Zaterdag 24 December. 68slc jaargang. KERSTGEDACHTEN. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van i5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten on de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. Agent voor het buitenland: A. STËINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH Sc VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. GOESCHE Dtaivmlagavonil, 3en Kerstdag, xal geen noininer vaiious blad verschij nen. Zij, die zich met 1 Januari 1883 op de Qoesche courant abomieeren, outvangeu de dit jaar nog verschij nende noniiuers kosteloos. fJ„In raads'len gaan wij. Raadsel is ons leven 1 Én raadsel als ons leven is ons sterven I" „Zoo spreekt hij zacbt. Hij wil zich de eer ver werven, Het antwoord op die raadselen te geven. Diep dringt hij door, vol onvermoeibaar streven Zwaar is de last, die allen lust doet derven. En traag en trager blijft hij ruutloos zwerven, Die 't helderst licht zelfs dacht voorbij te zweven. De kracht verslapte, daar zijn hope faalde Het is of alle moed hem gaat ontzinken, Die, fier als de aad'laar, elke sfeer doorkliefde. Toch, andre gloed was 't die zijn ijver staalde; Toch, ander licht ziet hij vol vreugde blinken: Hij heett weêr kracht,moed, hope I hij vond Lieide C. L. Lütkebiihl Jr.De Wijsgeer. Er was eens Is dit begin u te kinderachtig? Och, niemand ontzegt u het recht tot zulk een oordeel, evenmin als de vrijheid om het geheel on gelezen te laten. Maar heeft de herinnering aan het verleden, toen gij in kinderlijken eenvoud met gespannen aandacht luisterdet naar de vertellingen en sprookjes, welke steeds zoo kinderlijk begonnen, zoo weinig liefelijks achtergelaten, dat,gij zelfs uit eerbied voor die her innering niet eens aandacht meer wilt schenken aan zulk een begin Dan hadt gij een arme jeugd, al hebt gij misschien nu een rijken, rijperen leeftijd. Voor anderen is het een rijkdom nog eens te denken aan die dagen; voor anderen is het een vreugd, nog eens daaraan te worden herinnerd. Hebt gij zelf soms geen kleinen met wie het u een lust is nog eens te dwalen in die vroegere dagen uwer eigen kindsheid, en die, bij elk verhaal, dat gij doet, nog onvermoeid blijven met u te vragen »En toen?", zoolang totdat gij zelf niet meer weet een goed slot te verzinnen en vanzelf weer beginnen inoet met een nieuw verhaal en een nieuw vEr was eens" Zoo gij dit alles niet kent en niet gevoelt, dan zullen wij u met rust laten en gaan wij verder Er was eens een- hooge berg, zoo hoog dat het beklimmen ervan moeielijk viel. Maar wie den top had bereikt kon het prachtigste gezicht genieten, zoo heerlijk schoon als slechts zelden wordt gevonden. Het geheel, uren in den omtrek, werd beschenen door het heerlijkst licht, een licht dat ontstoken werd in een tempel op den top van dien berg. Eenvoudig was die tempel; eenvoudig was de lamp, die erin brandde. Geen enkel sieraad werd er aangetroffen. Hoe die tempel er kwam, wie hem gesticht had wist niemandwie hem het eerst had ontdekt was nog minder bekend. Wel wisten sommigen te ver tellen, dat het licht lang zoo helder niet meer scheen als vroegermaar anderen beweerdendat dit de schuld was niet van de lampmaar van hen die moesten zien. Maar ook hun was de schuld niet alleen te wijten: zij waren slachtoffers van sommigendiena volop het schoone en heerlijke genot op den top van dien berg te hebben gesmaakt, verklaarden dat het licht te sterk was dat weinigen het slechts konden ver dragen zooals zij, en zij dwongen en drongen anderen om een bril op te zetten of de oogen half open te doen of slechts met éen oog te kijken. Zoo werd het prachtige gezicht aan velen ontno men en toch bleef het vergezichtook maar half gezien, nog zooveel waarde behouden, dat het aantal bezoekers steeds toenam. Toen kwam er een op de gedachte om een gemak kelijk, effen pad te banen naar den top van dien berg. Het kostte hem moeite, maar het gelukte hem toch ein delijk. Doch dit streed tegen de bedoeling der gidsen, die den bezoekers vroeger den weg hadden gewezen, en daardoor veel voordeel behaalden. Een gemakkelijke weg was tegen hun belang zij voerden allen, die kwamen, toch steeds langs hobbelige wegen en onthielden hun den eenvoudigen wegdie hen minder zou hebben vermoeid. Daardoor hielpen zij hen, die niet van helder-zien hielden, want