1882. N°. 44
Donderdag 13 April.
69ste jaargang.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Personeels belasting eu Patentrecht.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nammers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran GOES
brengen, naar aanleiding der circulaire ran den heer
Commissaris des Koniügs in Zeeland dd. 29 Maart 1882
A no. 1322/i, -Ie aïd. (Prov. blad no. 36), ter openbare
kennis
dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor de
Personeele belasting en voor het Patentrechty
dienstjaar 1881—1882, bepaald is op Maandag den 8
Mei 1882
dat de beschrijvingsbiljetten voor de personeele be
lasting zullen worden opgehaald den achtsten dag na
de uitgilte, doch ia geen geval vóór den 15 Mei;
dat wegens elk opgehaald beschrijvingsbiljet een
bewijs van ontvang zal worden afgegeven;
dat door niemand dergenen, die de biljetten uitrei
ken en ophalen, voor de invulling der verklaring van
de belastingschuldigen eenige belooning gevorderd zal
mogen worden;
dat bij art 5 der wet van 9 April 1869 (St.bl. no.
59; van de personeele belasting is vrijgesteldde eenige
vrouwelijke bediende, overigens naar de eerste, derde,
vierde klasse belastbaar, in dienst v n den belasting
plichtige, welke geen andere bedienden houdt en vier
of meer eigen of aangehuwde kinderen, kindskinderen
en pupillen bij zich heeft inwonen, die op den 1 Mei
des jaars, waarover de belasting loopt, jonger dan een
en twintig ja en zijn;
dat bij art. 7 der wet de twee eerste paragroien der
wet van 29 Maart 1833 (St bl. no. 4) zoodanig zijn ge
wijzigd, dat hij, die naden 15 Mei een perceel in georuik
neemt, voor dit perceel de belasting naar de vier eerste
grondslagen verschuldigd is voor den tijd van het
dienstjaar, die dan nog oveiblijft, terwijl aan hem, die
een perceel geheel verlaat, ontheffing wordt verleend;
dit, om als tegenechatter van de zijde der belasting
schuldigen te dienen, ingeval van herziening van het
aangegeven bedrag van de huurwaarde of het aantal
deuren en vensters of haardsteden, door Bu gemeester
en Wethouders zijn benoemd de volgende personen
WILLEM DE BESTE, AüRlAAN DE BRU1JNE,
WILLEM FR EDE ft IK. VAN KI ET en
WILLEM DEN BOER;
dat de aangifte of verklaringen tot verkrijging van
patent zullen worden uitgegeven van den 8 tot en met
den löen Mei en behooreu ingezameld te zijn den
3lsten dier maand
d bij de inschrijving valt op te merken
lo. Ten aanzien der patentplichtigeu, in de eerste
25 tabellen der wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34)
omschreven
dat, met uitzondering van de patentplichtige slijters,
tappe s, kroeghouders en koffiehuishouders, die niet in
de gewone beschrijving zullen worden begrepen, maar
aan welker huizen, zoodra mogelijk na den ingang van
het dienstjaar, en zonder de gewone beschrijving af te
wachten, een declaratoir zal bezorgd worden, hetwelk
na verloop van drie dagen zal worden afgehaald, en welke
verplicht zijn dadelijk de helft van hunnen aanslag te vol
doen, waarna het patent op vertoonderquitantie, alsmede
van het bewijs, dat hun deswegens verschuldigde over
het voorgaande jaar ten volle aangezuiverd is, ter secre
tarie onmiddellijk verkrijgbaar zal zijn;
2o. Ten aanzien der eigenaars, vaste huurders, of an
dere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, dat zal moe
ten worden gehandeld overeenkomstig de resolutie van
den Minister van Financiën van 20 April 1852 no. 162
(Prov blad no. 57 van dat jaa»-.) En wordt voor dezen de
gelegenheid tot het doen der aangifte opengesteld van 7
Mei 1882 bij het gemeentebestuur der plaats, alwaar
de belasting verschuldigd is, onder overlegging van een
aanslagbiljet, daartoe bij die besturen verkrijgbaar.
