1882. N°. 46. Dinsdag 18 April. 69ste jaargang DE DRANKWET, Mededeelingen op verschillend gebied. GOES, 17 APRIL 1882. Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Landbouw en Veeteelt. Uit onze Koloniën. Buitenlandsch Overzicht. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f '1,75. Afzonderlijke nemmers 5 ct., met bijblad 40 ct. Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGII VAN D1TMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs dor gewone advertentiën is van 5 regels 50 ct., elke roge' meer 10 ets. l!ij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. door IJ. G. HARTMAN J z N. I. »Er is geen kunst, die men bij ons minder verstaat, dan de kunst der wetgeving." Deze woorden, door mr. A. W. Hoeth in no. 1578 der Gemeentestem aangehaald uit liet verslag der vergadering van den raad der gemeente Groningen, dd. 20 Nov. 1881 en voorkomende in de Prov. Gron. Ct. van 30 Novem ber, zullen door ieder, die met de uitvoering van wet ten belast is, gereedelijk worden toegestemd. Volko men moet hem dan ook worden gelijk gegeven, als liij schrijft: sliet heeft al den schijn, alsof wij op wetgevend gebied tegenwoordig in een ongeluk kigen mousson verkeeren". Zijn deze uitdrukkingen in het algemeen op de meeste, zoo niet alle wetten toepasselijk, in het bijzonder gelden zij voor de wet van 28 Juni 1881, (St.bl. no. 97), de zoogenaamde drankwet. Geen Hommer van de bladen, aan het administratief recht gewijd, ziet het licht, of het is voor het grootste ge deelte gevuld met opmerkingen omtrent, inlichtingen aangaande en besprekingen van verschillende bepalin gen dezer wet. Naïef drukt de redactie van het Week blad voor de Burgerlijke Administratie zich uit in haar no. 1695, als zij na de verklaring, dat «de ge- heele wet verre is van een model van wetgeving" laat volgen »'t Is met eene wet als met eene vrouw: hoe minder zij besproken wordt, hoe beter voor hare eer." Dit doet echter niet te kort aan de bedoeling der Wet, die hoog geschat mag worden. Het zal daarom niet ongepast zijn, vooral nu weldra (1 Mei 1882) de wet in haar geheel in toepassing zal zijn, enkele opmerkingen ten beste te geven. Wanneer die toepassing oordeelkundig plaatsheeft, kan de wet zeer nuttig werken. Maar men moet haar dan ook eerlijk uitvoeren en niet doen, zooals onlangs uit eene gemeente gemeld werd, t. w., dat na de beproeving der brandbluschmiddelen, op last van den opperbrandmeester, aan ieder, die daarbij werkzaam was geweest, een glas jenever werd aangeboden en dat zij, die daarvan geen gebruik wilden maken, maar liever een glas bier hadden, ten antwoord ontvingen «jenever schenken we wil je bier hebben, dan moet je 't zelf maar koopen." De gemeentebesturen zijn in de eerste plaats geroepen de wet uit te voeren op de wijze als in die gemeente gehandeld werd, mis kent men geheel de bedoeling der wet. De miskenning van, of liever weerzin tegen de wet epenbaarde zich ook door het lange dralen van vele gemeentebesturenom de noodige verordeningen enz. voor de richtige toepassing der wet in het leven te roepen. De meening werd geopperd en zelfs door de redactie van het Weekblad voor de Burg. Adm. ver dedigd, dat eerst de wet in werking moest zijn, vóór de verordeningen door den gemeenteraad konden wor den vastgesteld. Alsof niet alles moet zijn voorbereid om eene wet in werking te kunnen doen treden, vóór het tijdstip dier inwerkingtreding daar is 1 "Waarom wordt het nieuwe Wetboek van Strafrecht niet inge voerd, ofschoon het dagteekent van 3 Maart 1881 en reeds in no. 35 van het Staatsblad voor dat jaar is opgenomen 7 Immers alleen omdat vóór de invoe ring nog zooveel wetten en besluiten totstand moeten komen. Hadden de gemeentebesturen bijv. de ver ordeningen op de heffing en invoering van een ver gunningsrecht voor de uitoefening van den kleinhandel in sterkedrank vroeger in behandeling genomen, het voorschrift van den Min. van Binn. Zaken in zijn missive van 9 Sept. 1881 no. 3993, afd. BB, dat het helïingshesluit de bepaling behoorde in te houden, dat het met 1 Nov. 1881 in werking trad, zou geene bittere satire gebleken zijn. Het is te bejammeren dat, terwijl de wet de dagteekening draagt van 28 Juni 1881, op den 1 Nov. 1881 