De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Den Boer zegt, dat hij, zoolang hij lid van den raad is, nog nimmer het woord heeft gevoerd over de algemeene beschouwingen der begrooting, maar nu een enkel woord wenscht in het midden te brengen. Allereerst brengt hij hulde aan burg. en weth., die den Hoofdelijken omslag op ƒ1000 minder hebben uitgetrokken, want dit pleit voor een zuinig beheer. Toch zijn er posten op de begrooting, waartegen hij zich zal moeten verklaren. Hij vindt onder de in komsten uitgetrokken aan schoolgelden voor het mid delbaar onderwijs 4200 en voor het lager onderwijs ƒ1800, tezamen ƒ6000. Daarentegen aan uitgaven 47702. Trekt men nu van deze laatste som af de 30 pet. vergoeding van het rijk voor het lager onder wijs ƒ5268,40, de subsidie voor de jaarwedden ƒ100 en de subsidie voor het middelbaar onderwijs ƒ13,500 met de bovenvermelde schoolgelden, dan blijkt, dat het onderwijs aan de gemeente kost ƒ22933,40. Dit acht hij een te groot offer van de ingezetenen en hij zal dus zijne stem niet aan de posten van school gelden kunnen geven. Hij zou eene verhooging van deze meer rechtvaardig tegenover de burgers vinden, en liever de twee laagste klassen van den Hoofd. Om slag zien vervallen. Wanneer hij dus zijne stem aan de begrooting verleent, dan wil hij geacht worden dit te doen met uitzondering van de genoemde posten. De heer Massee verklaart zijne stem te willen ver heffen tegen het aangevoerde. Er zijn wel meer uit gaven voor zaken, waarvan hij niet houdt. Spr. houdt van geen kerken, en moet toch zien dat daarvoor uit gaven geschieden. Hij zou deze willen afgeschaft zien, maar daarentegen wel voor het onderwijs alles aange wend willen hebben. Dit laatste bevordert de ontwikke ling, het andere niet. De heer Quiet is het eens met den heer Den Boer. De heer Massee heeft gesproken van de kerk, maar daarmede heeft de raad niet te maken. De school gelden zijn te laag, bijv. voor school A, en de min dere man moet daarvan de kosten betalen. Dat is bedeeling ten laste van den minderen man. De Chris tenen, die hun eigen onderwijs bekostigen, moeten daaraan ook betalen; dat acht hij onbillijk. De heer Ramondt vestigt de aandacht op de uit drukking van den heer Quist, als zoudan de rijkeren hier zich laten bedeelen door de minderen. Dit is on waar. In de raadsvergadering van 27 November 1868 werd door wijlen het raadslid Verhagen met cijfers aangetoond, hoe vóór de invoering van den Hoofd, om slag de gemeentelasten, waarin de mindere nagenoeg evenveel betaalde als de meergegoedef 7.07 per hoofd bedroegen. Indien dit bedrag nu werd geheven, zou men eene belasting krijgen van over de f47000. Thans is op de begrooting uitgetrokken f9000 aan opcenten op de rijks directe belastingen en een Hoofd, omslag van f26000, totaal f35000. Spr. constateert dus, dat thans feitelijk f12000 minder wordt opge bracht dan vóór de invoering van den H. O. En als men daarbij in aanmerking neemt, dat de H. O. voor 't grootste gedeelte door de meergegoeden wordt ge dragen, dan gaat de bewering, als zou de mindere hier voor den meergegoede betalen, volstrekt niet op. De Voorzitter dankt den heer Ramondt voor het door hem aangevoerde. Reeds meerdere jaren, zoolang hij lid van den raad was, heeft hij dergelijke tirades als nu weder geuit zijn moeten aanhooren, en hem ontbreekt de moed om telkens tegen de onware en valsche voorstellingen van de zaken optekomen. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter zegt, dat hij nu de artikelen der begrooting, beginnende met de uitgavenachtereenvol- j gens zal oplezen; bij die artikelen, waaromtrent de fin. j comm. eene opmerking heeft, of burg. en weth. eene j wijziging noodig achten, deze door den secretaris zal doen mededeelen, en als geene beraadslaging gewenscht wordthet ervoor zal houdendat zij worden goedgekeurd. Bij hoofdstuk I, Afd. II, art. 6, vraagt de heer Den Boer waarom hier sprake is van schrijfloonen en be hoeften? Hij meent dat het schrijfwerk door de ambte naren ter secretarie moet worden verricht. De Voorzitter antwoordt, dat het model der be grooting door Ged. Staten wordt vastgesteld en daarin de post voorkomt, zooals hij hier vermeld staat, maar dat aan deze gemeente geen schrijftoonen in rekening worden gebracht en de post alleen strekt tot voldoe ning der schrijfbehoeften. De heer Den Boer rtëemt daarmede genoegen. Bij hoofdstuk II, afd. I, rapporteeren burg. en weth., dat aan deze afdeeling, ingevolge aanschrijving van Ged. Staten, nog een artikel zal moeten worden toe gevoegd en welbelooning der schatters en herschat- ters van de huurwaarde, bedoeld in art. 6 der wet van 28 Juni 1881 (St.bi. no. 97). Zij stellen voor dronkenschap feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat de voortduring der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde en veiligheid. Deze bepaling strekt, volgens verklaring van den Min., den waard erbij te interesseeren, om, als twist ont staat in zijn etablissement, de lieden zoo mogelijk te calmeeren en in elk geval te zorgen, dat de twist niet door meerderen toevoer van drank worde aangewakkerd. 6. Bepalingen voor de uitoefening van het be drijf. De vergunning tot uitoefening van den klein handel in sterkedrank geldt uitsluitend voor de daarin vermelde localiteiten. Men zij dus indachtig, in het verzoekschrift om vergunning, al de lokalen optegeven, waarin men sterkedrank wenscht te tappen ol te schenken. Een logementhouder, die er eene openbare gelagkamer op nahoudt, kan niet volstaan met alleen deze optegeven, indien hij niet verstoken wil blijven van in zijne eetzaal of elders ook aan niet logeerenden sterkedrank te verstrekken. Het woord »uitsluitend" moet in dien zin worden opgevat, dat de vergunning aan eene bepaalde localiteit verbonden is en bij ver huizing ophoudt te gelden. Zij wordt telkens voor éen jaar verleend, doch geacht weder voor een jaar te zijn ingegaan, wanneer vóór het eindigen van den termijn het verschuldigde recht is betaald, en de ver gunning niet door burg. en weth. is ingetrokken. Zij geldt ook uitsluitend voor den persoon des verzoekers; doch is deze overleden of tijdelijk onbevoegd of ver hinderd zijn bedrijf ultteoefenen, dan kunnen in het daarvoor uittetrekken de som van f -150, terwijl zij, wanneer de koninklijke goedkeuring op de verorde ningen is verkregen, voorstellen zullen doen tot be paling van de belooning voor den schatter. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. Bij hoofdstuk III, afd. 1, art. 4, Jaarwedden van de sluis- en brugwachters, uitgetrokken op f1350, verklaren burg. en weth. De omstandigheid, dat de brugwachter, tevens bin- nen-havenmeester, eene zeer gebonden en met het oog op de laatste functie tevens lastige betrekking te ver vullen heeft, terwijl hij ook door de inning van het leggeld aan de kaden eene zekere mate van verant woordelijkheid heeft, noopt ons u het voorstel te doen, zijne jaarwedde met f 50 te verhoogen en alzoo dit artikel uittetrekken op f 1400. De heer Kakebeeke betuigt zijne ingenomenheid met dit voorstel, waarna het zonder hoofdelijke stem ming wordt aangenomen. Bij art. 6. Jaarwedde van de vaste arbeiders, f 676, zeggen burg. en weth. Door de arbeiders is verzoek gedaan om verhooging hunner belooning. "Wij vinden geene vrijheid een daartoe strekkend voor stel aan uwe vergadering te doen. De arbeiders ge nieten f 6,50 's weeks plus vrije woning, terwijl de personeels belasting hunner woning ook door de ge meente betaald wordt, en zij ontvangen nu en dan een kleedingstuk, zooals regenjas