3o. Ten aanzien van de kramers -,
dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hunner
aanvrage om patent op te geven de onderscheidene
goederen, welke zij voornemens zijn te koop aan te
biedenzoomede de wijze, op welke zij hun beroep
uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij
1 der 7de tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Juni
1832 (Staatsblad no. 30)alsmede de gezamenlijke in-
koopswaarde der door hen te koop aangeboden wordende
goederen, zullende dien onverminderd door de patent-
plichtigen, die hunne goederen in de herbergen of
bergplaatsen, huizen en andere gebouwen van derden
uitstallen, opgave moeten geschieden van den tijd der
during van hun verblijf in de gemeente, en door hen,
die hunne waren in openbare veilingen, buiten hunne
winkels, bij koopen van doorgaans beneden de 25,
ieder, doen verkoopen, van dien der te houden ver-
kooping, terwijl, zoo zij de wijze van dien verkoop
veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen of
den duur des verblijfa of der te houdene verkooping
verlengen, zij daarvan op den voet Vun art. 13 der
wet van den 21 Mei 1819 en op de boete, bij art 37
bepaald, aangifte zullen doen in de gemeente, alwaar
zij zich bevinden, en zoodanig aanvullingsrecht voldoen,
als tan hen bij werkelijkheid toegenomen belastbaarheid
zoude kunnen worden gevorderd.
4o. En eindelijk, dat de bedoelde kramers, benevens
de debitanten van loterij briefjes, krachtens het Ron.
besluit van den 17 October 1820 (Staatsblad no. 22), op
de boete van 1 en 2, van art 32 der wet van den
21 Mei 1819 bepaald, verplicht zijn steeds hun patent
met zich te voeren
dat de sluiting van de registers der patentplichtigen
zal geschieden den 16 Juni aanstaande;
dat het werk der zetters behoort te zijn afgeloopen
voor den 24 Juni daaraanvolgende:
en eindelijk, dat de ingezetenen, die zich met hunnen
aanslag in de personeele belasting ot het patentrecht
bezwaard achten, verplicht: zijn bij hunne bezwaarschrif
ten over te leggen een duplicaat van hun aanslagbiljet,
tegen betaling van 5 cents bij den rijksontvanger
verkrijgbaar gesteld.
Goes, den 8 April 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Men zie verder het bijvoegsel.
Mededeelingen op verschillend gebied.
GOES, 12 APRIL 1S82.
Bij de heden gehouden verkiezing voor een lid
der Provinciale Staten hebben van de 262 kiezers te
Goes er 177 gestemd.
Op dit oogenblik zijn de stembussen gesloten
en is de uitslag een diep geheim.
Wij verwachten een herstemming tusschen den anti
revolutionairen candidaat en een der twee liberale
candidaten.
En op dien grond hopen wij, dat, is dit het ge
val, de betreurenswaardige tweedracht, die tot nutoe
licerschte in het liberale kamp, dan plaats maken zal
voor eendracht en samenwerking.
Welke de liberale candidaat ook moge wezen hij
is dan ook ónze candidaat, evenals wij tot nutoe ons
bij den eerstgekozene hebben aangesloten.
Dat zij dan ook de houding van alle liberalen in
het district!
Dan zij er geen quaestie in -er van personen maar
van een beginsel 1 Treurig, dat dit niet steeds het geval is.
En mocht de uitslag dan toch wezen, dat de tegen
partij zegeviert, dan kunnen wij niet anders doen dan
erkennen dat het eigen schuld van onze partijgenooten
is geweest en dat men in het vervolg voorzichtiger
moet zijn.
De commissie voor de defzen zomer te Goes te
houden tentoonstelling voor nijverheidkunst toege
past op nijverheidbenevens wedstrijd voor den hand
werksman zal een beroep doen om medewerking op
de ingezetenen onzer gemeente. Is het aantal inzenders
reeds van dien aard, dat het doorgaan van het plan
gewenscht is, het belang en de eer van Goes brengen
mee, dat deze eerste tentoonstelling van dien aard in
onze provincie uitstekend slage en de inrichting ervan
een goed figuur make.
Het belang van Goes staat daarbij op het spel, omdat,
hoe netter alles geregeld is, hoe drukker het bezoek
uit alle deelen der provincie en hoe voordeeliger ook
voor onze gemeente dit zijn kan. De eer onzer woonplaats
dient in het oog te worden gehouden, wil Goes niet
buitenaf als een slecht gastheer bekend worden.