dezen verklaarden nu dat het afleggen van die wegen en de vermoeidheid der bezoekers het juist dubbel noodzakelijk maakten om kunstmiddelen aan te wenden, teneinde te zien, er. dat velen daardoor juist het volle licht niet konden verdragen. En er waren anderen, die de geheimzinnigste zaken fluisterden en vertelden van hetgeen er op den top van dien berg voorviel. Zij wisten ozooveel te verhalen van al die bijzon derheden, welke zij alleen kenden, en ieder, die hun geen geloof schonk, werd als ongeloovige, blinde of slechte veroordeeld. En toch bleef het licht daarboven zoo eenvoudig en helder schijnen; toch waren de stralen, die het afwierp, zacht en liefelijk; toch was er een effen, gemakkelijke weg daarheen. Als het dof scheen of minder glans verspreidde, dan was het niet de schuld van het licht zelf, maar van hen, die belang hadden om het niet helder te doen wezen in de oogen van velen, die onzelfstandig genoeg waren om niet uit eigen oogen te zien. Duizenden kaarsen zullen over de gansche wereld ontstoken worden ter eere van het heuglijk feitdat de Christenwereld herdenkt. Wie telt het aantal Kerstboomen, dat hun rijk be laden takken zal uitspreiden en waarrond honderden kleinen zich zullen verdringen om reikhalzend de ge schenken te ontvangen uit naam van Hem, die een kindervriend was bij uitnemendheid, en die een hart bezat zoo rijk aan liefde voor alle menschen als niet éen na Hem. Wij noemen het een gelukkig verschijnsel, dat Kerst boomen in ons land meer in zwang komen. Wij zouden er St.-Nieolaas voor willen geven. Den Meester geven wij gaarne de eereplaats boven zijn dienaar, den Bisschop, al is deze ook honderd- maat een braaf, goed-heilig man. Heiliger dan Hij kan de Bisschop nooit wezen. Bij bet St.-Nicolaasfeest is nog quaestie van roede en straf en de overdrijving heeft nog dit jaar hare nadeelige gevolgen leeren kennen, toen niet ver van hier een kleine overleed tengevolge van schrik van een voor Bisschop spelende en een leelijk uitge doste als zijn knecht; bij het Kerstfeest getuigt al wat wij hooren van zegen, liefde en geluk. De kinderen hebben daarbij een voorrang en zij luisteren met ge spannen aandacht naar hetgeen hun wordt verteld. Maar wat zegt men hun? Wie is verlangend alles te weten, wat men hun meedeelt? Het is goed, dat wij 't niet weten, want wij zouden ons vaak tot ergernis toe verbazen over het onzuivere licht, dat ontstoken wordt ter eere van Hem, die toch zoo eenvoudig en natuurlijk waar was. Het is toch Zijn schuld niet als groot en klein omtrent Hem op een verkeerd pad wordt gevoerd, en de waarheid te Zijner eer wordt verkracht. Niet aan zoo menig gemoedelijk priester zullen wij het wijtenwanneer zoovelen onder zijn gilde hun stand oneer aandoenwaar zij mystificatie boven zuivere waarheid stellen. Maar laten dan die priesters die hun leeken voe ren langs zijpaden, hobbelig en moeielijk, om ze het licht van het ware en goede te doen kennen, en ten slotte dien leeken nog niet eens het goede licht te aanschouwen geven het zichzelven alleen wijten als men zich aan hunne leiding onttrekt en elk voor zich beproeft zonder hulp den waren weg te vinden. Voor hoevelen zal het licht van den Kerstboom dit jaar flauw schijnen 1 Hoe velen zullen, als zij rond den Kerstdisch ge zeten zijn bij de herinnering aan verloren familieleden of vriendenof door onbekeudheid over het lotdat sommigen daarvan trof, treurig gestemd zijn Wij leven in een tijd van rampen. Wij denken slechts aan die te Weenen en aan d« nog niet gevonden schipbreukelingen van de «Koning der Nederlanden". Hoevelen zijn er niet, die met vreugde het Kerst feest tegemoet gingen en thans met weemoed en diepe smart, of in kinderlijke droefheid, zonder nog het juiste besef te hebben van hetgeen hun trof, het Kerstboom licht zullen aanschouwen door tranen heen En toch is er éen lichtstraal, die het leed verzacht. Er waren goede menschen, die hielpen er was liefde om te lenigen zooveel men slechts kon. Boven het graf van de slachtoffers van den Weener- brand reiken zoovelen elkaar de hand der liefde en der hulpvaardigheid. En toch durven sommigen te schrijven van een straf des Hemels Wie dat durfde doen deed beter zich geen Christen te heeten, en geen Kerstfeest te vieren. Bij het graf dier slachtoffers sprak een Rabbijn, geen