BIJVOEGSEL
GOESCEE COURANT.
ZATERDAG
AANBESTEDING.
Burgemeesters en Secretarissen
6 MEI 1882. No, 54.
De BURGEMEESTER van GOES maakt hiermede
bekend, dat door hem ontvangen is een bestek, waar
naar op 16 Mei a. 8. vanwege het Departement van
Marine bij inschrijving zal worden aanbesteed
het houwen van een steenen magazijn
voor den dienst der betonning te
Brouwershaven,
en dat genoemd bestek eiken werkdag van 's mor
gens 9 tot des namiddags 2 uren ter secretarie der
gemeente ter visie zal liggen.
Goes, 3 Mei 1882.
De Burgemeester voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Door het kiescollege der Ned. Hervormde Ge
meente alhier is, in plaats van den overleden heer
C. Korstanje, tot ouderling verkozen dë heer P. C.
"Van Melle, die deze benoeming heeft aangenomen.
Ds. S. Los, predikant bij de Chr. geref. gemeente
te Colijnsplaat, is beroepen te Sleeuwijk.
Beroepen naar Schiedam ds. J. C. Montijn, te
Zierikzee.
Wemeldinge. Tot onderwijzeres in de handwerken
alhier is thans officieel aangesteld mej. C. E. Reuhl,
onderwijzeres der bewaarschool alhier.
Minder prettig is het te moeten meldendat éen
der onlangs benoemde onderwijzers, nl. de heer Schüller,
die spoedig werd verwachtwegens redenen van ge
zondheid zijn ontslag heeft moeten vragen en dat dus de
hoop, spoedig met het personeel in orde te wezen, voor
een tijd lang weer een vrome wensch zal blijven.
Oüdelande. Donderdag jl. is alhier het nieuwe
schoolgebouw der gemeente feestelijk in gebruik ge
nomen in tegenwoordigheid van de leden van den
gemeenteraad, den predikant dezer gemeente, den heer
Hannink, architect, en velen uit de gemeente. Tot
ons leedwezen waren de heeren schoolopzieners door
ambtsbezigheden verhinderd dit feest bij te wonen. Bij
deze gelegenheid spraken achtereenvolgens de burge
meester het hoofd der schoolde predikant en de
architect woorden, die getuigden van ingenomenheid
en waardeering.
Wij hopen van harte dat het schoolgebouw, dat een
sieraad der gemeente is, haar ten zegen moge strekken,
moge meewerken ter verspreiding van meerdere alge-
meene volksontwikkeling en het een bron van waar
achtig en duurzaam heil voor de inwoners moge worden.
Scheepvaartberichten.
Hans weert. Donderdagnamiddag is de Noorweeg-
sche bark ^Equator", na den ballast overboord gewor
pen te hebben, door de Belgische sleepbooten Her
cules", Energie" en »Infatigable" afgesleept en met
adsistentie der twee laatstgenoemde booten naar Vlis-
singen opgesleept, om in het droge dok aldaar geplaatst
en nagezien te worden.
YEREENIGING
van
in
ZUID- en NOORD-BEVELAND.
Vergadering op Zaterdag den 29 April 1882,
op de bovenzaal van het »Café Hartman," te Goes.
(Slot.)
De heer Dominionsde vergadering wegens ambts
bezigheden moetende verlatenwordt in het voorzit
terschap vervangen door den heer Vereeke, die voort
aan de betrekking van vice-president zal bekleeden,
terwijl de heer jhr. De Marees van Swinderen als bij
zittend lid in het bestuur is opgetreden.
IX. In de bus worden 3 vragen gevonden en wel
a. Is art. 15 litt. c der onderwijswet zoodanig
te begrijpendat de toegang tot en het verder ver
blijf in eene bewaarschool aan kinderenboven de 6
jaren oud, geweigerd moet worden
De heer Hartman deelt mede, dat eene soortgelijke
vraag, kort geleden, in de Gemeentestem behandeld is.
In no. 1590 werd gevraagd, of kinderen boven de 6
jaren op eene bewaarschool mogen blijven, en zoo neen,
of de burg. dan proces-verbaal kan opmaken en de
school kan sluiten? De redactie beantwoordde het
eerste gedeelte ontkennend, het tweede toestemmend.
Er was, haars inziens, overtreding van de wet, dewijl
aan het hoofd der school niet een onderwijzer of on
derwijzeres staat, voldoende aan de eischen van art.
54, waarop de aanhef van art. 9 toepasselijk is. Tegen
dit gevoelen werd in no. 1592 protest aangeteekend,
omdat de toepassing daarvan in strijd zou zijn met
de bedoeling van den wetgever, die getrouw school
bezoek bevorderen wil. Terwijl nu de kinderen, zoo
dra zij den leeftijd van 6 jaren hebben bereiktde
bewaarschool zouden moeten verlaten, konden zij wel
licht eerst na weken of maanden tot de lagere school
worden toegelaten, dewijl in de meeste gemeenten
voor dit laatste slechts tweemalen 's jaars (en terecht,
met het oog op een ordelijk leerplan) gelegenheid is.