De commissie vraagt nu, teneinde een en ander goed
te kunnen doen slagenanders laat zij het plan liever
niet doorgaan bijdragen van de ingezetenen. Wij
willen hopen, dat dezen aan die roepstem wel gehoor
zullen willen geven.
Naar men verneemt is het besluit van den Com
missaris des Konings dezer provincie betreffende de
waarneming van nevenbetrekkingen voor particulieren
door de gemeente-veldwachters in zoover gewijzigd,
dat deze o. a. functiën, waarvoor zij gepatenteerd zijn,
tot 30 April a. s. mogen blijven uitoefenen. Daaronder
behoort het roepen op koopdagen en liet aanplakken
van biljetten.
Het criterium in deze zaak heeft, evenals de meeste
regels, behoefte aan uitzondering, vermits de bedie
ning der betrekking van gemeente-havenmeester, die
de veldwachters ongehinderd mogen bekteeden, hun
tijdig en ontijdig schier voor een groot deel des jaars
voor surveillance in den weg staat.
Biervliet. Vrijdag jl. heeft onze wethouder, de heer
W. Verplanke, zijn mandaat als raadslid nedergelegd,
nadat hij vruchtelooze pogingen had aangewend zijne
strijdlustige collega's te doen besluiten gezamenlijk
hunne geloofsbrieven in te zenden en aldus de demon
stratie tegen de regeering te eindigen, na een nutte
loos verzet van ruim een jaar.
Getrouw aan zijn gegeven woord, wilde dhr. V.
echter niet het voorbeeld van dhr. C. volgen, om alleen
zijn geloofsbrieven in te dienen den strijd moe zijnde
bedankte hij liever.
Jammer voor Biervliet 1 De heer Verplanke is als
ingezetene en als raadslid, met zijn stipt gevoel voor
recht, alom zeer geacht.
Te Groede is tot gemeente-secretaris benoemd
de heer J. Gr. Meijers Jr. aldaar.
De Minister van Waterstaat enz. brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat tot opleiding tot de
betrekking van telegrafist 2e kl. bij de Rijkstelegraaf
na vergelijkend onderzoek in de maand Augustus a.
s. leerlingen kunnon worden toegelaten, aanvankelijk
op een daggeld van éen gulden. Deze leerlingen kunnen,
na voldoende blijken van geschiktheid gegeven te heb
ben, dingen naar de betrekking van telegrafist 2e
klasse, aan welke betrekking aanvankelijk een jaar
wedde van f 9C 0 is verbonden. (Zie verder de St. Ct.
dd. 12 April ne. 86.)
Het wetsontwerp tot goedkeuring van het han-
delstractaat met Frankrijk is nog niet door den Raad
van State onderzocht. Eerst wanneer zulks geschied
is, kan het door de Regeering naar de Staten-Generaal
worden gezonden en daarna de Tweede Kamer door
den voorzitter worden opgeroepen. Tot nutoe is dus
niet te voorspellen wanneer de Tweede Kamer zal
bijeenkomen; bijzondere haagt is er niet, want de
Fransche kamers komen eerst den 2en Mei bijeen
daarenboven zijn er zeer weinig zaken, die afgedaan
kunnen worden, zoodat, als de Kamer bijeenkomt,
zij uit gebrek aan werk zeer spoedig weer uiteen zal
moeten gaan. (N. li. Ct.)
De luitenant ter zee der 1ste klasse W. J. H.
De Kanterbehoorende tot de rol van Zr. Ms. wacht
schip te Hellevoetsluis en belast met het hevel over
Zr. Ms. stoomkanonncerboot Hydrawordt met den
laatsten dezer op non-activiteit gesteld.
IIH. MM. de Koning en de Koningin z'jn Dins
dag te Amsterdam aangekomen.
De Vorstelijke familie bracht een kort bezoek aan
H. M. de Koningin van Zweden, in het Amstel-Hötel
gelogeerd.
