1881. N°. 119.
Zaterdag 8 October.
68sle jaargang.
Vrijzinnigheid of Overdrijving?
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal Berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
uOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en "Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nonnners 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent voor het buitenland: A. STE1NER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH Sc VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
Er doen zich tegenwoordig hier en daar enkele tee
kenen voor, waaruit blijkt dat het voorbeeld, door
Nederland's hoofdstad bij de gemeenteraadsverkiezin
gen in Juli 11. gegeven, om ook aan de minderheden
in een college van bestuur plaatsen af te staan, tot
navolging schijnt te prikkelen.
Zoo deelden wij dezer dagen mee dat men in de
plaatselijke schoolcommissie te Leiden voorstelt twee
zetels te doen vervullen door twee erkende anti-revo
lutionaire leden.
Als drijfveer tot zulk een vrijwillig meewerken om
aan tegenstanders stem te schenken in zaken van be
stuur wordt aangegeven het waarlijk vrijzinnige, dat
in zulk handelen gelegen is om ook de minderheden
te erkennen.
In Amsterdam was het vooral de redactie van De
Amsterdammerdie daarvoor met warmte een lans
brak en den anti-revolutionairen heer Hovy even
zeer aanbeval als den clericalen heer Van der Biesen.
Zij beval die tactiek aan ook met deze woorden
tot de Amsterdamsche liberalen
«Wij liberalen, die niet alleen liberaal willen zijn in
de enge beteekenis van het woord, moeten er prijs
op stellen, dat een oorzaak van ontevredenheid en
verdenking worde weggenomen. Rechtvaai-dig te zijn
jegens de minderheden is ongetwijfeld een beginsel,
waarop wij roem behooren te dragen. De samenstel
ling van den Raad geschiedde met ons medewerken,
en op onzen aandrang zoo, dat ware vrijzinnigheid er
uit spreke. Het buitensluiten van belangrijke min
derheden uit de vertegenwoordiging der gemeente is
bekrompen en gevaarlijk. Eer6t als er recht gedaan
wordt kan er harmonie bestaan geen doodsche
eenstemmigheid, geen bittere strijd van verongelijkten
met bevoorrechten, maar een eendrachtig samenwer
ken bij verschil van inzicht, van mannen, behoorende
bij verschillende partijenstanden en kringen der
burgerij."
En toen ten slotte de heer Hovy was gekozen heette
zij die verkiezing een daad van billijkheid, terwijl de
redactie bij de herstemming, toen het bij haar gold
de verdere aanbeveling van den heer Van der Biesen,
erop wees boe de clericale kiesvereeniging in Noord-
Brabant, als uitzondering op de meeste clericalen, die
waarlijk niet door verdraagzaamheid schitteren, tegen
over twee aftredende liberale raadsleden in 's Bosch
geen candidaten stelden.
Echter voegde de redactie bij die mededeeling de
opmerking dat de clericalen dit deden, wijl zij geen
strijd te vreezen hadden.
Wij staan hier voor eene zg. vrijgevigheid, die al
tijd in onze oogen iets weg heeft van het spelen der
kat met de muis. En dat spel wordt wel vertoond
op het terrein van gemeentebestuur, doch wordt ver
meden waar het hoogere takken van bestuur betreft.
Men wil op dat gebied wel vrijgevig wezen maar
onder het scherpst mogelijke toezicht dat men niet
te veel toelate en men geen gevaar loope dat die min
derheden overwegend gezag uitoefenen.
Men gunt haar dus het recht van meedoen, doch
slechts zoolang en op zulk eene wijze als de meer
derheid dit goeddunkt.
Eene houding als van de bewuste kiesvereeniging
uit Brabant's hoofdstad kunnen wij eenigszins verklaren.
Bij haar gold het aftredenden leden, die, buiten hunne
richting om, in gemeentezaken veel practisch nut stich
ten en goede voorlichting schenken.
In Goes deed zich vroeger ook wel eens zulk een
geval voor en stelden ook wij geen candidaat tegen
over een anti-revolutionair aftredend lid, die in zijne
betrekking van raadslid waarlijk nuttig was, zonder
dat zijn richting daarbij op den voorgrond trad.