niet alles voorbereid en in orde was, om haar geheel in werking te bren gen. In de provinciale bureaux was men langen tijd overkropt met werk door de menigte verordeningen, en toen zij daar waren nagezien, moesten zij nog eens het onderzoek in de ministriëele bureaux doorstaan, zoodat tot heden (April 1882) nog niet eens alle ver ordeningen zijn goedgekeurd, De Gemeentestem leverde in hare nommers 1558 en 1560 een flink geschreven artikel over de wet en de redactie wees er in no. 1568 nogmaals op, hoe belangrijk de wet is en «hoe men de zorg, den arbeid en de volharding zal moeten erkennen, die Regeering en Staten-Generaal zich hebben getroost, om eindelijk eens afdoende maatregelen te verordenen, ter bevor dering van de vermindering eener kwaal, welke een groot gedeelte van Neêrlands bevolking moreel en materieel ondermijnt en tot armoede en ellende, ja te menigmaal ook tot misdaad brengt." En de re dactie herinnerde tevens, hoe het de beurt werd«van de plaatselijke besturen, om de verschillende maat regelen, zoover zij van dadelijke toepassing zijn, het schoone doel te doen bereiken, dat de wetgever ervan verwacht; van de politie, rijks- en plaatselijke, om oordeelkundig mede te werken ter bereiking van dat doelvan de bevolking in het algemeen, om aan hei den in de vervulling der moeielijke taak, die de wet oplegt, waar mogelijk de behulpzame hand te bieden." Maar is de Regeering voorgegaan, om de invoering en uitvoering der wet gemakkelijk en mogelijk te maken? Bij de beraadslaging over art. 23 der wet in de Tweede Kamer werd de opmerking gemaakt, dat er thans geene rijkswerkinrichtingen bestaan en de vraag gedaan of het de bedoeling der Regeering was, die inrichtingen spoedig tot stand te brengen of wel dat zij de koloniën Ommerschans en Veenhuizen als zoodanig zou doen aanwijzen. De Min. van Just, antwoordde toen, dat hij zich vleide, dat de Kamer nog vóór de inwerkingtreding der wet zou weten, wat de bedoeling der Regeering is. Immers zou aun de Kamer een wetsontwerp worden aangeboden, waarbij worden aangewezen de gestichten waar, hetjzij de hech tenis, hetzij de gevangenisstraf, hetzij de opsluiting in eene werkinrichting, bedoeld bij het nieuwe straf wetboek, moet worden ondergaan. De drankwet is den i Nov. 1881 inwerking getreden, maar van het toegezegde wetsontwerp was niets te ontdekken. Eerst dezer dagen heeft het de Tweede Kamer bereikt. In- tnsschen zijn verscheidene personen meermalen veroor deeld, doch geen gevolg kon gegeven worden aan de bepaling van art. 23, dat bij derde of volgende her halingen telkens binnen zes maanden na de laatste veroordeeling de schuldige boven de opteleggen ge vangenisstraf tot plaatsing in eene rijkswerkinrichting kan worden veroordeeld, want de rykswerkinrichting is nog niet aangewezen. En dan wil de Regeering van hare ambtenaren een voorbeeldeloozen ijver en eene bijzondere gestrengheid hij de toepassing der wet1 Op zijn verzoek is eervol ontslag verleend aan H. P. Ben Bouwmeester, als plaatsvervangend dijkgraaf van den Schorerpolder. Voorts zijn benoemdtot dijkgraaf van het waterschap Hoedekenskerke M. De Regttot dijkgraaf van den Willem III polder J. Scheele Jz. Scherpenisse. De voordracht tot benoeming van een dijkgraaf, opgemaakt door ingelanden van het waterschap Sint-Maartensdijk, is, zooals thans offici eel bekend gemaakt is, door Gedeputeerde Staten on geldig verklaard wegens onwettigheden, bij de stem ming begaan. Het polderbestuur van Walcheren heeft in zijn Zaterdag te Middelburg gehouden algemeene vergade ring de begrooting van dien polder vastgesteld in ontvang en uitgaaf op f 302,799,636. Het gewoon dijkgeschot is geraamd op f216,102,44 en bedraagt f 13,50 per hectare schotbaar en f5,30 per hectare vrijland. Met het oog op de behoefte aan de noodige fondsen, voornamelijk tot dekking van geleden stormschade, is besloten over 1882 een buitengewoon dijkgeschot te heffer, van fl, waarvan de opbrengst op f 16907,67 wordt begroot. De belastingstermijnen zijn bepaald op 18 Mei, 1 Juli, 1 October en 20 December. Bovendien is op de begrooting gebracht eene som van f 20,000 als le serie der geldleening van f200,000. Te Vlissingen overleed de oud-burgemeester dr. J. W. Callenfels. Bij