Langs den geheelen weg werden HH. MM. door
duizenden belangstellenden verwelkomd. Het publiek
begroette HH. MM. met luide toejuichingen, toen de
Koning en de Koningin op het balkon van het paleis
verschenen.
Eenige looiers te Waalwijk, Oosterhout en Don
gen hebben, naar de N. R. Ct. meldt, tegenover den
heer Borret voor de Tweede Kamer tot candidaat
gesteld den heer J. F. De Booy, lid van den Gemeen
teraad te Breda en voorzitter van «het Nationaal Leder
industriebond."
De Werkmansbode meldt, dat de Vereeniging
voor Algemeen Kies- en Stemrecht te Rotterdam be
sloten heeft te Utrecht een congres te beleggen.
Het nieuwe reglement op den schoolbouw is
reeds bij den Raad van State aanhangig gemaakt en
kan dus binnenkort worden afgekondigd. Naar wij
vernemen, zal het in het algemeen zeer milde bepa
lingen bevatten en de regelen voor het bijzonder on
derwijs tot een minimum beperken. (F.)
De paardenarts E. A. L. Quadekker, van het
2e reg. huzaren te Venloo, is overgeplaatst bij het
Ie reg. veld-artillerie te Utrecht.
De Minister van Buitenlandsche Zaken in Vene
zuela deelt o. a. omtrent de verhouding met Neder
land in zijne memorie aan het Congres van 1882 het
navolgende mee:
»Nog steeds blijven de diplomatieke betrekkingen
met Nederland afgebroken. In Mei 1881 werd aan
het ministerie van financiën last gegeven de betaling
voort te zetten van het bedrag, maandelijks aan de
Nederlandsche schuldvorderingen toegewezen, voor zoo
veel aanging die van den heer A. Pardo, welke gee
nerlei aanleiding tot herziening gaf, zoowel wat de
hoofdsom als de achterstallige rente betrof. Van dat
besluit werd kennis gegeven aan den minister-resident
van Duitschland, omdat diens voorganger met de be
scherming der Nederlandsche onderdanen belast ge
weest was, maar hij antwoordde dat, bij gebreke van
desbetreffende instructiën, hij zich niet bevoegd rekende
de aangewezen gelden in ontvangst te nemen. Sedert
werd er van de zaak niets verder vernomen."
Afloop aanbestedingen en Verkoopingen.
Dinsdag is door den heer C. E. Massee op het
«Slot Oostende" alhier aanbesteed
het maken en stellen van een winkelpui.
Dit werk wordt uitgevoerd onder toezicht van den
heer J. H. Hannink.
Ingeschreven werd door de heeren P. Dronkers,
te Kapelle, voor f 1835, J. Snoep, voor f 1400, D.
Klemkerk, voor f 1397, A. D. Dekker, voor f 1079
en W. J. Van de Weert, voor f 1075de vier
laatsten wonende te Goes, terwijl het werk aan den
heer W. J. Van de Weert is gegund.
Waarde. Verleden Donderdag had in het gemeente
huis alhier, ten overstaan van den notaris Rembges,
de publieke verpachting plaats der hofstede »de Wil
lemshoeve", thans bewoond door den «er/. L. Van
Liere.
Van de 13 percealen werden alleen de 3 laatste
gegund.
Perceel 11, groot 85 A. 80 c.A., voor f27;
perceel 12, groot 79 A. 2 c.A, voor f 29, en perceel
13, groot 1 H.A. 13 A. 18 c.A., voor f 27 de 39.24 A.
Alles aan Jac. L. Overbeeke alhier.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Het was een schoone aanblik Maandag 2n
Paaschdag het kerkgebouw der H. Gem. te Goes
gevuld te zien met een groote en aandachtige schare.
Zelden zag men daar zooveel personen van ver
schillende richting bijeen, en het gold zeker wel bij
velen het brengen van een hulde aan den man, die
ook op maatschappelijk gebied meegewerkt heeft om
nuttig te wezen voor het algemeen en werkzaam ter
bevordering van de vrijzinnige ideeën.
En met overtuiging en warmte herdacht dr. R. A.
S. Piccardt dien morgen den dagwaarop hij vóór
40 jaren het ambt van Evangeliedienaar aanvaardde.