Maar dit zijn groote uitzonderingen en allerminst
zouden wij de tactiek willen volgen, door De Amster
dammer aangegeven, om als nieuwe leden tegenstan
ders aan te bevelen.
Er zijn ook op gemeentegebied zoovele punten, die
ons scheiden van onze bestrijders, dat wij waarlijk
niet kunnen meewerken om hun invloed te verschaffen
op den gang dier zaken.
Is dat onverdraagzaam
De woorden van De Amsterdammer, o, zij klinken zoo
fraai, maar van nabij beschouwd en ontdaan van dien
fraaien klankkan het antwoord op de vraag nis
hier quaestie van vrijzinnigheid of van overdrijving?"
niet anders wezen dan ten gunste van de laatste.
Men neemt in den raad en in schoolcommissiën
vijanden, om ons tot de aangehaalde voorbeelden te
bepalen, van een beginsel dat men gaarne in die col
leges de bovenhand zou willen zien behouden.
Men doet dat om verschillende redenen.
Eén daarvan is men leert dan de grieven der
tegenstanders eens beter kennen. Alsof men waarlijk
daarvoor hen zitting moet laten nemen in een college
£elf, en niet dagelijks elke partij in ons land ruim
schoots gelegenheid heeft die te openbaren, en van die
gelegenheid niet overvloedig gebruik maakt
Eene andere reden is het meer en meer leeren
waardeeren van elkaar's bedoelingen, wat in het dage-
lijkscli leven toch even voldoende kan geschieden zonder
dat men daarbij den tegenstander aan het roer helpt
meeduwen.
Niemand zal zich een illusie ervan maken, dat éen
van beide partijgenooten tot inkeer worde gebracht door
den ander. De ervaring in onze naaste omgeving be
wijst voldoende dat men, na jaren lang omgang, elk
nog even stijf op zijn stuk staat als bij het begin.
Wat voor practisch nut kan dan toch zulk een z.
g. vrijzinnigheid hebben? Een bewijs daarvan leverde
wel de eerste raadszitting van Amsterdam, waarin de
heer Hovy zitting had. Er was een quaestie aanhan
gig met de tramwaymaatschappij en de heer Hovy
leverde een pleidooi voor de Zondagviering met het
oog op den dienst van dien tram.
Wat was het resultaat van dat betoog
Dat de voorzitter den heer Hovy even antwoordde
en niemand verder eenige notitie nam van het ge
sprokene.
Wat blijft er nu bij zulk eene houding van de hoog
geroemde vrijzinnigheid, die den heer Hovy in den
raad bracht? Hoegenaamd niets.
Wij achten zelfs dat zitten, dat helpen op die wijze
een beleediging voor den tegenstander en zouden zei
ven niet gediend willen zijn van zulk een hulp, [noch
van zulk een mogen meedoen, als onze tegenstanders
ons eens op dergelijke wijze uitverkozen om te mogen
meeregeeren.
Wie kent niet de vreugde van onze jongens, zooals
wij die zeiven wel ons uit eigen jeugd herinneren,
als zij een paard mogen helpen sturen, en de koetsier
zoo beleefd is, al zijn het ook de uiterste einden der
leidsels, ons in de handen te geven
Zij verbeelden zich dat zij mogen meesturen, maar
de knecht houdt de hoofdteugels vast om goed te wa
ken, dat er niets gebeure.
Nu kan een kindergemoed daarmee nog vrede heb
ben, een mannenhart staat zulk een houding tegen,
tenzij hij daartoe geroepen worde door eigen aan
hangers, en gekozen werde door kracht van eigen
partij zonder aanbeveling van zijne tegenstanders. Dan
laat hij zich zulk een rol welgevallen, alleen om te ge
tuigen in het belang der partij.
Dat ons gevoelen gedeeld wordt bewijst wel, dat de
heer Donner te Leiden vriendelijk heeft bedankt voor
de eer, door zijn tegenstanders hem toebedacht, om
lid der plaatselijke schoolcommissie te worden, »i«t-
hoofde van zijne bekende gevoelens ten aanzien der
openbare school." En dit heeft te meer waarde, wijl
diezelfde heer zich niet ergeren zal, als zijne tegenstan
ders hem bestrijden, en niet aarzelt een plaats in te
nemen om voor zijne partij te strijden, wanneer zijne
eigene partijgenooten hem dit opdragen.