Christen dus, indrukwekkend en schoon. Hij wees erop, hoe bij dat graf geen onderscheid was te zien, hoe allen vereend waren tot éen, hoe dat een symbool moest wezen van verdraagzaamheid, want de dooden toch waren allen éen. Hij wekte op tot trouwe plichtsbetrachting in dit ondermaansche, zelfs in het kleine, want de ramp leerde hoe door plichtverzuim van zelfs geringen in stand de ernstigste ongelukken kunnen gebeuren. Hij sprak van verdraagzaamheid en liefde. Hij was een Israëliet. En een zich noemend orthodox geloovig Christen durft van straf spreken en weet van liefde niets Wij zouden dien Israëliet een plaats gunnen dichter bij Hemwiens geboortefeest Zondag en Maandag wordt herdachtdan bij een groot deel der zich noemende volgelingen van dien stichter van den christe- lijken godsdienst. Hij is een apostel, al is hij geen volgeling. En hij wordt met de zijnen vervolgd, omdat hij jood is. Dat heet Christelijke liefde Maar waar zelfs een niet-volgeling de beginselen huldigt van de zuivere christelijke leer, daar is dit een bewijs hoe waar en schoon die beginselen zijn! En dat geeft ons recht om het Kerstfeest een schoon feest te noemen. Wij wenschen ieder zulk een blijmoedig huiselijk feest toe, en hopen dat men daarbij meer aan liefde zal kunnen denken dan aan haat, want dat is de ware grondtoon van zulke dagen. Of men zich chris ten noemt is een zaak, die de wereld niet raakt laat men dan liever toonen mensch te wezen, zooals Hij er een was, wiens naam het kleinste kind dezer dagen geleerd zal worden uit te spreken, een mensch die, zonder in geloofszaken zich te verwarren, slechts toont de menschen lief te hebben. Laat ons dat idee op de kleinen overplanten, dan doen wij een goed werk GOES, 23 DECEMBER 1381. Mededeelingen op verschillend gebied. - De heer P. Van der Meulente Goes, heeft zijn ontslag gevraagd als 2e luitenant der dd. schut terij alhier. De gymnastiek- en tooneelvoorstelling, Donder dagavond door eenige jongelui in den schouwburg alhier gegeven ten voordeele der Blaaubeenbeurs, had voor een goed bezette zaal plaats, al bestond het publiek ook grootendeels uit het jongere geslacht. Behalve eenige gymnastische oefeningen werden twee blijspelen opgevoerd, nl. Bijgeloofnaar het Hoog- duitsch van E. Werner en y>Een raadsvergadering te Koekamp", blijspel in éen bedrijf, door P. Fransen Jz. Er werd over het geheel goed gewerkt, en lief en aardig gespeeld. Verdere uitweidingen liggen niet op onzen weg. Ten slotte bedankte de heer Z. D. Van der Bilt La Motthe, namens het bestuur van de Blaaubeen beurs, de jongelui voor hunne vriendelijke hulp, waar van zij zeiven de voldoening kunnen smaken als er door hunne bijdrage een leerling te meer uit die beurs de Hoogere burgerschool zou kunnen bezoeken. Hoedekenskerke. In de zitting van den gemeente raad van Maandag werd besloten tot den aankoop van een huis, gelegen naast de woning van den secretaris, teneinde dat in te richten tot gemeente-secretarie en wel voor I Mei a. s. Dezer dagen werd door kerkvoogden en notabelen aangekocht een stuk landgelegen in de nabijheid der kerk en groot p. m. 31 arenteneinde daarop mettertijd een pastorie te bouwen en een tuin aan te leggen. De bovenwoning zal dan een prachtig uit zicht hebben op de Schelde. De predikant, adviseerend kerkvoogd, had reeds lang voor dit plan geijverd, maar verklaarde nogmaals uit drukkelijk, dat hij dit niet gedaan had mot het oog op zichzelven, daar hij, als celibatair, niet zou weten wat aan te vangen met eene woning, zooals hij die in het welbegrepen belang der gemeente zou wen schen te zien opgetrokken. Heinkenszand. Door den Inspecteur der directe belastingen en accijnzen te Middelburg is benoemd tot geagreëerd klerk ten kantore van den ontvan ger der directe belastingen alhier den heer J. Stekelee, ambtenar ter secretarie. Door burgemeester en wethouders alhier zijn be noemd als schatter van de huurwaarde der localitei- ten, waar sterkedrank in het klein wordt verkocht, de heer K. D. Scheffrren tot herschatter de heer Jac. Dominicus, beiden wonende alhier. Een onzer correspondenten schrijft ons In vele gemeenten op het platteland beklaagt men zich over de groote kosten, die zijn, of worden of nog moeten worden besteed aan scholen, ingericht over eenkomstig den eisch der wet. En