Den 10 April 1842 werd hij te Langerak bevestigd,
waar hij bleef tot April 1846, om den 3 Mei van dat
jaar te Pijnacker als herder en leeraar op te treden.
Na in September 1850 aldaar afscheid gepredikt te heb
ben, werd hij den eersten Zondag in October daarop
volgende te Goes bevestigd.
Dit jaar is hij dus 32 jaar in onze gemeente werk
zaam.
Wat al vreugde, maar ook wat al teleurstelling zou
in zulk een tijdvak zijn deel geweest zijnTeleur
stelling zeker niet het minst voor een man als dr.
R. A. S. Piccardt, die zoo'n ijverig strijder is voor de
vrijzinnige beginselen, en die indertijd verlaten is
geworden door zoovelen, die hem tot krachtigen steun
hadden kunnen zijn.
Aan de eene zijde staan dus zij, die hem verguizen
om zijne richting, aan den anderen vindt men hen,
die hem verlieten en hem beklaagden, omdat hij als
predikant in een kerk moest blijven waar hij, volgens
hen, niet behoordewas het wonder, dat er wel eens
redenen voor hem waren om te twijfelen?
Maar toch, al mocht hem veel nu en dan wel eens
moedeloos maken, met dank aan zijn God kon hij op
den herinneringsdag van Maandag op het voetspoor
van den Apostel Paulus getuigen: Ik schaam mij
het Evangelie van Christus niet''. (Rom. I vers 16a).
Dit was zeker de hoogste roem voor een Evange
liedienaar, en dr. Piccardt getuigde in die belijdenis
te hooren: lo. zijne waardeering van het woord, dat
hij predikte; 2o. zijne ingenomenheid met de roeping,
die hij vervulde; en 3o. zijn vertrouwen op den Mees
ter, Dien hij diende.
Met nog jeugdig vuur, in keurige, wegsleepende be
woordingen, op openhartige wijze tegenover vóór- en
tegenstanders en ook tegenover zichzelven, waar hij
tekort mocht gekomen zijn, schetste hij de onwrik
baarheid van zijn geloof op het Evangelie dat hij
steeds verkondigde, en dat niet uit leerstellingen en
dogma's kracht putte, maar uit den geest der liefde
van Christus.
Zijn tegenstanders vergaf hij, waar hem zoo menige
bittere teleurstelling niet was bespaard, want hij zelf
had zooveel vergiffenis noodig.
Hun, die hem mochten beklagen om zijn ambt als
Evangeliedienaar, verzocht hij dat niet te doen, want
hij schaamde zich dat Evangelie niet. Waar hij kon,
had hij toch ook immers meegewerkt op maatschap
pelijk gebied en geholpen om alles, wat tot verlichting
en waarachtige kennis strekken konte helpen be
vorderen.
Na het uitspreken zijner kernachtige rede dankte
hij voor de treffende bewijzen van waardeering, welke
hem reeds in den vroegen ochtend waren te beurt
gevallen. Hij kon slechts in enkele woorden dat doen,
en toen de gemeente aan het einde der godsdienst
oefening hem het Dat 's Heeren zegen op hem daal"
toezong, was dr. Piccardt slechts in staat om met
een paar woorden ook voor dat bewijs van liefde te
bedanken.
In zeer vele opzichten is die dag dan ook voor hem
een dag van vreugde geweest en is hem bewezen hoe
hoog hij nog wordt gewaardeerd.
Uit de leden zijner kerk en andere ingezetenen kwam
een commissie hem gelukwenschen.
De predikanten uit de classis Goes op een paar
uitzonderingen na boden hem ook een keurig ge
schenk aan, terwijl zoo menige lieve attentie van
particuliere zijde hem den dag tot een feestdag maakte.
Al mocht het ook toen niet ontbreken aan droeve
herinneringen en wellicht kleinere teleurstellingen, wij
willen hopen dat dr. Piccardt in het vele goede, dat die
dag hem schonk, moed moge garen voor de toekomst
en lust om zijn taak nog geruimen tijd voorttezuttèn.
Bedankt voor het beroep naar Ooltgensplaat
door ds. F. Lion Cachet, te Valkenburg.
Beroepen te Harderwijk ds. O. B. Oerthuijs, te
Woudrichem.