en laarzen, alsmede enkele gereedschappen. Neemt men daarbij in aan merking, dat hunne bezoldiging altijd doorgaat, on verschillig of zij in staat zijn om te werken of niet, dan gelooven wij, dat er geene termen zijn om hun verzoek intewilligen. De post blijft onveranderd. De heer De Jonge van Ellemeet vraagt nog, of burg. en weth. niet het plan hebben een derden vas ten arbeider .aan te stellen. Hij meent te weten, dat het contract met den aannemer van het onderhoud der plantsoenen verbroken is, en dat nu eene proef wordt genomen om dit onderhoud in daggeld te laten verrichten, teneinde na te gaan, welke de beste en voordeeligste wijze van handelen is. De Voorzitter antwoordt, dat werkelijk, tengevolge van moeielij kheden met bedoelden aannemer, het con tract is verbroken, doch dat de proeftijd nog niet zoo lang heeft geduurd, om reeds over de resultaten te kunnen oordeelen. Bij afdeeling II, art. 2Haven- en kanaalwerken, vraagt de heer dr. Callenfels of door den jongsten storm ook schade aan het S is is toegebracht en of er in den laatsten tijd ook eene meting van de wijdte van het Sas heeft plaats gehad? De heer Ochtman antwoordt, dat door den storm zoo goed als geene schade aan het Sas is aangebracht en dat juist hedenmorgen de wijdte weder gemeten is, waaruit blijkt, dat op sommige punten eene degra datie van een of twee millimeters zou hebben plaats gehad, hetgeen op eene wijdte van 6 meters echter niet met nauwkeurigheid kan geconstateerd worden, zoo dat de toestand geen reden tot ongerustheid oplevert. Het vervolg en slot zal morgen in een afzonder lijk bijblad worden verzonden.) De vorsten omarmden en kusten elkaar. De keizer kuste de hand der koningin, de koning omarmde en kuste den kroonprins. De keizer droeg de maarschalks uniform en de Annunciada-orie, de koning droeg de Italiaansche generaals-uniform en het Groothuis der Stefanus-orde. De eere-wacht hief het Italiaansch volkslied aan. Nadat het gevolg en de dignitarissen waren voorgesteld, de eerewacht was afgetrokken, reed de keizer met de koningin, vervolgens de kroonprins met den koning, enz. naar den Burgt, waar in de groote receptiezaal de keizerin, de prinsessen Stefanie en Gisela, de aartshertogin Marie de hooge gasten ontvingen en begroetten. Bij de aankomst en het rijden naar den Burgt werden de vorsten door een talrijke menigte met geestdrift begroet en toege juicht. In de Oostenrijksche delegatie, die denzelfden dag door den minister van oorlog geopend werd, wees de nieuw gekozen voorzitter Von Schmerling op dat be zoek van Italië's koning als waarborg voor den vrede. Hij wees verder op den vredelievenden toestand, ter wijl hij, met het oog op de nihilistische samenzwe ringen in Rusland, verklaarde dat zeker wel iedereen de regeeringen zal willen bijstaan om daartegen maat regelen te nemen, maar dat ook daarbij maat ge houden moet worden. Het gemeenschappelijk ingediende budget voor Oos- tenrijk-Hongarije bevat een som van ff. 144,447,706 aan uitgaven, waarvan ff. 81,727,881 voor Oostenrijk. Verder is het z. g. Roode boek verschenen. Dit be helst 152 depêches over de Turksch-Montenegrijnsche grensaangelegenheden, en 387 depêches over de rege ling der Turksch-Grieksehe grenzen van 3 October 1880 tot 30 Augustus 1881. In het verslag over het be stuur over Bosnië verklaart de regeering, dat door hare maatregelen de veiligheid in het land sedert de bezetting aanmerkelijk is verbeterd. De instelling van gerechtshoven en het aanstellen van rechterlijke amb tenaren uit de monarchie oefent reeds nu den meest gunstigen invloed op de rechtspleging uit. Een nieuw strafwetboek is voor Bosnië gemaakt, dat sedert 1 September 1879 werd toegepast. Verder zal weldra eene commissie van deskundigen met medewerking van Mohammedaansche