kommandant
C. Van der Stel en de beide veldwachters, die echter
handen vol werk hadden om de orde bij den optocht
te handhaven.
Klokke 12 werd het feest gesloten en weldra hoorde
men geen gedruisch meer op straat.
Eere aan den burgemeester voor zijn hartelijk, on
bekrompen onthaal
Eere aan de gemeentedie zoo weet feest te
vieren
Hoofdplaat. Op Hemelvaartsdag is door het ge
meentebestuur tot opzichter van den te leggen steen
weg benoemd de heer J. Wcijnsbergen, alhier.
Aan dien weg moet nog begonnen worden, de wijze
van uitvoering is nog niet eens vastgesteld.
De levering der keien is aan den heer Willems, te
Selzaete gegund, doch over het niet gegunde 2e perceel,
de uitvoering, is men uit gemis aan samenwerking
van verschillende machten opnieuw aan het harrewar
ren geraakt.
Nu eens treden de wethouders handelend op, dan
weder schijnt het of de burgemeester in overleg met
de raadsleden, zonder de wethouders, zal beslissen.
Nog vreemder staan wij te zien, wanneer men openbare
raadsvergadering houdt op eenen erkenden Christelijken
feestdag, terwijl er in de gemeente onwil bestaat om
op kerkdagen en niet erkende feestdagen eenig werk
te verrichten.
Intusschen nadert de oogst met rassche schreden.
Dagloonen, voervrachten enz. worden hooger en deze
zullen de gemeente daarom niet ten voordeele komen