Dat is een zuiver standpunt.
Wat zou de heer Donner ook doen in eene plaat
selijke schoolcommissie? Slechts eene minderheid
vormen, die niets kan uitrichten, spreken als de heer
Hovij in den Amsterdamschen gemeenteraad overbe
kende zaken, en eischen doen die hij toch vooruit
weet, dat niet worden ingewilligd.
Maar ernstiger vragen wijwat dachten zijne tegen
standers door zijne benoeming te verkrijgen
De stelling najagen, door De Amsterdammer ge
schilderd, om de minderheden op te nemen, teneinde
seen oorzaak van ontevredenheid en verdenking weg
te nemen". Eilieve, deze zullen nooit verdwijnen
of aan hun eischen moet geheel voldaan wezen. En
dit zal en mag men toch nooit doen.
Is het om een sdoodsche eenstemmigheid" te voor
komen? Och, onder aanhangers der zelfde partij blijft
altijd nog voldoende verschil in meening, zoodat men
daarvoor niet behoeft bevreesd te wezen.
Neen, men wachte zich voor zulk eene overdrijving.
Liever elk met de zijnen gestreden voor eigen inzichten
en beginselen, dan uit een quasi vrijzinnig oogpunt
een maatregel genomen, die, de ervaring leerde het,
niet de minste vruchten oplevert en ten slotte alleen
vertraging teweegbrengt in het doen zegevieren van
de beginselen, die elke partij, welke de meerderheid
vormt, meent dat tot welzijn strekken kunnen van land,
gewest, gemeente of van een college, dat zij bestu
ren moet.
GOES, 7 OCTOBER 1881.
Mededeelingen op verschillend gebied.
Te Rilland-Bath is het vergunningrecht op het
tappersbedrijf bepaald op f 25 van elke fi00 huur
waarde of gedeelte daarvan.
Colijnsplaat. In de raadsvergadering van Woens
dagavond 1.1. is de begrooting dezer gemeente voor
1882 behandeld en bijna onvèranderd goedgekeurd.
Het vergunningsrecht ter uitoefening van den klein
handel in sterkedrank werd bepaald op 20 gulden
voor elke 100 gulden of een gedeelte daarvan der
huurwaarde.
Aan mej. .S, Terpstra werd wegens hare be
noeming tot onderwijzeres aan de openbare lagere
school te Nieuw-Scheemda (prov. Groningen) eervol
ontslag uit hare betrekking alhier verleend.
Ook de Kamer van koophandel te Middelburg
zal niet vertegenwoordigd zijn op de vergadering te
Utrecht op den 10 dezer, waar over de te nemen
maatregelen tegen het protectiestelsel van andere lan
den beraadslaagd zal worden.
Met afwijking van art. 241 der Gemeentewet
is bij wetsontwerpen vergunning gevraagd voor het
blijven hellen van accijns op gedistilleerd en tarwe
o. a. voor de gemeenten Veere en Vlissingen.
De Midd. Ct. meldtdat in eene Maandag jl.
te Brussel gehouden vergadering van den raad van
administratie der Société anonyme des chemins de fer
économiques Nêerlandais hun ontslag hebben geno
men: als commissaris de heer H. E. Oving Jr., te'
Rotterdamals raden van administratie de heeren
Henri Boers, te UtrechtJ. Gerritsente Breskens
H. G. Hammacherte Groede en X. J. M. Van
Waesberghe Janssenste Hulst, en als directeur de
heer H. A. Boogaert, te Middelburg.
Het U. D. verneemt hieromtrent van bevoegde zijde,
dat dit ontslag het gevolg is van de maatregelen,
door de Belgische leden van het bestuur genomen,
waarmede de Hollandsche heeren zich niet konden
vereenigen. Wel verre van nadeel, zal dit besluit aan
de zaak der tramwegen in Zeeland een meer degelijk
karakter geven.