rechtsgeleerden een nieuw bur gerlijk wetboek samenstellen. De financiën zijn ten gevolge van den jammerlijken toestand, waarin het land verkeerde, nog op verre na niet geregeld. Het verslag deelt mede, dat de financiëele en belastings maatregelen langzamerhand een omkeering in het be talen der belastingen en de wijze van tiendheffen te weegbrachten. De ontvangsten overtreffen de uitgaven met f12,502. De ontvangsten in 1880 zijn voldoende om de kosten van bestuur te dekken. De Britsche justitie begint nu ook de handen op lersche dames te leggen. Of de lieve dames-tongetjes daardoor in bedwang gehouden zullen kunnen worden? Wij willen het hopen. In Duitschland hadden gisteren de verkiezingen voor den Rijksdag plaats. Van den uitslag weten wij nog niets. Wel is het bekend hoe de regeering een groo- ten druk op de kiezers uitoefende door middel harer ambtenaren. Het schijnt zeer weinig bekend te zijn, dat win terhanden en wintervoeten zelfs in den hoogsten graad gemakkelijk kunnen genezen door er gebra den uien op te leggen. In weinige dagen zijn zij dan geheeld. Ook bij andere gezwellen moet dit een uit stekend middel zijn. (R. N.) Door het tegen elkander rijden van twee loco motieven te Essen (lijn WinterswijkEssen) werden Zondagavond een der stokers van de machine beide beenen afgereden. Twee dames traden op de Parijsche tentoonstelling van electriciteit een telephonisch wachthuisje binnen. De wind of een gemeene grappenmaker sloeg de deur dicht. Beiden waren bijna gestikt, toen de krachtigste het venster wist te bereiken en de ruit stuk sloeg. Een voorbijganger trapte de deur in en beide dames werden half gestikt te voorschijn gebracht. Dinsdag was generaal Vhrich dood, Woensdag was hij weer levend. Te Parijs was men namelijk weer voorbarig geweest met een doodsbericht. De waarheid is, dat Uhrich vrij ernstig ziek is, maar de geneesheeren hebben de hoop om hem in 't leven te behouden volstrekt niet opgegeven. Een zanger kreeg Dinsdag, tijdens de voorstelling van de Hugenotten, in den schouwburg te Aken, een bloedspuwing op het tooneel en werd daarvan dood weggedragen. De Great Eastern, het vermaarde reusachtige stoomschip, dat ongeveer 750000 (ƒ9000000) heeft gekost, is nu bij de publieke veiling opgehouden voor 30000 360000). Aan het eind van 1880 stond het schip in de boeken der maatschappij genoteerd voor 86,715 1,040,580). Dinsdag is te Keulen het standbeeld van den veldmaarschalk graaf Moltke onthuld. Het is 2.83 me ter hoog en staat op een voetstuk van Zweedsch graniet. Von Moltke is deze week 81 jaar geworden. Te Mayen, bij Coblentz, heeft het in den nacht van jl. Maandag op Dinsdag zoo gesneeuwd, dat de omringende heuvelen geheel en al in een sneeuwkleed waren gehuld. Door den Engelschen postmeester-generaal is, ter vereenvoudiging der administratie en tot gemak van het publiek, het onderscheid tusschen telegram- en postzegels opgeheven en bepaald, dat voortaan postzegels van ieder bedrag ook voor telegrammen in betaling aangenomen zullen worden. Wij bevelen dien maatregel in de aandacht van onzen minister van waterstaat enz. aan. Giuseppe Esposito, de groote bandiet, die onlangs eenige dagen in Rotterdam heeft doorgebracht, is, volgens schrijven uit Genua, reeds van daar naar Palermo opweg. Eene groote menigte had zich voor het Palazzo Ducale opeengehoopt, en er was zooveel militaire macht op de been, dat men haast aan een ophanden zijnde manifesatie zou gedacht hebben. Om 3 uur werd Randazzo. zwaar aan de handen geboeid en tusschen een groot escorte van karabiniers, uit de gevangenis van den toren naar de stoomboot overge bracht. Hij was zeer lijdzaam en ter neergeslagen. De troon, waarep de Czaar bij de aanstaande kroning plaats zal nemen, is geheel en al van ivoor. Het is de troon van