BIJVOEGSEL GOESCHE COURANT. DINSDAG 22 NOVEMBER 1881. No. 138. OPENBARE VERGADERING VAN DEN Raad der gemeente Goes, op VRIJDAG den 18 NOVEMBER 1881, des namiddags te 1 uur. Voorzitter de heer mr. J. G. De Witt Hamer, burgemeester. Tegenwoordig 10 leden en de secretaris. Atwezig de heeren dr. C. A. Van Renterghem en B. Quist meten J. Steketee zonder kennisgeving. I. De notulen der vergadering van den 27 Oct. jl. worden gelezen en goedgekeurd. II. De Voorzitter doet mededeeling, dat zijn in gekomen a. Van Ged. Staten bericht van ontvangst der verordening op de tapperijen, die bereids is afgekon digd en waarvan een afdruk aan alle belanghebben den is uitgereikt. b. Van het bestuur der ambachtsschool een afdruk van het jaarverslag der inrichting over 188081, dat ter visie gelegd zal worden. c. Van den brugwachter M. Monhemius dankbe tuiging voor de verfeooging zijner jaarwedde, waarbij namens de agenten van politie gelijke dankbetuiging mondeling wordt gedaan. d. Van den bouwmeester de opgave der meting van het Sas op 27 Oct. jl. Alles voor notificatie aangenomen. III. De Voorzitter zegt nu, dat de heer jhr. De Marees van Swinderen gevolg gegeven heeft aan zijne toezegging, in de vorige vergadering gedaan, en een voorstel heeft ingediend tot wijziging der tabel, voor komende in art. 7 der Verordening op de heffing van den Hoofdelijken Omslag, welk voorstel, nader door burg. en weth. besproken, hun college heeft geleid tot een ander voorstel, waarmede de heer Van Swinderen, onder intrekking van het zijne, zich ver- eenigd heeft. Dit voorstel heeft, evenals dat van den heer Van Swinderen, ten doei de twee laagste klassen te doen vervallen, maar heeft dit boven het eerste vooruit, dat het de daardoor verminderde opbrengst meer gelijkmatig over de andere klassen verdeelt. De fin. commissie, in wier handen het is gesteld, ad viseert tot aanneming. Hij brengt dit voorstel in behandeling. De heer dr. Gallen fels verklaart vooralsnog niet ingenomen te zijn met de verandering. Als men de twee laagste klassen opheft, drukt de H. O. temeer op de aangeslagenen in de andere klassen en hij vreest daarvan onaangenaamheden. En de aanslag der twee laagste klassen bedraagt voor hen, die daarin staan, nog geen cent per dag. Toen indertijd de verordening werd vastgesteld is men overtuigd geweest, dat deze menschen toch wel iets kunnen missen, en waarom dan nu hen vrij te laten De heer Ramondt zegt, om het beginsel, wel geneigd te zijn zijne stem voor het voorstel uittebrengen, maar hij acht, dat er ook bezwaren aan zijn verbonden. De heer Callenfels heeft reeds een bezwaar ontwik keld, hetwelk spr. tot zekere hoogte deelt. Maar bo vendien acht spr. het bedenkelijk, dat bij dit voorstel niet minder dan 700 van de '1500 contribuabelen in den H. O. worden afgevoerd van de lijst en gerang schikt onder de categorie van proletariërs of niet- bijdragenden in de algemeene lasten. Eene kleine bijdrage, hoe gering ook, geeft nog een zeker recht; zij vormt nog een zekeren band tusschen de gemeente en het individu en zij kan althans strekken om de belangstelling levendig te houden. Vooral in onzen tijd, nu er een streven bestaat om den minderen man meer rechten in staat of gemeente te geven, acht spr. het niet gewenscht de categorie van niet-bijdragenden, als het niet bepaald noodig isuittebreiden. Hij zou liever' het getal rechthebbenden vermeerderd zien. Intusschen, al acht spr. die bezwaren niet gering, toch erkent hij, dat zij wijken moeten, als de overweging van het voorstel juist is. Het criterium in dezen iswaar, bij welk inkomen begint de onmogelijkheid om belasting te betalen Bij het tegenwoordig stelsel is het minimum nominaal inkomen f266, bij het voorstel zal dit f333 worden. En om nu zijne stem te bepalen ontving spr. gaarne antwoord op de volgende vragen: lo. Wat is in het algemeen het minimum, door andere gemeenten aangenomen? 2o. Hoe denkt de commissie voor den H. O. over de zaak Zij regelt sinds jaren den aanslag en overweegt dus jaarlijks de personen, die in de laagste twee klassen voorkomen. Is zij overtuigd van de nood zakelijkheid van het voorstel? De Voorzitter erkent, dat het beginsel, dat men staatsburger is, niet mag worden prijs gegeven. Bij de vaststelling der nu vigeerende verordening heeft men eene proef willen nemen, of men kon dalen met de aanslagbaarheid tot f200. En nu doet spr. een beroep op de leden der commissie van voorlichting, hoe consciëntieus er jaarlijks gehandeld wordt. Doch wat is het gevolg geweest Dat men in Januari vele personen aansloeg, wier aanslag in Augustus oninbaar