besluit van Z. M. den Koning is de orde van den Gouden Leeuw van Nassau met een klasse vermeerderd, nl. die van commandeur, die meer bij zonder is bestemd om militaire verdiensten te be- laonen. In de Rijkspostspaarbank is van 1 tot 10 April jl. ruim f 18,608 meer ingelegd dan terugbetaald. De N. B. Ct. verneemt, dat het handelstractaat met Frankrijk reeds van den Raad van State bij de regeering is teruggekomen, en dientengevolge de indie ning bij de Tweede Kamer spoedig ver wacht-worden kan. De domeingoederen, die aan wijlen prins Fre- derik in vruchtgenot waren afgestaan, zijn dezer dagen weder van Staatswege in bezit genomen. Om redenen, die nader zullen moeten blijken, heelt de regeering echter kunnen goedvinden het beheer daarover niet op te dragen aan de ontvangers der registratie, die al de andere domeinen administreeren, maar aan een afzonderlijk nieuw stel rijksambtenaren met, gelijk van zelf volgt, afzonderlijke traktementen en afzonderlijke remuneratiën. (N. R. Ct.) Donderdagavond werd te Amsterdam in een huishoudelijke vergadering der «Unie" de censusver laging en grondwetsherziening besproken. Mr. IF. Ucineken, de inleider van het onderwerp, verklaarde zich tegen censusverlaging eri voor grond wetsherziening en trachtte het rapport der gedele geerden uit de liberale kiesvereenigingen te ontzenuwen. Reeds driemaal was er een poging tot censusverla ging gedaan, maar telkens was zij mislukt, en volgens spreker was er tot hiertoe geen ernstige poging ge daan tot grondwetsherziening. Na langdurige discussie werd met algemeene stem men de volgende motie aangenomen, voorgesteld door den heer P. F. Frowein «De vergadering, overwegende, dat de census niet mag zijn de basis tot kiesbevoegdheid, acht grond wetsherziening dringend noodzakelijk." De tweede jaarvergadering van het Nederlandsch Werkliedenverbond «Patrimonium" zal te Amsterdam gehouden worden op Dinsdag 25 April. Prof. Ruijs Ballot deelt mede, dat in de ver streken maand weder nieuwe bijdragen ter bestrijding der voor den Nederlandschen tocht naar de Poolge westen noodzakelijke uitgaven verkregen zijn. Met erkentelijkheid werden die ontvangen, want de kosten voor de huur van een schip zijn hooger dan men kon vermoeden. Dezer dagen is het schip Varna" door de firma Lange Sohn, te Bremen, voor gezegde expeditie gecharterd voor f 24,000, behalve de onkos ten, onder bepaalde voorwaarde evenwel, dat het de expeditie, zoo Dicksonhaven niet mocht te bereiken zijn, naar de Noordoostpunt van Nova Zembla zal brengen. Om dit en andere onkosten te bestrijden zijn nu de f 30,000, door den Staat toegestaan, te gebruiken en buitendien is van belangstellenden reeds zooveel ontvangen, dat f 34,000 bij heeren Chr. Oortman dè Zoon, te Utrecht, is uitgezet. Nog meer nieuwe deelnemers aan den internatio nalen tocht zijn toegetreden. Engeland zal met hulp van Canada een expeditie zenden naar Great Slave Lake en Finland zal van Sodankyla een volledig station maken. Mejuffrouw Cath. Beersmans heeft het engage ment, dat haar uit Antwerpen is aangeboden,1 niet aangenomen. Zij blijft dus aar. den grooten schouw burg te Rotterdam verbonden. Naar men aan het U. D. meldt, zal de begaafde tooneelspeelster msj. Jos. De Groot zich in den echt begeven. Dezer dagen verloofde zij zich met den zoon van een der voornaamste bankiers van Amsterdam. Oudelande. Zaterdag 11. is door den heer Jobs. Mol Szn. aanbesteed hel afbreken eener oude schuur en het opbou wen van een nieuwe schuur, alleen het dag- geldw erk.) Over dit werk zal de opzichter A. De Munck, te Driewegen, toezicht houden. Ingeschreven werd door de navolgende personen J. Scamaleun te Kwadendamme, voor f 1273 J. Koetse te Oudelande, voor f1175; J. M. Van 't Veer te Oudelande, voor f1167; G. Vaas te 's-IIee- renhoek, voor f1111,11; P. C. Van Strien te Elle- woutsdijk, voor f1045; P. Schijf te Ovezand, voor f919 en F. Schijf, ook te Ovezand, voor f870. Aan den laatsten, minsten inschrijver is het werk toegewezen. Aangenomen het beroep tot predikant bij de Chr. Geref. gemeente te Baarland door ds. J. Middel, te Gouda. Beroepen te Hillegersberg 4s. C. Diehl, te Oud- Vossemeer. Heinkenszand. In plaats van wijlen jhr. mr. G Van Citters is