Constantijn XI. Zijn erfgename Sophia Paleologo bracht hem naar Moscou over en verkocht hem aan de Russische Kroon. Tijdens de regeering van Iwan den Verschrikkelijke werd deze troon op 2500 roebels geschat; op den rug bevinden zich de Byzantijnsche Adelaar en mytholo gische versieringen, Orpheus en Eurydice, Leda, Satur- nus enz. De troon der Keizerin is ook van Oosterschen oorsprong, met Perzische reliefs van zilver. Deze troon is versierd met 876 diamanten en robijnen en 1223 safieren, turkooizen en fijne paarlen. Deze kostbare zetel is een geschenk van Armenische koop lieden, in 1659 naar Moscou overgebracht. Aan boord van het stoomschip Bengal, van Soerabaya naar Rotterdam, 23 Sept. te Point de Galle aangekomen, waren op de reis 9 man aan de cholera overleden. Da kapitein was ook ziek en is in het hospitaal gebracht. De boot is 1 Oct. vertrokken onder bevel van den 1 en officier, die een kapiteins-certi ficaat heeft. Er zijn andere manschappen aangenomen voor de overledenen. De inschrijvingen op het fonds voor Garfield's nagelaten betrekkingen zijngesloten. Er is 361,820 doll, ingekomen. Hiervan wordt 311000 doll, belegd in 4 pets. U. S. bonds. Josiah Henson, het origineel van den held in Beecher Stowe's »Hut van oom Tom", is dezer dagen in den ouderdom van zeven en tachtig jaren te Canada overleden. Hij was tot vóer veertig jaren slaaf en laat elf kinderen, vier en veertig kleinkinderen en zes achter-kleinkinderen achter. Onlangs hebben twee menschen in Amerika geen Indianen, maar beschaafde heeren een tweegevecht gehouden boven het meer Ontario. Elk zat in een luchtbol, en schoot op die des anderen, 't Gevolg was, dat de eene zonk en de vechtlustige luchtreiziger mét moeite gered werd, terwijl de andere bol weg dreef, en spoorloos is verdwenen. Eenige roovers, die in den nacht van 22 Sep tember een spoortrein in Arkansas aanvielen en beroof den, zijn veroordeeld tot een tuchthuisstraf van zeventig jaren! Laatste en telegraphische berichten. YEBSERE, 28 Oct. OESTERBEUB-S, De beurs was heden weinig bezocht, Groote oesters gezocht, maar niet aangeboden. Twijfelaars ad 35 a 40 gedaan, bij kleine partijtjes. ^Zaaigoed. Klein soort jarig ad 14 verhandeld, Aangeslagen pannen zonder vraag, «aar wel aan geboden. Buitenlandsch Overzicht. Zal Gambetta na het bijeenkomen van Senaat en Kamer, dat heden geschiedt, minister worden ja dan neen? Die quaestie is nog in diep duister gehuld. Uit Havre is de groote man weer in Parijs weergekeerd, nadat bij o. a. te Pont-Audemer ook een toespraak heeft gehouden, zonder daarin iets over politiek te spreken. Overal behandelde hij punten op handels gebied. Op verschillende plaatsen nu vroegen afge vaardigden hem of het waar was, dat hij volstrekt weigerde in aanmerking te komen voor het voorzitter schap in de Kamer. Gambetta moet daarop verklaard hebben, dat hij het zich tot een groote eer zou reke nen, als zijne mede-afgevaardigden hem opnieuw dat bewijs van vertrouwen gaven. Hieruit blijkt dus dat hij geen plan heeft minister te worden, en wordt het bericht waarschijnlijk, dat hij, bij de bespreking in de kamer van de politiek der regeering, zijn programma zal ontwikkelen, zonder het kabinet-ferry aan te vallen. In Tunis zijn de oogen gevestigd op de heilige stad Kerouan, waartegen de Fransche troepen zullen gaan opereeren en waar de Arabieren zich in grooten getale samentrekken. Italië's koning en koningin zijn Donderdagavond te Weenen aangekomen. Aan het station werden zij ontvangen door den keizer, den kroonprins en eenige aartshertogen. De ontvangst was natnurlijk hartelijk. eerste geval de erfgenamen of een of meer hunner, in het tweede geval de door de wet of krachtens op dracht van den tapper gerechtigde de zaak, zonder nadere vergunning, gedurende het loopende