moest worden verklaard. Die houding acht spr. absurd. En dit is het, wat de raad ziet, maar wat de raad niet ziet, doch wel de burg. ondervindt, is, dat hij, onmiddellijk nadat de aanslagbiljetten zijn uitgereikt, wordt bestormd met verzoeken om vrijstelling en met klaagliederen over onmacht. Wat het minimum in andere gemeenten betreft, kan spr. mededeelen, dat Maastricht en Alkmaar f 350, Breda f 400, Deventer f 500 belastbaar inkomen als minimum hebben. Op die gronden verdedigt spr. het voorstel. De heer dr. Callenfels is van oordeel, dat al de aanslagen in de 2 laagste klassen toch geen nonva- leurs zullen zijn, en dat die met eenige moeite wel te innen zullen zijn. De Voorzitter zegt, dat er geen sprake is van moeite maar van onmacht bij de aangeslagenen. De heer Ren Boer is van gevoelen, dat er een licht en een schaduwzijde aan het voorstel is. De lichtzijde is dat de aanslag van den arbeidersstand, die van alle weer en wind voor zijne verdiensten afhankelijk is, wordt afgeschaftde schaduwzijde, dat vele arbei ders uit het land zich hier zullen vestigen en dan ten koste der armenzorg of particuliere liefdadigheid moe ten onderhouden worden. Die schaduwzijde zal hem echter niet weerhouden zijne stem aan het voorstel te geven. De heer Ramondt verklaart, na het gehoorde o. a. ook van den heer Den Boer, die jaren in de commissie van den II. O. geweest is, zich genoopt te gevoelen vóór het voorstel te stemmen. De heer dr. Callenfels verklaart hetzelfde. Het voorstel, in omvraag gebracht, wordt met al gemeene stemmen aangenomen. Vervolgens worden nog enkele wijzigingen in deze verordening, noodzakelijk door de aanneming van het voorstel, goedgekeurd. De verordening op de invordering wordt vervolgens gewijzigd, om haar in overeenstemming ie brengen met de wet van 28 Juni 1881 (Stbl. no. 102) de zoogenaamde kohierenwet en de beide verordeningen worden daarna met algemeene stemmen opnieuw vast gesteld. IV. Thans wordt voorlezing gedaan van een mis sive der directie van de Leenbank, waarbij zij opnieuw aanbiedt het fondskapitaal der inrichting met f 1000 te verminderen en die som in de gemeentekas te stor ten-, met een voorstel van burg. en weth., tot welks aanneming de fin. comm. adviseert, om die som onder dankbetuiging te accepteeren en haar, vermeerderd met de onlangs ontvangen som voor afkoop van jachtrecht, aantewenden tot verbetering van den toestand der Bocht van Guinea en Korte Nieuvvstraat, in het belang* der openbare gezondheid, waartoe de begrooting voor 1881 behoort te worden gewijzigd. De heer dr. Callenfels verklaart, dat hij met ge noegen ziet, hoe elk jaar de schuld, die onze voor vaderen voor de gemeente hebben nagelaten, vermin dert, en ook eerst genegen te zijn geweest, deze gelden tot aflossing aantewenden. Maar de bevordering van den openbaren gezondheidstoestand is ook eene nood zakelijke geldbelegging en daarom zal hij vóór het voorstel stemmen. De heer Ren Roer verklaart betzelfde. De Voorzitter zegt, dat burg. en weth. te eerder voor de aanwending der som tot het gezegde doeleinde zijn, omdat jaarlijks door de gezondheidscommissie en de geneesheeren op verbetering wordt aangedrongen. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aan genomen. V. Alsnu komt in behandeling de aanvrage van het burg. armbestuur om machtiging tot wijziging der begrooting voor 1881, teneinde aan de gemeente eene som van f 700 uittekeeren, als bijdrage in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen, waartoe de vereischte toestemming van Ged. Staten verkregen isalsmede een voorstel van burg. en weth. om die bijdrage te aanvaarden, onder betuiging aan het arm bestuur dat het den Raad zeer aangenaam isdat het armbestuur zoo spoedig gevolg kon geven aan zijn plan, om, zoodra de fondsen het toelieten, de vroeger genoten bijdrage weder te verleenen. Dit voorstel wordt zonder' hoofdelijke stemming aan genomen. VI. De rekening der kosten van de gezondheids commissie ad f 21,40 wordt, nadat de heer dr. Cal lenfels (voorzitter der commissie) de zaal verlaten had, overeenkomstig het advies der fin. comm. goed gekeurd en de heer Callenfelsna terugkomstmet 's raads besluit bekend gemaakt. VII. Daarna wordt behandeld de begrooting van ontvangsten en uitgaven van het burg. armbestuur voor 1882. Het advies der fin. comm. tot vaststelling wordt gelezen en de begrooting zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd in ontvangst opf 47132,96 in uitgaaf op. - 30138,62% Alzoo met een batig saldo van f 16994,33%.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina bijlage 1