De N. R. Ct. verneemt verder, dat de fabrikanten,
welke den weg hebben gelegdde heeren Finet en
Lebeque, naar aanleiding van dit ontslag de exploitatie
van den tram tusschen Vlissingen en Middelburg met
alle kracht zullen in werking brengen.
-De Min. van Binn. Zaken heeft aan Ged. Staten
der provinciën opgaven verzocht van het bedrag van
de kosten der schutterijen door de gemeenten, blijkens
de rekeningen, in de jaren 1877, 1878 en 1879 be
taald.
Onder de sollicitanten voor het griffierschap der
Tweede Kamer behoort ook mr. W. Polman Kruse-
man, hoofdambtenaar ter provinciale griffie van Zee
land en advocaat te Middelburg.
Bij Min. beschikking is bepaald, dat de commies
der posterij 4e kl. G. Bouricius zijne function zal uit
oefenen te Arnhem.
Tot commies aan de school in de gevangenis
voor jeugdige veroordeeldentevens huis van verbe
tering en opvoeding voor meisjes, te Montfoort is be
noemd de heer Lignian, vroeger schrijver aan de ge
vangenis te Goes.
Landbouw en Veeteelt.
Vanwege de landbouwtentoonstellingte Scha-
gen gehouden, is de eerste prijs, een gouden medaille
en 150,-—, toegekend aan de firma wed. J. C. Massee
ié Zoonte Goes, voor een non-pareil Smyth's zaai-
machine. Dit werktuig behaalde dien prijs bij een
wedstrijd, in de Haarlemmermeer gehouden, waarbij
verschillende der voornaamste fabrikanten uit Enge
land en Duitschland met hunne werktuigen meedongen.
Afloop Aanbestedingen en Verknopingen.
Hansweert. Woensdagmiddag werd alhier in het
hotel «Paviljoen" van den heer L. Luijk aanbesteed
het bouwen van een huis ten behoeve van de
rijkstelegraaf, in twee perceelen.
Voor het le perceel: timmer- en metselwerk was
ingeschreven doorW. J. Van de Weert, te Goes,
voor/"6590; G. Van Verre, te Noordgouwe, voor ƒ5855;
L. Van Verre, te Kruiningen, voor ƒ5849; P. Dron-
kers, te Kapelle, voor 5289; A. Goedemond, te Hans-
weert, voor 5147; B. Den Exter van den Brink, te
Krabbendijke, voor ƒ4988; I. M. Lammerée, te Hans-
weert, voor 4848J. Ocker, te Kruiningen, voor
4730, en J. Lindenbergh, te Wemeldinge, voor 4700.
Voor het 2e perceel: schilderwerk was ingeschre
ven door: J. L. De Paauw, te Hansweert, voor 588;
W. Gingnagel, te G&es, voor 567; J. Ocker, te
Kruiningen, voor ƒ465, en II. J. Van Noppen, te
Goes, voor ƒ343.
Beide perceelen zijn aan de laagste inschrijvers
gegund.
Het gebouw is door den eigenaar, den heer Luijk
zeiven, verhuurd aan het rijk voor tien jaren, tegen
ƒ350 per jaar.
Donderdag had alhierten overstaan van den
ontvanger der registratie enz. te Goes, namens het
rijk, de verkoop plaats van het meermalen vermelde
aakschip Vrouw Maria" met inventaris en lading
(80000 metselsteen).
Het schip met inventaris werd (in massa) gekocht
voor 694,75, door den heer J. L. van den Brink alhier.
De lading metselsteen kocht de heer P. Dronkers,
te Kapelle, voer 228,75. De veilingskosten bedroe
gen 10 pet.
-Onder de laagste inschrijvers bij de Dinsdag gehou
den aanbesteding te Amsterdam door het Dep. van
Koloniën behoorde ook de heer C. E. Massee, te Goes,
naar de volgende perceelen:
lo. 15,000 liters groene erwten, voor ƒ2563,50.
2o. 15,000 idem idem 2640,
3o. 15,000 2563,50
4o. 15,000 2602,50
5o. 14,000 2480,10.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
In de Donderdag gehouden zitting is de behan
deling der eeds-quaestie voortgezet.