toegestemd moet het worden, dat het alles weggeworpen geld is, wan neer niet tevens leerplicht tot 15jaiigen leeftijd wordt ingevoerd met tijdelijke schadevergoeding aan de ouders, die met het onttrekken van hunne kinderen aan den arbeid, vooral op 't veld, te zwaar zouden worden belast. Maar bovenal hinderlijk zou 't zijn, wanneer de ge meente overdekte speelplaatsen moet bekostigen, ter wijl de geheele buurt last had van het zoogenaamde spelen der kinderen, zooals dat tegenwoordig plaats heeft. In de gemeente, waaruit dit geschreven wordt, be staat het spelen der kinderen Mleen in uitbundig schreeuwen, gooien met steenen, stompen en stooten enz. enz. Is de tijd voor dit spelen voorbij, dan staan die groot geworden kinderen op een of anderen hoek van de straat eiken voorbijganger na te roepen en uit te jouwen. Moeten dus de gemeentenaren medebetalen aan de drukkende kosten van het onderwijs, dan is het ook wenschelijk, dat niet alleen het «leeren", maar ook het «spelen" der jeugd aan een behoorlijk toezicht worde onderworpen. Middelburg. Bij herstemming is heden (Vrijdag) tot lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken al hier gekozen de heer G. Alberts Lz., met 80 van de 138 geldig uitgebrachte stemmen. De heer G. Ver- hage kreeg mitsdien 58 stemmen. De Middelburgsche commissie voor het afne men van de examens voor apothekersbediende heeft o. a. de akte van bevoegdheid uitgereikt aan den mej. C. P. Ripping, geboren en wonende te Middel burg. Voor Zeeland is blijkens de Staatscourant de heffing van 32 opcenten op de hoofdsom der grond belasting en 24 opcenten op de hoofdsom van het personeel bekrachtigd. Te Bergen-op-Zoom moet voor een lid in den gemeenteraad herstemming plaatshebben tusschen de heeren J. R. De Plönnies en dr. J. C. De Meule- meester. Bij Kon. besl. is benoemd bij de Algemeene Rekenkamer tot referendaris C. C. Van Couwenberg, thans hoofdcommies. Naar de i!lidd. Ct. verneemt zal de Tweede Kamer den 10 Januari weder bijeenkomen, ter be handeling van het FranschNederlandsch handels verdrag en eenige andere ontwerpen. Het tractaat zou dan nog bij de Eerste Kamer kunnen inkomen tijdens de behandeling der Staatsbegrooting, die weder in Januari moet plaatshebben. De Vrijmetselaren te Kaapstad hebben den 25 November een rouwloge gehouden, gewijd aan de na gedachtenis van Prins Frederik, den Grootmeester- Nationaal der Nederl. Vrijmetselaren. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. In de avondzitting van Woensdag is de vesling- begrooting behandeld. Daarbij kwam ook in behan deling het amendement van den heer A. Van Dedem omin afwachting van de plannen tot verbetering onzer levende strijdkrachten geen geld te besteden voor verdediging van Amsterdam en dus de eerste uitgaaf daarvoorad 4 tonvan de begrooting te schrappen. De heer Rutgers drong bij deze gelegenheid aan op het bouwen van een fort op Pampus, ter verdediging van den oostelijken toegang naar Amsterdam. Het amendement- Van Dedem werd bestreden door den heer Kool, als eeue reactie tegen de vestingwet en on- noodig, daar zelfs zonder vermeerdering der levende strijd krachten de verdiging van de stelling Amsterdam zeer goed mogelijk is. Daarentegen ondersteunde de heer lnsinger het amendementop grond van de groote uitgaven, voor de verdediging van de stelling op het oogenblik niet gewettigd, en de heer Seret op grond, dat eerst de levende strijdkrachten moeten geregeld zijn. Met hen verschilde in meening de lieer Van VFas- senaer, die de verdediging van de hoofdstad noodza kelijk achtte en voorgeschreven door de vestingwet. De Minister van Oorloghet amendement bestrij dende, wees erop, dat in de stelling van Amsterdam de laatste strijd voor onze onafhankelijheid moet ge streden worden dat de tegenwoordige toestand zeer slecht isdat o. a. het Noordzeekanaal en de haven van IJmuiden geheel onverdedigd zijndat die toe stand geen dag langer mag voortduren en hij de ver antwoordelijkheid ervan niet op zich namzoodat dan ook de Regeering het amendement volstrekt on aannemelijk achtte. Het amendement stond gelijk met een onbepaald uitstel, want wie zal zeggen of de mi litie-en schutterij wetten zullen aangenomen worden, en, zoo ja, dan nog zullen ze zeer veel tijd voor uit-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 1