vergun ningsjaar voortzetten. In de localiteit, waar krachtens vergunning sterke drank in het klein wordt verkocht, moet een afschrift der vergunning, op zegel geschreven en door den se cretaris der gemeente gewaarmerkt, alsmede een exem plaar der wet, duidelijk leesbaar, zijn opgehangen. Tevens moet boven of ter zijde van de buitendeur, die toegang geeft tot de localiteit, met duidelijke let ters te lezen zijn: 1 o. de naam van hem, aan wien vergunning is verleend; 2o. het woord: vergunning; 3o. indien de tapper dit verklaard heeft, de vermel ding van den tijd, gedurende welken in de localiteit geen sterkedrank verkocht of geschonken wordt. Waar een of ander ontbreekt, beloopt de tapper eene geld boete van vijftig cents tot vijftien gulden. De bedoeling van den wetgever is, om het publiek te wij zenwaar eene geoorloofde drankgelegenheid is, want, niet alleen dat de houder eener inrichting, waarvoor geene vergunning is verleend, straf beloopt, ook hij, die zulk eene tapperij bezoekt en er sterke drank koopt, is strafbaar. Daarom zullen de drank gelegenheden, waartoe op meerdere plaatsen toegang wordt verleend, aan elk van deze toegangen de naam van den houder enz. moeten vermelden. (Slot volgt.) Gemengde Berichten. Voor een talrijk publiek gaf Donderdagavond de heer Maju zijn aangekondigde soirée. Uit de toe juichingen maakten wij op, dat de geheele voorstel ling zeer in den smaak viel van het gróótste deel der aanwezigen. Er zullen er ook geweest zijn, die zich beklaagden niets nieuws te hooren, anderen die de verklaringen wel wat duidelijker hadden gewenscht. De eersten bedenken, dat de heer Maju voor een zeer gemengd publiek optreedt, en dus ook velen daar onder heeft die weinig weten van hetgeen hij mee deelt, en de laatsten houden in het oog dat de avond tekort is voor langdurige ophelderingen. De proeven met de phonograaf vielen zeer in den smaak en lokten telkens toejuichingen uit, terwijl ook de electrische beweeglijke lichtbeelden zeer goed vol deden. Van Amsterdam zijn Donderdag aan boord van het stoomschip Jason ruim 600 landverhuizers naar Amerika vertrokken. Te Amsterdam hielden twee schippers Maandag een kloppartij, waarbij de een den ander een vinger afbeet. De bijter en de gebetene werden naar het politie-bureau gebracht. De opkoopers van plaatsen in den Stadsschouw burg te Amsterdam voor de voorstelling van Sarah Bernhardt beleefden gelukkig Dinsdag een benauwden dag. Het schijnt dat het Amsterdamsch publiek, hoeveel liefde het voor de kunst moge hebben, zich daarom toch nog niet laat leenen om dien stuitenden handel in de hand te werkende opkoopers zijn met hunne waar grootendeels blijven zitten! Aangezien alles in deze wereld zich naar vraag en aanbod regelt, daalden de Rijzen' dan ook schrikbarend; wat den vorigen dag tot ƒ15 opgedreven was, werd Dinsdag voor den eigenlijken prijs van 5 aangeboden, en des avonds, toen de mislukte kooplieden nog meer in den brand zaten, werden de plaatsen nog goedkooper. (N. v. d. Dag) Van een groot houtvlot, dat Dinsdagavond den Ysel afdreef, is een der mannen te water geraakt en verdronken. Te Engelbert overleed dezer dagen iemand in den ouderdom van 93 jaren. Hij heeft onder Napoleon I de tochten naar Spanje en Rusland medegemaakt en behoorde tot de oud-strijders van Waterloo. Te Vollenhove is een kuiper uit een luik zijner woning op de straat gevallen en aan de gevolgen overleden, Te Oud-Vroenhoven, bij Maastricht, is een acht jarig kind, dat zich te dicht bij het vuur had gewaagd, door het vlam vatten van zijn kleederen verbrand, Te Roermond is Woensdag een schoensmeer- fabriek een prooi der vlammen geworden en totaal door het vuur vernield. Oorzaak onbekend. Alles was geassureerd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 2