Spr. verklaarde het eens te zijn met dit laatste ge
voelen en betoogde verder, dat de onderwijswet de
regeling van de bewaarscholen heeft willen buitenslui
ten en dus geene bepalingen dienaangaande bevat. De
aangehaalde al. zegt dit ten duidelijkste en uit hare
geschiedenis toont spr. aandat zij geene verdere
strekking heeft, terwijl ook uit een taalkundig oog
punt niet uit het oog moet verloren worden, dat er
staattoegelaten en er onmiddellijk op volgtnen geen
ander dan voorbereidend onderwijs gegeven wordt".
De heer Ramondt vraagt, of dienaangaande door
de gemeenteraden geene bepalingen kunnen gemaakt
worden
De heer Hartman antwoordt, dat, zijns bedunkens,
zoolang de bewaarscholen niet bij de wet geregeld zijn,
deze bevoegdheid niet aan de gemeenteraden kan ont
zegd wordendoch dat de vraag iets anders schijnt
te bedoelen en daarom door spr. in den aangegeven
zin is beantwoord.
b. Zou het ten platten lande bij verkiezingen niet
voldoende zijnwanneer de stembus van 91 uur
geopend wareom veel onnoodig tijdverlies bij het
meestal gering getal kiezers te voorkomen 1 Zou het
geen zaak zijnzich juist nu deswege tot de regee
ring te wenden, wanneer men het daaromtrent met
den vrager eens is
Over deze vraag had eene langdurige en belangrijke
discussie plaats, waaraan verscheidene leden deelnamen.
De heeren Van den Bosch en Hartman waren van
gevoelen, dat de tijd voor gemeenten met een gering
getal kiezers kon ingekrompen wordenen wel bijv.
tot van 113 uren, teneinde den zoogenaamden schaft
tijd daarin te begrijpen. De heeren Ochtman en Ra-
mondt bestreden dit denkbeeld, op grond der gelijk
heid van rechten voor alle kiezers in Nederland, en
dat het tijdverlies alleen den leden der stembureau's
geldt. De heer Van Ixvaarden wijst eropdat de
kiezers in het district Goes en in andere districten,
waar de marktdag op Dinsdag gehouden wordt, zeer
zouden benadeeld of althans bemoeielijkt worden in
het uitbrengen hunner stem wanneer de tijd werd
ingekrompen. Thans kunnen zij, óf voor zij zich stad
waarts begeven, óf wanneer zij van daar zijn terug
gekeerd, hun kiezersplicht volbrengen. De heer Ocht
man blijft beweren, dat eene splitsing der gemeenten
eigenlijk in strijd zou zijn met de wet, die gelijkheid
van rechten voor allen wil. De heer Hartman voert
daartegen aan, dat die gelijkheid thans ook niet be
staat, hij het verschil in den census voor de verschil
lende kiesdistricten.
De vraag, of men het gevoelen deelt, dat inkrim
ping van den verkiezingstijd voor kleinere gemeenten
wenschelijk is, werd in ontkennenden zin met 13
stemmen beantwoord, terwijl 4 stemmen in toestem
menden zin werden uitgebracht. De behandeling van
het tweede gedeelte der vraag verviel daardoor.
e. Indien een gemeenteraad besloten heeft eene op
roeping te doen en het tractement heeft bepaald voor
een onderwijzerwaarop zich een of meer sollicitanten
aanmelden, doch van welke de schoolopziener geen
gunstig advies geeftmogen dan Burg. en Weth. tot
eene tweede oproeping overgaan, zonder den gemeen
teraad daarmede in kennis te stellen of zijn gevoelen
te vragen
De heer jhr. de Marees van Swinderen gaf als zijn
gevoelen te kennen, dat de tractementsbepaling bui
ten aanmerking kon blijven, en dat Burg. en Weth.
wel eene tweede oproeping mogen doen, wanneer de
eerste geen gunstige resultaten heeft opgeleverd, doch
later verplicht zijn daarvan aan den raad mededee-
ling te doen.
De heer Kraayeveld was van oordeel, dat in de
vraag van de tractements-bepaling sprake was, dewijl
toch eene tweede oproeping zonder tractementsver-
hooging weinig hetere resultaten zal opleveren.
De heer jhr. de Marees van Swinderen hernam,
dat natuurlijk geen tractementsverhooging zonder
raadsbesluit kan plaatshebben.
De heeren Hartman en Ramondt voerden aan, dat
huns bedunkens al de sollicitatiën en berichten later
aan den raad moeten worden overlegd, doch dat Burg.
en Weth. waar door hen eene voordracht, opgemaakt
in overleg met den schoolopziener, moet worden in
gediend, eene tweede oproeping kunnen doen, wanneer
de schoolopziener geen gunstig advies omtrent de eerste