De heer Heydenrijck stelde eene nieuwe motie voor,
dat de Kamer de meening der Regeering deelt over
den eed, voor zoover betreft het jus constitutum en
dank zegt voor hare verdere verklaringen.
De heer Keuchenius verdedigde het godsdienstig
karakter van den eed en de noodzakelijkheid ervan
in onze maatschappijhij hield vol dat «gezindheid"
alleen «kerkgenootschap" beteekentverklaarde dat
in het jus constituendum de anti-revolutionaire partij
bereid is aan gewetensbezwaren tegen den eed tege
moet te komenmits ze gegrond zijn op de erken
ning van de heiligheid van den eeden als de tijd
daartoe gekomen is. Motiën achtte hij onnoodig om
de krachtige rede des Ministers te steunen; zij zouden
slechts den indruk verzwakken.
De heer Gleichman achtte ook deze gewichtige
zaak niet vatbaar om bij motie te worden beslist.
Sterk protesteerde hij tegen de rede des Ministers
als missende de ware piëteit en verdraagzaamheid.
De heer Kist betoogde, dat «gezindheid" beteekent
«kerkgenootschap", hechtte aan het behoud van den
eed op grond van zijne ervaring, doch enkel als bur
gerlijke handeling. De bezwaren ertegen worden zeer
overdreven.
De heer Van Baar verdedigde de motiën als prac
tisch resultaat der discussiën. Overigens stond hij
beperking van den eed voor.
De heer Von Houten verdedigde zijn reeds bekende
zienswijze, uitsluitend op grond van de staatsrechtelijke
gelijkheid van alle ingezetenen buiten elke geloofs-
quaestie. Het debat heeft hem genoegen gedaan
omdat het de anti-liberale gevoelens van den minister
Modderman heeft doen kennen. De heer Schaepman
achtte het behoud van den eed als historisch en
staatsrechtelijk feit en als maatschappelijken waarborg
onmisbaardoch niet aannemende dat in Nederland
eene partij van het ongeloof moet worden bestreden,
wilde hij geen motie aannemen.
De heer Wintgens trok zijne motie inmaar de
heer Fabius wilde toch op eene of andere wijze aan
de gemoedsbezwaren tegemoet komen en ook de heer
Bastert verlangde een practische beslissing voor de
toekomst.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Ds. Hulseboste Lemmervroeger te Wisse-
kerke, is beroepen te Rotterdam.
Oudelande. Donderdag vierde de heer J. Agterberg
gedachtenis van den dag, waarop hij vóór 25 jaren
zijn ambt van onderwijzer dezer gemeente aanvaardde.
Het ontbrak den jubilaris niet aan blijken van be
langstelling en hoogachting.
Jong en oud had zich als om strijd beijverd, om
door eerepoorten van groen, bloemen en vlaggen aan
de gemeente een feestelijk aanzien te geven, 's Morgens
werd de jubilaris aan zijn woning algehaald door de
schoolcommissie en naar de keurigversierde school
geleid. Daar begroette hem de schooljeugdonder
leiding van den hulponderwijzer J. Kan Wingen
met een lieddaar hadden zich met de leden van den
raad de districts-schoolopziener, de arrondissements
schoolopziener en de oud-schoolopziener mr. J. 11.
De Laat de Kanter, alsook de kerkeraad en het kerk
bestuur der Hervormde gemeente vereenigd.
Nadat de feestvierende onderwijzer allen had welkom
geheeten, werd hij door den burgemeester, door de
schoolopzieners, alsook door de voorzitters der boven
genoemde besturen toegesproken.
Ook stoffelijke bewijzen van genegenheid ontving de
jubilaris. Door de heeren Hoboken van Oudelande en
Baarland werd hem o. a. een keurig geschenk vereerd.
Ook het kerkbestuur bood hem eene gedachtenis aan,
als blijk van erkentelijkheid voor hetgeen hij in zijne
kerkelijke betrekkingen gedurende 25 jaren had verricht.
Ontving de onderwijzer van de schooljeugd 's mor
gens, onder het zingen van een toepasselijk lied, een