tot kerkvoogd gekozen mr. VV. L. Van Voorst Vader en tot secretaris van dat college de heer B. Vermande. Sint-Maartensdijk. De voorjaarsbeestenmarkt, die Vrijdag alhier gehouden werd, was niet druk bezocht. Slechts een 6tal run leren benevens ceriige biggen waren aangevoerd. Dat de handel niet levendig was, laat zich begrijpen. De toestand in Groot-Atjeh mocht in den ver- slagtijd (346 Februari) gunstig genoemd worden; nergens werden rust en orde noemenswaardig gestoord. De cholera woedt nog steedsthans weer in Sa- marang het hoofd opstekend en in Cheribon om zich heen grijpend onder alle rassen en standen. Uit Bali wordt aan het Soer. Hbl. o. a. het vol gende geschreven De cholera heeft den padanda's (voorname hoofden) geene windeieren gelegd. Zij gaven toovermiddelen tegen haar uit, voor f5 het stuk en maakten daar door een aardig sommetje. Dat zij goeden aftrek had den van hunne waar kon ieder bespeuren, die naar den haarbos keek, welken de Balineezen op hun schedel dragen, want daarin hadden zij de amulet gestoken. Hoe het eigenlijk op dit oogenblik in Egypte gesteld is, valt niet duidelijk meetedeelen. Er moet een opstand wezen, een complot gesmeed zijn tegen liet leven van den premier-minister; zoo zegt Araby-bey zelf ten minste. Volgens Daily-News nu worden er steeds menschen gevangen genomen, hoewel niemand g.-looft dat het militair komplot bestaat. De krijgsraad is alsnog niet vergaderd; het is zelfs onzeker of deze reeds benoemd is. Araby-pacha liet zells verscheiden Egyp tische dames opsluiten; niemand weet waar. Men verzekert, dat de gevangenen worden gepijnigd om hun bekentenissen af te persen, en dat Araby-pacha het voornemen aankondigde enkele te laten fusilleeren en dat zou laten doen voor het front der troepen. De oneenigheden tusschen ministerie en leger duren voort. De toestand wordt allerhachelijkst geacht. Men ver zekert dat de Sultan een telegram zond aan den Khedive, waarin hij voorstelt door een Turksche commissie de klachten der Circassische officieren (van wier gevangen neming wij in ons vorig nommer melding maakten), te laten onderzoeken. Uit alles zou zooveel blijken dat de premier, nu zijn gezag afneemt, voor despoot speelt, en onder het masker van vrees voor zijn leven zijne tegenstanders eens wil onschadelijk maken. De Oostenrijksch-Hongaarsche regeering heeft een nieuw krediet van 24 millioen aangevraagd voor het ver der bedwingen van den opstand in Bosnië en Zuid-Dalmatie. Ook dit zaakje zal de schatkist een grooten nekslag geven, en dan rest nog de vraag, of men van de bevol king goede onderdanen heeft gemaakt Het voorstel van Von Bismarck tot invoering van een tabaks-monopolie is nu bij den Duitsclien Bonds raad ingekomen, waar het, naar men meent, eeno kleine meerderheid vinden zal, terwijl men stellig verwacht dat het door den Rijksdag zal worden verworpen. De hoofden der Britsche conservatieve partij, North- cote en Salisbury, zijn tegenwoordig druk in de weer om de regeering in redevoeringen te bestrijden, vooral over hare politiek in zake Ierland. Zells het leggen van een eersten steen van een sociëteit te Liverpool, alleen bestemd voor conservatieven, gaf de vorige week aanleiding tot zulk eene redevoering. Dat zij den toestand in Ierland donker inzien behoeft zeker geen betoog. Uit Petersburg wordt gemeld, dat er een deputatie boeren uit de Oostzee-provineiën aankwam om de regeering hun nood te klagen over de onderdrukkende aanmatigingen der edelen en landeigenaren, die den boeren het leven ondragelijk maken. De regeering beloofde een onderzoek intestellen. liet optreden van den heer Von Giers als minister van buitenlandsche zaken in Rusland is thans gevolgd door de aanstelling van baron Jomini tot staatssecre taris hij hetzelfde departement. Deze verandering in. de staatkunde van Rusland vooral het ontslag van Ignatieff wordt allerwege in het buitenland met vreugde begroet, wijl zij eene vredelievende beteeke-, nis heeft. Vooral de vrees voor de nihilisten zou den Czaar die verandering hebben doen netnen. Daar hem ge bleken was hoe ook deze minister hem op den duur voor de moordaanslagen dier lieden niet kan beveili-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1882 | | pagina 1